Wanneer u de Nemrud Daği voor de eerste keer bezoekt, bent u waarschijnlijk net als ik, geïmponeerd door haar majestueuze ligging en haar imposante beelden. De tand des tijds en menselijke invloeden hebben helaas hun sporen achter gelaten. De berg maakt ondanks alles een onuitwisbare indruk.
Wanneer u echter een paar keer de berg bezoekt, valt u menig detail op welke u eerder is ontgaan. Er valt immers zoveel te zien!
Een van die opmerkelijke details!
De hoofden van de Goden, twee meter hoog en gemiddeld ongeveer 4000 kg wegend, zijn voorzien van diverse vierkante hijsgaten. Ook de adelaars en noordelijke leeuw hebben deze inkepingen. Gemiddeld 6,0 x 5,5 cm en 8 cm diep. De kop van de zuidelijke leeuw is buiten beschouwing gelaten omdat deze tot op heden niet gevonden is.
Op het Oostterras hebben alle delen van de lichamen, die naar beneden gevallen zijn, dezelfde gaten. Een uitzondering vormt de schouderpartij van Apollo, hierin zitten geen hijsgaten. De delen van de beelden die op hun originele plaats zijn blijven staan, zijn op een enkele uitzondering na, niet voorzien van deze gaten. Vanwaar het verschil in hijstechniek?
Even een intermezzo. Bovenstaande tekst is zonder kennis van het monument niet geheel te begrijpen. Ik verwijs graag naar andere pagina’s op mijn website.
Een korte samenvatting. De beelden zijn opgebouwd in lagen. Het grootste beeld, dat van Zeus, bestaat uit acht op elkaar gestapelde lagen steen. Alleen laag 7 is voorzien van hijsgaten. De vraag rijst, waarom zijn niet alle delen op dezelfde manier gehesen?
Volgens Prof. Dr. Pedrag Gavrilovic, verbonden aan het Institute of Earthquake Engineering Seismology, Universiteit of St. Cyril and Methodius in Skopje/Macedonië, is het (deels) instorten van de beelden op de Nemrud het gevolg van een zware aardbeving.
Terug naar de bouwers. “Hoe hebben ze die stenen op elkaar gekregen?”, hoor ik u zichzelf afvragen, terwijl u bewonderend naar de Godenbeelden opkijkt.
De gaten voor verticaal liften (zie hiernaast) werden voorzien van ijzeren ankers, daaraan werd een stevig touw vastgemaakt. Door het gewicht van de beelden bleven de ankers op hun plaats en kon er getakeld worden. De gaten moesten met grote precisie gemaakt worden. Nauwkeurig werd de plek zodanig vastgesteld dat bij het hijsen het beeld in evenwicht hing. Op het Westterras is er een verkeerde berekening uitgevoerd. De kop van een adelaar is aan de rechterzijde voorzien van een extra gat om het euvel te verhelpen.
Horizontaal liften gebeurde op dezelfde wijze, alleen waren daar vier hijsgaten voor nodig.
Ook zonder hijsgaten, met gebruik van stevige touwen rondom het te tillen object, kon er getild worden. Daarvoor werd een constructie gebruikt zoals op het plaatje hiernaast. Deze verschillende technieken, met en zonder hijsgaten, werden beiden in de Romeinse tijd gebruikt. Op de Nemrud komen ze tegelijk voor. Twee verschillende methodes? Heeft het iets met een restauratie van doen? We zullen zien.
inventarisatie hijsgaten
Onder dit kopje krijgt u de meest opvallendste verschillen in lifttechniek te lezen die gebruikt zijn bij de (her)bouw van het monument van Antiochos I op de Nemrud Daği. Door middel van (8) geef ik aan in welke laag van het beeld hijsgaten zitten.
- Op het Oostterras zijn alle hoofden (7 en 8) van de Goden voorzien van hijsgaten. Het hoofd van Godin Kommagene stond tot eind jaren 60 van de vorige eeuw, nog op haar stenen torso. Een staaf dynamiet maakte een eind aan het fiere beeld en degradeerde het tot een zielig hoopje stenen
De nog op elkaar staande delen van het beeld van Kommagene vertonen geen hijsgaten. - Op het Oostterras zijn de hoofden van de adelaars en de rechter leeuw (6) ook voorzien van gaten.
- Behalve dat het hoofd er van afgevallen is, is het beeld van Herakles op het Oostterras nagenoeg compleet. De schouderpartij (6) is voorzien van drie hijsgaten en staat nog op het beeld.
- De schouderpartij van Apollo is wel tijdens de aardbeving naar beneden gekomen, maar heeft geen hijsgaten.
- Ook de rechter adelaar op het Oostterras heeft in de nog op het beeld staande staartvleugel (4 ), hijsgaten. De afgevallen nek (5) bezit deze ook.
- De linker adelaar is bijna geheel omgevallen. Twee blokken staan nog op elkaar en vertonen geen hijsgaten. (3 t/m 6 ) wel!
- Voor de beide leeuwen geldt hetzelfde als voor de adelaars.
- Alle andere nog op elkaar staande delen van beelden op het Oostterras hebben geen hijsgaten.
- Alle delen die van de beelden op het Oostterras zijn afgevallen, zijn voorzien van hijsgaten.
- Op het Westterras zijn alle hoofden van de Goden voorzien van hijsgaten.
- Het hoofd van de linker leeuw (6) is er niet voorzien van gaten.
- De rechter adelaar (6) kent een ondiep (afgekeurd) gat. Het is alsof men de verkeerde plaats heeft uitgezocht. Het beeld was, wanneer het opgehesen werd, zeker in onbalans geraakt. Een nieuw gat is een twintigtal centimeters naar links geplaatst.
- Alle Godenbeelden op het Westterras zijn tot aan de basis omgevallen. De basisstenen (1 en2) zijn niet voorzien van hijsgaten. De andere lagen (t/m 8) wel.
Er zit duidelijk verschil in de plaats van de gaten op het Oostterras en het Westterras. Laten we ons beperken tot de Godenbeelden.
Op het Westterras plaatst men aan elke zijde van het hoofd twee gaten. Eén schuin boven het oor (richting voorhoofd) en één richting het achterhoofd. Deze laatste is meestal iets hoger gesitueerd. De enige uitzondering hierop is het beeld van Apollo. Daar neemt men genoegen met één gat aan weerszijden.
Op het Oostterras daarentegen komt men een verscheidenheid aan posities tegen. Variërend van een gat aan weerszijde aan de bovenkant (Heracles) tot aan drie gaten aan de onderkant (Zeus).
Vorm en grootte van de gaten zijn op beide terrassen niet wezenlijk verschillend.
een restauratie in de oudheid
Op het Oostterras zien we dat alle van de beelden afgevallen delen zijn voorzien van gaten. Wanneer de oorspronkelijke bouwers de “gaten-techniek” hadden gebruikt waren alle delen, zowel de afgevallen als de nog in positie staande, voorzien van hijsgaten. Daar dit niet het geval is moet onze gedachte uitgaan naar een restauratie van de terrassen in de oudheid. Te meer omdat de hoogte van de lagen waarin de hijsgaten gebruikt zijn, zeer verschillend is. De kleinere beelden zijn bijna in elke laag voorzien van hijsgaten, terwijl bij de grote beelden pas boven de hoogte van de kleinere beelden, de hijsgaten verschijnen.
Het gebruik van twee technieken bij de bouw valt niet geheel uit te sluiten. Echter de verschillen in plaatsing van de hijsgaten doet dan vreemd aan.
Uitgaande van de aanname dat er een restauratie in de oudheid heeft plaats gevonden op de Nemrud, levert het beeld van Herakles en de rechter adelaar op het Oostterras een aanwijzing. Hierop staan nu nog lagen met hijsgaten! Tot op de dag van vandaag zijn deze delen op het beeld blijven staan. Tot in de jaren vijftig, stond ook het hoofd van Kommagene nog op haar plaats. De hijsgaten, in het sterk beschadigde en verweerde gezicht van de Godin, tonen aan vroeger gerestaureerd te zijn.
De theorie dat men alleen voor de bovenste delen gaten nodig had om ze op te hijsen, wordt onderuit gehaald door de bewijzen die er nu nog zijn. In de schouderpartij van Zeus zitten geen hijsgaten, terwijl dit veruit het grootste beeld is. Theresa Goell, Amerikaanse “archeologe” en jarenlang werkzaam op de Nemrud, nam aan dat het hoofd van een Godheid tegelijkertijd met de schouderpartij omhoog gehesen was. Als het ware op de grond in elkaar gezet en dan gelift. Bevreemdend is dan dat in sommige daarvan hijsgaten zitten en bij anderen juist niet.
Antiochos IV uitvoerder van de restauratie
Wanneer en door wie”; horen wij u vragen: “Is de restauratie uitgevoerd?”
Om een antwoord op die vraag te kunnen geven, moeten we even teruggaan in de historie.
Na de dood van Antiochos I in 38 voor Christus, raakte het koninkrijk Kommagene in verval. Slechts met de grootste moeite bleef zij nog enkele jaren onafhankelijk. De invloed van de Romeinen werd echter steeds groter, totdat deze uiteindelijk de heerschappij overnamen. En van Kommagene een vazal staat maakten.
Antiochos III, een van de opvolgers van de bouwer van het monument, sterft in 17 na Chr. In Kommagene ontstaat een tweespalt tussen de adel en het gewone volk. Volgens Flavius Josephus wilde de laatste groepering de koninklijke traditie voor wat betreft de troonopvolging voortzetten. Rome belast ten slotte een Romeins bestuurder, tot tevredenheid van de adel, met het gezag over Kommagene. In 38 na Chr. komt hier abrupt een einde. In de regio zijn onlusten en daarom wordt Antiochos IV door de Romeinen op de troon van Kommagene gezet. Niet ongebruikelijk in die tijd, ongeveer op hetzelfde moment gebeurde dit in Pontus (vlak boven Kommagene) en Judea. Antiochos IV bewees een trouwe bondgenoot van Rome te zijn. Hij verleende veel bijstand aan het Romeinse leger en zorgde voor stabiliteit in de regio. Antiochos IV was dus een machtig man. Door middel van huwelijken verbond hij wederom de Parthen aan het koningshuis van Kommagene. De oude luister werd in ere hersteld.
De Romeinen gaven, als dank voor zijn inspanningen, de koning uitbreiding van zijn koninkrijk. Tevens hoefde hij de belastinginkomsten uit Kommagene niet aan Rome af te dragen. Klassieke auteurs hebben regelmatig over Antiochos IV geschreven. In heel veel van die berichten stond dat hij een onnoemelijk rijk man was, de belastinginkomsten bedroegen jaarlijks meer dan 100 miljoen sesterces!
Antiochos IV had dus voor de restauratie de middelen. Hij was rijk en had macht. Hij is na mijn mening de enige die in staat was om het heiligdom op de Nemrud Daği weer in oude glorie te herstellen. Er is geen enkele aanwijzing dat hij de restauratie ter hand heeft genomen. Het blijft dus speculeren. Misschien dat er ergens nog een Romeinse bron opduikt die hierover duidelijkheid kan verschaffen.
In 72 na Christus was het over met het koninkrijk Kommagene. Vanaf dat moment komt Kommagene definitief rechtstreeks onder het bestuur van de Romeinen. En zij zijn wel de laatste die er een belang bij hadden om het monument te restaureren. Bovendien zou er ongetwijfeld melding van gemaakt zijn in de Romeinse annalen.
Terug naar de berg, voor de zoveelste en absolute niet te laatste keer! De aardbeving die het monument zoveel schade heeft toegebracht, moet ergens tussen de dood van Antiochos I (38 v. Chr.) en het einde van de regeerperiode van Antiochos IV (72 na Chr.) hebben plaats gevonden.
Gelukkig wordt het grafmonument hersteld, getuige de hijsgaten. Antiochos had volgens een inscriptie achterop de Godenbeelden, het monument “voor alle eeuwigheid” gemaakt. Helaas werkte de natuur niet mee. Wederom was een aardbeving hiervoor verantwoordelijk. Blijkbaar was ze niet zo krachtig als de voorgaande, enkele delen met hijsgaten -van de vorige restauratie- zijn op hun plaats blijven staan. Wanneer de beving heeft plaatsgevonden? “Bewijzen!”, roept de archeoloog terecht. Dat kan ik niet, maar er zijn wel aanwijzingen. Hemelsbreed ligt de Romeinse brug van Cendere. In 208 is zij gerestaureerd. Over het algemeen gaan Romeinse bruggen niet zo maar kapot. Er moet dus iets aan de hand zijn. Mogelijkerwijs heeft een aardbeving hier ook de hand in gehad. Dezelfde als voor Nemrud? Zo ja dan hebben we een nauwkeurige datering. Maar het blijft speculatie!!
Wat je zoal allemaal kunt bedenken als je voor de zoveelste keer op de Nemrud Daği naar de Godenbeelden zit te staren! En zo zijn er nog diverse andere mysteries die nader moeten worden onderzocht. Hoe vaker u komt, des te meer vragen.
Alleen jammer dat de International Nemrud Foundation niet meer mag restaureren, de berg en het monument verdienen het. Ze staat niet voor niets op de UNESCO werelderfgoed lijst! Het is wachten op de volgende zware aardbeving, het monument zal dan nog meer van haar eertijdse glorie verliezen.