Amateur-archeoloog op eenzame hoogte Survey naar een naald in een hooiberg

Langzaam gleed ze verder, alsof niets haar kon deren. Ik bleef stokstijf staan, mijn stok gereed houdend. Op nog geen twee meter afstand gleed een meter lange, grijs/bruine slang voorbij. Af en toe zag ik, eenzame amateur-archeoloog uit Drenthe, de driehoekige kop even in mijn richting kijken, het tongetje razendsnel haar werk laten doend. Dit moest de beruchte (klein) Aziatische adder zijn. Aan haar gevulde buik te zien, had ze aan voedsel geen gebrek. Even later verdween de slang met de kenmerkende zwarte vlekken op de rug in een spleet en kon ik weer opgelucht adem halen. De zon Een verloren gewaand deel van de Nemrud teruggevonden, ingemeten en gefotografeerd. Amateur-archeoloog Anne ten Brink aan het werk. scheen onophoudelijk fel op mijn lijf,  Tussen de rotsen in het diepe dal was geen ontkomen aan de koperen ploert, tegen de rotsen weerkaatsten haar brandende stralen en door het ontbreken van een zuchtje wind liep de gevoelstemperatuur op naar meer dan vijftig graden. Het zweet op mijn lijf verdampte onmiddellijk en liet slechts witte spoortjes zout op mijn shirt achter. Ik werd mij ineens bewust van het feit dat ik alleen in een ruw, onherbergzaam terrein rondliep. Geen hulp te verwachten wanneer een incident zou plaatsvinden! Maar hoe raar het misschien ook klinkt, ik voelde mij in mijn element. Net boven de 2000 meter, in een karst landschap met steile heuvels en diepe dalen, op zoek naar artefacten. Hoe was het zo gekomen? In 2001 ging het Nemrud project van start. Samen met de Universiteit vanlogo International Nemrud Foundation Amsterdam (UvA) probeerde de International Nemrud Foundation (INF, de “Verteller van het Oude” is haar secretaris) het grafmonument van koning Antiochos I te restaureren en van de ondergang te redden. Eeuwenlange blootstelling aan de elementen en diverse -grote en kleine- aardbevingen hadden er voor gezorgd dat deze in zeer slechte staat verkeerde. Het monument ligt in het Zuidoosten van Turkije, haar hoogste punt bedraagt 2206 meter en is een UNESCO werelderfgoed monument! Terwijl de meeste zorg naar het monument uitging, voerden we ook diverse kleinere onderzoeken uit. Een daarvan betrof de vraag of het monument ook panorama oostterras nemruddaadwerkelijk in gebruik was geweest. Koning Antiochos had namelijk bepaald -te lezen in inscripties achterop de grote beelden- dat twee keer per jaar de bevolking een dag vrij kreeg en naar het monument op de berg kon komen om hem en de Goden te eren! De mensen zouden dan voorzien worden van overheerlijke drank en spijzen. De koning had speciaal voor dit doel een priester aangesteld. Diverse archeologen zijn er van overtuigd dat het monument niet af was ten tijde van de dood van Antiochos (38 v. Chr.). Zij voeren daarvoor allerlei plausibele redenen aan, waarmee ik u nu niet ga vermoeien. Tijdens een van mijn vorige bezoeken aan de Nemrud constateerde ik dat grote hoeveelheden sneeuw in het voorjaar langzaam van de berg afgleden. In Nederland zijn we de laatste jaren al verbaasd als we 10 centimeter sneeuw op de straat hebben liggen. Op de Nemrud praten we over meters. Op het Westterras valt tot 4 meter sneeuw, deels opgestuwd door de zeer harde noordwestelijke wind. Het beschutte Oostterras is slechts bedekt met een meter sneeuw(!). Zoals gezegd, elk voorjaar schuift een enorme massa sneeuw (ijs) de steile hellingen – 30% en meer- af. Ongeveer 100 meter beneden Westterras van de Nemrud aan het eind van de winter.de berg wordt ze tegengehouden door een massieve bergketen.  Het smeltwater verdwijnt er door loodrechte spleten in de grond om kilometers verder weer als bron uit de rotsen tevoorschijn te komen. In het voorjaar zijn de terrassen op de Nemrud schoon. Er is geen papiertje meer te vinden. Alles is door de  terugtrekkende sneeuwmassa meegenomen. Dit is dus een jaarlijks terugkerend proces.  Door redenerend, in de tijd van Antiochos (1e eeuw v. Chr.) zal dat ook het geval zijn geweest. Indien toentertijd grote mensenmassa’s zich verzameld hadden op de berg en zij allen -zoals de koning ons laat weten- verzorgd zijn met spijzen en drank, zal er ongetwijfeld materiaal te vinden moeten zijn. Niet op de berg, maar juist in haar omgeving. Om hiervoor bewijzen te vinden werd de survey in de applicatie aan de Turkse overheid toegevoegd.

De opzet van het project

(PDF Archeologische Survey 2001.2 ) In het oorspronkelijk geschreven plan van aanpak (zie PDF hiernaast) was voorzien het onderzoek uit te voeren met een 6 tal mensen ( allen amateur-archeoloog) afkomstig uit Drenthe en Noord-Brabant, doelstellingen daarbij waren:

  • Het verkrijgen van bewijzen voor menselijke activiteiten op, of rondom de Nemrud.slenk6-N survey Nemrud
  • Het systematisch in kaart brengen van de gevonden artefacten, determinatie en het catalogiseren van deze.
  • Globale herleiding van de oorspronkelijke activiteitenplaats(en).

Het terrein is zeer geaccentueerd. Om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de medewerkers zal met de hoogtelijnen meegelopen worden.
Onderling zouden de medewerkers vijf meter afstand houden. Op deze wijze zou een goed overzicht verkregen worden van het aanwezige materiaal. Deze survey pretendeerde niet alle artefacten op te sporen, wel zo veel mogelijk. Elk voorwerp moest digitaal ingemeten en apart genummerd zijn, daarna op een vondstenkaart geplot worden.

De uitvoering

Helaas keurde het projectmanagement mijn plan van aanpak maar ten dele goed. De kosten, afgewogen tegen het door hen verwachte resultaat, waren te hoog. Ik mocht zelf, met af en toe ondersteuning van een teamlid, de survey uitvoeren. Onverdeeld gelukkig met het besluit was ik niet maar in ieder geval kon deze amateur-archeoloog gaan zoeken! Vastbesloten om het ongelijk van de UvA archeologen te bewijzen. Mijn aandacht richtte zich in eerste instantie op de oostzijde van de Nemrud, de helling zijn er steil en uiteindelijk gaan ze over in een plateau welke omgeven wordt door (wederom) steile rotsen. Hierin bevinden zich de zogenaamde Ijsgrot 1 rondom Nemrudijsgrotten. Ze is niets anders dan door water gevormde ondergrondse openingen in het karstgebergte waar het sneeuw vanaf de Nemrud doorheen probeert te glijden. Omdat de druk achter de sneeuwmassa verdwenen is, blijft het laatste deel van de sneeuw in de grot liggen. Eigenlijk is het beter te spreken van ijsmassa. Doordat de sneeuw overdag smelt en ’s nachts weer aan vriest, is het laatste gedeelte een ijsmassa geworden. Alles wat haar in de weg ligt, duwt ze vooruit. En dat is precies waar ik op hoopte. Artefacten van de berg worden op die wijze al gedurende vele duizenden jaren meegevoerd. Alleen een kwestie van goed zoeken dus. Zo eenvoudig als ik het optyp is het niet gegaan. Het was afzien, bloedheet en eenzaam. Slechts twee keer is er iemand met me mee gegaan. Alles went, eerst was de natuur met haar onbekende geluiden angstaanjagend. Later werd ze mijn vriend, een bondgenoot tijdens het speuren. Ik kwam er al snel achter dat op  Eerste aardewerkscherf rond Nemrud, vondstnummer 05.01vlakke oppervlakten geen artefacten opleverden, aan de randen, tussen de spleten van het karstgebergte moest ik zijn. Ik herinner me -zo’n 16 jaar later- nog steeds het euforisch moment van de eerste vondst. Een stukje bruin aardewerk, niet groter dan een paar centimeter, danig verweerd, sterk gemagerd, liggend tussen reflecterende witte stenen, verdorde takjes en bladeren. Een onbeduidende vondst waaruit nauwelijks conclusies getrokken kon worden. Maar toch, de eerste was binnen. Gps coördinaten noteren, foto’s maken en labelen. Van te voren had ik mijn zoekgebied onderverdeeld in een aantal sectoren. In sector 5 vond ik naast de hierboven vermelde aardewerkscherf nog 15 andere. Een topdag. Helaas leverde nietNemrud vondstnummer09.11 elke sector artefacten op. Ik moest diverse gebieden moeizaam doorlopen om uiteindelijk in sector 9 weer te stuiten op activiteiten uit het verleden.  Naast diverse stukjes aardewerk vond ik er tot mijn grote verrassing een zevental afslagen. Het was me al eerder opgevallen, er komen dunne banden met vuursteen voor in het karstgebergte. Tijdens mijn voettochten naar de berg was ik er zelfs langs gelopen. Het vuursteen ziet er brokkelig uit. Geen mooie dikke platen om er grote stenen voorwerpen van te maken. Maar zoals gezegd, ik had niet verwacht de afslagen op deze hoogte tegen te komen.

De resultaten

In totaal heb ik twintig dagen rondom de berg gezworven. Vele dagen gingen voorbij zonder een enkele vondst. Maar af en toe kwam ik een “hotspot” tegen. Zoals in sector 17, waar ik 18 aardewerk fragmenten mocht oprapen. Maar ik geef toe, veel viel er niet te vinden. Maar daar gaat het in de archeologie niet altijd om, het is het bewijs wat telt. In totaal vond ik 9 afslagen en 44 aardewerk fragmenten. Een gemiddelde van 2 ½ artefact per dag. In Nederland was ik waarschijnlijk al gestopt met mijn hobby. Niet in Turkije, ik was gekomen om te bewijzen dat er menselijke activiteit op of rondom de berg was geweest. Ik was “begeesterd” over het resultaat. Bovendien had ik tientallen delen van het monument op de helling van de berg teruggevonden. Het duidelijkste stuk is vondstnummer 17.01. Het betreft een groot stuk aardewerk. Randscherf met deel van de buik met oor aanhechting. Grootste aardewerk scherf gevonden rondom Nemrud. Vondstnummer17.01-is-3Kleur: licht bruin. Soms oranje achtig. Geen verschil tussen buiten of binnenzijde. De magering bestaat uit grof steengruis. Beide zijden zijn gepolijst. De bovenrand is omgebogen, haar breedte bedraagt 2,9 cm en de dikte is 1,4 centimeter. In het midden is de rand enigszins doorgezakt. Het lijkt alsof deze te zwaar is. De zijkant van de rand is versierd door middel van ongeveer 0,3 cm diepe en 0,7 cm brede lijn. Totale lengte is 8,7 centimeter. Vermoedelijk is de versiering onderbroken geweest. Aan de rechterzijde van de rand houdt zij plotseling op. Het aardewerk is onder de rand 1,0 centimeter dik. Sporen van een pottenbakkersschijf zijn zichtbaar. Aan de rechteronderzijde van de scherf is een aanhechting te zien van een oor. Waarschijnlijk is zij kGroen geglazuurd aardewerk gevonden in sector 17 rondom de Nemrud. Vondstnummer 17.16nopvormig geweest. Breedte van de aanhechting is 2,9 centimeter. Het aardewerk is door en door gebakken. In gebied 17 vond ik ook diverse stukken aardewerk die groen geglazuurd waren. Ze lagen over een klein oppervlakte verspreid, net achter en tussen een beschermende -tegen het smeltwater en de sneeuwmassa- rots. Voor mij een duidelijk bewijs dat ze ooit van boven (de berg) afkomstig moesten zijn en door de ijsmassa in hun beschermende omgeving zijn neergelegd. In de jaren daarop was het ijs, vanwege de positie van het aardewerk, niet in staat om deze verder te transporteren. Ze lagen zonder uitzondering aan de rand van een relatief vlak stuk, waar het ijs zich elk jaar in de richting van de ijsgrot doorheen beweegt. Ruim een meter hoger en omgeven door rotsen.

Determinatie van de artefacten

Een amateur-archeoloog uit Drenthe heeft natuurlijk geen officiële status als het gaat om determineren van aardewerk uit de eerste eeuw voor Christus in Turkije. Om eerlijk te zijn, ik was absolute niet zeker van mijn zaak. In mijn ogen was vondstnummer 17.01, de grootste vondst van de survey, een kanshebber. Ik had de scherf vergeleken met aardewerk dat gevonden was op andere Kommageense sites uit de eerste eeuw v. Chr. Maar overtuigd was ik allerminst. Deskundigheid was gevraagd. Daarom werd in 2002 Abraham van As, keramiek specialist aan de archeologische faculteit van Leiden, ingevlogen. Hij concludeerde dat geen van de gevonden scherven toe te wijzen was aan de tijd dat het monument op de Nemrud was gebouwd. De groen geglazuurde scherven zijn middeleeuws. Van As oppert dat de scherven mogelijk afkomstig zijn van aardewerk dat door rondtrekkende herders is achtergelaten. Gezien het kleine aantal scherven dat mijn pre-survey had opgeleverd, adviseerde hij geen volledige survey rondom de berg te laten uitvoeren. “A needle in a haystack”, aldus Van As. Zijn bevindingen zijn terug te lezen in H. Brijder, NEMRUD DAGI, recent archaeological research and conservation activities in the tomb sanctuary on mount Nemrud, De Gruyter Inc., Bosten/Berlijn. ISBN:  978-1-614551-713-9, pp. 530-533. In 2006 heeft Margherita Facella, bekend archeologe van de universiteit van Pisa en aardewerk specialist, het materiaal nog eens onderzocht. Zij kwam tot dezelfde conclusie als Van As.

En wat vind de amateur-archeoloog ervan?

Natuurlijk was ik enigszins teleurgesteld. Alle moeite -en ontbering- had geen archeologisch bewijs opgeleverd voor het gebruik van het monument als cultusplek. Vanaf ongeveer de 12e eeuw komt groen geglazuurd aardewerk voor. Goell, eerdere onderzoeker op de berg, vond tijdens haar werkzaamheden op de Nemrud een vijftal Middeleeuwse munten. Het door mij gevonden geglazuurde aardewerk past precies in die periode. Wat destijds op en rond de berg is voorgevallen blijft natuurlijk een raadsel. In ieder geval is in de Middeleeuwen de Nemrud bezocht geweest.  De conclusie van Van As dat het voortzetten van de survey geen zin had, deel ik niet. Niemand had tot aan mijn survey de omgeving van de Nemrud bij enig onderzoek betrokken. Slechts ¼ deel is nu onderzocht en heeft na mijn mening al heel veel opgeleverd. Behalve het aardewerk,  de afslagen, het in kaart brengen van naar beneden gevallen delen van het monument, werden ook de hellingen door mij met GPS ingemeten. Helaas besliste de projectleider in 2002 negatief over het voortzetten van de survey. Bovendien werd het als te gevaarlijk ingeschat om daar alleen rond te lopen. Ik kon in de daarop volgende jaren nog slechts incidenteel op stap gaan. Zeer tot mijn leedwezen!
De afslagen zijn verder niet door een expert bekeken. Wat mij betreft ook niet nodig, ik ben deskundig genoeg om zelf te herkennen of het om door mensen bewerkte stukken gaat of niet. Alle 9 door mij gevonden stukken vuursteen voldoen aan het criterium afslagen. In prehistorische tijden is de berg Nemrud dus ook al bezocht. Waarom? Dat blijft natuurlijk speculeren. Misschien zijn de mensen toentertijd op jacht geweest. Misschien hebben ze er gedurende de zomermaanden wel gewoond. Immers de ijsgrotten bevatten genoeg water en de temperatuur is vele malen aangenamer dan in een lager gelegen dal. Heden ten dage doen mensen iets dergelijks. Vanuit de steden gaat men zomers op vrije dagen massaal naar de hotels en restaurants in de bergen. Men ontvlucht de 50° en trekt naar een gebied waar een verkwikkende bergwind het leven een stuk aangenamer maakt.
In de directe omgeving van de Nemrud heb ik in 1999 een aantal grotten bezocht. Een aantal van hen zijn uitermate geschikt om in te verblijven, althans in de prehistorie.
Weer een onderwerp voor een nader onderzoek. U merkt het, ik blijf geïnspireerd door de omgeving van de Nemrud. Ze kent nog vele geheimen. Heerlijk om een deel er van te kunnen ontrafelen. Gaat u mee, avontuur genoeg!

 

 

trefwoord: amateur-archeoloog  amateur-archeoloog   amateur-archeoloog  amateur-archeoloog  amateur-archeoloog   amateur-archeoloog amateur-archeoloog amateur-archeoloog amateur-archeoloog amateur-archeoloog amateur-archeoloog amateur-archeoloog

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!