Vuurstenen sikkel, klein maar fijn!


Onze hobby -het speuren naar steentijdartefacten- is zo grillig als het leven zelf. Soms stap je met hoge verwachtingen de ideale akker op: een recent geëgd biljartlaken, de vuurstenen goed uitgespoeld door de hoosbuien van de nacht ervoor en zonder ook maar een voetstap van andere jager-verzamelaars. Overal glinstert vuursteen en je bukt je ontelbare keren. Thuis kom je erachter dat de oogst helaas ophoudt bij twee slordige kerntjes en een verbrand schrabbertje. Maar soms loopt het heel anders. Donderdag 11 juni 2020 had ik aan het eind van de middag mijn werk de deur uit en besloot ik nog een uurtje te gaan zoeken. Ik woon in een gebied dat doorkruist wordt door stroomdalen van het Lieversche, Oostervoortse en Peizerdiep, dus zoekplekken genoeg op fietsafstand.

Pierre Carriere, vuurstenen sikkel type A, Helgolander PlattenflintDe omstandigheden op de akker waren niet best. De maisplanten, die al bijna tot mijn knieën kwamen, beperkten het zicht. De miezerige regen van de afgelopen dagen was niet krachtig genoeg geweest om steentjes uit te spoelen en de voetstappen van eerdere zoektochten uit te wissen. Dit zou zeer waarschijnlijk zo’n zoektocht worden waarvan ik bij thuiskomst vaak zeg: ‘Ik ben toch even lekker een uurtje in de buitenlucht geweest.’ Ik had een halfuur vruchteloos baantjes getrokken, toen ik een onbeduidend vuursteentje zag. Het glimmende patina wees op een natuurlijk stukje. Maar goed, als er weinig te zien is, ben je eerder geneigd om ook daarvoor te bukken. Ik pakte het op en er leek geen eind aan te komen. Pas 8,5 cm later had ik de langwerpige, vakkundig bewerkte vuursteen uit de grond. Mijn juichkreet werd enkel gehoord door de kievit die al enkele minuten krijsend boven mijn hoofd cirkelde om zijn kroost voor mij te waarschuwen.

Ik stond wat verbouwereerd met een vuurstenen sikkel in mijn handen. Pierre Carriere, vuurstenen sikkel type A, Helgolander Plattenflint, keerzijdeVanwege het kleine formaat dacht ik nog heel even aan een dolkje, maar daar was-ie toch echt te krom voor. Bovendien was de punt bot. Ik had wel eens stukken van gebroken sikkels gezien in de collecties van mijn zoekvrienden. Maar een compleet exemplaar van zo’n kwetsbaar artefact – dat jarenlang de ploeg heeft overleefd – is natuurlijk heel bijzonder. Z’n geringe grootte zal daarbij absoluut geholpen hebben. Ik kende sikkels eigenlijk alleen van plaatjes uit boeken en op het internet. Je gaat je meestal pas echt verdiepen in een artefact als je het zelf vindt. Eenmaal thuis besloot ik eerst maar eens de foto’s van het werktuig te mailen aan Jaap Beuker. Hij is specialist als het om steentijdartefacten uit Drenthe gaat. Al snel kreeg ik een enthousiaste en informatieve mail terug.

De sikkel is van het type A. Kenmerkend voor dit type is het in de lengterichting zwak gekromde blad. Het ene uiteinde loopt uit in een punt en aan het wat bredere uiteinde zit vaak nog een stukje cortex. Zo ook bij die van mij. En net als bijna alle sikkels van het type A die in Noord-Nederland gevonden zijn, is ook deze gemaakt van Helgolander Plattenflint. Een vuursteensoort die sinds het neolithicum vanaf het Duitse eiland Helgoland geëxporteerd werd naar Noord-Duitsland en zo zijn weg vond naar Noord-Nederland. Prachtig bruingrijs vuursteen, vrij transparant, vol insluitsels en ideaal voor het vervaardigen van bifaciale artefacten als dolken en sikkels. In Nederland worden sikkels trouwens in de bronstijd en vroege ijzertijd gedateerd, terwijl Duitse archeologen ervan uitgaan dat ze ook al in het laat-neolithicum voorkwamen.

Voor haar bachelor studie (2012) deed Fleur Schinning onderzoek naar vuurstenen sikkels in Nederland en specifiek naar het voorkomen van deze in West-Friesland.  Over de  maten schrijft ze: “De sikkels zijn over het algemeen tussen 10,6 en 19,1 centimeter lang, gemiddeld 15,8 centimeter (berekend op basis van 51 sikkels). De breedte varieert tussen 3,1 en 5,1 centimeter, met een gemiddelde van 3,9 centimeter (berekend op basis van 50 sikkels). De dikte ligt tussen 0,8 en 1,8 centimeter, met een gemiddelde van 1,3 centimeter (berekend op basis van 25 sikkels)”
Daar steken de maten van mijn sikkel (8,5 x 2,1 x 1,2 cm) schraal bij af. Het zou kunnen dat ze regelmatig is bijgewerkt, net zo lang tot het niet verder ging. Immers Helgolander Plattenflint is niet in grote hoeveelheden in onze contreien beschikbaar en dus moest je er zuinig op zijn. Het kan daarom ook maar zo zijn dat ze gemaakt is van een restant en daardoor niet groter is “gegroeid”.
Rest ook nog de vraag of de sikkel hier gemaakt is uit geïmporteerd Plattenflint of dat het al een halffabrikaat/eindproduct was dat men hierheen haalde. We kunnen het de maker niet meer vragen…

Pierre-Carriere-vuurstenen-sikkel-type-A-Helgolander-Plattenflint-overzichtEen vuurstenen sikkel. Hij stond op mijn bucketlist van droomvondsten, in goed gezelschap van een dolk en een hamerbijl. Maar ik heb altijd het idee gehad dat ik daarvoor toch naar Denemarken zou moeten. Geluk zit in de kleine dingen, soms van slechts 8,5 centimeter groot. Ik heb nog even met de gedachte gespeeld om de sikkel op ware grote op mijn bovenarm te laten tatoeëren, vergezeld van de vondstdatum, maar daar heb ik toch maar vanaf gezien. Ook bij deze hobby moet je grenzen stellen.

Pierre Carriere, juni 2020 

De Verteller van het Oude heeft Pierre nog nooit ontmoet, althans niet in persoon. Via de sociale media heeft hij toch het gevoel hem een beetje te kennen. Zijn vele prachtige foto's en dito vondsten dragen bij aan dit beeld.
In de toekomst zullen we elkaar zeker tegenkomen, wie weet op één van de Drentse akkers.
Fleur Schinning heeft een helder artikel geschreven over Vuurstenen sikkels, een veelvoorkomend verschijnsel in West-Friesland?

Klik hier voor meer verhalen van (amateur)archeologen en hun vondsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Keyphrase: vuurstenen sikkel, vuurstenen sikkel, vuurstenen sikkel, vuurstenen sikkel, vuurstenen sikkel, vuurstenen sikkel

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!