Hoe zwaarder hoe beter!
Zwerfstenen hadden al van jongs af aan mijn onverdeelde belangstelling. Ik zag ze zogezegd allemaal liggen. In de loop der jaren zijn er heel wat aan mijn geestesoog voorbijgetrokken. Zwerfstenen met kunstzinnige vormen voor in de tuin of op een sokkel. Gletsjermolenstenen, gletsjerbodemstenen, stenen met gletsjerkrassen, windkanters, zelfs een windrots in Zweden.
Omdat er een samenhang is tussen geologie en archeologie moesten die twee natuurlijk wel een keer samenvallen maar daar was ik destijds nog helemaal niet mee bezig. Kennelijk moest ik daarvoor eerst nog een shocktherapie ondergaan. Nu dat verband er ook bij mij is vind ik het echt wel een gelukkige combinatie. Het is alsof je van twee walletjes kunt eten.
De shocktherapie onderging ik trouwens in 1988. Fietsend in het Asserbos zag ik een zwerfsteen liggen met een kleine uitholling. Alle zwerfstenen hebben uiteraard een begrenzing, bol door afronding of hoekig met meerdere vlakken. Als ze daarnaast ook nog een holte vertonen wordt het tijd om beter op te letten. En deze zwerfsteen had dus een duidelijke uitholling van zo n 15 cm diameter. Dat leek me echt niet natuurlijk toe.
Dat was dus het moment dat ik onderscheid begon te zien tussen geologie en archeologie… Er mee naar Jaap Beuker (bekende steentijd autoriteit– AtB), die bij mij in de buurt woont. Hij sprak het verlossende woord. Yes dus, een napjessteen!!
De schok die je plotseling met het verre verleden confronteert. Je zult dat gevoel wel herkennen. Het feit dat vroegere bewoners zo’n voorwerp hebben gebruikt, dat het al duizenden jaren buiten ligt, dat niemand het ondertussen heeft herkend en dat jij degene bent met het gelukkige oog.
Kort daarop nam Jaap me mee naar de zolder van het Drents Museum, dat toen nog in gebruik was als archeologische opslagplaats. Daar lagen ze te kust en te keur, in alle maten van klein tot groot.
Vervolgens is dat gebruiksvoorwerp voor het malen van graan of kruiden me zo in het hoofd gaan zitten, sinds dat moment ben ik helemaal gefocust op stenen met verdachte vlakken of holten.
Toen ben ik ook lid van de Drents Prehistorische Vereniging geworden, nu dus al meer dan 30 jaar geleden.
In de loop der jaren daarna ben ik meerdere keren bij Jaap langs geweest. Hij keek me wel eens hoofdschuddend aan. Daar heb je hem weer. Wat heeft hij nu weer achterop de fiets liggen?
Mijn eerste vondst moest natuurlijk in de woonkamer liggen. Nog net niet ’s avonds mee naar bed. Naarmate het er meer werden ging dat natuurlijk steeds moeilijker.
Daarom liggen de mooiste stenen nu in de garage en voor het overige in de tuin, bij de voordeur of opgeslagen en afgedekt. Het is elke keer een grote kick als je er weer eentje aantreft. De verwondering, ze liggen al duizenden jaren buiten bijna op je te wachten. Ze liggen op een boerenerf, langs de weg, midden in de stad of het dorp, op een hoop keien, totdat iemand ze herkent.
Anekdotes slijpsteen, maalsteen en napjessteen
Het is ook bijzonder dat er zo vaak een anekdote aan zo’n vondst is verbonden. Hier volgen er enige:
- Toevallig wandelend in het donker en in de regen over een keienbestrating valt in het licht van een straatlantaarn een cirkeltje van water op in een straatkei. Het blijkt te gaan om een dubbelzijdige napjessteen van diabaas, wel een ongebruikelijke steensoort omdat het dicht en hard materiaal is en glad wordt bij gebruik. Zonder de regen zou de kei waarschijnlijk nog wel op dezelfde plek liggen, namelijk bijna voor de deur van het plaatselijk museum in het dorp. Om te voorkomen dat er een gat in de bestrating achterbleef moest ik wel even een passende steen terugplaatsen.
- Het is mooi weer. De zon schijnt. Zoonlief en ik fietsen bij Huis ter Heide in noordelijke richting. Aan de overkant van de weg (de zonkant) ligt een hoop keien op zo’n 20 meter afstand. Plotseling flitst het zonlicht van opzij op één der keien. Niet te missen. Een prachtige grote maalsteen ligt even later voor mijn voeten. Bleek 55 kg te wegen! Een hele toer om het ding achterop mijn fiets te krijgen. Assen is zeven kilometer ver. Dat wordt dus even doorzetten. Gang zetten voor een fietstunnel onder de A28. Alleen als een vliegende bom heb ik voldoende massa om de overkant te halen. Sjonge wat een indrukwekkend exemplaar.`
- Fietsend richting Witten zie ik bij een paaltje op de hoek van een stuk weiland, een platte kei liggen. Het is een slijpsteen van kwartsiet. En dat terwijl ik zeker weet dat een week geleden er op die plek niets lag.
- Op het Eiland van Vollenhove is bij Heetveld een geologisch openluchtmuseum ingericht in een verlaten zandgroeve. Met een keitjesbegrenzing is Scandinavië uitgebeeld. Diverse grotere stenen zijn op hun herkomstplek neergelegd. Voor bezoekers is een verhoging met een hekwerk aangebracht met uitzicht op Scandinavië. Daar zullen voor mijn komst toch al wel de nodige belangstellenden zijn wezen kijken. Al uitkijkend ontgaat je dan dat er aan de rand van de ophoging een prachtig glimmende, dubbelzijdige slijpsteen van kwartsiet op een vinder ligt te wachten. Nu niet meer, want de slijpsteen ligt hedentendage in het museum te Zwolle. In het algemeen heb ik namelijk wel de gewoonte om vondsten uit een andere streek bij een daar aangewezen instantie achter te laten. Zo ook met enige weemoed deze slijpsteen.
- Op de TT dag in Assen hoeft niet alles motorgeweld te zijn wat de klok slaat. Als om 10 uur ’s ochtends iedereen binnen de hekken is, fiets ik voorbij een grote ingang en mijn oog valt direct op zo’n 20 meter afstand op een glanzende platte zwerfsteen die midden tussen de toegangshekken in het zand ligt. Van de zeker tienduizenden bezoekers die hier doorgaans passeren, moeten er wel diverse over deze bijzondere slijpsteen zijn gestruikeld.
- Ook in Haren valt nog wel eens iets te ontdekken. Midden in het centrum leidt een smalle zijweg naar een molen waar bezoekers voor diverse producten terecht kunnen. Links van de weg ligt een grote zwerfsteen, bedoelt om verkeer ter plekke te geleiden. Nadere inspectie toont dat er wel 6 napjes in de steen zijn aangebracht. In goed overleg met de moleneigenaar mag ik hem wel meenemen als ik maar een soortgelijk exemplaar terug plaats. Deal gesloten uiteraard. Het vereist wel zekere inspanning en acrobatiek om de -naar later bleek 65 kg zware steen- in de achterbak van de auto te krijgen.
- Mijn hoop is een keer gevestigd geweest op telepathie. Dat zat namelijk zo. Ik liep op een hoop stenen af, voelde letterlijk met mijn hand onder de bovenste steen en beroerde gelijk een glad maalsteenvlak.
Het heeft niet zo mogen zijn. Het is me nog geen tweede keer overkomen. - Zonder enige overdrijving, het is meer dan één keer voorgekomen dat ik in Assen boodschappen ging halen, maar in plaats daarvan met een maalsteen of slijpsteen terug kom. Zelfs een napjessteen met 3 napjes, verdeeld over de twee platte kanten lag tot niet zo lang geleden bij de brievenbus ter hoogte van het Provinciehuis te Assen.
Functie van napjessteen en maalsteen
Het gebruik van maalstenen is wel duidelijk, graan malen! Het gebruik van napjesstenen is dat nog niet. Zelfs Jaap Beuker moet toegeven dat daar nog geen duidelijk antwoord op kan worden gegeven.
Wat moet je bijvoorbeeld denken van zo’n napjessteen uit Haren met 6 napjes verdeeld over de steen?
Mijn mooiste exemplaren hebben al eens op een expositie gelegen in Wierden. Daaraan voorafgaand heeft Jaap Beuker me geholpen de stenen te karakteriseren op tijdperk en gebruiksgemak.
Het doet iets denken aan een vergelijkend onderzoek van stofzuigers door de Consumentenbond. De één werkt beter en efficiënter dan de andere. Maar 350 kilo aan zware stenen tweemaal in en uit de auto te dragen, samen met een iets gewijzigd rijgedrag van de auto, nodigt toch niet uit om dat veel vaker te doen.
Bij het bestaan van lichte en zware maalstenen zou je je best voor kunnen stellen dat de zware in een soort vast kamp (basiskamp) achterbleven en dat de kleinere werden meegenomen op meerdaagse trektochten door een gebied.
Overpeinzingen
Als je eenmaal gefocust bent op dit soort gebruiksvoorwerpen, wordt de kans niet groter dat je ook nog eens zeg maar een pijlpunt zult vinden.
Daarnaast is een zoekseizoen van oktober tot maart op deze vondstcategorie totaal niet van toepassing. Wat wil een amateurarcheoloog nog meer?
Het is jammer dat het bijna allemaal losse vondsten betreft en je het dus niet aan een site kunt koppelen.
Op een site ben je bewust aan het zoeken. Op een losse vondst ben je nooit verdacht.
Alleen al het aantal gevonden exemplaren in Assen en omgeving -er zullen er vast nog wel meer liggen- zet je toch wel eens aan het denken over de vroegere bevolkingsaantallen/-stromen in deze streken.
En na al deze verhaaltjes is het je misschien al opgevallen dat er soms helemaal niet zo veel zoeken aan te pas komt. Van het zoeken kun je zelfs moe worden. Opletten is voldoende.
Je komt ze gewoon tegen – of niet!
Fokke Kiestra, 30 maart 2020
De Verteller van het Oude ontmoette Fokke voor het eerst in 1996. Samen met anderen groeven we op een kampplaats van de Hamburgcultuur. Nadien hebben we meegewerkt aan een replica van het tempeltje van Bargeroosterveld. De Verteller kent Fokke als een bevlogen zoeker en verteller die over zijn stenen nog tientallen anekdotes kan vertellen.
Klik hier voor meer verhalen van (amateur)archeologen en hun vondsten.
keyphrase: slijpsteen, slijpsteen,slijpsteen