De pelgrims verzamelden zich uit de omringende valleien aan de voet van de berg. Hier werden zij voorzien van voedsel en drinken door de dienaren van de priesters. Twee processiewegen leidden van hieruit naar het heiligdom. Beide wegen werden kort voor het heiligdom gemarkeerd door een stele. Op deze stele is een tekst gebeiteld, waarin Antiochos aan bezoekers laat weten dat zij geheiligde grond betreden en zich daar na moeten gedragen. Eén van dergelijke steles is nog steeds te bezichtigen. Langs de weg, in de richting van Malatya, liggen op ongeveer 300 meter afstand van de Nemrud, de restanten van de stele. Op de rugzijde is nog een deel van de, in het Grieks opgestelde, waarschuwingstekst van Antiochos te lezen. De zuidelijke processieweg eindigde op het Westterras, de noordelijke leidde naar het Noordterras.
Noordterras, een rondleiding
Het Noordterras was het voorhof van het heiligdom. Met enige moeite kunt u de verweerde rots treden vinden die aangeven waar de mensen het Noordterras betraden. Vervolgens passeerden ze een grote, zandstenen adelaar waarvan de restanten nog steeds te zien zijn.
Doorlopend naar het Oostterras kwam men langs een deel van de 85 meter lange rij steles die het Noordterras afscheiden van de rest van het heiligdom. Op deze steles vindt u noch inscripties noch afbeeldingen. Antiochos had ze bestemd voor zijn nakomelingen. Tegenwoordig liggen ze, keurig op een rijtje, achterover. De druk, welke smeltende sneeuwmassa’s afkomstig van de tumulus veroorzaken, is hiervoor verantwoordelijk.
Hier steekt de Verteller van het Oude een belerend vingertje op. Blijkbaar vinden bezoekers het nodig om hun eigen naam of beeltenis op de omgevallen steles achter te laten. Ik hoop dat u meer historisch besef heeft dan deze moderne vandalen.
Lopend in de richting van het Westterras komt u een modern bouwwerk tegen, het tijdelijke restauratie huis. De functie hiervan wordt besproken in het artikel over het Westterras.