Nieuws (2023) Mijn archeologische belevenissen en nieuws van anderen

Nieuws april 2024

Een verwarrende steelspits

Je moet eens vaker op vakantie gaan!
Deze opmerking maakte een kennis van me toen hij over deze bijzondere vondst hoorde. Wat was het geval?
Enkelgraf steelspitsEén van mijn top vindplaatsen zou pas in april worden geploegd, precies in de periode dat ik “op zoek” was naar de Etrusken. Zoekmaat Jan van Buuren vond ik bereid mijn honneurs waar te nemen. De foto die hij me stuurde deed het hart overslaan. Een steelspits, compleet nog wel! Mijn eerste gedachte was Ahrensburg! De eerste steelspits van deze cultuur gevonden in Drenthe! Mijn jeugdig enthousiasme liet dit idee niet los, ik moest bewijzen dat in mijn collectie zich verdere aanwijzingen bevonden. De site is groot, er liggen meerdere concentraties. Een aantal grote klingen komt er vandaan, diverse B-spitsen, typerende opgebruikte kernen, schrabbers met een steile kop. Maar geen overtuigend Ahrensburg bewijs.
Maar wat kan het dan zijn? De steelspits lijkt niet op dergelijke spitsen uit oudere culturen. Ze meet 3,9 cm bij maximaal 1,4 cm breed. De dikte is 0,5 cm bij de steel. Gemaakt op een kling, vrij steil aan de zijkanten geretoucheerd en de slagbobbel is grotendeels weggewerkt. Ik kan er geen beschadiging aan ontdekken, zelfs de punt is gaaf. Een topvondst Jan!
Opvallend is de lange schachtdoorn en de korte weerhaken. Typisch voor de Enkelgrafcultuur! De zgn. sparrenboom pijlspits. Ik sloeg het onvolprezen boek “Vuurstenen werktuigen, technologie op het scherp van de snede”, van Jaap Beuker open. Op pagina 196 vond ik een aantal gelijkende spitsen.

Of je worst lust?!

Ik zie de auto nog aankomen rijden. Mijn titel van dit verhaal was haar opschrift op de auto. Ik was weloud en nieuw mes en droge worst een tikkeltje verbaasd, droge worst op een beurs over mineralen. Het zal u duidelijk zijn als u het vorige artikel gelezen heeft, Landgoed Tenaxx, het dinopark dient als locatie. 
Ze verkocht droge worst. Dat Drenten en Groningers daar dol op zijn blijkt wel uit het feit dat wij DPV-ers menig stukje in onze magen lieten verdwijnen. En ach, prehistorie en droge worst hebben tenslotte raakvlakken! 
We konden het niet laten. De worst moest gesneden worden met een vuursteen scherf. De dame van de worst wilde wel aan het experiment meewerken. Tot haar verrassing sneed de scherf er gemakkelijk doorheen. De toeschouwers kochten daarna massaal haar product. Onnodig om te zeggen dat ze de volgende keer weer naast onze stand wil staan. Mmmmm……

DPV-stand in Wedde

Zie hem staan hoor, de opschepper!DPV-stand Wedde
De nieuwe stand van de Drents Prehistorische Vereniging ziet er buitengewoon aantrekkelijk uit. Wat een paar pakkende banners al niet kunnen doen. Het publiek kon het ook zeker waarderen, ze kwamen ondanks het koude weer in redelijk grote aantallen naar het Dinopark op landgoed Tenaxx in Wedde. Voor de tweede keer werd daar een Geologische -en een beetje archeologische- markt georganiseerd. 
De foto is vlak voor de opening gemaakt, excuus voor mijn egotripperij. Ik was namelijk niet de enige die de stand bemande. We waren met vijf (over de gehele dag) doorgewinterde en fanatieke DPV-ers. Naast informatie materiaal over onze vereniging hadden we ook veel archeologisch materiaal bij ons. 
Over belangstelling niet te klagen, nu maar hopen dat onze inspanning ook een aantal nieuwe leden oplevert. 

Pompeï

Als eerste bij het toegangshek tot PompeïWas het nu de vervulling van een jongensdroom? Eigenlijk moet ik die vraag bevestigend beantwoorden, maar …
Een beetje teleurstellend was het ook!!
Waarom?
Ik zal het u proberen uit te leggen.
Natuurlijk zijn steden als Pompeï en Herculaneum uniek. Ze verschaffen ons een kijkje in het leven van ongeveer 2000 jaar geleden. Ik heb vandaag prachtige fresco’s, mozaïeken, huizen, tempels, straten, theaters enz. gezien. Te veel om op te noemen. Maar het allermooist vond ik de doorkijkjes in de lange rechte straten. Ze zien er nu heel wat schoner uit dan de dag voor de eruptie van de vulkaan. De bewoners van de stad hadden de gewoonte hun afval op straat te gooien. ’s Ochtends in alle vroegte werden een paar sluizen opengezet en het water stroomde met geweld door de straten, het afval met zich meenemend.
Wat mij betreft had dat vandaag ook gemogen, misschien had ze flink wat toeristen mee kunnen nemen. Ik vind Pompeï ten onder gaan aan haar succes. Hordes, ja echt hordes toeristen willen tegelijk hetzelfdeHet is druk in Pompeï zien. Het gevolg is dat bij bijzondere gebouwen er een wachttijd is van meer dan een half uur. Gidsen nemen groepen mee van 50 personen, tijdens hun uitleg versperren ze logischerwijs de doorgang. Stond ik net ergens belangstellend naar te kijken, kwam er weer een groep aan. Wilde ik ergens naar toe, kreeg er net een groep uitleg. En vandaag was het een rustige dag, verzekerde men mij. Ongeveer 8.000 bezoekers. Oeps, ik dacht nog wel in het minder drukke gedeelte van het seizoen ( twee en half miljoen bezoekers per jaar) te komen.
Overal wordt de oude stad weer opgebouwd. Ook daar kun je vraagtekens bij zetten. Grote gedeeltes -m.n. de oudere opgravingen- zijn al weer voorzien van een grastapijt. Men heeft moeite om alles te behouden. Laat die nieuwe opgravingen zitten!
Ik ben blij Pompeï gezien te hebben. Alle andere opgravingen in deze regio laat ik aan me voorbij gaan. Ze dateren immers uit dezelfde tijdsperiode.
Ik heb heimwee naar de Etrusken. Morgen eerst de stad maar eens uit zien te komen.

Een slapende reus

Vredig slapende reus, de VesuviusDaar lag ze dan! Stilletjes te slapen en misschien wel te genieten van het warme weer. Mooi was het niet, bewolkt en sluimerig. Maar acht het deerde haar niet, geen last van een kuchje en ook haar buik rommelde niet. Het schijnt dat ze daar voor het laatst in 1994 problemen  mee gehad heeft. Maar ook 50 jaar daarvoor, in de Tweede Wereldoorlog waar notabene al genoeg gedonder was, voegde zij haar steentje toe.
De Vesuvius, had u allang begrepen natuurlijk, is nog steeds een actieve vulkaan. Als het een keer goed mis gaat zijn 600.000 mensen -waaronder de Verteller van het Oude- in direct gevaar. Zal me een paniek worden zeg! Evacueren door de nauwe straatjes zal voor de nodige chaotische en Italiaanse taferelen zorgen.
Laten we niet op de onvermijdelijke zaken vooruit lopen. De Vesuvius is een stratovulkaan. Hetgeen inhoud dat bij de eerste uitbarsting vooral as de lucht in gaat (met stenen) en daarna het tot een uitbarsting van lava komt.
Dat is precies wat er in 79 n. Chr. gebeurde. Drie steden Pompeï, Stabiae en Oplontos werden getroffen door as en puimsteen (lichte versteende lava met ingekapseld gas), Herculaneum (volgens mijn TomTom tegenwoordig 13 km verwijderd van Pompeï) werd getroffen door golven van vaste en halfvaste lava, gas, rotsen en as. De snelheid van zo’n golf bedraagt meer dan 700 km per uur en de temperatuur binnenin is ongeveer 800 graad. Geen ontsnappen aan!
Stabiae en Oplontos laat ik voor wat het is, ze liggen aan de baai van Napels en zijn waarschijnlijk de buitenverblijven van de rijken. Mooie dingen zijn er gevonden, maar de plaatsen lijken me moeilijk bereikbaar.
Ik had mijn navigatie ingesteld op een camping middenin Napels, dat heb ik geweten. Gelukkig, in dit geval, heb ik niet zo’n grote camper! Veel straatjes waren opgebroken, omleidingen waren nog smaller, wegen in een belabberde staat, overal huisvuil. Een boel armoede in deze streken! En ik wordt gezien als rijke man. Napels staat in de top 10 van crimineelste steden van Europa. Begrip? Nee! Medeleven, ja!De straat oversteken en ik ben in Pompeï
Na een vijf uren duurden tocht met een gemiddelde snelheid van 50 km per uur -sightseeing en geen tolwegen- parkeerde ik mijn camper op het terrein van Camping Spartacus. Geweldig zo’n historische naam!! Na het inchecken vroeg ik de receptioniste hoe ik in Pompeï kwam. Ze keek me meewarig aan. “Camminate per centocinquanta metri lungo quella strada, signore.” Ik kon mijn oren niet geloven. Direct de aangewezen straat in gelopen. Het klopte! Daar is de ingang -volgens mij de oostpoort- zwaar onder de steigers. Geen bord gezien onderweg!! Terug naar de bus, verhaaltje schrijven, vroeg naar bed en dito opstaan. Hopelijk kan ik nog wat hordes toeristen ontlopen.
Ik heb er zin in!

Etrusken, deel 16, Resumé

Tja Etrusken, ten onder gegaan aan de expansiedrift van Rome. Taal en identiteit gingen verloren. Steden werden overbouwd.
Gelukkig is er een oprechte nieuwe belangstelling voor dit -nog steeds- enigszins mysterieus volk. In Umbrië en Toscane werd mij regelmatig de vraag gesteld wat ik kwam doen in hun gebied. Zo maar op doorreis?
“Nee, ik ben op zoek naar de Etrusken! Bent u er één?”.
Vol trots was het antwoord meestal “Ja!”. Het contact was gelegd.
Ik heb het gebied in mijn hart gesloten, archeologisch gezien ben ik zeker nog niet uitgekeken. Heb lang nog niet alles gezien, misschien kom ik nog eens terug. Ik sta nu op het grensgebied van Rome en Eturië, weinig zin om de stad van de overwinnaars binnen te gaan. Voelt ook een beetje als verraad aan de Etrusken (niet al te zwaar nemen hoor!).
Ik reis door. Naar Napels! “Toch ook Romeins daar?”
Zeker en ik ga nog wel naar Pompeï. Rond 900 v. Chr. was in dat gebied een Griekse kolonie gevestigd. Zij heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling in/van Eturië. In enkele van de vorige bijdragen kunt u daar meer over lezen. Het schijnt dat in Pompeï nog een paar Etruskische inscripties te vinden zijn. Ik ben benieuwd, ik ga er zeker naar op zoek in de komende dagen.
holmos, museum serveteriNog even over het museum in Cerveteri. Gelegen midden in de stad in een 12eman en vrouw aan het banket, terracotta. Museum Cerveteri eeuwse burcht. Mooier kan niet! Zoals elk plaatselijk museum lijdt ook zij aan het grote broer syndroom. De echte topstukken zijn verhuisd naar Rome, naar het nationaal Etruskisch museum. Wat overblijft is echter nog steeds fantastisch. Ik geef u twee voorbeelden. Wel eens van een holmos gehoord? Ik voor deze reis ook niet. Het is een hoog, mooi versierd terracotta vat dat gebruikt wordt om bij een banket wijn en water te mixen. De Etrusken hebben het weer van de Grieken afgekeken. In Etruskische graven vinden we ze vanaf de 8e t/m 6e eeuw voor Christus. De grootste die ik gezien heb was 1.72 meter hoog!!! Erg indrukwekkend! En dat was precies de bedoeling; aristocratisch pronken! Helaas staan in het museum alle kostbaarheden logischerwijs achter glas. Dat maakt de foto er niet beter op.
Het tweede voorbeeld gaat over (vml.) een deel van een asurn. Een alledaags Etruskisch tafereel, man en een vrouw liggen samen aan het banket of misschien wel aan het symposium (drinkgelag). 520-530 v. Chr..
Het blijft een mooi museum, in een prachtige omgeving! Ondanks dat de topstukken ergens anders zijn.
En ik… ik voel een lezing aankomen. En u? U zie ik misschien een volgende keer in Etruskenland!

Etrusken, deel 15, Banditaccia Necropolis in Cerveteri (2)

Over Nederlands bekendste archeoloog  – in ieder geval voor mij de meest tot de verbeelding sprekende-, Professor Van Giffen, gaat een bijzonder verhaal. Ik weet niet zeker of het gebeurd is, maar meerdere personen hebben mij dat meegedeeld.  Hij had in het verleden de bekende “steenkist van Diever” opgegraven. Op latere leeftijd heeft hij serieuze pogingen ondernomen om er zelf in ter aarde mogen worden besteld. Om begrijpelijke redenen heeft hij dit niet voor elkaar gekregen. Van Giffen ligt samen met zijn vrouw op het kerkhof van Diever begraven.
Mij bekroop vandaag een soortgelijk gevoel. Ik liep tussen de aristocratische graven uit de 7e en 6e eeuw v. Chr. in de Etruskische Necropolis van Cerveteri -Caeni geheten in de oudheid- . Gisteren was ik nog uiterst kritisch over het behoud van de dodenstad. De natuur mocht bepalen, vandaag bepaalde de mens. De tombes en haar omgeving lagen er prachtig bij. Opschot van bomen had geen enkele kans. Zo stel ik me dat 2700 jaar geleden ook voor. Slaven -ja, die hadden de Etrusken- zullen verantwoordelijk gemaakt zijn om de graven te onderhouden. De rijken zullen zich alleen om de rituelen bekommerd hebben!
Rijke familiegraven, 6e eeuw Cerveteriaristrocratische-familiegraven-ServeteriIn dit “betaalde” gebied liggen 800 graven. De een nog mooier dan de ander, allen keurig gerangschikt langs uitgehouwen paden waarin de karresporen duidelijk te zien zijn. Ze vallen onder te verdelen in drie categorieën. De eerste, de ronde, voorzien van een kleine dromos (toegangslaan) en simpele -er zijn uitzonderingen- kamers met ligbedden. In doorsnede vaak enorm en voorzien van een aarden heuvel. Soms meerdere ingangen met aparte grafkamers. Ontstaan zo rond 750 v. Chr.. De vierkante, rond 700 mede in de mode, zijn ook voorzien van een aarden dak, maar zijn een heel stuk kleiner. Alleen een voorportaal en daarna de uitgehakte kamers. Het derde type, ergens in 650 v. Chr. ontstaan, loopt via de dromos schuin de grond in, klein voorportaal en daarna de grafkamers met ligbedden.
De grootste graftombe is genaamd “Tombe del Colonelli”, nergens een vermelding van de doorsnede helaas. Volgens het bijschrift was de grafkamer ontworpen voor één persoon, lange dromos en een grafkamertje. In de twee daaropvolgende eeuwen zijn er twee familiegraven aan de tumulus toegevoegd. Informatie gebaseerd op het aardewerk dat binnenin is gevonden. Ik kan het bijna niet geloven. Het lijkt me eerder dat de tombe hergebruikt is, oorspronkelijk -gezien de omvang- zeker bedoeld om meerdere personen in te begraven en niet alleen een “kolonel”. Maar het kan, niemand die het ons met zekerheid vertelt!
Tombe van de Reliëfs, CerveteriInmiddels heb ik meer dan 2500 kilometer omgezworven om hier te komen. En dat allemaal voor één graf; Tomba dei Rilievi! Ja,ja! Iets dat mooi iets, is ook de inspanning waard! Trouwens ook datgene dat niet zo mooi is, een beetje filosofische bui geloof ik!
Etrusken hadden een uitgebreide godenwereld, na hun dood zouden ze verder leven. Vandaar dat de gestorvene vaak omgeven werd door zijn/haar mooiste spulletjes. Je leeft immers verder. In de Egyptische dodencultus -nog een paar duizend jaar eerder- werden de wanden benut om middels prachtige tekeningen de verstorvene te voorzien van extra spulletjes voor het hiernamaals.
In de Tomba dei Rilievi (van de reliëfs) is iets daarop lijkend gerealiseerd. Op de gestucte wanden zijn beschilderde reliëfs te vinden van keukengerei (inclusief gril), wapens, touw, landbouwwerktuigen, huisdieren, schilden etc. Een complete inventaris.
De tombe is uniek, tot nog toe is er geen tweede met deze voorstellingen gevonden. Een inscriptie maakt duidelijk dat het om het graf van de familie Matuna gaat. Regenten. Misschien zijn ze wel in Egypte geweest.
Het was mijn reis in ieder geval waard!!

Etrusken, deel 14, Banditaccia Necropolis in Cerveteri (1)

Wat is groot? Ik ben groot, maar er is altijd iemand groter!
Toen ik las dat het grootste Etruskische grafveld bij de plaat Cerveteri lag, kon ik me van haar omvang nog geen voorstelling maken. Inmiddels denk ik: “Groter kan niet!”Necropolis Banditaccia in Cerveteri, een doorkijkje
Als ik de geplaatste borden mag geloven beslaat het grondgebied dat is opengesteld voor het publiek 10 hectare. En dat zou nog maar één tiende van het totale oppervlakte zijn. Niet te bevatten!
De aardrug waarop de tombes liggen bestaat uit tufsteen (=gestolde lava). Makkelijk te bewerken met de gereedschappen uit die dagen. In gebruik is de dodenstad geweest vanaf de 7e Eeuw v. Chr. t/m de 1e Eeuw v. Chr.. Men schat dat er ongeveer 20.000 tombes zijn.
Ik vraag me dan gelijk af of ze allemaal opgegraven zijn, zo niet dan wil ik wel een handje meehelpen. Zo ken ik nog wel een paar jongens!
Toen ik hier aankwam werd ik opgeschrikt door het geluid van een bos; en grasmaaier. De site was gesloten en er werd druk gewerkt rondom de “top” tombes. Eén is spectaculair en uniek in zijn soort, maar daarover morgen meer. Vanachter het hek zag ik hoe het gras gemillimeterd werd en de paden aangeharkt. Want voor de €10,- aantree verwacht meneer de Verteller van het Oude wel een schoon paadje! Zou men dat in de oudheid ook gedaan hebben. Zorg voor de graven en de paden?
Trouwens, het ziet er wel een beetje te gelikt uit. We gaan het zien!
kindergraf Cerveteri necropoolVandaag ben ik in ieder geval het opengesteld gebied ingetrokken, langs paden zijn aan weerszijden tombes uitgehakt. Bovenop bevinden zich werkelijk kolossale, ronde graven. Je mag nergens in, in veel tombes staat water, geluid van kwakende kikkers komt je van verre tegemoet. Bijna alles is overwoekerd. Je voelt je nog meer op jezelf, niemand die met deze temperatuur dezelfde route neemt. Hagedissen die werkelijk elke steen in beslag hebben genomen schieten voor je weg, af en toe een slangetje dat je pad kruist.
En toen ging mijn telefoon! Weg illusie van alleen op de wereld, van onderzoeker, van … etc. Back to reality! De moderne wereld in de oude tijd!
Maar goed, alles gaat voorbij. Ook dit intermezzo.
Ik probeer me dan voor te stellen hoe het duizenden jaren geleden moet hebben uitgezien. De tufsteen is dan niet verweerd, misschien was de buitenkant wel bepleisterd. De familienamen waren nog goed te zien en overal moeten godenbeeldjes hebben gestaan. De graven waren soms open, het publiek kon zo naar binnen. De bomen en struiken die nu de graven overwoekeren waren toen zorgvuldig weggehaald. Families zaten ritueel te eten bij hun gestorven geliefden. Offers werden gebracht. In de verte komt voorafgaand door klaagvrouwen een begrafenisstoet aan. Dansers en boksers begeleiden de stoet. Even later wordt de dode op zijn/haar stenen doodsbed gelegd in de prachtig beschilderde kamer.
Back to reality!
Nu ziet het grafveld er zeker indrukwekkend uit, maar waarschijnlijk gruwelijk voor de toenmalig levenden.
Ook deze necropolis kreeg in 2004 het predicaat “Unesco Werelderfgoed”. Speciaal vanwege de ronde grafheuvels, opgebouwd uit tufsteen met daar overheen een aarden heuvel. Binnenin liggen familiegraven uit de 7e Eeuw voor Christus.
Ik maak me zorgen, het opengestelde terrein maakt een verwaarloosde indruk. Wees zuinig op je Etrusken!

Etrusken, deel 13, iets over de vrouwen

Hoe durf je als man iets over vrouwen te schrijven. En dat in deze tijd, oppassen Vertellertje! Maakt u zichEtruskisch vrouwelijke grafinventaris Bologna niet ongerust, waarover ik ga schrijven zijn tijdsbeelden. Met name Griekse en Romeinse historici hebben zich nogal uitgesproken uitgelaten over Etruskische vrouwen. Zonder uitzondering waren dat allemaal mannen!
Wist u dat de Romeinse keizer Claudius bijzonder gefascineerd was door de Etrusken? Deze erudiete man heeft een heel boekwerk aan hen gewijd. Helaas is het grootste gedeelte daarvan verloren gegaan. Ik ben wel benieuwd wat zo’n man over vrouwen in Etruskische tijd te zeggen had. Ik kan het wel raden! Ondanks wat films ons meestal wil laten geloven, speelden vrouwen in de Romeinse tijd een zeer ondergeschikte rol, gehoorzaamheid aan de man, zorgend voor het huishouden en het baren van kinderen. De man kon zijn vrouw naar believen straffen. Weinig verschil tussen vrouwen en slaven.
Tja, en dan de Grieken. Over een paar maanden staan de Olympische Spelen weer voor de deur. Tegenwoordig mogen vrouwen er aan meedoen. Gelukkig maar, anders zouden wij als Nederland zijnde nauwelijks medailles behalen. In de oudheid mochten vrouwen -op straffe van de doodstraf- niet kijken naar de spelen voor mannen! Zegt genoeg over hoe de mannen (!) aankeken tegen de vrouwen. Ja, seks! Afbeeldingen op  Griekse en Romeinse vazen genoeg, maar verder? Op Etruskische vazen treft je hoogst zelden dergelijk afbeeldingen aan!
Helaas hebben Etrusken geen geschriften nagelaten, misschien hebben we ze simpelweg nog niet gevonden! We moeten het dus doen met Grieken en Romeinen. Om met de eersten te beginnen, Theopompus schrijft dat vrouwen (in de Etruskische samenleving) gemeenschappelijk bezit waren, ze zijn mooi, verzorgen hun lichaam goed en lopen veelal naakt rond. Aan de banketten liggen ze op hetzelfde bed als de mannen. Bij de Grieken was dat ondenkbaar. Alleen prostituees mochten daaraan deelnemen. Terug naar de Griek. Als vrouwen zin hadden in seks, namen ze gewoon een man. Je kon dus ook nooit zeggen wie de vader van een kind was. Hohoho, dat is niet wat ik vind! Theopompus is nog aan het woord. Kinderen voeden ze gezamenlijk op. Dat dan weer wel.
Nog “fraaier” maakt de Romeinse historicus Titus Plautus het. “De bruidsschat moesten de vrouwen op hun rug verdienen!”
Waarom toch deze uitlatingen? Waarschijnlijk omdat het Etruskisch beeld van vrouwen heel anders was dan in de beide eerder genoemde historische perioden.
Omdat ze geen geschreven berichten hebben achtergelaten, moeten we het hebben van secondair bewijs. Laten we eerst eens kijken naar de fresco’s in de graftombes. Op de afbeeldingen liggen vrouwen met de mannen aan het banket. Ze zijn even groot geschilderd. Ze dragen prachtige kleding, rijk uitgedost, opgemaakt en heel opvallend soms met geblondeerd haar.
vrouwelijke asurn VolterraDe grafgiften die de vrouwen meekregen onderscheidden in rijkdom en verering niet met die van de mannen. Toch verschilden de grafgiften. Veel had te maken met persoonlijke verzorging of met spinnen. Volgens Homerus is het weven en de knowhow het kenmerk van de hooggeboren vrouw. De graven van vrouwen met een lagere status kregen dezelfde voorwerpen mee dat de sekse en functie van de vrouw aanduidt, alleen kwaliteit en hoeveelheid en kostbaarheid verschilden.
In de literatuur heb ik een enkele keer een verwijzing gevonden naar een vrouwelijk persoon die een hooggeplaatste post beklede in het openbaar bestuur. Het is echter een uitzondering, maar het was mogelijk.
Nu komt toch mijn meest belangrijke aanwijzing voor een meer gelijkwaardige rol van de vrouw ten opzichte van de man, zeker vergeleken met de Grieken en Romeinen.
Vanaf de 7e eeuw v. Chr. werd de familienaam van de vrouw vermeld! En misschien nog belangrijker; via de vrouwelijke lijn werd het burgerschap geërfd.
Ook bij de Etrusken een duidelijke onderscheid in rolpatronen, maar veel gelijkwaardiger. Een uitzondering in de oudheid!

Etrusken, deel 12, iets over hun taal

Een goede vriendin van me wilde iets weten over de taal van de Etrusken. Het ontstaan, de uitspraak enFamilie naam boven hun graf in Orvieto waarom het verloren is gegaan.
Tja, dat zijn een heleboel vragen waar ik hulp bij nodig heb. Gelukkig las ik tijdens de voorbereiding het uitstekende boek Etrusken, vrouwen van aanzienmannen met macht  (red.: Lulof en Van Kampen). Met mijn uittreksel bij de hand, durf ik me er aan te wagen, zonder de pretentie te hebben er veel van af te weten.
Toen ik een aantal dagen geleden in Orvieto in de Necropolis Crucefisso del Tufo was, vertelde de beheerder mij met trots dat het aan de hier gevonden inscripties te danken was dat het Etruskisch is ontcijferd. Hij vergat er(bewust?) bij te vertellen dat het in “zijn Necropolis” alleen om familienamen gaat. Korte inscripties en geen woorden uit het verdere Etruskische leven. We kennen ongeveer 11.000 inscripties, een tekst met 1330 woorden is daarvan het langst. Niet in Italië gevonden, nee in Oostenrijk. Ook daar niet uit afkomstig, nee ze komt uit Egypte! Een gemummificeerd persoon was met linnen ingewikkeld waarop Etruskische teksten stonden. Verzin het maar!
De meeste letters zijn ontleed -dank aan het boek- aan het West-Grieks alfabet uit streek van Napels. Van het eiland Euboia, alwaar een Griekse kolonie was gesticht.
Een aantal Etruskische letters zijn ontleed aan het Korintisch alfabet, terwijl de letter (!) 8 een f betekent en mogelijk door de Etrusken zelf is bedacht.
De oudste Etruskische inscripties dateren uit de 8e eeuw. Toen gebruikten de Etrusken de b, d en de o nog. Later worden deze letters vaak weggelaten. Griekse Bèta wordt in het Etruskisch een p, de d wordt een t en de o een u (uitspraak oe).
Een voorbeeld: ADONIS = ATUNIS (uitspraak, Atoenis) De schrijfrichting is van rechts naar links. In mijn voorbeeld SINUTA! Om woorden te scheiden van elkaar gebruikte men : of zelfs drie punten onder elkaar. In mijn voorbeeld :SINUTA
Het vertalen van het Etruskisch is geen probleem, men weet nu hoe de taal in elkaar zit. Wat individuele woorden betekenen, daar heeft men meer moeite mee. Vergelijk het maar als wij een vreemde taal leren, meestal komen we nog wel op de uitspraak van een woord, maar de betekenis moeten we opzoeken. Helaas kan dat niet in het Etruskisch. Toch is er goede hoop dat met elke nieuw gevonden inscriptie in de loop der jaren de taal van de Etrusken verder kan worden ontrafeld. Overigens is het zo dat we al best een aardig eindje op weg zijn.
In 80 v. Chr. onderdrukte de Romeinse consul Sulla de Etruskische steden. Deze hadden de kant gekozen van zijn tegenstander. Dat moest bestraft worden. Het Etruskisch werd vervangen door het Latijn. Binnen twee generaties was de taal uitgestorven. Gelukkig leeft ze weer!

Etrusken, deel 11, Tombe del Leopardi

Schilderingen uit Tarquinia, tombe van de luipaarden.Waar moet ik beginnen, bij de meest geslaagde dag van deze reis, of toch een tijdje terug? Ik kies voor het laatste. Als kleine (!) jongen hoorde ik al over de Etrusken, toentertijd werden veel graven geopend en kwamen er onbekende voorwerpen naar boven. “Waar komen ze vandaan, wat voor taal is dit?” U kunt zich de vragen voorstellen.
De jaren gingen voorbij, ik specialiseerde mij in de prehistorie van Nederland.
Op een dag kreeg ik een boek in handen over de Etrusken, mijn oog viel op een afbeelding uit de Tombe del Leopardi. Genoemd naar de twee luipaarden die elkaar al eeuwen aankijken. Daar moest ik heen, dat stond vast.
Vandaag was het dan zover. Ik heb er een (amateuristisch) filmpje van gemaakt. T.z.t. zal ik deze posten.
De kleuren zijn hier het “verst” gebleven vergeleken met de andere tombes in de Necropolis. Tarquinia, of Tarquinii, Tarchuna of Tarchna zoals de Etruskische naam is, herbergt 90% van alle overgebleven muurschilderingen uit de tijd van de Etrusken. Dit omdat ze op een gepleisterde ondergrond zijn geschilderd, vocht had dus minder uitwerking op de fragile kunstwerken. In andere Necropoli zijn ze op de kale rotsen geschilderd en door vochtinwerking verloren gegaan.
De graftombes zijn versierd met hele gewone afbeeldingen van het dagelijks leven. Veel jachtscenes, banketscenes, symposia -feestelijk drinken- waaraan zowel de mannen als de vrouwen deelnemen. In de Griekse wereld en de Romeinse was dit totaal ondenkbaar. Alleen prostituees mochten zich onder het mannelijk gezelschap mengen. Muzikanten vermaken de aanliggenden. Meestal werden mensen geschilderd in de kracht van hun leven
Vrouwen werden afgebeeld met een wit lichaam, de mannen met een rode huid.
In 2004 kreeg de Necropolis van Tarquinia de status van “UNESCO Werelderfgoed”.
Ik moet zeggen dat de Italianen er alles aan doen om hun cultureel erfgoed te bewaren. De dromos -de lange, open ingang naar het graf hebben ze overdekt. Van de buitenkant lijkt het op een huisje, puur om geen water (=vocht) toe te laten in de kwetsbare tombe. Deze laatste hebben ze afgesloten met een glazen deur. Een druk op de knop laat het licht tijdelijk aangaan waardoor de fresco’s even zichtbaar zijn. Net niet lang genoeg om het  elektronisch beheerste binnenklimaat te verpesten. Helaas kun je in enkele tombes niet door het glas kijken. De condens druppels versperren je het zicht. Hopelijk stelt men in de nabije toekomst niet alle graven meer open. Meer wisselen! Het is het behoud van deze unieke site.
In 281 voor Christus kon de Etruskische stad haar onafhankelijkheid niet meer bewaren. Ze werd veroverd door de Romeinen. Langzaam maar zeker ging ook de cultuur verloren, wat blijft zijn de graven. Laten we er zuinig op zijn!!

Etrusken, deel 10, Necropolis Crocefisso del Tufo

Laika komt binnenrijden. Vernoemd naar de wereldberoemde hond die in naam van de mensheid zijn leven mocht opofferen in de ruimte.  Had u al begrepen dat het een merk van een camper is? Wereldreizigers die zich vergelijken met de gedwongen, onschuldige en ten dode opgeschreven ruimtereiziger. Moet niet gekker worden. U merkt, ik ben saggerijnig! En dat heeft alles te maken met de baas van de camperstandplaats in Orvieto, Luigi of zoiets. Zonder gebit, zonder respect, zonder manieren en zonder verstand. Ik zal u er verder niet mee vermoeien, maar ik moest het toch aan iemand kwijt. En dat bent u.

Uitzicht vanuit de tombe in OrvietoIk had een topdag, al zou je het niet zeggen gezien bovenstaande.
De reis naar Orvieto was al een hele belevenis, maar ik moest en zou er naar toe. Er zijn daar twee fantastische musea en twee Etruskische necropoli. Ik arriveerde vrij laat in de stad, het museum was onbereikbaar vanwege de files, ik besloot naar Necropoli Crocefisso del Tufo te gaan, puur vanwege de naam. Het tufstenen kruis, het bleekt vernoemd naar een kruis dat iemand eeuwen geleden in een rotsblok had geslagen. Op z’n minst merkwaardig, een in de  zesde eeuw voor Christus gestichte begraafplaats daar na te vernoemen. Italianen zijn nu eenmaal diep religieus, laat ik het daar maar op houden.
Er zijn vier oudere graven (7e Eeuw v. Chr., en rond van vorm) ontdekt. Dat de rest -ongeveer 300- uit één periode stampt is archeologisch gezien fantastisch. Necropolis Crocefisso del Tufo van boven
De graven liggen in de Necropolis volgens een strak ontwerp. Blijkbaar was de beschikbare ruimte klein, de graven in deze periode zijn (weer) van de rijken. Dat betekent familiegraven en die zijn per definitie groot. Aan strak uitgezette paden liggen aan weerszijden de graven. Aaneengesloten. Vele zijn gerestaureerd, slechts de tombes tegen de steile rotswand zijn ongeschonden opgegraven. Aan de hand van hun voorbeeld heeft men een groot gedeelte deskundig gerestaureerd.
Veel van mijn tijd heb ik doorgebracht onder een boom met roze bloesem, kijkend en overpeinzend. In latere eeuwen richtten de Romeinen hun steden ook in volgens een gelijkend patroon. Rechte wegen, uitkomend op de hoofdweg. Goed gejat, zou ik zeggen.
Niet alleen de indeling is geweldig, ook de dodenhuizen zelf. Huizen? Op het eerste gezicht lijken het vierkante uit tufsteen opgetrokken tombes. Van de buitenkant zijn ze vierkant, van binnen treft men een voorruimte aan, dan het graf met een aantal ligbedden en boven hun hoofden het schuine dak. Een huis Familienaam boven de deur -Necropolis Ovietoin de tombe als het ware. Boven de ingang staan de namen van de begraven families, in Etruskisch!! Van dit relatief klein grafveld, stammen de meeste inscripties! De taal te ontcijferen werd hierdoor vergemakkeld.
De tombe werd afgesloten met een op maat gehakte stenen deur.
De beheerders vertelden dat overal rondom het opgegraven gedeelte nog meer tombes liggen. Waarschijnlijk uit oudere periodes. Gebrek aan geld en interesse van de universiteiten heeft alleen tot de huidige situatie geleid. Zij zouden liever zien dat er weer wat roering komt en zij meer bezoekers trekken. Nu voelen ze zich buiten de attracties van Orvieto staan, een beetje vergeten. Dat is m.i. nu juist de charme. Toen ik er was, heb ik geen andere toerist gezien. Ik hoop dat het straks in Pompeï ook zo is (hihihi).

Etrusken, deel 9, Private Investigator in Vetulonia

Gestolen muurschilderingen Vetulonia teruggevonden en gerestaureerd.Diefstal, het is van alle jaren. Ik zie het hier in Italië, plundering is eigenlijk een veel beter woord. Diverse archeologische sites hebben er mee te maken. In elke necropolis die ik tot nog toe bezocht heb, zijn de sporen duidelijk zichtbaar. De dieven komen in de nacht en kunnen ongestoord hun gang gaan. Met de moderne hulpmiddelen -o.a. grondradar- is het veel eenvoudiger om een graf te lokaliseren dan vroeger.
Overigens is het nog altijd zo dat de meeste graven al in de oudheid van hun kostbaarheden zijn ontdaan. De moderne plunderaars nemen ook andere spullen mee dan hun al lang gestorven collega’s.
Een voorbeeld, zoals ik die gisteren in het museum van Vetulonia ben tegengekomen. In de oudheid is deze stad belangrijk geweest. O.a. te herkennen aan de imposante Etruskische graven. Het museum is aardig, ben je in de buurt ga dan even kijken, maar maak er geen al te grote omweg voor. Het herbergt interessant materiaal, maar niks speciaals. Veel kostbaarheden waren in de oudheid al geroofd uit de tombes! Begeleidende teksten in het museum zijn over het algemeen in het Italiaans. Ik wilde al weer naar buiten gaan, de verder apatische kassier wees me zwijgend aan dat ik een kamer nog niet had gehad. Zonder veel hoop schoof ik het gordijn (!) opzij. Er werd een film afgespeeld over een opgraving en aan de wand hingen vier wandschilderingen uit de 6e Eeuw voor Chr..
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw zijn ze in Vetulonia uit een tombe ontvreemd, u raadt het al: midden in de nacht. De dieven hebben behoorlijke haast gehad, want diverse wandschilderingen zijn in vele stukken gebroken. Inmiddels zijn ze zorgvuldig gerestaureerd, maar ze zullen nooit meer de oude worden. Ook de kleuren zijn behoorlijk aangetast. De frisheid uit de tombe (!) is door jarenlange blootstelling aan de verkeerde klimatologische omstandigheden, verdwenen.
Je graftombe is je huis. Je spullen -en dus ook de decoratie- gaan mee. Maar waarom zijn er dan zo weinig plekken waar de schilderingen bewaard zijn gebleven. Veruit in de meeste graftombes is niets meer te zien dan een kale rots. Dat komt omdat er daar direct op diezelfde kale rots is geschilderd. Vochtinwerking vanaf de klamme rots deed de rest. Deze schilderingen in Vetulonia zijn op een bepleisterde muur afgebeeld, daarom zijn ze behouden.
De dieven wisten dus van de waarde. Ze wisten ook dat er langdurig naar gezocht zou worden. Na veertig jaar vonden ze het blijkbaar tijd worden om ze te verkopen. Immers hun eigen leven is ook niet oneindig.
Op een internationale art tentoonstelling werden de stukken aangeboden. De Italiaanse politie -met een aparte afdeling voor kunstdiefstal- was het voorval van lang geleden echter niet vergeten. De stukken werden herkend en een private investigator werd erop afgestuurd. De bende kon worden opgerold en de stukken gered van de verkoop. Na jarenlange restauratie zijn ze nu pas tentoongesteld aan het publiek. Ik had dus geluk.

Wat stellen ze voor? Heeft u nog even?
Het eerste, meest linkse fragment, laat de bloedmooie -en zeer bloeddorstige- aanvoerster van de Amazones Pentesileia in gevecht zien met Achilles -do I say more?-, onder de muren van Troye.
Het fragment daarnaast toon Apollo (schoonste onder de Goden) en Artemis
Nummer drie laat ons het oordeel van Paris zien (u moet Homerus wel kennen!), Hermes, te herkennen aan zijn vleugelschoen, met achter zich één van de Godinnen die mee deed aan de schoonheidswedstrijd.
De laatste toont twee individuen die een bepaald ritueel uitvoeren. Mij niet helemaal duidelijk.

Je hebt eerste een graftombe laten bouwen voor jou en je familie, zo groot als je het je kon veroorloven. Dan moet het nog ingericht worden! Ontegenzeggelijk waren de voorgangers van de Romeinen rijk.

Etrusken, deel 8, Necropolis Populonia (2)

sarcofaag necropolis PopuloniaIn mijn vorige bijdrage over dit grafveld heb ik het voornamelijk gehad over La Tombe Dei Carri. Een familiegraf voor de rijke klasse.
Maar hoe zit het dan met de minder gefortuneerden? Ook daar zijn in de necropolis aanwijzingen voor te vinden. De allerarmsten zullen waarschijnlijk “gewoon” in een vlakgraf ter aarde besteld zijn, evenzeer diep berouwd door hun nabestaanden. Van hen vinden we weinig terug.
Jaren geleden ben ik door Klein-Azië getrokken, Lydië o.a.. Daar moest ik aan denken toen ik de sarcofagen zag liggen. In Sardes -ook Grieks van origine!- staan ze op een voetstuk, vaak nog midden in de stad (als je tenminste belangrijk genoeg was), ze moeten het huis van de dode voorstellen.
De sarcofagen hebben ook een schuin dak. Sommigen zijn uit één blok steen gehouwen, andere uit meerdere. De sarcofagen worden in groepjes gevonden, aannemelijk is dat familieleden bij elkaar liggen.
Is het echt voor de minder rijken? In de kisten zijn ook waardevolle grafgiften teruggevonden. Echter niet in de hoeveelheid als in de familiegraven. Ik hoor u zeggen: “Ze komen pas voor als de grote ronde familiegraven niet meer gebouwd worden, zijn het niet gewoon de opvolgers?”
Het zou zo maar kunnen, maar er ontstaan in die tijd andere familiegraven. Misschien is het ook ieders eigen keuze. Wie zal het zeggen.
Datering: 6e eeuw tot 3e eeuw

Nieuws maart 2024

Etrusken, deel 7, Necropolis Populonia (1)

La tomba dei carri, necropolis Populonia

Hiervoor heb ik deze reis ondernomen. De dodensteden van de Etrusken! Hoewel ik nog niet in de grootste hiervan geweest ben, is de afgelopen dag al voor mij onvergetelijk.
In het eerste stukje over de Etrusken heb ik aangegeven dat rond het jaar het jaar 1000 voor Christus de begrafenis gewoontes drastisch veranderen. Asurnen zijn in opkomst. Welvaart neemt nog meer toe en zoals gaat blijken uit de verschillende soorten graven, er ontstaat een elite.
Rond 800 v. Chr. worden de begrafenissen hierop aangepast. Het nieuwe type graf -zoals hierboven zichtbaar is- zal tot het begin van de zesde eeuw in schwung blijven.stenen waterafvoer tomba dei carri
Het graf is rond, heeft een vierkante graftombe in het midden. Ze is via een lange, lage en smalle gang -de dromos- toegankelijk. Aan weerszijde hiervan zijn kleinere grafkamertjes gelegen.
Rondom de grafkamer(s) is een brede stenen ring aangebracht. Daar overheen werd een dikke laag aarde opgeworpen. Een stenen goot zorgde ervoor dat het regenwater niet in het graf kon lopen, maar op een rondom aangebrachte geplaveide “riolering”.   
Drempel voor de ingang Tomba dei CarriDe ingang van de dromos was voorzien van een drempel, ze werd afgesloten door een uitgehakte stenen deur.
Het waren familie graven. Voor de elite wel te verstaan. In plaats van individueel bijgezet te worden, hebben we nu te maken met familiegraven.
Over de begrafenisrituelen zijn we eigenlijk goed geïnformeerd. Ze kon dagen duren en was behoorlijk complex. De Griekse invloed is duidelijk, de rituelen waren beïnvloed door Achilles. Toen zijn vriend Patroclus door Hector naar de Goden was gezonden, liet de diepbedroefde sterkste onder de Griekse strijders op het strand bij Troje een begrafenisceremonie organiseren welke in de oudheid vaak gekopieerd werd. Homerus geeft hier een uitgebreide beschrijving van.
Het lichaam van de overledene werd openbaar opgebaard, een ieder die dat wilden kon zijn/haar respect tonen. Begrafenis banketten werden gehouden, openbaar rouwen door speciale klaagvrouwen, spelen werden gehouden zoals worstelen, paardenracen etc..
De TOMBA DEI CARRI, zoals de Italianen de graftombe liefdevol noemen, bevat de resten van twee wagens. Eén is een rijtuig, de ander bestemt om oorlog mee te voeren. Het graf moet enorm rijk uitgerust zijn geweest. In de oudheid is ze geplunderd, maar nog steeds kwamen er waardevolle items uit. Bijvoorbeeld een ivoren hoorn met goud ingelegd.
La tomba dei Carri is de grootste tumulus, ze heeft een doorsnede van 28 meter. Ze is opgegraven in 1921, hetgeen nog niet zo gemakkelijk was.
Populonia was het centrum van de Etruskische ijzer industrie. De grondstof werd gedolven op Elba en vervoerd naar de kust bij Populonia, alwaar ontelbare ovens het kostbare ijzer wonnen. Tot in de eerste eeuw -toen de Romeinen er al honderden jaren de baas waren-  is deze productie doorgegaan. Het leverde een enorme hoeveelheid restafval op. Ook de begraafplaats van de Etrusken werd als dumpgebied gebruikt. Op sommige plekken heeft men 7 meter slak afgegraven alvorens bij een tombe te komen.
Mocht u nu de necropolis bezoeken, dan zal u zich niet aan de indruk kunnen onttrekken dat er veel meer tombes moeten zijn geweest.
Wat er nu ligt is al imposant!

Etrusken, deel 6, kurk in de oudheid

Op weg naar een Etruskische begraafplaats kwam ik een kurkboom tegen. Ik dacht dat ze alleen rond deKurkboom in Populonia evenaar voorkwamen, blijkbaar dus niet. Volkomen nieuw voor me.
Volgens het bijschrift kende mensheid de kwaliteiten van de kurkboom al duizenden jaren. Daarom stond ze ook in dit bos, als een der laatste nakomelingen van de door de Etrusken aangeplante oer kurkboom.
Kurk is licht in gewicht, het drijft, waterproof en bestand tegen hitte. Een bosbrand zou ze waarschijnlijk overleven. In de oudheid werden er sandalen van gemaakt en drijvers voor visnetten.
Nu ik dit zo opschrijf, bedenk ik me dat ik zwemmen heb geleerd met een kurken bandje om mijn toen nog slanke lijfje.
detail van de kurkboomDe boom overleeft het ontkurken als het daaronder liggend tere gedeelte niet geraakt wordt. Voor mij blijft het een raadsel dat deze bomen in dit bos kunnen groeien. Ze krijgen nauwelijks licht en aan geen enkele zaten takken met bladeren.
Een intrigerende boom!

Etrusken, deel 5, strandslak

Even een dagje zonder archeologie. Althans dat dacht ik.
Twintig graden, lekker briesje! Heerlijk om eens uit te waaien aan het strand! De Tyrreense Zee lag er prachtig blauw bij met grote witte koppen op de golven. Na een kwartiertje gefascineerd naar het schouwspel gekeken te hebben, begon ik me te vervelen. Blijkbaar houd ik nietsdoen maar een kwartier vol.
De zee spoelde over mijn blote voeten, terwijl ik naar de voorbij trekkende zandkorrels staarde. Doelloos?
We nemen even een duik -toepasselijk nietwaar in deze omgeving?- in de geschiedenis en blijven zo omstreeks 750 voor Chr. steken.Etruskische ijzerslak van het strand
Het is de tijd van een enorme bevolkingsgroei, waarvoor een aantal redenen zijn aan te voeren. In het gebied van de Etrusken kwamen veel delfstoffen voor. Ijzer, tin, koper en zilver! Grieken gingen met de Etrusken handel drijven. Zij hadden deze waardevolle metalen niet. Handel betekende in dit geval rijkdom! Dat komt ook tot uiting in de graven (750-600 v Chr.). We zien dan veel importen verschijnen, o.a. uit het Nabije Oosten en uit Griekenland.
Tegelijkertijd ontwikkelde de landbouw zich ook stormachtig. De vruchtbare grond werd beter bewerkt, o.a. verbeterde ploeg technieken. De extra monden konden zonder problemen gevoed worden.
De omgeving van Populonia stond in die tijd bekend om haar ijzerverwerking. De delfstof werd gedolven op het eiland Elba -ligt daar vlak voor de kust- en vervoerd naar het strand bij Populonia. Daar zag het zwart van de rook, met behulp van ontelbare ovens werd het ijzer uit de steen gehaald. Het restafval -de slakken- werd op bergen gegooid. In de loop der eeuwen raakten ze begroeid en vergeten. Tot Mussolini aan de macht kwam, de oorlogsindustrie draaide op volle toeren en deze kreeg een tekort aan ijzer. De dictator gaf opdracht de afvalbergen van de Etrusken op te graven. Wat bleek, er zat nog voldoende ijzer in het restafval om een afgraving lonend te maken.
Terug naar het strand. Op sommige plekken kleurt het zand zwart. Zonder moeite kun je nog steeds een “slak” uit Etruskische tijd oprapen.
En hier, een eindje van Populonia vandaan, lag er eentje voor mijn voeten. Ze krijgt een ereplekje!

Etrusken, deel 4, twee prachtige bronzen

mannelijk brons uit een waterput bij BolognaIk, en met mij vele andere archeologische medewerkers, groef altijd met plezier waterputten op. Langzaam afschavend en altijd alert op het kleinste tikje dat mijn schop maakte tegen een voorwerpje dat eeuwenlang wachtte totdat het eindelijk weer aan de oppervlakte mocht komen. Mensen hebben de gewoonte om van alles in putten te gooien. Soms raken ze gewoon iets kwijt, soms is iets kapot en soms …. verzint u het maar!vrouwelijk brons uit een put bij Bologna
Tijdens een opgraving van een waterput -welke was opgevuld met zand en stenen- in Bologna kwamen 14 bronzen beeldjes tevoorschijn. Waarschijnlijk waren ze daarin gedumpt toen de begraafplaats aldaar niet meer in gebruik raakte. Feit is dat twee bronzen daardoor fantastisch bewaard zijn gebleven en ons een kijkje gunnen in de godenwereld van de Etrusken.
De man draagt een korte cape en voert een typisch ritueel uit. Hij schenkt wijn/melk of andere drank over een altaar, of over de grond. Een offer ter ere van de goden.
De vrouw draagt een strakke chiton. Een Grieks kledingstuk dat door de Etrusken is overgenomen. Haar hoofdbedekking is wel typisch Etruskisch. In haar rechterhand houdt ze een bloem en in haar linkerhand een appel. Wederom een teken voor een offer.
De beeldjes moeten zeer waarschijnlijk de overledenen voorstellen.  

Etrusken, deel 3, emotie deel 2 

Het jammer; ik moest door het glas fotograferen. “Slecht gelukt”, al zeg ik het zelf. Dit beeld van een slanke dunne jongeman is 2300 jaar geleden gemaakt door de toenmalig, zeer bekende kunstenaar Lyssipus.
L’Ombra della Sera, Shadow of de Evening, Schaduw van de avond - museum Volterra 2024Waarom kwam hij nu juist naar Volterra? We moeten niet vergeten dat in die tijd de stad één van de twaalf Etruskische steden was. Veel macht had, hoog in aanzien stond en zeer begeerd was door de Romeinen. Deze bronzen statue is uitgegroeid tot een iconisch Etruskisch beeldje waarvan de lengte 56 cm is.
De afgebeelde jongeling heeft zijn armen gestrekt naar beneden, de benen dicht naast elkaar en is behoorlijk dun.
Het haar van de jongeling is ook apart, het eindigt met twee gekrulde lokken op de wangen.
Toen ik het beeldje voor het eerst zag, kon ik maar moeilijk geloven dat het zo oud was. Het deed en doet zo modern aan, alsof het in een bekend galerie te koop zou staan.
Het beeldje is bekend sinds 1737, toen maakte de scholier Anton Francesco Gori er al een verslag -met een tekening- van. 
Het beeldje heeft ook een naam gekregen, pas in 20e Eeuw. L’Ombra della Sera, Shadow of de Evening, Schaduw van de avond. Voor mij klinkt de Engelse versie het best.
Als jongeman kwam ik in aanraking met de gedichten van de naamgever van het beeld. Namelijk Gabriele D’Annunzio! Oorlogsvlieger en held in de Eerste Wereldoorlog, patriot bij uitstek en beroemd dichter in zijn tijd. Van zijn gedichten spatte het nationalisme af. Helaas werd hij een groot voorstander van het fascisme.
Het museum geeft wijselijk geen verwijzing naar de dichter. Ik wel!
Een beeld van ongekende schoonheid, met een naam waar u uw fantasie weer op los kunt laten.

Etrusken, deel 2, emotie deel 1 

Urn van het getrouwde stel - VolterraIk zal u vandaag niet al te veel vermoeien met mijn bezoek aan twee musea. Daarom alleen de highlights, en die zijn al bijzonder genoeg.
In het zuiden van Bologna bevindt zich museum …., een bezoek eraan te brengen is wat vondsten betreft niet zo bijzonder. Leuker is om over het opgravingsterrein te lopen. Alle sporen uit het verleden zijn nog intact. U krijgt een indruk van een stad in Etrusken tijd.
Het tweede museum is interessanter. Museum Etrusco Gjarnacci in Volterra. Al in 1732 begon de stad met het verzamelen van artefacten uit de Etrusken tijd. Het is daarmee één van de oudste musea ter wereld. Natuurlijk viel ik weer steil achterover. Ten eerste vanwege het gebouw. Met mijn o zo trouw campertje reed ik door het eeuwenoude centrum van deze historische stad, onvergetelijk. Toen ik daarna op de vierde verdieping van het museum aangeland was, gaven de vele ramen mij een fantastische blik op de stad. En dan de collectie. Het herbergt de meest indrukwekkende collectie van asurnen. Zowel in aantal -600!!-, als in kwaliteit. Prachtig beeldhouwwerk! Ongelooflijke kwaliteit. Alles uit de 4e t/m 1e Eeuw v. Chr.. De zgn. Hellenistische periode.
Op een rechthoekige kist van ongeveer 75 cm lengte ligt de overleden aangelegen -voor een maaltijd- afgebeeld. In de kist bevindt zich naast de asresten van de gecremeerde ook giften voor het hiernamaals. Meestal werd ze uit steen uitgehouwen, maar in een eerdere fase werden ze ook van terracotta gemaakt. Op de zijkanten van de kist zijn huislijke reliëfs of mythologische voorstellingen tot in detail afgebeeld
Van alle zeshonderd asurnen is er slechts één welke twee personen afbeeld. Ik stond er gefascineerd naar te kijken, een wildvreemde Italiaanse vrouw begon met me te praten. Ik begreep niets van wat ze zei, maar de geëmotioneerde uitdrukking op haar gezicht was meer dan voldoende!! Er welde een traan op, ik heb het niet vaak dat ik zo geraakt ben door een beeldhouwwerk. Maar deze, de zgn. urn van het getrouwde stel, trof me diep in mijn ziel.
Allerlei vragen schoten door me heen. Zijn ze gezamenlijk gecremeerd? Genieten ze samen van een maaltijd in het hiernamaals? Neemt zij afscheid van hem? Bedenkt u het maar, laat u fantasie gaan en uw tranen stromen. Ik doe het ook.
Urn van het getrouwde stel - Volterra (2)

Etrusken, deel 1

Vanmorgen naar het Museo Archeologico in het centrum van Bologna geweest. Lijn 30 en maar weer slenteren. Minder last van mijn benen. Voor mijn gevoel was ik er zo,
Ik weet eigenlijk niet waar ik moet beginnen, superlatieven kom ik te kort. Drents Museum, kom hier eens kijken. Zo moet het.
Urn Villanova cultuur rond 800 v. Chr.Liefhebbers van veel, heel veul en super veul, kunnen hun hart verwarmen. Het doel van deze Italië reis is om rond te kijken in de dodensteden van de Etrusken. Ik heb mij de laatste jaren verdiept in dit volk en haar geschiedenis. Altijd een beetje mysterieus geweest, deze vroege bewoners aan de naar hen genoemde Tyrreense Zee. Een volk waardoor de Romeinen later sterkt beïnvloed zijn.
Bologna wordt beschouwd als het noordelijkste gebied van de Etrusken, sterker nog, de snelle ontwikkeling naar een machtige, rijke, goed gevoede samenleving is vanuit het Noorden begonnen.
Het begint zo rond het jaar 900 v. Chr., dan treed er een plotselinge verandering op in begraven. Voor die tijd werden mensen in zgn. vlakgraven ter aarde besteld, nu vind crematie op grote schaal plaats. Hun resten worden verzameld in dubbel conische urnen, er wordt een simpel gat in de grond gegraven, de daarin geplaatste urn wordt omgeven door grote stenen. Het dichtgemaakte graf wordt gemarkeerd door een steen, al dan niet met een speciale versiering. In een volgende fase wordt de urn omgeven door kleine stenen, de daaropvolgende fase kenmerkt zich door eenvoud, alleen een urn met grafgiften en een steen boven de grond als aandenken. Grafgiften komen trouwens in alle periodes voor. Ook in de vierde Pre-Etruskische fase -ook wel de Villanova cultuur genoemd, genoemd naar het plaatsje vlak bij Bologna waar ze het eerst werd opgegraven- worden de urn en de grafbijgiften in een Dolium (grote terracotta vaas) geplaatst en begraven. Belangrijke graven werden boven de grond voorzien van sculpturen. In deze fase komen ook begrafenissen voor in houten kisten. Zo rond 6oo v. Chr. Begint de bloeiperiode van de Etrusken. Maar daarover later meer.Villanovacultuur grafstenen
Het leuke van dit museum is dat het juist de beginfase van de Etruskische cultuur herbergt.
U vindt er daarnaast ook een uitgebreide collectie vuistbijlen -zelfs nog van voor de Neanderthaler-, veel Neolitisch en Bronstijd, altijd maar weer die Romeinen, collectie sculpturen uit de oudheid (replica) en een tentoonstelling over de Egyptenaren (wisselende expositie). Aan deze laatste afdeling ben ik niet meer toegekomen. Na vijf uur in het museum nam ik niks meer op en verlangde naar de regen die nog altijd uit de lucht kwam. Als dit museum representatief is voor de rest van de reis, dan blijft het smullen!!!

Wederom Neanderthalers

Het Juramuseum in de Willibaldsburg -een aparte naam voor het hoog boven Eichstätt (Zuid-Dld.) gelegen kasteel-  herbergt ook een grote collectie artefacten uit de prehistorie. Natuurlijk staat de Neanderthaler wat mij betreft in het middelpunt. Deze voorouder had een voorkeur voor de holen langs de rivier de Altmuhl. Wat vondsten betreft laat het museum hiervan maar weinig zien. Slechts een paar vuistbijlen -van één heb ik zeker de gedachte dat ze recentelijk is-, een paar prachtige mauern spitsen en wat afslagen. Misschien voor het grote publiek iets minder interessant, maar niet voor mij!!Schedel van een holenbeer
Indrukwekkend is de schedel van een Holebeer, brr zelfs nu nog schrikaanjagend. Natuurlijk mag een gereconstrueerde mammoet niet ontbreken. De botten komen van verschillende dieren.
Maar dat is nog niet alles. Veel over het neolithicum en de Romeinse tijd. Aan de hoeveelheid vondsten merk je dat gedurende alle historische perioden deze omgeving een geliefde plek was om te wonen. Als je in de buurt bent, zeker een bezoekje waard!

Echt oud!

Solnhofen, hondshaai uit het Jura tijdperkVoor de liefhebber van fossielen en dus van lang vervlogen tijden, hier een tip. Ze leidt u naar de mooiste fossielen ter wereld! Deze betweterige opmerking mijnerzijds doet al vermoeden dat het om prachtige exemplaren gaat. In dit geval uit de Jura -geologisch tijdvak van 201 miljoen jaar geleden tot 145 miljoen jaar-, dicht aan de oppervlakte komend over een afstand van ongeveer 100 kilometer. Twee stadjes springen eruit. Solnhofen en Eichstätt, beiden gelegen in het zuiden van Duitsland aan de rivier de Althmül. Ze werden wereldberoemd omdat de missing link tussen de dinosaurus en de vogels er gevonden is, de Archaeopteryx! Het exemplaar uit Solnhofen dateert al vanaf 1861 (!), toen de platen nog gewonnen werden voor de lithografie.  Het tweede exemplaar werd 90 jaar later gevonden in Eichstätt. In deze plaats bracht ik een bezoek aan kasteel Willibaldsburg, de fossielen afdeling is super indrukwekkend, een schitterende collectie welke mooi is uitgestald. Prima beschrijvingen en veel reconstructies. Echt vakwerkreconstructie Archaeopteryx van liefhebbers. Natuurlijk ontbrak de Archaeopteryx ook niet, de stad heeft de vogeldino in haar armen gesloten. Overal in het straatbeeld komt het uitgestorven beestje terug, in metaal, op papier en op doek. Eichstätt is de concurrentie aangegaan met Solnhofen, waar immers de eerste Archaeopteryx gevonden is. Ze wint de strijd op het gebied van publiciteit glasrijk.
Maar niks verslaat het Bürgemeister Müller Museum in Solnhofen als het gaat om de geprepareerde en tentoongestelde fossielen. Veertig jaar geleden bracht ik er mijn eerste bezoek, in 2024 was ik weer net als toen zwaar onder de indruk. In een groeve in de omtrek deed ik in my early days de eerste ervaring op in het zoeken naar fossielen. Met hamer en bijtel heb ik dagenlang gezocht naar een museumexemplaar. Ach ja, je bent jong hè. Verder dan een kruipspoor van een mossel ben ik niet gekomen.

Foszielig!

Fossielen zoeken met de Verteller van het Oude in EichstättDertien bouwstellen, 2 lange files. Niks om je druk over te maken. Het is immers vakantie, althans voor mij. Maar toch, ik wilde zo snel mogelijk naar Eichstätt -in de buurt van München-  om in steengroeve “Blumenberg” fossielen te gaan bikken. Met ruim een uur vertraging kwam ik er aan. Twee lieve dames wilden me van alles uitleggen over het zoeken. Vol ongeduld, ik hoop dat het niet te zien was, hoorde ik hen aan. Daarna de groeve ingegaan, stervens koud. Een totale weersomslag. Gisteren nog ruim 17 graden, vandaag amper 8. Tel daarbij een stevige wind op, geen wonder dat ik stokverkleumd terug in de warme bus  kwam.
Om nou te zeggen dat het zoeken een succes was, nee! Ten eerste was het lang niet zo avontuurlijk als vroeger. In de jaren 80 van de vorige eeuw (!) ben ik er ook geweest. De groeve was nog in bedrijf en men had de pest aan fossielen zoekers. In totaal ben ik 5 keer weggestuurd. Nu betaalde ik -en met mij tientallen anderen- een paar euro en mocht zo maar naar binnen. Het was er veel te druk en de vondsten vielen ook nog eens tegen, slechts een paar kleine schelpjes. De stenen platen laten zich gemakkelijk splijten, vroeger gebruikte men ze in de lithografie industrie. Tegenwoordig worden er alleen nog vloertegels van gemaakt. Gelukkig was er een museumpje bij. Ik heb me staan te verlekkeren aan al de vondsten die in deze groeve de laatste jaren zijn gedaan. Grote roggen tot de kleinste schelpen. En alles tot in detail. Morgen weer? Even het weerbericht afwachten!

Verjaardag kistje

Soms zijn het van die kleine dingen die je blij maken, misschien zelfs wel gelukkig. kistje opgraving kerk Diever midden 50er jaren
Mijn allereerste archeologische vondst komt uit Wateren, toentertijd gemeente Diever. In de 20 jaar dat ik in deze prachtige omgeving heb mogen wonen, deed ik er vele prehistorische vondsten. 
Wie schetst mijn verbazing toen ik afgelopen zondag een houten kistje voor mijn verjaardag kreeg. Ze was gebruikt om de vondsten in op te slaan die tijdens de opgraving in de kerk te Diever -midden jaren 50 van de vorige eeuw- tevoorschijn kwamen. Inmiddels zijn deze netjes opgeslagen in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Voor alle kerkopgravingen in het Noorden van Nederland werden dezelfde kistjes gebruikt. 60cm bij 30cm, geschikt om botten en schedels op te slaan. In het NAD zijn de vondsten professioneel opgeslagen waardoor de kistjes overbodig zijn. 
Binnenkort krijgen ze in Nuis de mijne terug, voorzien van mijn vondsten. Het wordt namelijk tijd om een deel van mijn collectie daar onder te brengen. Leeftijd liegt niet!

 

Een Erik Drenth tijdens zijn presentatiemesolithisch kampement in de Tolberter Petten

Elk jaar verheug ik mij er weer op; een lezing van Bernard Versloot of van Erik Drenth. Beiden kunnen op zeer inspirerende wijze een onderwerp aan hun publiek ten gehore brengen. Ditmaal zelfs een duo presentatie, smullen.
Tijdens de paasdagen van 1996 werd er voorafgaand aan de aanleg van een gasleiding, een noodonderzoek uitgevoerd op een zandkop in de Tolberter petten. Hierbij werd een kleine concentratie vuurstenen artefacten opgegraven, met veel microlithen. Aan de rand van de concentratie lag een depot met drie gebruikte natuurstenen. Bernard besprak in het eerste deel van de lezing het landschap, het onderzoek, de werkwijze en de vondsten. Erik ging in op de stenen en vuurstenen voorwerpen, het gebruikssporenonderzoek dat hieraan is verricht, de datering en de betekenis van deze site. (schuine tekst; met dank aan de DPV!)
Eén van beiden heeft al toegezegd volgend jaar weer een lezing voor de Drentse amateur archeologen te verzorgen. Nu de andere nog. Ik verheug me er al op!!

Vuistbijltje scoren

vuistbijl peestIk kon weer eens niet!
En ja hoor, werd er op de beroemde Neanderthaler vindplaats in Peest een vuistbijl gevonden. Nummer 34 als ik me niet vergis. Kom daar maar eens om, nergens in Nederland zijn er zoveel opgeraapt als op deze site. Volgens mij is ze de kleinste die er tot nog toe gevonden is. Maar dat kan de pret niet drukken,Refit 01-03-2024 Peest integendeel! Het maakt haar juist des te meer bijzonder. Opvallend is de grote vorstsplijting. In het veld dacht -de MP-kenner bij uitstek- Marcel Niekus al dat het ontbrekende stuk tijdens een eerdere zoektocht was gevonden. Hij bleek gelijk te hebben. In Nuis -het Noordelijk Archeologisch Depot- lag het passende gedeelte. Hiernaast de eerste foto van de hereniging. Let ook eens op het verschil in kleur. Meer over de zoektocht naar Neanderthaler artefacten kunt u lezen op de website van de stichting STONE.

Nieuws februari 2024

Vuursteen werkplaats

vuursteenwerkplaats Verteller van het OudeGeen dak boven je hoofd, ben je mal! Gewoon lekker achter in de tuin, onder de blote hemel. Zo moet het duizenden jaren geleden ook zijn geweest. Waarschijnlijk trok men zich niets van de bladeren aan, in tegenstelling tot wat ik doe.
Nee, elk jaar moeten ze “even” weg, tegenwoordig geen punt met die moderne hulpmiddelen. Et voilà, we kunnen weer naar hartenlust vuursteen kloppen.
Wil je een keer de sensatie van het maken van een artefact ondergaan, stuur mij dan even een berichtje. Altijd van harte welkom! 

Drentse Volksalmanakken

Iedere collectioneur droomt ervan om zijn verzameling -wat deze ook mag zijn- zo compleet mogelijk teallereerste uitgave van de Drentse Volksalmanak 1883 krijgen. Vandaag nadert mijn collectie Drentse Volksalmanakken haar voltooiing. Ik was in de gelegenheid om 16 oudere exemplaren te verkrijgen. Hoogtepunt van de aanschaf was de allereerste uitgave uit 1883.  Trots heb ik deze dan ook pontificaal in het kastje voor de oudere almanakken gezet. In totaal mis ik nu nog 9 jaargangen. De oudste is uit 1884. Misschien dat één van mijn lezers kan helpen?

DPV-zoektocht

Leden van Drents Prehistorische Vereniging speuren naar artefactenVoor de vierde keer organiseerden Jan van Buuren en de Verteller van het Oude een zoektocht voor de leden van de Drents Prehistorische Vereniging. Op stap met doorgewinterde steentjes zoekers, kijken in het landschap, en zoeken naar aanwijzingen voor activiteiten van onze voorouders.
In tegenstelling tot andere jaren was de deelname beperkt, immers we willen voldoende aandacht kunnen besteden aan elke participant.
We begonnen met een kleine PPT-presentatie over de locatie, waarbij eerder gedane vondsten werden getoond. Vervolgens togen we naar een locatie waarvan bekend is dat er artefacten uit de prehistorie liggen. Wij -Jan en ik- hadden een buitengewoon getalenteerde en enthousiaste groep, dat bleek wel uit de 119 gevonden artefacten. Topvondst was een transversaalspits! 
Na de zoektocht zijn we onder het genot van een drankje de vondsten gaan determineren. Precies op tijd, want even later gingen de hemelsluizen open. 
Een zeer geslaagde dag, met een enthousiaste groep. Volgend jaar maar weer!

Terug in de schoolbanken

De eerste zaterdag in februari is traditioneel gereserveerd voor de Steentijddag!34e steentijddag in Leiden
Ik kan me er al tijden op verheugen, een hele dag ondergedompeld te worden in interessante lezingen over diverse onderwerpen uit de prehistorie. Heerlijk al dat nieuws!!!
Dit jaar werd ze al voor de 34e keer georganiseerd in het Lipsiusgebouw van de Universiteit van Leiden, wederom maakte ze haar reputatie waar. Ditmaal veel lezingen over de Swifterbandcultuur, snuffelen in archeologische boeken en gezelligheid met mijn archeologische maten. Wat wil een mens nog meer.

Nieuws januari 2024

Nieuwe lezing “Verteller van het Oude”

Concentratiekamp Fullen, tekening van gevangene Francesco FrisoneDe afgelopen twee jaar ben ik -samen met vriend Kees- op zoek geweest naar overblijfselen van  concentratiekampen in het Emsland. In de streek langs de Drents/Groningse grens, aan Duitse zijde, heeft zich gedurende de Tweede Wereldoorlog -en vlak daarvoor-  een afschuwelijke en nu bijna vergeten drama’s afgespeeld. In 1933 Richtten de Nazi’s 3 werkkampen in voor de tegenstanders van Hitler, zonder veroordeling konden zij weggestopt worden in deze kampen, te midden van uitgestrekte moeras gebieden. Doel was de gebieden te ontginnen en gereed te maken voor de landbouw.
Soms ontsnapte een gevangene naar Nederland -de grens was soms niet verder dan 1500 meter weg- waarna ze opgepakt en teruggestuurd werden. Velen werden meteen doodgeschoten, Auf der Flucht erschossen!
In de jaren daarna kwamen er steeds meer kampen bij, 15 in totaal. De populatie veranderde.  O.a. verzetsstrijders en krijgsgevangenen werden er opgesloten. Ook Nederlanders kwamen in de kampen terecht. Men moest vele ontberingen doorstaan. Te eten kregen de mensen nauwelijks, het werk was zwaar. De bewaking meedogenloos, de kleding ontoereikend, ziekten braken uit. Volgens de officiële cijfers hebben meer dan 30.000 mensen hun leven verloren in de door Jan en alleman verlaten omgeving. Het werkelijk aantal doden is veel hoger. In de vele massagraven liggen duizenden Russische soldaten, meestal gestorven als gevolg van uitputting -ze werden stelselmatig uitgehongerd- en ziekten, vnl. vlektyfus en dysenterie. 
Hun behandeling tart elke beschrijving, een Russisch leven was niks waard. Er stierven meer ongelukkigen dan er in de boeken geregistreerd staan. Sommige onderzoekers beweren dat met het dubbele aantal sterfgevallen (vermoorden) rekening gehouden moet worden. 
Tegenwoordig is van de kampen weinig over. Je moet goed zoeken naar aanwijzingen uit het verleden. Maar ze zijn er. Vandaag de dag is er meer aandacht voor wat er minstens 80 jaar geleden gebeurd is. In Esterwegen is een groot herdenkingscentrum opgericht. Daar kan de bezoeker de verschrikking van het Nazi regime goed in zich opnemen. Vergeet vooral niet een bezoek te brengen aan de vele massagraven. Het maakt je nederig, steeds maar weer stel je die ene vraag: ‘Waarom doen mensen elkaar dit aan?”
Tijdens de lezing vertel ik u de geschiedenis van de Emslandkampen, tevens laat ik u zien wat er nog aan herinnerd. 
Voor meer lezingen van mij, klik hier!

A-spits

Mooie spitsen vinden, daar ga ik voor!!
A-spitsDoor de jaren heen heb ik er behoorlijk veel gevonden, meest favoriet zijn -zoals bij de meeste mensen- de bronstijdspitsen. De kunstige, over het gehele oppervlakte bewerkte pijlpunten spreken het meest tot mijn verbeelding. Uit eigen ervaring weet ik hoe moeilijk ze te maken zijn.
De laatste jaren krijg ik steeds meer bewondering voor de spitsen uit het Mesolithicum, simpel van bewerking en uiterst effectief. Op de foto ziet u een zgn. A-spits. Gemaakt van een kling en voorzien van retouche aan één zijde (van punt tot basis). Een klein gedeelte van de top is niet meer aanwezig. In mijn fantasie zie ik hoe de afgeschoten pijl doel treft en mijn voorouder eten op de plank heeft. Daarbij verliest de spits een stukje van zijn punt.
De door mij onlangs gevonden spits wordt vooral geassocieerd met het Voeg-Mesolithicum. 

Romeins uitstapje

Altijd al heb ik de plek in het Teutenburgerwald waar de zgn. Varusslag plaatsgevonden heeft, willen bezoeken. Deze maand kwam het er eindelijk van. 
Vlak bij Osnabrück -qua afstand dichterbij dan Amsterdam- ligt het museum en park Kalkriese.  De grote parkeerplaatsen waren tamelijk leeg, hetgeen niet verwonderlijk was gezien het “snertweer”. Direct in het oog springend is een 30 meter hoge toren, waarvan mij de betekenis in eerste instantie onduidelijk was. Eraan vast bevindt zich het museum. 
Varus is de Romeinse legeraanvoerder die samen met drie(!) legioenen door de gezamenlijke Germaanse stammen in de pan is gehakt in het jaar 9 na Chr.. Jarenlang was de precieze plek van de veldslag onduidelijk. Sinds een aantal jaren weet men zeker dat een deel van de strijd zich bij Kalkriese heeft afgespeeld. 
Romeins ruitermasker VarusslagZes jaar na de slag kwamen de Romeinen voor het eerst terug, met tien legioenen welteverstaan. Op strafexpeditie tegen de Germanen. 
In het museum bevinden zich een aantal mooie vondsten, met als hoogtepunt een schitterend cavalerie masker van een Romeinse officier. U krijgt een fantastische uitleg over het verloop van de strijd. Nog elk jaar neemt het aantal vondsten toe, de opgravingen op het terrein zijn nog lang niet afgerond. 
Na het bezoek aan het museum beklimt u de toren. U kijkt uit over het slagveld. In gedachten ziet u de vechtende mannen erover trekken. Een waar bloedbad en een deuk in het imago van de Romeinen. 
Lopend over het slagveld, komt u bij de opgravings site. Men zoekt nog vrijwilligers! Iets voor U?

 
 

trefwoord: nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws. nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws. nieuws, nieuws, nieuws.  

 

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!