Nieuws (2025) Mijn archeologische belevenissen en nieuws van anderen

 

Nieuws juni 2025

Tour de Misère verplaatst!

logo kamp WesterborkHet verslag van mijn rondreis langs diverse (historische) plekken uit de Tweede Wereldoorlog is verplaatst. De stukjes zijn te groot om in “Nieuws van de Verteller” te laten staan.
Ze heeft haar eigen, meer passende, omgeving gekregen. Nu wacht ze samen met andere “reisverhalen” op uw komst.
Klik hier voor: Tour de Misère
Klik hier voor: Andere historische rondreizen van de “Verteller van het Oude”

Traces of War!

“Schrijf ook eens een wat kleiner stukje”, schreef één van mijn trouwe lezers. Dat snap ik wel, maar overGeschutsopstelling WOII Krzemionki de dingen die ik zie valt ook zoveel te vertellen. Meestal laat ik de helft van de informatie weg, anders kan ik net zo goed voor een krant of ander media gaan werken.
Lopend/slenterend door de bossen van Krzemionki kwam ik gaten tegen die qua grootte deden denken aan de toegangsschachten uit de prehistorie. Ze waren minder begroeid en de randen leken wel omheiningen, zo hoog waren de losgewerkte stenen opgestapeld. Ongeveer anderhalve meter diep, rond en in het midden een klein Pak 40 anti tank kanonplatform waardoor de omgeving ervan wel leek op een afwateringsring. De “omheining” was op diverse plekken onderbroken. Nee, dit was niet het werk van de voorouders, maar van niet al te lang geleden. Het moest met de Tweede Wereldoorlog te maken hebben. Een optelling voor een Duits anti-tank kanon, de 7,5 cm Pak 40 kanon (7,5 cm Panzerabwehrkanone 40), vooral ingezet tegen de Russische tanks. Gaten in de stelling waren gemaakt om in diverse richtingen te kunnen schieten.
Een eindje verder bevestigde een bord mijn vermoeden. In de zomer van 1944 waren de Nazi’s begonnen om door heel Polen -van noord naar zuid- een verdedigingslinie aan te leggen. Maar door het snelle oprukken van het Rode Leger kwam het nooit tot gevechten rondom Krzemionki. Direct na de zegevierende, oprukkende Russen werden vele stellingen dichtgegooid. In het gebied van de schachten zijn er gelukkig enkelen bewaard gebleven. Ook dat is geschiedenis, helaas uit een tijd waar we niet zo graag aan herinnerd willen worden. Af en toe lees ik weer eens dat in Nederland een bunker in de weg staat, plaatsmaken voor een supermarkt (b.v. Julianadorp in Noord-Holland). Weer een stuk geschiedenis uitgewist. De Verteller van het Oude begrijpt het niet! Gelukkig gaan ze in Polen er toch een beetje anders mee om.

Verteller van het Oude duikt onder!

Nee, niet vanwege een paniek aanval of een Russische dreiging, maar vanwege de indrukwekkende vuursteenmijnen rondom het terrein van het archeologisch museum in Krzemionki. Samen met mijn Opschepper in de mijnen van Krzemionkimede vuursteenkloppers kreeg ik eindelijk de gelegenheid ze te bezoeken. Zonder een gids mag men er namelijk niet in en omdat het hier vakantie is en daardoor vele groepen zich aangemeld hebben voor deze bijzondere ondergrondse excursie, werd mijn geduld drie dagen op de proef gesteld. Uiteindelijk werd er een gaatje gevonden en kon ik afdalen in een van de meest beroemde vuursteen mijnen ter wereld. Natuurlijk staat ze op de UNESCO werelderfgoed lijst. Nog niet zo lang overigens, de mijnen werden pas in 1922 door Jan Samsonowicz ontdekt. De geoloog deed onderzoek naar aardlagen in de omgeving en ontdekte in het met bossen overgroeide terrein ondiepe, overwoekerde kuilen. Hij zag er onmiddellijk het werk van de prehistorische mens in. Gelukkig maar!
Na opmeting bleek het gebied iets meer dan 78 hectare te omvatten. Een oppervlakte van een gemiddeld Drents dorp, misschien zelfs wel twee!
De breedte van de menselijke activiteit varieert van 25 tot 200 meter, maar dan wel over een lengte van 4,5 kilometer!
De vuursteen winning vond plaats tussen het Neolithicum (Trechterbekercultuur!) en de vroege Bronstijd, grofweg tussen 3900 v. Chr. en 1600 v. Chr. Daarna werd er niet meer gedolven en raakte het overwoekerd. In recentere tijd kwam het in handen van een baron die het op zijn beurt verkocht aan boeren. Zo ontwikkelde zich het gehucht Krzemionki.
Prachtige vuursteenknol, mijn van KrzemionkiTerug naar de mijnen. Zo’n 150 miljoen jaar geleden ontstond het krijt en de vuursteen, in het late Jura tijdperk. In drie verschillende, vrij horizontaal lopende lagen bevindt zich het vuursteen. Dit verklaart ook gelijk waarom de putten zo verschillend van diepte zijn. De eerste band ligt op ongeveer twee meter onder de oppervlakte, men gaat ervan uit dat de eerste delvers verantwoordelijk voor de ondiepe putten zijn. De archeologen onderscheiden nog drie andere mijnbouw diepten. De meest interessante zijn zij die ongeveer negen meter onder het oppervlakte liggen. Een vrij brede schacht werd naar beneden gegraven, door de compacte krijt laag heen. Vervolgens werd er een gang gegraven die de band met vuursteen volgde. Anders dan in de vuursteenmijn van het Limburgse Rijckholt liet men hier geen/nauwelijks pilaren staan om de gang te ondersteunen. De laag erboven was hard genoeg om de nauwe gang (max. ± 90 cm) niet te laten instorten. De lengte van de dus veelal horizontale gang bedraagtOndergrondse toeristen route mijn Krzemionki van nauwelijks twintig meter tot soms wel enkele honderden meters! En dat allemaal op hun rug/buik liggend, werkend met primitieve materialen, omgeven door een wolk van krijtstof bij het licht van brandende toortsen. Dit laatste valt af en toe nog waar te nemen doordat de roetdeeltjes in het krijt zijn getrokken en bruin/grijze vlekken daarin hebben achtergelaten.
Van dit alles had ik geen last. Afdalend met een lift (jaja, de tijden zijn veranderd), klopte mijn hart vol verwachting. Op de bodem aangekomen stond ik in een bijna twee meter hoge gang (bukken was toch nog nodig) die gelijk een bocht maakte. Wat ze hier heel mooi gedaan hebben is dat de nieuwe, toeristische gang diverse prehistorische gangen verbind. Niet in een rechte lijn, nee ze volgt het spoor van de prehistorie en het vuursteen. Je kunt regelmatig kiezen uit de te nemen afslag. Verdwalen is echter onmogelijk. In een van de secties dalen we iets dieper, hier is de prehistorische uitgehakte gang als het ware gecoupeerd. Nergens ter wereld ben ik zo dicht bij de voorouders geweest als hier. Nu pas valtMijngang Krzemionki eigenlijk op hoe de werkwijze is geweest en onder welke moeilijke omstandigheden er gewerkt is.  Bewondering en respect maakte zich meester van mij. Mijn pad was goed verlicht, in sommige gedeeltes had men expres gekozen voor een iets mindere verlichting. Nog indrukwekkender. Pas op uw hoofd, grote mens!
Door de lage temperatuur -zeven graden- en de hele hoge luchtvochtigheid voelt het natuurlijk fris en bedompt. Voordeel is dat in de 465 meter(!) lange ondergrondse toeristische gang het vuursteen nat blijft en daarmede haar prachtige kleur tentoonstelt. Van het schitterend gestreepte vuursteen werden voornamelijk bijlen en dissels gemaakt. Ze zijn terug gevonden op een afstand van meer dan 600 kilometer van Krzemionki, kunt u nagaan hoe gewild ze waren..
In totaal zijn meer dan 4000 schachten ontdekt, slechts een klein deel ervan is opgegraven. De afgelopen jaren hebben de archeologen voornamelijk met grondradar gewerkt om alles in kaart te brengen. Het voornemen is om in een ander gedeelte van het terrein weer op te gaan graven. Kleinschalig en met gebruikt makend van de modernste technologieën. Ik heb mijn kaartje afgegeven. Deze pensionado heeft tijd genoeg!
Logo museum KrzemionkiOnze groep was te groot. De afstand tot de gids ook. Dat was eigenlijk het enige minpuntje. Jammer dat ik niet langer in de mijn kon blijven, de volgende groep stond alweer te dringen. Maar respect voor de wijze waarop men de mijn toegankelijk heeft gemaakt. Maar een lift????
In één van de gangen is een prehistorische tekening in de wand gevonden. Diverse strepen staan ogenschijnlijk kris kras bij elkaar. Iemand van onze groep zag er een mensfiguur in, ik houd het op een planmatige tekening. Twee lange gangen, elkaar kruisend en een viertal zijgangen. Wat het ook moge zijn, tegenwoordig vormt ze het logo van het museum. Een soort eerbetoon aan onze voorouders.  
Krzemionki ligt in een prachtig natuurgebied waar de wielewaal en de hop het mooiste lied zingen. Dus, mocht u nog geen vakantie plannen hebben …..

Nieuws mei 2025

International Flintknapping Symposium 2025 part two

Het gisteren verzamelde vuursteen bleek niet van een erge goede kwaliteit. Had ik het geweten, dan was ik nog even langs de kust gereden om langs de krijtrotsen uitgespoelde vuurstenen te verzamelen. Aan die kwaliteit ben ik gewend.
Niet echter de deelnemers hier, tot mijn grote verbazing maakten ze er de prachtigste voorwerpen van. De een nog mooier dan de ander. Bijlen, speerpunten, sikkels, en ga zo maar door. Alles met eenPrachtige bijl van Peter vakmanschap waarvan ik betwijfel of de prehistorische mens deze hoogte ooit heeft bereikt. Als u me zou vragen wie het mooiste artefact heeft gemaakt, zou ik die vraag niet eens kunnen beantwoorden.
Ik zou er in ieder geval niet voor in aanmerking komen. Mijn vuistbijlen en pijlpunten behoeven nog meerdere jaren van deskundige begeleiding. Maar daar ging het me niet om, de techniek dat is het belangrijkste. En die kon ik hier prima afkijken, bovendien waren vele mede-kloppers bereid om geduldig uitleg te geven of mij te begeleiden.
Voor het eerste in mijn jonge oudere leven heb ik gewerkt met stukken Helgoland vuursteen. Voor de niet ingewijden, paars/rood vuursteen met witte vlekjes erin, alleen voorkomend bij Helgoland(!). Ik kreeg -als een niet zo deskundig vuursteenbewerker- een paar afvalstukken. Zelden heb ik met meer plezier er een Helgoland afslag Verteller van het Oudeaantal afslagen vanaf gehaald. Ik weet zeker dat mijn archeologische vriendjes zich nu thuis in Nederland zitten te verbijten. Hadden ze namelijk ook graag zelf gewild.
Tussen de crème de la crème van vuursteen bewerkers zou Ernest Mols vandaag niet in de top tien zijn geëindigd, zo hoog was het niveau.
Dat de organisatie ietwat weinig communiceert, maakt het hier af en toe een beetje chaotisch. Valt ook niet mee met al die nationaliteiten!
Terwijl ik dit type overvalt mij de vermoeidheid. Ik ben het niet gewend om vuursteen te bewerken van negen tot 18.00 uur. Maar toch zo meteen even naar de BBQ, want meppen op vuursteen maakt hongerig.
We werken op het terrein van het museum in Krzemionki. Het is schoolreisjes tijd hier in Polen hetgeenMooie dolk me af en toe terug laat verlangen naar mijn leraarschap. Heerlijk met de leerlingen van groep 8 naar Ameland. Of een bezoek aan vuursteenbewerkers een goed uitje is hier, betwijfel ik. De groepen -en het waren er velen- passeerden ons op volle snelheid, de Verteller van het Oude geen gelegenheid gevende om een van zijn verhalen af te steken.
Eigenlijk werken we bovenop de oude vuursteenmijnen. Het is dan ook ten strengste verboden om afslagen achter te laten. Ze zouden eens verwisseld kunnen worden met de originelen!
Een eindje verderop staan nagebouwde prehistorische huizen. Er wordt volop gewerkt om het terrein zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Voor mij is ze dat nu al. Morgen vervolgen we onze bezigheden, vooraf gegaan door een bezoek aan het museum en de vuursteen mijnen. Tien uur is de afspraak. Zal wel weer veranderd worden!

International Flintknapping Symposium 2025

Een dure naam voor een bijeenkomst van liefhebbers van het bewerken van vuursteen. Eéns in de zoveel jaar -de laatste was net voor de Corona periode- wordt zij georganiseerd. Dit jaar in Polen. Als groot liefhebber van de silicium producten toog de Verteller van het Oude vanuit de Baltische Staten er naar toe. Niet dat ik de deelnemer was die het verst gereisd had, verre van dat. Vanuit de hele wereld toog men naar het wereldberoemde gehucht, zelfs vanuit de Verenigde Staten waren drie mensen aangereisd. Ook China was vertegenwoordigd. Uit het gastland kwam slechts één persoon. Nederlands bekendste vuursteenklopper, Ernest Mols, was samen met zijn vrouw Josée aanwezig.
Op zoek naar vuursteenVandaag op de eerste dag volgde, na een korte kennismaking een trip langs diverse plaatsen waar we vuursteen verzamelden. Poeh hé, wat zijn hier vele soorten, de een nog mooier dan de ander. Helaas werkte het weer niet mee, alsof de goden iets tegen ons werk hadden. Het werd een tocht vol smurrie en glijpartijen, terwijl ik dit type staan mijn schoenen etc. nog te drogen voor de kachel. Het verkleumde lijf is inmiddels opgewarmd en de oortjes vertonen een roezige rode kleur. Medelijden hoeft u niet te hebben. De eerste plek leverde een mooie hoeveelheid Chocolate Flint op. Vertalen is niet nodig, een uitleg wel. Op het eerste gezicht is het zwarte vuursteen, maar sla er een stukje vanaf en houdt het tegen het licht en de bruine kleur van het overheerlijke product komt tevoorschijn. Echt een topper. De tweede in deze categorie is de Swieciechow flint, vergeef me want er bestaat geen NederlandseGrijze Swieciechow vuursteen benaming voor en uitspreken en begrijpen kan ik het Poolse woord niet. In ieder geval is het grijs vuursteen met stipjes erin. Op de akker naast de vindplaats had ik het geluk een paar echte afslagen te vinden. Oordeelt u zelf. Ik vind het een mooie soort.
De bedoeling is om morgen en overmorgen de gevonden stukken te gaan bewerken. Tussen ons deelnemers zitten een aantal specialisten waarbij de amateuristische pogingen van uw schrijver schril afsteken.
Beroemd werd Krzemionski door haar vuursteen mijnen. Meer dan 4000 schachten zijn er op dit moment ontdekt, daterend vanaf het Neolithicum tot ver in de Bronstijd. Ik ga deze zeker voor u -eigenlijk voor mijzelf- bezoeken.
O ja, publiek is welkom. U moet wel een beetje haast maken.  

Hühnergötter !!??

Ja, geloof me. Ze bestaan echt, “kippengoden”!
Ik had er echter nog nooit van gehoord totdat mijn Duitse buurvrouw op de camping -Tüja, Letland- mij erop attent maakte.
HühnergötterHet blijkt een diep geworteld geloof te zijn van m.n. boeren om ze op te hangen in voornamelijk het kippenhok, maar ook in de stallen van het andere vee, om ze te beschermen tegen boze geesten, ziektes en ongeluk. De stenen zouden magische krachten bezitten welke het kwade deed verdwijnen en het goede binnen liet komen. Velen hingen ze daarom ook aan de huisdeuren. Een echte geluksbrenger dus!
Maar hoe zien ze er dan eigenlijk uit. Het zijn stenen met een natuurlijk gat erin, meestal uitgesleten door water, wind en zand. Ze mogen dus absoluut niet geboord zijn.
In gebieden met veel vuursteen zijn ze niet zeldzaam. Immers door de restanten van krijt konden gemakkelijk diertjes kruipen (graven) waardoor een natuurlijk gangetje ontstond. Als vuursteenman weet ik daar alles van. Echter hier is vuursteen zeldzaam en daarmede ook de “kippengoden”.
In sommige streken van Duitsland (m.n. het Noorden), in Polen, Denemarken en Engeland zijn ze populair. In het laatste land worden ze “hag stones” of “witch stones” genoemd. Door het gat kijkende, kon je geesten zien. Hoe klein ook de steen, ze had zeker (?) beschermende werking. Tegen nachtmerries of heksen. Mocht u niet goed slapen, hang dan een “kippengod” aan een koortje boven u bed. Rust en geluk zal u toekomen.
Vandaag toog ik er maar eens op uit, tussen o.a. de grote granieten, amfiboliten, gneisen, kwartsieten (voor de niet-kenner; het zijn allemaal steensoorten) vond ik een paar. Om het zekere voor het onzekere te nemen heb ik er eentje in mijn wagen opgehangen aan een sleutelhanger.Hühnergötter in de auto
Bijgeloof is ons Nederlanders ook niet vreemd. Denkt u maar eens aan de oude traditie om hoog in nok van een Drentse boerderij een stenen bijl uit de prehistorie te hangen. Het zou boze geesten afweren en de bliksem ergens anders doen inslaan. Stenen met een gat erin worden bij ons ook als geluksbrenger gedragen. Een andere naam hebben ze niet.
Over een paar weken als ik weer thuis ben, zal ik u berichten of mijn “mooie kippengod” ook geluk gebracht heeft.

Afgunstige hunebedbouwers?

Ik weet zeker dat onze hunebedbouwers jaloers zouden zijn. Wat een zwerfkeien ben ik in Litouwen en Letland tegen gekomen. Jammer voor onze voorouders, deze hebben Drenthe niet bereikt. Toch heeft de Een muur van grote zwerfstenenhedendaagse mens ook wat met de grote keien gedaan. Hier zijn heel veel huizen omheind met deze joekels, ze zijn er zelfs van gebouwd, men heeft er picknick plaatsen van gemaakt, zomaar op een hoop gedumpt, gebruikt voor bescherming tegen de zee en soms kunstwerken van gemaakt. Straten mee aangelegd en duikers onder de weg door mee afgewerkt.
Onderweg naar de kruisheuvel -zie vorig artikel- kwam ik wel een heel apart werk tegen. Ik heb zoietsKunstwerk van zwerfstenen nog nooit gezien en weet niet waarvoor het diende. Er was wel een inscriptie bij geplaatst, maar het duurt nog wat jaartjes voordat ik de taal machtig ben. Oordeelt u zelf, ik was in ieder geval onder de indruk!
En o ja, als u denkt dat ze niet echt zijn, dan heeft u het mis. De schaafplek op mijn hand bewijst het.
Echte veldkeien tussen staalVerder valt het in de twee eerder genoemde Baltische Staten knap tegen wat archeologie betreft. Nog geen museum op dat gebied tegengekomen. Misschien heeft iemand een tip?
Morgen maar weer een tochtje op de fiets, hopelijk is het eindelijk beter weer en kom ik nog een paar kunstwerken tegen.

 

Kruisheuvel, een gedenkplek

Heuvel van de kruisen, SiaulilaiIk lees de commentaren alweer. “Ben je ineens diep religieus geworden?”
En wat dan nog, iedereen mag wat mij betreft geloven wat hij/zij wil. De plek waar ik vandaag geweest ben, staat voor dezelfde mening. Niet alleen als het gaat het om religieuze vrijheden, maar juist om alle vrijheden. Bovendien is het een herdenkingsplaats.
Ik zal het u met genoegen uitleggen.
Zoals in één van mijn vorige verhalen al gememoreerd kent Litouwen een gewelddadige geschiedenis. Diverse malen heeft ze geprobeerd onafhankelijk te worden van een overheerser. Meestal waren het Russen of Duitsers waar tegen gevochten werd.
Kruis ter nagedachtenis aan de Armeense GenocideIn 1830 en 1863 -voor de zoveelste keer- vochten de Litouwers weer voor hun vrijheid. Beide malen tevergeefs. De lichamen van de “helden van het land” konden niet meer met zekerheid geborgen worden. Ter nagedachtenis aan zovele naamloos rustenden, plaatsten familieleden kruisen -met daarop de naam van de gevallene- bovenop een heuvel.
We maken een sprongetje in de tijd. Na de Eerste Wereldoorlog werd Litouwen kortstondig onafhankelijk. De heuvel met de kruisen werd een plaats waar gebeden kon worden voor het land. De vrijheid was echter van korte duur. De komende twee jaar brachten (vrijheids)strijd dood en verderf over het land. Er verschenen meer kruisen voor gevallenen rondom de heuvel.
In 1944 werd het land voor langere tijd bezet door de Russen (tot 1990). De kruisheuvel werd een plek voor de eigen Litouwse identiteit, waarbij religie zeker een grote rol zal hebben gespeeld. Heden ten dage is nog steeds 90% van de bevolking Katholiek.Door het kruis de kruisen niet meer zien
In moeilijke tijden -en dat was het tijdens de Russische bezetting- trokken de inwoners van het land massaal naar de heuvel. Steeds meer kruisen werden er geplaatst. Zeker ook ter herinnering aan alle door het Stalinistische regime omgebrachte strijders.
Natuurlijk was dit een doorn in het oog van de Russen. Zij bedachten een plan om de rivier om te leiden en daarmede de heuvel onbereikbaar te maken. Toen, mede vanwege de kosten, het plan onuitvoerbaar bleek, besloot men bulldozers in te zetten. Tot twee maal toe zelfs. Meer dan 2000 kruisen werden platgeschoven. Het hielp uit Bolsjewieks standpunt niets. De Litouwers bleven komen en richtten nieuwe kruizen op. Ik heb geprobeerd de oudste kruizen terug te vinden. Helaas niet gelukt, ze zullen er wel niet meer zijn.
Uiteindelijk gaven de Russen het op.  Vijftigduizend kruizen bleven staan!
De eerste Poolse (en enige) Paus, Johannes Paulus II bracht in 1993 een bezoek aan zijn moederland en Litouwen. Hij leidde vanuit een kapelletje bij de Kruisberg een mis ten overstaande van 100.000 gelovigen (!). Hij noemde het een plek van hoop/liefde en opoffering.
Tegenwoordig mag iedereen ter nagedachtenis aan iemand of een bevolkingsgroep er kruisen plaatsen. Ik kwam een kruis tegen in loving memory of the Holocaust slachtoffers, weer anderen herdachten de genocide op de Armeniërs, terwijl het bescheiden kruisje ernaast voor om en tante van deze of gene was. kruisweg, SiaulilaiTegenwoordig weet niemand meer hoeveel kruisen er staan, het is een beetje een wildgroei geworden. Kruisen verdringen elkaar, elk kruis moet op de mooiste plek. Althans die indruk kreeg ik. Op deze ‘gewone” zaterdag was het een komen en gaan van mensen, hele families.
Ik heb mij vergaapt aan de diversiteit, aan de houdsnijwerken, aan de teksten en aan de rust en vrede die de Kruisberg uitstraalt.
In het begin van dit artikeltje heb ik de verloren veldslagen als reden voor plaatsing van de kruisen gegeven, dat klopt, maar in de 14e eeuw schijnt er een kasteel te hebben gestaan waarvan de bewoners zich verzet hebben tegen de overheersers. Ook toen al.
Kruisheuvel, Siaulilai. Filmpje

U vindt de kruisberg als u door Litouwen rijdt, over de doorgaande weg naar Riga, bij het plaatsje Siauliai.

Barnsteen, een koude gewaarwording

Thuis achter de computer -mijn trip voorbereidend- lijkt het allemaal zo gemakkelijk. Miljoenen en miljoenen stukjes barnsteen zijn er al gevonden, het is vast niet zo moeilijk. Helaas, het is wel zo.
Op dit moment verblijf ik op de Koerse Schoorwal, een lange smalle landtong gevormd door afzetting van zand, in het plaatsje Neringa Nida. De helft van de schoorwal behoort toe aan Litouwen, de andere aan Rusland. Laat nu daar helaas de grootste voorkomens van barnsteen/amber liggen. Op grote schaal -en op grote diepte- is hier eeuwenlang het al sinds de prehistorie gewilde goedje gedolven. We moeten ongeveer 40 miljoen jaar terug in de tijd. Het klimaat is tropisch en de hars druipt uit de naaldbomen, vloeibaar als ze is. Temperatuur verandert, het wordt kouder, de hars is gestold en bedekt met lagen aarde. Vereenvoudigd ziet het ontstaan van barnsteen er zo uit.
Op verschillende plekken in de wereld komt barnsteen voor. Zelfs in Zuid-Amerika, daar heeft ze een groenige kleur.
Over kleur gesproken. Mij spreekt de fel gele stukken het meest aan. De kleur van barnsteen is afhankelijk van de tijd dat ze aan lucht is blootgesteld. Er omheen ontstaat een dun schilletje, de kleur is pas zichtbaar als de amber -zoals barnsteen ook wel genoemd wordt- gepolijst is. Wanneer de vinder van een groter stuk geluk heeft, bevindt zich binnen in het hars een insluitsel uit lang vervlogen tijd. De mooisten zijn die brokken met insecten en als ze dan ook nog fel geel zijn; wouw!
Daar kwam ik voor, wel wetend dat de kans hierop minimaal is. Ik moest het hebben van aangespoelde stukjes op het strand. Gosse Kerkhof -archeologisch maatje- had jaren geleden met een schepnetje in het water gestaan en diverse stukjes eruit gevist. “Ga op zoek naar donker water”, luidde zijn tip. De laag waar barnsteen uitkomt heeft een veel donkere kleur. Af en toe spoelt de zee stukjes los. Hij had geluk, ik minder.
Met mijn roze schepnetje in de rugzak toog ik op het fietsje naar het strand. De zon scheen eens een keer en de temperatuur liep op naar 8 graden. In schril contrast met de tweeëntwintig thuis. Het water wasTrots van de Verteller van het Oude; barnsteen! donker, precies zoals Gossé beschreven had. Zwembroekje en waterschoentjes aan en scheppen maar! Helaas; de wind wakkerde aan, de golven werden voorzien van beangstigende schuimkoppen, ik liep bibberend van de kou de branding uit. Geen enkel stukje gezien. Terwijl ik me mokkend afdroogde, viel mijn oog ineens op een geel stukje. Daar lag ze! Mijn eerste -en enige- stukje amber. Eerst kon ik het niet geloven, een bekertje gepakt en deze gevuld met zeewater, klompje erin gedaan. Ze bleef drijven. Er is veel onecht barnsteen op de markt, dit is de test, echt barnsteen blijft in een beetje zout water drijven. Dat is de reden waarom af en toe een stukje op onze Waddeneilanden aanspoelt.
Enfin,  missie geslaagd! 2800 kilometer van huis, ontberingen doorstaan, ik was trots op mijzelf. Bedenk dit bij uzelf wanneer u de foto van mijn stukje uitvergroot! Ze is klein -super klein- maar daarom niet minder mooi.
Een kilo barnsteenGelijk een foto naar mijn archeologische vrienden gestuurd die op dit moment aan het opgraven zijn. Het commentaar van één van hen: ”Ik kan ‘m niet vinden!”
In Nida is een alleraardigst museum over barnsteen. Fantastisch uitgestald en belicht. De kleuren komen dan helemaal tot leven! Het is hier dat ik een stuk van een kilo in mijn handen kreeg. Ze was een aantal jaren geleden opgevist. Net als hetBarnsteen van het strand grootste stuk wat ooit het licht in de Baltische Staten heeft gezien. Deze weegt 3,8 kilogram, een joekel van een droom! Ook in het museum te bewonderen.
In het eerder genoemd stadje stond een kraampje met amber, door een oude moeder en haar zoon bemenst. Hij probeerde me gelijk een klomp voor €2,- per gram te verkopen. Ze woog 300 gram. Moeder beheerde de strandvondsten. Zakje voor €8,-. gekocht, kan ik thuis toch een beetje opscheppen.
Niet verder vertellen!

Kamperen op afslagen

“Afslaaageh”, plecht een bekend Gronings amateurarcheoloog met gedraaid sikje te zeggen. Iedere zoeker heeft er duizenden en duizenden gevonden. Even snel kijken of er bewerking aan zit en hup in het zakje bij de anderen. Haast achteloos en zonder veel respect. Duizenden in een dozijn.
Bij nadere bestudering kunnen we de techniek en de gedachtes erachter van de maker proberen te Kling en afslag met negatievenreconstrueren. Meestal doen we dat niet, “Weer één!”, schiet er door je heen. Schrabbers, klingen, pijlpunten, bijlen en (als u geluk heeft) vuistbijlen krijgen de voorkeur. De opsomming is niet volledig en volkomen willekeurig.
camper, fiets en kiezelbed met afslagenMaar enfin. Op 4 mei (!) stond ik geparkeerd op een tot camping omgebouwde legerbasis (!) in het Noord-Duitse plaatsje Silberstedt (metaal detector vergeten!). Druilerig en koud weer! U begrijpt dat ik niet vaak buiten kwam, lekker de kachel aanhad en in afwachting van Dodenherdenking was. Later vroeg naar bed en ’s morgens met de kippen van ’t stok. Ik wilde de fiets van mijn gewaarde camper halen, toen me het kiezelbed opviel. Ertussen lagen afslagen!! En niet zo’n klein beetje ook. Binnen enkele tellen had ik er minstens tien verzameld. Er zat zelfs een schrabber tussen.
Hoe het komt dat de kiezels en het archeologisch materiaal gemixt zijn is mij een raadsel. In ieder geval werd ik aangenaam verrast door de afslagen!

Haithabu – Levende Vikingen

Ongeveer driehonderd jaar lang (van 800 tot 1100 na Chr.) beheersten de Vikingen in Haithabu de handelHaithabu, een reconstructie tussen de Oostzee en de Noordzee. Strategisch gelegen aan de Sleich werd tol geheven, waardoor haar inwoners – tussen 1000 tot 1500 personen- leefden in welvaart. Vanuit de hele wereld kwamen er goederen binnen, vanuit het Middellandse Zee gebied, uit het gebied van de Roezen (Rusland) en verder uit heel Europa.
Uiteindelijk werd het grote dorp verwoest en platgebrand door rivaliserende Noormannen. Nooit werd het weer opgebouwd, haar voormalige bewoners zochten elders een veilig onderkomen. De restanten van het dorp werden bedekt door een laag slib. Gelukkig maar, daardoor werd ze voor de toekomst geconserveerd. Diverse opgravingen tot aan 2017 hebben een groot deel van dorp tijdelijk blootgelegd. De huizen konden worden gereconstrueerd, duizenden en nog eens duizenden vondsten werden er gedaan. Lokaal gemaakte gebruiksvoorwerpen tot waardevolle import producten. Zelfs rijke Viking graven!
Vandaag fietste uw “verslaggever” over hobbelige fietspaden onder het voortdurende gebeuk van stevige hagel en regenbuien, naar Haithabu.
Desondanks heb ik er geen spijt van. Het museum, gebouwd bij het water, is voor iedereen de moeite waard. Of u nu archeologisch bloed heeft of gewoon nieuwsgierig naar de levensomstandigheden van meer dan 1000 jaar geleden bent, u komt aan uw trekken. Prachtig zijn de animaties, schitterende ingerichte vitrines met de mooiste vondsten, heel educatief en -niet onbelangrijk- vriendelijk personeel.
aanlegsteiger voor drakenschepen, HaithabuNa gescholen te hebben voor weer een hagelbui, toog ik verder naar het openlucht museum. Gelukkig is een deel van het dorp gereconstrueerd en open gesteld voor bezoekers. Enthousiaste vrijwilligers, gekleed in kostuums uit de Noormannen tijd, demonstreren ambachten die al lang tot het verleden behoren. De gebouwen en hun interieur zijn zorgvuldig nagebouwd. Lopend naar de aanmeer steiger voor  drakenschepen kon ik maar één ding bedenken: “Ik wil graag eens een kijkje nemen in het verleden”. Helaas is dat niet mogelijk, maar mijn trip  komt er dicht in de buurt!!

 

Het Kristal

Een passende naam voor de bekende fossielen en mineralen beurs, georganiseerd door de GroningseMineralen en fossielen beurs Het Kristal 40e editie. vereniging met dezelfde naam. Dit jaar voor de veertigste keer!
De laatste tien jaar zijn wij van ArcheoFlint (=Meesters in het bewerken van vuursteen) er telkens aanwezig geweest. Niet alleen om te smullen van de prachtige stands, maar ook om het publiek te vermaken met demonstraties en de bezoekers de eerste vaardigheden in het bewerken van vuursteen bij te brengen.
Wij mogen ons ieder jaar weer verheugen op een grote belangstelling van veelal zeer jeugdig publiek. Allemaal willen ze een speerpunt, bijl of pijlpunt maken., terwijl hun ouders in alle rust kunnen rondkijken.
Aan het eind van de dag zijn we moe, erg moe kan ik wel zeggen. Geen moment rust, maar u hoort ons niet klagen. We hebben het meest dankbare publiek. Jonge kinderen die trots zijn op hun eigen prestatie en met iets moois naar huis gaan. Volgend jaar maar weer!

Barnsteen vondst uit het Mesolithicum

Het is een misvatting dat u barnsteen alleen kunt vinden langs de Oostzee kusten. U hoeft niet zover te reizen, ook in ons land komt barnsteen voor. Maar voor we daar dieper op ingaan; “Wat is barnsteen”?
Eigenlijk is het niet meer dan versteende (gefossiliseerde) hars van naaldbomen. Als het afkomstig is van de Baltische Staten is het tussen 30 en 40 miljoen jaar oud. Pas in de loop van de 18e eeuw kwam men erachter wat barnsteen precies was, daarvoor werden er allerlei, meest fantastische verklaringen gezocht. Gestold petroleum, gestolde honing etc.…
Barnsteen is zacht, het heeft een hardheid van 2 tot 2,5 en daardoor gemakkelijk te bewerken. De kleur van amber -zoals de Engelse benaming luidt- is geel tot donkerrood. Komt ze echter in contact met zuurstof dan treed er oxidatie op waarbij zich om de barnteen een korstje vormt. In koud zeewater drijft barnsteen, op de Nederlandse kusten wordt met enige regelmaat barnsteen aangetroffen, meegevoerd door de golven. Deze is hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit de het gebied tussen Polen en Litouwen. Verder landinwaarts treft men in groeves en op stuwwallen ook het felbegeerde goedje aan. Door de diverse ijstijden werd ze naar ons land vervoerd. Ook de Eridanos en diverse smeltwaterlopen in het Noorden van ons land vervoerden barnsteen.
De prehistorische mens had dus de mogelijkheid om barnsteen te verzamelen, hetgeen toetertijd niet eens zo moeilijk moet zijn geweest.
Het meest aansprekende voorbeeld is het prachtige kralensnoer van Exloo. In een graf uit de Bronstijd werd ze gevonden, bestaande uit diverse kraalsoorten waaronder exemplaren gemaakt van barnsteen.
Ik stond verbaasd te kijken toen tijdens een onderzoek van een Mesolithische site, een stuk barnsteen tevoorschijn kwam. Ze meet ongeveer 3 cm bij 2,5 cm en is 0,7 cm dik. Door een paar scheurtjes in de korst kon ik zien dat ze fel geel van kleur was. Het gewicht bedroeg 3 gram. Helaas was er geen menselijke bewerking te zien, dat zou helemaal een hoogtepunt zijn. In Nederland wordt zelden een exemplaar van meer dan 1 cm in doorsnede aangetroffen. Het opgegraven stuk barnsteen wordt daarmede nog unieker en laat de fantasie over de herkomst en de bedoeling van de verzamelaar prikkelen!

Website Swifterbandcultuur

Een tijdje geleden ontving ik van mevr. Renata Kolk het volgende bericht:

Flevoland heeft er een digitale schatkamer bij! Met de lancering van www.swifterbantcultuur.nl krijgenSwifterband cultuur geschiedenis- en archeologieliefhebbers nu een unieke kans om zich te verdiepen in één van de oudste culturen van Nederland: de Swifterbantcultuur.
Deze archeologische cultuur (ca. 5000-3400 v.Chr.) speelde een sleutelrol in de overgang van jagers-verzamelaars naar landbouwers en vormt daarmee een cruciaal hoofdstuk in de Nederlandse prehistorie. Hoewel de naam verwijst naar Swifterbant in Flevoland, reikte de invloed van de Swifterbantcultuur veel verder en zijn er sporen gevonden in grote delen van Nederland, België en Noord-Duitsland. Deze website, ontwikkeld door twee enthousiaste Flevolanders, biedt een diepgaande blik op het leven van de eerste landbouwers die hier duizenden jaren geleden leefden. 

Vol verwachting opende de Verteller van het Oude de link naar de website. En inderdaad, een schat aan informatie en verhalen! Absoluut de moeite waard om een kijkje hierop te nemen.

Voedsel uit de prehistorie

Ik sta er iedere keer toch weer verbaasd van hoeveel interessante tentoonstellingen het “Oermuseum” inOereten in Diever Diever organiseert. Men beschikt niet eens over echt veel vrijwilligers, maar wel mensen met een grote inzet en kennis.
Voor dit jaar is het thema: “Oereten, van vuur tot voedsel”.
Deze smulpaap trok opgetogen naar de opening -verricht door burgemeester Jouke Spoelstra-  van de tentoonstelling. Ik was niet de enige, het museum kon zich verheugen op grote schare aan belangstellenden. En daar was alle reden voor. De permanente tentoonstelling is al de moeite waard, maar die over voedsel is zo mogelijk nog leuker.
De gasten, waaronder uw langzaam uitdijende Verteller van het Oude, deden zich te goed aan allerlei hapjes uit lang vervlogen tijd. De expositie over voedsel en haar bereiding in de prehistorie is absoluut een bezoekje waard.
Ik ben benieuwd waar ze het komende jaar weer mee komen.

Op zoek naar de hunebedbouwers 

Opgraving langs de N34 GietenOp dit moment graven archeologen van het Bureau BAAC langs de N34 bij Gieten. Er wordt 3,2 ha vlak dekkend onderzocht. Er zijn sporen en vondsten te verwachten uit het midden en laat Neolithicum. Dus o.a. uit de periode van Trechterbeker cultuur. Een periode die zeer tot de verbeelding spreekt, ook bij mij. Dus trok ik vol verwachting naar de opgraving. Een uiterst kundige kraanmachinist had al diverse putten voorzichtig open gelegd. Helaas viel het aantal sporen tot dusver tegen. De “hotspot” was nog niet ontdekt. Maar archeologie is ook een kwestie van geduld. De locatie is fantastisch, alle ingrediënten voor een succesvolle opgraving zijn aanwezig.
Wat mij bijzonder opviel was het grote aantal vrijwilligers van de AWN en de DPV die hun diensten ter beschikking stelden. Mooi dat geïnteresseerden de gelegenheid geboden wordt om hun kennis en vaardigheden te vergroten.
Binnenkort nog maar eens terug.

Nieuws maart 2025

Rare vogels in het veld -2- “Achter de zeef” 

“Jullie lijken wel Monniken!”, was één van de meest gehoorde opmerkingen. Weer een ander vond onsVerteller van het Oude achter de zeef meer gelijken op slagers die staan te wachten op hun slachtoffer. “Hé Anne, je jurkje zit verkeerd!”, etc. etc. etc.
Nog nooit zoveel commentaar op mijn uitrusting gehad, terwijl ze toch erg praktisch is. Het zeven van grond met behulp van water is behalve een natte ook een tamelijk smerige aangelegenheid. Onze dikke en lange schotten behoeden Jan en mij voor het zijn van onherkenbare mannetjes die overal waar ze verschijnen met achterdocht bekeken worden.
Smerige kereltjes die archeologen! Hoewel ze er op de foto stralend uitzien.

Kloosterveen en Ahrensburg 

Kinderraad kiest naam speeleilandDe gemeente Assen heeft een kinderraad, welke bestaat uit 33 kinderraadsleden en 1 kinderburgemeester. Net zoveel als de ‘volwassenen’ gemeenteraad. De raad wordt samengesteld met kinderen van alle basisscholen in Assen. De basisscholen van Assen wijzen zelf een vertegenwoordiger aan die namens de school zitting neemt in de kinderraad.  een kinderraad. Naast het kennismaken met de gemeenteraad, participatie, democratie en burgerschap, heeft de kinderraad als doel om daadwerkelijk tot beleid te komen. (overgenomen van hun website – ATB)
De KR. werd gevraagd om mee te denken over de naamgeving van een eiland in de nieuwe wijk van Kloosterveen. Bovenop komen speeltoestellen voor de kinderen van de wijk, onderop ligt onder meters dikke opgebrachte grond een perfect bewaard gebleven kampement uit de Ahrensburg cultuur -de eerste en meest complete in Drenthe-. Drie jaar geleden heeft de Verteller van het Oude het genoegen gehad om mee te werken aan een opgraving op het terrein. Pluim voor de gemeente Assen en de ontdekker van de site -Jan van Rijn- voor de creatieve oplossing van behoud van de site. Persoonlijk zag ik het liever een natuurlijk begroeide heuvel blijven. Maar ach, het belangrijkste is dat de Ahrensburg site bewaard blijft voor de toekomst.
En de naam: OEREILAND.

Rare vogels in het veld -1- “Het tasje van Jan”

Amateurarcheologen lopen meestal in de koudere periode van het jaar over het land. Logisch, deAmateur archeoloog en zijn bloemetjes tas gewassen staan er niet meer op. Om zich te beschermen tegen de elementen heeft een ieder zo zijn eigen methodes. Het hoeft niet charmant te zijn als het maar tegen de kou en andere weersinvloeden helpt. Het kopje boven dit artikel krijgt zeker een vervolg.
Jan is ook zo’n doorgewinterde zoeker. Altijd op pad en vinder van hele mooie artefacten. Het moet wel een beetje in stijl, regenpak en een bloemetjes tasje voor de vondsten. Van verre is Jan van Buuren te herkennen. Ik schiet altijd in de lach als ik zijn uitrusting zie.

Wat een spreker is die man!

Affiche Bronstijd tentoonstelling RMOIk was onlangs aanwezig bij een lezing van de Drents Prehistorische Vereniging. De spreker van dienst was Luc Amkreutz.
Hij nam ons mee op een reis door de Bronstijd van Europa. Aanleiding was de tentoonstelling die het Rijksmuseum voor Oudheden organiseerde over dit onderwerp. Topvondsten uit heel Europa waren in dat museum bijeengebracht. De mooiste en meest bijzondere voorwerpen zijn voor het eerst bijeengebracht. Een tentoonstelling die meerdere bezoeken waard is.
Luc is een geweldige spreker, iemand die van begin tot eind weet te boeien. Bovendien is hij iemand met een grote kennis van het onderwerp.
Ik heb mij die avond zeer vermaakt, geboeid geluisterd en veel geleerd!

Gidsartefact: schrabber voor rendieren

Hij(?) waait uit. Niet één van uw kinderen die het huis uit gaat, niet u die een frisse neus haalt. Nee, eenFedermesser schrabber stukje steen!
Een schrabber om precies te zijn, eentje die bedoeld is om de huiden van een rendier te ontdoen van de laatste vetresten.
De afgebeelde schrabber is een gids in de tijd, toegeschreven aan de Federmesser traditie (cultuur). Grofweg te dateren tussen 11.600 en 10.700 voor Chr. . Een periode die gekenmerkt wordt door een koudere fase, waardoor ons land  voor rendieren aantrekkelijk was. De bewoners van het land gebruikten echt alles van het dier. Hun hele levenswijze was erop aangepast. Dat zien we terug in hun werktuigen.
Marcel Niekus (e.a.) schrijft in het boek Vuursteen Verzameld (pp. 107) het volgende: Schrabbers (van de Federmesser- ATB) zijn vooral gebruikt op (voornamelijk) droge huid, minder voor het schrapen van bot of gewei en houtbewerking. Het afgeknotte deel van artefacten blijkt nooit te zijn gebruikt, maar de onbewerkte randen vertoonden sporen van slacht, snijden van droge huid en het zagen van bot of gewei. De afknotting heeft mogelijk de gerieflijkheid van het gebruik bevorderd.
Jaap Beuker schrijft in zijn veel geprezen boek “Vuurstenen werktuigen, techniek op het scherpst van de snede”, pp. 159: De schrabbers (van de Federmesser) zijn doorgaans kort en gemaakt op klingen of speciaal daarvoor vervaardigde afslagen. Ze zijn soms erg massief gevormd en meestal voorzien van een waaiervormige kop die asymmetrisch t.o.v. de lengteas ligt…… Door de dikte van de schrabbers zijn de koppen hoog opgeretoucheerd.
Opvallend is dat de waaiers van de schrabbers meestal naar rechts aflopen. Misschien heeft dat wel te maken met het feit dat de maker ervan rechtshandig is. Wie zal het zeggen?
Schrijven erover is leuk, maar wat een opwinding veroorzaakt het vinden van het afgebeelde artefact! Heerlijk, de dag kan niet meer stuk!!

Nieuws februari 2025

Verdomme Kees

Kees Epema, vriend van de Verteller van het OudeTwee weken geleden kreeg ik een tekstberichtje van Kees. Verschrikkelijk nieuws! Praten ging moeilijk en zijn conditie liet ook zeer te wensen over. Vol goede moed begon mijn maatje aan de chemo, helaas traden er direct complicaties op die het lichaam van Kees niet meer aankon.
Daardoor kwam er een eind aan de jarenlange vriendschap.
Kees straalde altijd een enorme rust uit, relativeerde, zocht oplossingen. Was een beminnelijke man, als je met hem kennismaakte mocht je hem gelijk. Kees was een intelligente man, bezat een enorme algemene kennis en had super veel interesse. We vonden elkaar op het gebied van schaken en geschiedenis. We ondernamen veel tripjes samen, leest u bijvoorbeeld onze bezoeken aan de Emsland concentratiekampen eerder in dit (ouder)nieuws. In Turkije beleefden we ongelooflijke avonturen op en rondom de Nemrud.
Ik luisterde vandaag naar het lied van Frans Halsema met de gelijknamige titel als van dit stukje, de tranen biggelden me over de wangen. Mijn gedachten gaan uit naar de familie van Kees, ik wens ze alle sterkte toe in verwerken van het verlies van de veel te vroeg overleden vriend van me.
Kees, jongen, ik zal je nooit vergeten. Ik mis je nu al!!
De Verteller van het Oude zal je verhalen levend houden, in het hiernamaals zullen ze van je smullen!

Op stap met ……. DPV

Voor de vijfde keer organiseerden Jan van Buuren en de Verteller van het Oude een zoektocht voorZoektocht DPV, 2025. Speuren naar artefacten. geïnteresseerden van de Drents Prehistorische Vereniging. De speurtocht naar artefacten van onze voorouders was nadrukkelijk niet bedoeld voor “steentjeszoekers” die op dat gebied al veel ervaring hebben. Nee, speciaal voor mensen die ook eens een keer de zoek(werk)wijze van amateurarcheologen wilden ervaren.  Onze groepsgrootte bedraagt maximaal tien personen. Ten eerste omdat we anders de vele vragen op het veld niet snel kunnen beantwoorden en ten tweede omdat het zoekgebied relatief groot moet zijn. Immers waar je anders in je eentje overheen loopt en er uren over doet, speur je nu met een grote groep snel een behoorlijk oppervlakte af.
Dit jaar troffen we het. De groep was uiterst gemotiveerd en spontaan. Het winterse weer van de afgelopen week had plaats gemaakt voor een behaaglijk temperatuurtje met af en toe een regenbui. Kortom ideaal weer voor een zoektocht.
De deelnemers waren fanatieke speurders, met de neuzen bijna op de grond werden de meest kleine artefacten opgeraapt. Aanvankelijk werden er vele vragen gesteld, naarmate de tijd verstreek reduceerden deze. Het onderscheid tussen natuurlijk en bewerkt werd steeds duidelijker. Na 2½ uur heb ik een eind gemaakt aan de zoektocht, als het aan sommigen had gelegen waren we nog naar een andere vindplaats gegaan.
De begrenzing van mijn vindplaats werd een stuk duidelijker, de gevonden artefacten (156) lieten geen verrassend beeld zien. Opvallend was het grote aantal schrabbers (12!) dat de “cursisten” opraapten.
De na afloop verorberde pannenkoek vulde onze magen met tevredenheid. Een super geslaagde dag. Volgend jaar maar weer.

Prehistorische schoonmaak

Vuursteenwerkplaats van de Verteller van het Oude met vuistbijlDe jaarlijkse schoonmaakbeurt zit er weer op. Na een aantal maanden van stilstand is mijn vuursteenwerkplaats weer geschikt om in gebruik te worden genomen. Helaas mag ik in het bos waar ik woon geen vuur -ook niet in een korf- stoken, anders was ik zeker in de winter doorgegaan zijn met het bewerken van vuursteen. Als de krokkusjes de grond uit spruiten, dan is het tijd voor het verwijderen van de bladeren en de eerste slagen op het “metaal” uit de oudheid los te laten. Volgende week ga ik los. Iemand die mee wil slaan is van harte welkom, stuur even een mailtje!

Een overweldigend boek

Tussen 2005 en 2017 heeft BAAC-Vlaanderen een enorm archeologisch onderzoek uitgevoerd nabij Beveren. Op een enorm terrein werden enkele honderden prehistorische vindplaatsen ontdekt. Voor het grootste deel Mesolithisch, maar ook een deel stammend uit het Neolithicum, Paleolithicum. Honderdzestig daarvan werden minutieus opgegraven, al verdiepend werden de uitgezette vakjes (50cm x 50 cm) verdiepend geschaafd en gezeefd. Het leverde een schat aan informatie op.
In het boek “Jager-verzamelaars en boeren onder het veen” vindt u een uiterst leesbaar verslag van de opgraving. Van planning tot aan de resultaten.
Het boek telt bijna 700 pagina’s en is voorzien van vele foto’s en tabellen. Dank zij de vele subsidies kost het niet meer dan €25,-. Maar wat mij het meeste trof was de schaal van de opgraving. Archeologie en economische belangen kunnen blijkbaar toch hand in hand gaan. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren

Knock, knock. Who is there??

Ik heb ze in alle soorten en maten. Een enkele rondom gebutst met zware patina op de niet gebruikte zijden, een andere slechts licht beschadigd alsof ze de eigenaar niet beviel. Allemaal hebben de klopstenen hun eigen verhaal. Allen hebben dezelfde overeenkomst. Gebutst zijn ze achtergelaten nadat ze het beoogde doel bereikt hadden. Uit eigen ervaring als steenbewerker weet ik dat je soms een voorkeur voor een bepaalde klopsteen hebt. Het formaat ligt je goed en stevig in de hand en ze functioneert meer dan normaal. Een exemplaar van kwartsitisch zandsteen heeft mijn voorkeur, ze is net iets minder hard dan kwartsiet (6 om 7 op de hardheid schaal). Ze geeft iets mee als je er de hardere vuursteen ermee bewerkt.favoriete klopsteen van de Verteller van het Oude
Mijn “lievelings exemplaar” is rond en helemaal gebutst. Daar waar ik haar vasthoud is ze zwaar gepolijst -een kenmerk dat we ook op vele prehistorische kloppers aantreffen-. Huidvet is er de oorzaak van of mogelijkerwijs werd het gereedschap vast gehouden in een stukje leer waardoor de polijsting ontstond. Mijn favoriet weegt 343 gram met een doorsnede van 7,5 centimeter. Moet ik van een groot blok een dikker stuk vuursteen afhalen, dan neem ik een veel zwaardere steen. Kwestie van goed en op het juiste punt raken, door het gewicht van de klopsteen hoef ik niet eens hard te slaan.
In het mesolithicum zullen de klopstenen aanmerkelijk kleiner zijn geweest.
Immers de te bewerken kernen zijn niet zo groot. In mijn verzameling heb ik een paar pracht exemplaren. Klopstenen uit de collectie van de Verteller van het OudeGemiddelde doorsnede 4,5 centimeter met een gewicht van ongeveer 150 gram. In het Neolithicum zijn grote blokken vuursteen beschikbaar, vaak afkomstig uit de mijnbouw -o.a. Rijckholt in Limburg- of uit de krijtlagen aan de kust van bijvoorbeeld Noord-Duitsland en Denemarken. Uit deze periode heb ik diverse grotere klopstenen verzameld. Ze zijn ongeveer 11 centimeter in doorsnede en wegen rondom de 750 gram.
Maar hoe we ook proberen de klopstenen te classificeren, de grootte en daarmee de zwaarte is afhankelijk van wat de benutter van de stenen ermee voor doel heeft. Ik bijvoorbeeld gebruik en kleinere klopsteen als er slechts flinters van de overgebleven vuursteen afgehaald moet worden. Het doel bepaalt de grootte van de klopsteen!
De zich in mijn verzameling bevindende klopstenen zijn uitgeklopt, evenals hun benutters!!

Old school archaeology

Binnenkort ga ik opgraven met een aantal onbezoldigde archeologen – moderne omschrijving voor henOude landmeter apparatuur die in hun vrije tijd zoeken naar artefacten- ! Een vast clubje mensen die vaker met dit bijltje hebben mogen hakken. Helaas rijken onze financiële middelen niet zover dat we een total station van ettelijke tienduizenden euro’s kunnen aanschaffen. Daarom maar terug naar de tijd van vroeger, iets minder nauwkeurig, iets meer bewerkelijk. De oude baak en landmeterapparatuur!
Maar ook dat is niet eenvoudig, de meeste archeologische bureaus hebben ze weggedaan, tegenwoordig gaat het inmeten immers via satelliet technologie. Gelukkig bracht Janneke Hielkema van RAAP uitkomst.
Als het weer het toelaat kunnen we volgende week beginnen. Ik kan niet wachten!!

Berkenteer

Schrabber met berkenteerOp de eerder gememoreerde steentijddag kwam ik Willy tegen. Een aantal jaren geleden ontdekte ze een Neanderthaler artefact met berkenteer op het strand aan de Noordzee. Wie schetste mijn verbazing dat ik een half uurtje later een foto van mijn zoekmaat Geert te zien kreeg met daarop -na mijn bescheiden mening- ook berkenteer. Het betreft hier een schrabber uit het Neolithicum. Ze meet ongeveer twee bij twee centimeter. Op de foto’s is duidelijk te zien dat het berkenteer over een afslag heen ligt. Bovendien is er allerlei “vervuiling” in te zien. Onder andere houtskool restjes. Nu weet ik wel dat je niet moet afgaan op een foto alleen, maar Geert is een doorgewinterde “niet benoemde” expert. Op zijn mening vertrouw ik volledig.
Hij heeft bij diverse deskundigen zijn vondst aangeboden. Tot op heden heeft dat niets opgeleverd. Helaas, want het is toch een belangwekkende vondst.
Deze keer is de vindplaats geen geheim. Geert woont op een Trechterbeker site. Tijdens werkzaamheden aan zijn boerderij kwam het artefact tevoorschijn. De Verteller van het Oude is jaloers!

35e Steentijddag

Opgetogen vertrok ik met vijf zoekmaten naar de jaarlijks terugkerende Steentijddag in Leiden. Dit uitje behoort al vele jaren tot een van de hoogtepunten van het archeologisch jaar. Inmiddels heb ik in heel het land bekenden zitten, sommigen schrijven op mijn website, anderen ken ik weer van het vuursteen bewerken of het gezamenlijk deelnemen aan opgravingen. Een weerzien met oude vrienden en het ophalen van “sterke” verhalen.
De organisatie zorgt elk jaar voor een aansprekend aanbod van sprekers die de toehoorders in de collegezaal van de Universiteit van Leiden trakteren op een onderwerp uit de steentijd. Deze keer hadden ze weer een gevarieerd programma samengesteld.
Helaas, helaas. Een goed verhaal alleen is niet goed genoeg. Bij vier lezingen verloor ik mijn aandacht. Onbezoldigde Archeologen graven diep bij de Chinees in LeidenDe sprekers konden het niet overbrengen, spraken zeer zacht en binnensmonds. Eentonig en onzeker. Nu geef ik toe dat spreken voor een collegezaal met 250 kritische steentijdgasten ook best wel een beetje intimiderend kan zijn, maar lees je verhaal niet voor van papier. Let op je presentatie. Bij voorbaat je excuus maken omdat je nerveus bent, is een brevet van onvermogen.
Gelukkig maakten de laatste drie sprekers en mijn gezelschap een hoop goed. O, en niet te vergeten de Chinees!

Megalieten “jager”

Willem Donker aan het woord.Ik had het niet voor mogelijk gehouden nog eens iemand te ontmoeten die zeker twee keer fanatieker is dan uw schrijver. Maar toch heb ik zo’n persoon ontmoet.
Tijdens een lezing van de Drents Prehistorische Vereniging (DPV) maakte ik kennis met Willem Donker. Net als ik was hij al van jongs af aan gegrepen door de hunebedden. Daar waar mijn interesse zich vooral beperkte tot Drenthe en incidenteel een buitenlandse Megaliet, ging Willems belangstelling verder. Systematisch bezocht hij ook de Duitse en Poolse megaliet graven. Nauwkeurig hun positie bepalend, hun indeling vastleggend en ze vereeuwigen op foto’s, trok hij door die landen.  Ruim 2000 trechterbeker graven bezocht hij zo. Zijn nieuwste project is het vastleggen van alle megalieten in Denenmarken. Een immense klus welke nog nooit door iemand -zelfs geen Deense archeoloog- gedaan is. Inmiddels heeft hij één vijfde vereerd met een bezoek.
Afgezien van de boeiende lezing over zijn zelf opgelegde taak, trof mij zijn doorzettingsvermogen het meest.
Respect!!

Nieuws januari 2025

Misdaad nieuws uit Assen

Het zal je maar gebeuren. Vreselijk, Roemeens erfgoed door een stelletje bandieten geroofd uit het DrensMisdaad nieuws uit Assen, helm Cotofenesti gestolen Museum. Geen woorden op deze pagina kunnen mijn afschuw voor de daad beschrijven.
Met grof geweld zijn ze langs -blijkbaar- de minst beveiligde ingang binnen gekomen en namen de gouden helm van Cotofenesti en drie armbanden mee. Qua goudwaarde niet eens zoveel waard, ook vanwege het feit dat de opbrengst met minimaal drie personen gedeeld moet worden. Alsof de “Nachtwacht” gestolen is, luidt een veelgemaakte vergelijking tussen Roemenië en Nederland.
Ondertussen is de directeur van het Roemeens museum die de uitleen goedgekeurd heeft ontslagen en heeft het Drents Museum een proces aan de broek. Laten we even ophouden met deze onzin, maar blijkbaar wil men direct een zondebok hebben. Vergeet niet wie de echte boeven zijn. Laten we ons daar op concentreren. De Verteller van het Oude hoopt van ganser harte dat de boosdoeners snel gevonden worden en dat de gouden helm van Cotofenesti nog in onberispelde staat is.

Netwerkdag Archeologie

De netwerkdag Archeologie wordt met enige regelmaat georganiseerd door het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) en de gemeente Groningen in samenwerking met de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Dit jaar in het provinciehuis te Assen.
Opgetogen reed de Verteller van het Oude er ’s ochtends naar toe. Een dag vol lezingen -helaas weinig over de steentijd van Nederland- en ontmoeten van oude vrienden en bekenden. Vooral om dit laatste ging het me, sommige personen had ik al jaren niet meer gezien. Lekker anekdotes en herinneringen ophalen en plannen maken voor projecten in de toekomst. Een dag naar mijn hart.

Waterloo  

La butte de Lion, monument in Waterloo verlichtHet vroor vijf graden, ik stond te rillen in de ijzige wind. Onbewust gingen mijn gedachten 213 jaar terug in de tijd. De terugtocht van Napoleon uit het brandende Moskou, de oversteek van de Berezina, de lijdensweg van de soldaten. Vergeleken met hen was ik maar een watje, daar onder het monument van Waterloo.
De veel te vroeg overleden Napoleon adept Martin Bril vond het maar een monsterlijk gedenkteken La Butte de Lion, de heuvel van de leeuw. Maar ik vond de 45 meter hoge piramidevormige, met gras begroeide, heuvel, indrukwekkend. Vooral de bronzen leeuw, kijkend naar het Zuidoosten is majestueus.
Koning Willem I gaf opdracht tot de bouw van het monument ter nagedachtenis aan de overwinning op Napoleon in 1815, toentertijd stond ze op het grondgebied van de Nederlanden. De plaats van het monument is mede gebaseerd op waar prins Willem (de later koning Willem II) verwond werd.
Een van de overwinnaars, de Duke of Wellington vond het maar niks. Volgens hem werd het slagveld er door verknoeid. Deze zelfingenomen Brit had waarschijnlijk het liefst gezien dat het een standbeeld ter ere van hem zou zijn in plaats van een monument voor de vrede.
vergis u niet! Tweehonderdzesentwintig treden omhoog, maar dan heeft u een prachtig uitzicht over het niet al te zeer aangetaste slagveld. Overzichtelijk, want de 150.000 soldaten met paarden en kanonnen bevochten elkaar op een gebied van slechts anderhalve kilometer bij een kilometer!! Een waar massacre op de vierkante meter.
Het nieuwe museum -ondergronds om de site niet te veel te verstoren- en het geschilderde panorama van de slag zijn een bezoek waard.
En Napoleon, hij zou in zijn graf hebben gebulderd van het lachen over een voorval in 1831. Franse troepen die de Belgen kwamen helpen in hun onafhankelijkheidsoorlog, draaiden de leeuw om, zodat deze naar Nederland stond te kijken en niet naar Frankrijk. Daarbij brak de staart van de leeuw af. Toch niet zo krachtig als de Le petit Corporel!

Archeon, the place to be!  

Het gebeurt ons niet elke dag dat we les mogen geven aan studenten, archeologie liefhebbers nog wel teArcheoFlint werkplaats in het Archeon verstaan. 
Samen met Ernest en Josée Mols vormen wij “ArcheoFlint“, meesters in het bewerken van vuursteen. Regelmatig verzorgen wij cursussen of laten wij op andere wijzen mensen kennismaken met de deskundigheid van onze voorouders, het vuursteen bewerken. De Saxion 1e jaars studenten, om hen ging het, maakten voor het eerst hiermee kennis. Het mesolithisch kampement -met een paar moderne aanpassingen- in het Archeon te Alphen aan den Rijn vormde het rustieke decor. 
Zestig gemotiveerde studenten! Leuke resultaten en een paar natuurtalenten!!
Morgen nog zo’n club. Ik heb er alweer zin in!

Spectaculair nieuws, een nieuwe Midden-Paleolithische vindplaats!!  

Dorsale zijde eerste MP op de nieuwe vindplaatsBeter wordt het nieuws van de Verteller van het Oude dit jaar waarschijnlijk niet! Samen met zoekmaatje Jan van Rijn heb ik een aantal jaren geleden een nieuw MP-vindplaats ontdekt. Dat onze voorouder (laatste fase) er een tijdje verbleven heeft, laat het aantal vondsten wel zien. Klik hier voor het verhaal van de ontdekking en wat we van plan zijn. Immers, deskundigheid wordt ingeschakeld!
Wil je meehelpen?

Weer op stap

Binnenkort ga ik mijn archeologische zoektocht door Europa weer hervatten. Maar eerst nog wat nieuws uit eigen land. 

 

 

trefwoord: nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, 

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!