Sesönk, laatste rustplaats van Mithradates II of toch niet?

Sesönk, een bijzonder grafmonument!Ik neem u mee naar een grafmonument (in Sesönk)  uit de tijd van Antiochos, we dalen erin af, we mijmeren over haar betekenis, we maken ons zorgen over de conservering en we genieten van de betoverende omgeving.

Wanneer een in de oudheid levende heerser zijn aards leven inruilde voor een verblijf in het hiernamaals, dan werd zijn stoffelijk overschot meestal begraven in een prachtig monument. We kennen er vele  voorbeelden van.
Antiochos I, koning van Kommagene, liet voor zichzelf een prachtig grafmonument op de Nemrud verrijzen. Ter nagedachtenis aan zijn vader, Mithradates I Kallinikos, stond er mogelijkerwijs een hierothesion in Arsameia aan de Nymphaios. Ter meerdere glorie van Antiochos zijn voorouders, met name Samos II, verrees er een monument in Arsameia aan de Euphraat, het huidige Gerger Kalesi.
Mithradates II, zoon van Antiochos I, richtte voor de Koninklijke vrouwen van Kommagene te Karakuş een schitterende gedenkplaats op. Al deze plekken bevinden zich op markante plaatsen in het landschap. Zo veel mogelijk mensen moesten de heilige plaatsen kunnen zien! Nu ligt er bij de plaats Dikili Taş, hemelsbreed ongeveer 81 kilometer vanaf de Nemrud Dağ, Ze is bekend geworden onder haar Koerdische naam: Sesönk.

op weg naar Sesönk

In 1999 bezocht ik voor het eerst dat grafmonument. Hedentendage is er in de bereikbaarheid van de tumulus niet veel veranderd. U kunt er niet comfortabel met de auto naar toe rijden. Tot die conclusie kwam ik jaren geleden ook. In het plaatsje Bidaç werden Vahap, zoon van mijn Turkse vriend Mahmut, en ik gastvrij door Aziz Kürek in zijn huis uitgenodigd. Terwijl wij ons tegoed deden aan lekkere thee en heerlijke hapjes, liet Aziz een vriend halen. Deze kon ons veel vertellen over de archeologische vondsten in de streek. Hij was ook goed bekend met het grafmonument op de rode berg (Kızıldağ). De vriend van Aziz bleek bereid om als gids op te treden.

Mocht u voor de eerste keer het gebied bezoeken, dan raadt de Verteller van het Oude u aan om in één van de omliggende dorpen op zoek te gaan naar een gids. Hoewel Sesönk reeds van veraf is te zien, blijft het moeilijk om er te komen.

Dank zij onze gids vonden we een smalle, onverharde en met rotsblokken bezaaide weg. Met de snelheid van een voetganger volgden wij deze zo goed mogelijk. Uiteindelijk, halverwege de helling, kon de auto niet verder en vervolgden we te voet onze tocht. Na tien minuten lopen verdween ons vervoermiddel uit het zicht en openbaarde zich een oneindige hoogvlakte, aan de rand ervan, in de verte doemde het grafmonument op. De vlakte is begroeid met distels en daarom is het niet raadzaam deze in een rechte lijn over te steken. Neem de langere route, springend van rotsblok naar rotsblok, komt u ongeveer een uur later bij het graf aan!

Sesönk, een rondleiding

Drie paar zuilen omgeven een afgeronde, uit stenen bestaande, heuvel. Even welt de teleurstelling in u op. “Is dit nu alles?”, hoor ik u denken. Ga even in de schaduw van één der zuilen zitten en laat de site op u inwerken. De afgeronde heuvel is duidelijk hoger geweest. Haar huidige vorm en hoogte, maximaal acht meter, dankt zij aan grafrovers. Deze hebben geprobeerd vanaf de top het daaronder Sesönk, reconstructietekening.vermoede graf te bereiken. Zonder rekening met het monument te houden werden de stenen naar beneden gegooid. Zelfs tegenwoordig, getuige de recente gaten aan de zijkant, heeft men de hoop op een niet ontdekte ingang nog niet opgegeven.
De Dorische zuilen zijn oorspronkelijk ongeveer tien meter hoog geweest en waren paarsgewijs verbonden door een architraaf. Otto Puchstein en Karl Humann hebben in 1883 een reconstructie van het monument gemaakt. Op het zuilenpaar in het noordoosten zaten naast elkaar, op een eenvoudige stoel, een man en een vrouw. De vrouw, rechts gezeten van de man, houdt een barsom (rituele takkenbundel) in haar hand. Het echtpaar werd aan beide zijden geflankeerd door een adelaar.

De barsom is een belangrijke aanwijzing voor de ouderdom van het monument. We kennen geen afbeelding in het koninkrijk Kommagene van een barsom voor de “tijd van Antiochos”, 1e eeuw voor Christus.

Humann en Puchstein baseerden hun reconstructie op vondsten. Tegenwoordig kunnen de zwaar verweerde sculpturen nog steeds op de site worden aangetroffen.

In veel opzichten lijkt Sesönk op Karakuş, het monument voor de Koninklijke vrouwen van Kommagene. Ze is echter minder groot en daar waar in Karakuş inscripties zijn gevonden, ontbreken deze in Sesönk. Aan de hand hiervan kon in Karakuş Mithradates II als opdrachtgever worden aangewezen. Het enige Kommageense handshakereliëf tussen een man en een vrouw is er gevonden, een vergelijking met de zittende man en vrouw op één van de architraven in Sesönk, dringt zich op
De locatie van de beide grafmonumenten, op een markante plek in het landschap, vormt een andere overeenkomst. De kleding op het reliëf in Karakuş gelijkt op de kleding van het (echt)paar in Sesönk. De Dorische zuilen staan op beide locaties in paren bij elkaar. Ze zijn ongeveer even hoog, op identieke wijze opgebouwd en voorzien van dezelfde diersculpturen. De locatie van de kolommen is identiek aan elkaar en komt overeen met de plek waar de meerkoppige leeuw, de adelaar en de stier op de Nemrud neergezet zijn.
Door al deze overeenkomsten nemen velen aan dat het grafmonument in Sesönk aan Mithradates II en zijn vrouw toebehoort.

Sesönk, liggend figuur  Sesönk, adelaar Sesönk

U verlaat uw plaats in de schaduw en daalt een eindje de noordelijke helling af. Hier liggen, moeizaam te herkennen, de restanten van de verweerde sculpturen. Een adelaar, in twee stukken, heeft geen hoofd meer. De vrouw ligt op haar zij, de man tussen de rotsblokken op zijn buik. Het geheel maakt u melancholiek.

Vlakbij bevindt zich een verticale schacht, deze is meer dan tien meter diep in de rotsen uitgehakt. Bolvormige uitstulpingen zijn in de wanden waar te nemen. Vermoedelijk dienen ze als een soort traptrede. De functie van de schacht is onduidelijk, misschien had ze iets met de dodencultus te maken.
Sesönk, dromosSesönk, Verteller van het Oude verlaat de dromos

Vlak ernaast is de zgn. dromos, toegang tot de grafkamer, te vinden. In 2000 besloot ik door de nauwe toegangsruimte te kruipen. Het graf, uit één grote ruimte bestaand, is uitgehakt in de rotsen en ligt min of meer onder de tumulus. In drie hoeken waren eenvoudige, stenen doodsbedden uitgehakt. Elk bed was voorzien van een stenen hoofdsteun voor de dode. Door het middelste doodsbed hebben grafrovers een baan gehakt, ze zijn dieper in de rots doorgedrongen. Waarschijnlijk dachten deze  met een schijngraf van doen te hebben en dat de echte grafkamer dieper in de berg was gelegen. Ik heb de illegaal gegraven, vijf meter lange gang gevolgd. Aan het eind ervan hebben de grafrovers en meter diepe kuil gehakt om het daarna gefrustreerd op te geven.
Opmerkelijk is het gebrek aan versiering in het graf. Niets doet denken aan de laatste rustplaats van een koning. Slechts rondom de doodsbedden is een simpele lijnversiering aangebracht. Nergens is een spoor van een inscriptie te bekennen, ook votief nissen ontbreken.
Het graf was volgestort met rotsblokken, deze zijn van buiten de laatste rustplaats afkomstig. Ik zag in het schijnsel van mijn lantaarn geen menselijke botten liggen. Meestal vind je nog wel scherven van een grafgift, in dit geval niet. Mogelijkerwijs heeft er daarom niemand begraven gelegen.
Sesönk, het grafmonument van binnen!  Sesönk, het grafmonument van binnen!  Sesönk, het grafmonument van binnen!

Mij komt het graf als een “normaal” Romeins graf voor. Misschien is het graf ooit geplunderd, maar aanwijzingen daarvoor ontbreken. Grafrovers nemen geen botten mee, het ontbreken hiervan is veelzeggend.
Mogelijkerwijs was het graf permanent toegankelijk. Niet ongebruikelijk in de Romeinse tijd. Dat het monument gemaakt is voor een belangrijke familie staat buiten de discussie, immers een dergelijk graf zal een fortuin gekost hebben. Iets wat de gewone inwoner van Kommagene niet zou kunnen betalen. De tumulus en haar zuilen duiden op rijkdom, maar niet expliciet op het Kommageense Koninklijk huis. Overal in de oudheid ontstonden rijke, uitbundig versierde graven van de Romeinse upper class.
Echt goed opgraven is Sesönk niet, mogelijkerwijs wordt in de toekomst een aanwijzing gevonden voor de toewijzing van het monument. Misschien zelfs wel aan Mithradates II. Waar zou anders deze koning van Kommagene begraven moeten liggen?

Binnenin het graf is het lekker koel, ik wilde er nog wel langere blijven zitten. Helaas wachtte nog een lange, snikhete terugweg. Terug in de auto werden de raampjes opengedraaid en waaide de wind heerlijk verkoelend over onze warme lichamen. Mijn hersenen bleven echter op hoogspanning werken, tijdens de terugweg kon ik aan niets anders denken dan aan alle vragen die het monument bij me opgeroepen had.

Sesönk, door de ogen van een ander.

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!