Even buiten de stad Kahta ligt, op een hoge heuvelrug, het koninklijk grafmonument van Karakuş. Vrouwelijke leden van de koninklijke familie liggen, volgens een inscriptie, hier begraven.
Bij nadering van het monument, kijkt men direct aan tegen een ongeveer 7 meter hoge pilaar met daarop een ongeveer 2,5 meter hoog beeltenis van een adelaar. De zwarte vogel, Karakuş in de volksmond genaamd. De benaming stamt uit recentere tijd.
De onderdelen van de pilaar zijn uitgerust met vierkante gaten. Zij vormden een onderdeel van het hijsproces. Opmerkelijk is dat deze niet loodrecht op elkaar staan.
Op de achtergrond ziet u de uit zand en steentjes opgebouwde tumulus met haar doorsnede van 110 meter en hoogte van ongeveer 30 meter. Direct valt de enorme depressie in het midden op. Mogelijkerwijs het gevolg van grafrovers, die geprobeerd hebben het binnenste van de heuvel te bereiken alwaar ze het graf vermoedden. Volgens professor F.K. Dörner, lag het graf hier daadwerkelijk. De Duitse archeoloog voerde in 1969 geofysisch onderzoek uit. De resultaten overtuigden hem van de locatie van het graf. Volgens Dörner waren de stenen van het hierothesion door de Romeinen afgevoerd en hergebruikt voor de bouw van de Romeinse brug (Cendere) een eindje verder op. Tegenwoordig wordt getwijfeld aan de bewering van Dörner. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor hergebruik van de stenen bij de Romeinse brug. Het toentertijd uitgevoerde geofysisch onderzoek stond nog in de kinderschoenen, met de huidige geavanceerde middelen zou meer duidelijkheid worden verkregen. Mogelijkerwijs bevindt zich het graf in de rots onder de tumulus. Een – tot op heden verborgen – tunnel zou hier toegang toe kunnen verschaffen. Niet geheel onlogisch omdat in heel Kommagene (meer of minder) lange tunnels geconstrueerd zijn. Een enkele, Arsameia aan de Nymphaios, loopt meer dan 150 meter de berg in.
Karakuş, een rondleiding
Lopen we in noordwestelijke richting, dan passeren we een pilaar met daarop een handshakereliëf. We zien een Kommageense koning, in Perzische kledij en voorzien van een tiara, de hand schudden met een in Griekse dracht gehulde, gesluierde vrouw. De eronder geplaatste Griekse inscriptie brengt meer duidelijkheid. Het betreft hier koning Mithradates II, de zoon van Antiochos I Theos, die ter ere van zichzelf en zijn geliefde zuster Laodike, dit reliëf heeft geplaatst. Laodike was de vrouw van de Partische koning Orodes II. Deze werd in 38 v. Chr. vermoord. Kort daarop kwam ook Laodike op gewelddadige wijze om het leven. Het valt zeer te betwijfelen of in de roerige periode daarop, het lichaam van Laodike vervoerd kon worden naar Kommagene. Mogelijkerwijs ligt zij dan ook niet in Karakuş begraven. In dat geval zou Karakuş alleen een plek ter nagedachtenis aan de geliefde zuster zijn.
Naast het reliëf, stond op een pilaar een grote leeuw. Het grote hoofd van het dier ligt op de grond. De andere lichaamsdelen zijn niet terug gevonden. Het beest moet zeer imposant zijn geweest. Lopen we verder om de tumulus, dan komen we aan de noordwest zijde. Op een van de twee aanwezige kolommen zit een stier. Het hoofd van het dier ontbreekt, waardoor het veel aan kracht en schoonheid heeft ingeboet. Op de bovenste twee delen van de kolom zijn verweerde inscripties te zien. Archeologen nemen tegenwoordig aan dat op de tweede kolom ook een reliëf heeft gestaan. Evenals naast de adelaar (zwarte vogel) aan de zuidzijde. Waarom beiden zijn verdwenen en waar ze mogelijkerwijs liggen, is niet duidelijk. Vermoedelijk waren beide reliëfs voorzien van inscripties, waardoor onze kennis over het monument vergroot zou zijn. Humann en Puchstein, Duitse archeologen, hebben in 1883 een inscriptie ontcijferd waarop te lezen stond dat de grote koning Mithradates dit monument gebouwd heeft ter ere van zijn moeder Isias, zijn zuster Antiochis en diens dochter Aka. In het artikel over de voorouders heeft u in de informatie over Isias kunnen lezen. Hierin vermeld ik ook dat Mithradates II nog een derde zuster heeft gehad. Haar naam kennen we niet. De dochter van deze onbekende vrouw, Lotape, huwde met Mithradates III, opvolger en zoon van Mithradates II. Merkwaardig dat de derde dochter van Isias in geen van beide inscripties wordt genoemd. Zou ze misschien ergens anders begraven liggen, of wil men expres geen aandacht aan haar besteden?
In reconstructietekeningen van het monument schetsen Humann en Puchstein naast een handshakereliëf, aan weerszijden kolommen met een diervoorstelling (stier, adelaar of leeuw).
Tegenwoordig wordt gedacht aan slechts twee kolommen, één met een handshakereliëf de andere met een diervoorstelling. Onderling waren de kolommen door een stenen plaat met elkaar verbonden.
Uit bovenstaand verhaal mag blijken dat veel over Karakuş nog onbekend is. Ten eerste weten we niet of de vrouwen van Kommagene er begraven liggen (of lagen), daarnaast is niet duidelijk hoe het monument er heeft uitgezien. Nieuw archeologisch onderzoek moet daarover duidelijkheid verschaffen.
Zeker weten we dat het een monument voor de vrouwelijke leden van de Kommageense Koninklijke familie is.
Vanaf Karakuş zittend in de enige schaduwplek naast de kolom met de stier, kijkt men in noord-noordoostelijke richting. Boven alles steekt de Nemrud uit. Mijmerend in de hitte lijkt het alsof de doden met elkaar verbonden zijn.