Ouder Nieuws (archief) Mijn archeologische belevenissen en die van anderen in de voorafgaande jaren

November 2023

Nemrud Dagi, een wereldwonder 

Jarenlang heb ik mogen meehelpen aan het restaureren van het graf van koning Antiochos in Zuid-OostNemrud, door iedereen verlaten, behalve door de Goden. Turkije. Velen noemen het ook wel het achtste wereldwonder. Niet onterecht! Bovenop de 2600 meter hoge berg heeft de koning -1e eeuw na Chr.- een monument geschapen wat “voor de eeuwigheid” zou zijn. Helaas behoeft en behoefde het dringend restauratie. Een voorrecht om daar gedurende vijf prachtige jaren bij te zijn.
In onderstaande link ziet u een journalist die in de winter de top van de iconische berg probeert te halen. Spectaculair en moeizaam.
Klik hier.

Boeken Terpenvereniging 

boeken terpenverenigingVandaag een verrassing. De post bracht mij twee boeken van de Vereniging voor Terpenonderzoek. En wat voor een boeken!
Ik ben lid van deze verenging voor slechts €25,- per jaar. Zij slaagt erin voor dit luttele bedrag per lid diverse onderzoeken mede te financieren en per jaar een geweldig boek (onder redactie van Annet Nieuwhof) uit te geven. Deze wordt de leden gratis toegestuurd. Dit jaar “Van Drenthe tot aan ’t Wad”, Over landschap, archeologie en geschiedenis van Noord-Nederland, Essays ter ere van Egge Knol. Egge nam dit jaar afscheid als conservator Archeologie, geschiedenis en oude regionale kunst van het Groninger museum.
Het tweede boek; Friese terpen in doorsnede is zo mogelijk nog imposanter. Ruim 400 bladzijden over landschap, bewoning en exploitatie. 
Ik blijf me verbazen, ook gratis voor haar leden. Ik zou bijna alle archeologisch geïnteresseerden oproepen om lid te worden van de Vereniging voor Terpenonderzoek. Wat een actief stel!!

Prehistorisch modern vuur maken 

Ik heb al op verschillende manieren geprobeerd om vuur te maken zoals de prehistorische mens dat zouvuur maken doen. Niet altijd met evenveel succes overigens. Soms zijn het de weersomstandigheden die mijn succes in de weg stond, soms was het mijn eigen onkunde. Maar uiteindelijk begon ik het vuur maken beter onder de knie te krijgen, hoewel ik nog steeds een bepaalde nervositeit in mij voel als ik er aan begin. M.a.w. een beetje faalangst van de moderne mens. Op Facebook kwam ik manier tegen, waarbij de menselijke inspanning tot een minimum werd beperkt. 
Klik hier en laat u verrassen.

Archeologiedagen in Bredevoort

fanatieke jongelingen aan het werk met vuursteen in BredevoortDe weersvoorspelling was waardeloos. De hele dag regen en veel ook. Een stevige wind zou het herfstweer complementeren.  De organisatie had voor een zeer tot de verbeelding sprekend programma gezorgd. Voor volwassenen in de ochtend diverse lezingen, voor de jongeren vuursteen bewerken met ArcheoFlint en diverse andere activiteiten op het gebied van archeologie. ’s Middags toen Pluvius de voorspelling waarmaakte, mochten we de “ouderen” de eerste beginselen van het vuursteen bewerken bijbrengen. Er zaten een paar natuurtalenten bij, maar over het algemeen werd de vaardigheid van onze voorouders als zeer moeilijk ervaren. Het respect voor hen groeide.
Een zeer geslaagde dag, perfect georganiseerd!!

Kleinste schrabber ooit

Alle “steentjeszoekers” hebben zich wel eens verbaasd over de vele schrabbers die in de prehistorie zijnkleinste schrabber ooit gebruikt. Ze hadden dan ook vele doeleinden.
De kleinste in mijn verzameling zijn de “duimschrabbers”, nauwelijks een centimeter in doorsnede. Gezien de grote hoeveelheid ervan, moeten ze een belangrijke functie hebben gehad. Mij -met mijn boven proportioneel grote Neanderthaler vingers- ontgaat hun doel. Ik kan ze nauwelijks vasthouden, laat staan gebruiken. 
In een collectie van een andere onbezoldigde archeoloog kwam ik er eentje tegen die nauwelijks een doorsnede van 4 mm had!! Helaas heb ik geen scherpere foto -waarop de bewerking ook goed te zien is. De camera had moeite met focussen!! Laat staan dat deze te gebruiken valt door mij.
tja, een raadseltje.

Lezing over de Emsland (concentratie)kampen

Concentratiekamp Fullen, tekening van gevangene Francesco FrisoneDonderdag 9 november in het Oermuseum in Diever geven Kees Epema en ondergetekende een lezing over de 15 (concentratie)kampen langs de Drents/Groningse grens. Tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog vinden daar mensonterende toestanden plaats. Een stukje geschiedenis dat nooit vergeten mag worden.
Opgave via de mail: reserveren@oermuseum.nl
Kosten: € 5,-

aanvang: 19.30 uur
Meer info: scrol dan een eindje naar beneden.

Oktober 2023

Bericht van Martin van den Bosch op FB

Anne ten Brink aan het werk op het kampioenschap vuistbijl maken , toch een goed resultaat gehaald ,Wisseltrofee vuursteenkampioenschap Diever mooie 3e plaats .
Prachtig om te zien hoe kundig en precies ze te werk gaan . Ware kunstwerken en heel leerzaam om te zien . 😎😎😎😅😅😅😁😁😁
 

Vuursteen bewerken in Breda

ArcheoFlint, vuursteen bewerken in Breda, Nieuwe Veste 2023langzamerhand breidt ArcheoFlint haar activiteiten uit. Samen met Ernest en Josée werd de Verteller van het Oude gevraagd om een dag vuursteenbewerken voor kinderen te verzorgen in Breda. We hebben even getwijfeld, want het is toch wel heel veel rijden op een dag.
Doorslaggevend was de geweldige organisatie. Zij had er voor gezorgd dat naast onze vuursteen bewerking er voor de kinderen veel meer te beleven viel op het gebied van Archeologie. Bovendien had men diverse basisscholen over onze komst geïnformeerd. En dat hebben we geweten!!
Enige minpuntje: de ellenlange files op de terugweg! 
Heel veel dank aan Fiep en haar collega’s voor de geweldige dag!!
 

Nederlands Kampioenschap vuistbijlen maken

Op de website van het Oermuseum staat het volgende te lezen:
Op zaterdag 28 oktober vindt op de Brink, voor het Oermuseum in het Drentse Diever, het jaarlijkse vuistbijlkampioenschap plaats.
Uit het hele land verzamelen zich steen- en vuursteenbewerkers om onderling uit te maken wie het best zijn overgeleverde Neanderthalergenen tot uiting weet te brengen. Ze moeten het met 2 tot 5 procent van hun genen doen. De rest is 50.000 jaar geleden uitgestorven en vervangen door moderner Afrikaans materiaal.
Vondsten uit de bodem laten zien dat Neanderthalers zeer effectief stenen wisten te bewerken tot handige snijdende gereedschappen. De vuistbijl is daarvan het karakteristieke bewijs. Honderdduizenden jaren lang bleef deze vanwege zijn multifunctionele toepassingen in de mode.
Vuistbijlen zijn dus oeroud. Het maken ervan stelt hoge eisen aan de vakbekwaamheid van zijn vormgever. Nog steeds blijkt deze kwaliteit sluimerend aanwezig.
Op 28 oktober a.s. word je, van 10.00 tot 12.00u, in Drenthe wakker geschud bij het kijken naar hoe het nog steeds mogelijk is uit een ruwe steen een ‘Zwitsers zakmes’ te maken. Of, als je al eerder wakker was, méé te doen aan het kampioenschap. Waarom? Omdat het een uitdaging is . Een beleving, een kunst, waarbij niets zeker is en er na een gelukte afslag steeds weer nieuwe mogelijkheden opduiken. Een vuistbijl maken is als een reis door de tijd.
Om aan het kampioenschap mee te kunnen doen moet je je opgeven via de website van het Oermuseum. reserveren@oermuseum.nl of bel 06-26802024, onder vermelding van je naam, leeftijd en contactgegevens Elke deelnemer neemt zelf zijn/haar eigen gereedschap en steenmateriaal mee. De deelname is gratis.
Regels en eisen:
Maak binnen twee uur uit één of meerdere onbehouwen stenen één of meerdere vuistbijlen. Het type vuistbijl moet passen in de typologie reeks van vuistbijlen van Neanderthalers in Europa.
De activiteiten vinden plaats onder het oog van het publiek.
Na 2 uur stop je je activiteiten en leg je je werkstukken klaar voor de beoordelingscommissie.
Om 12.30 uur wordt de uitslag publiekelijk bekend gemaakt en krijgt de nieuwe kampioen de wisseltrofee uitgereikt.
Op dezelfde dag is er ’s middags van 14.00 tot 16.00u een workshop vuursteenbewerking onder leiding van ervaren vuursteenbewerkers. Iedereen die zich jong genoeg voelt kan hier de eerste stappen zetten. Geef je op, dan kun je daar aan de slag!
September 2023

“Verdwenen” artefact terecht!

Middenpaleolitische schrabber van Sigrid WolfNegen artikeltjes onder de huidige, leest u een verhaal over Sigrid Wolf. Ik had dat artikel ook op Facebook geplaatst. Onder de mensen die commentaar hierop gaven waren Frans de Vries en Matthijs Vos. Door hen werd ik gewezen op een Middenpaleolitische schrabber die Sigrid gevonden had in Smilde. Helaas kon niemand mij vertellen waar het artefact gebleven was, ik begon al te vrezen dat ze verloren was gegaan voor Drenthe. Vooral ook omdat een groot deel van Sigrids artefacten door een Duitse archeoloog meegenomen waren. 
Gelukkig was mijn vrees ongegrond. In 2008 heeft Sigrid haar schrabber geschonken aan het Drents Museum. In het veel geprezen boek “Valsheid in Gesteente”, staat op pagina 104 een foto afgebeeld van Sigrids artefact. 

Vincent in Drenthe

Voorafgaand aan de officiële opening van de tentoonstelling “Vincent van Gogh in Drenthe” organiseerdeTentoonstelling Drents Museum over de werken van Vincent van Gogh in Drenthe het Drents museum voor haar “vrienden” een speciale introductie. 
Verwachtingsvol toog ik er naar toe. En … ik werd absoluut niet teleurgesteld.
Ten eerste werd ik getrakteerd op een prachtige lezing, een uiteenzetting van Vincent zijn reizen voor en door Drenthe. Diverse feiten die mij onbekend waren, kwamen mij ter ore. 
De tentoonstelling is een must! Vierentwintig schilderijen maakte Vincent in het veengebied van Drenthe. Hiervan kunt u zestien werken bewonderen. Daarnaast zijn er vele werken te zien van schilders door wie Van Gogh geïnspireerd is geraakt.
Helemaal flabbergasted was ik van de visuele toer die u kunt maken als u plaatsneemt in de coupé (symboliserend de reis per trein van Vincent naar Drenthe) en de minstens vier meter hoge afbeeldingen aan u voorbij gaan. 
Ik heb erg genoten van het gebeuren en daarom geeft
de Verteller van het Oude de volgende adviezen: a) Bezoek de tentoonstelling b) Word “Vriend van het Drents Museum”.
 
Zomer 2023

Drentsche Volksalmanak

Oude Drentsche VolksalmanakHelp, help!!
Ik probeer mijn collectie DVA uit te breiden. Helaas gaat het minder snel dan ik gehoopt had. Op het internet zijn ze maar mondjesmaat te vinden. Althans de wat oudere exemplaren. En juist daar ben ik naar op zoek. Tussen 1925 en 1950 mis ik nog de jaren ’27 en ’28 +1934 t/m 1939. Heb een of meerdere delen van dit Drentsche jaarboek en je zou ze kwijt willen tegen een redelijke prijs, stuur mij dan even een PB. Voor nog oudere exemplaren houd ik me ook aanbevolen. 

15 onbekende concentratiekampen 

Barak uit Kamp Versen.De afgelopen twee jaar ben ik -samen met vriend Kees- op zoek geweest naar overblijfselen van  concentratiekampen in het Emsland. In de streek langs de Drents/Groningse grens, aan Duitse zijde, heeft zich gedurende de Tweede Wereldoorlog -en vlak daarvoor-  een afschuwelijk en nu bijna vergeten drama afgespeeld. In 1933 Richtten de Nazi’s 3 werkkampen in voor de tegenstanders van Hitler, zonder veroordeling konden zij weggestopt worden in deze kampen, te midden van uitgestrekte moeras gebieden. Doel was de gebieden te ontginnen en gereed te maken voor de landbouw.
Soms ontsnapte een gevangene naar Nederland -de grens was soms niet verder dan 1500 meter weg- waarna ze opgepakt en teruggestuurd werden. Velen werden meteen doodgeschoten, Auf der Flucht erschossen!
In de jaren daarna kwamen er steeds meer kampen bij, 15 in totaal. De populatie veranderde.  O.a. verzetsstrijders en krijgsgevangenen werden er opgesloten. Ook Nederlanders kwamen in de kampen terecht. Men moest vele ontberingen doorstaan. Te eten kregen de mensen nauwelijks, het werk was zwaar. De bewaking meedogenloos, de kleding ontoereikend, ziekten braken uit. Volgens de officiële cijfers hebben meer dan 30.000 mensen hun leven verloren in de door Jan en alleman verlaten omgeving. Het werkelijk aantal doden is veel hoger. In de vele massagraven liggen duizenden Russische soldaten, meestal gestorven als gevolg van uitputting -ze werden stelselmatig uitgehongerd- en ziekten, vnl. vlektyfus en dysenterie. 
Hun behandeling tart elke beschrijving, een Russisch leven was niks waard. Er stierven meer ongelukkigen dan er in de boeken geregistreerd staan. Sommige onderzoekers beweren dat met het dubbele aantal sterfgevallen (vermoorden) rekening gehouden moet worden. 
Tegenwoordig is van de kampen weinig over. Je moet goed zoeken naar aanwijzingen uit het verleden. Maar ze zijn er. Vandaag de dag is er meer aandacht voor wat er minstens 80 jaar geleden gebeurd is. In Esterwegen is een groot herdenkingscentrum opgericht. Daar kan de bezoeker de verschrikking van het Nazi regime goed in zich opnemen. Vergeet vooral niet een bezoek te brengen aan de vele massagraven. Het maakt je nederig, steeds maar weer stel je die ene vraag: ‘Waarom doen mensen elkaar dit aan?”

Oermarkt Emmen

Aan het begin van de vakantie werd de Verteller van het Oude en zijn maatjes Ernest en Josée gevraagd om in Emmen de Oermarkt te komen opluisteren met demonstraties vuursteenbewerken. Gezien deVerteller van het Oude op de Oermarkt in Emmen, vuursteen bewerken met kinderen. ervaring van vorig jaar rekenden wij -van ArcheoFlint- op een zeer drukke dag en een overweldigende belangstelling van de jeugd. 
De Oermarkt, met vele stalletjes op het gebied van archeologie/geologie, vormt bij uitstek een geschikt uitje voor het hele gezin. 
Dit jaar zat het weer gelukkig mee en ondanks de vele activiteiten in Emmen op die dag, werd het een zeer drukke en gezellige dag. We hebben honderden kinderen kunnen helpen hun eigen speerpunt/bijl of pijlpunt te laten maken.
Een fantastische organisatie en een super enthousiast publiek doet ons uitzien naar volgend jaar.

Sporen op het land

Zo, de gedwongen rustperiode zit er weer op.
najaar zoektocht Verteller van het Oude Het najaar zoekseizoen is weer begonnen voor me. De dag ervoor was ik langs mijn meest interessante plekken gereden. Veel gewassen stonden nog op het land, een aantal akkers waren reeds onbegaanbaar vanwege de groenbemester die nog sneller als paddenstoelen uit de grond schieten.
Eén akker was echter begaanbaar. De boer had geen bezwaar, dus toog ik er in de vroege ochtend op uit. Door de regen van de afgelopen tijd was de zichtbaarheid op grond fantastisch.
Het duurde dan ook niet lang voordat ik mijn eerste artefact kon oprapen. Er zouden nog meer dan 100 volgen. 
Je bent altijd op zoek naar iets bijzonders, dat geluk had ik deze keer niet. Wel drie schrabbers, ook leuk!

Mammoet aan de muur

Nou ja, beetje overdrijven mag wel!ribben van een mammoet aan de wand
Een tijdje geleden ben ik in het bezit gekomen van twee ribben. Volgens mij behoren ze toe aan een mammoet. Helaas zijn ze niet compleet, sterker nog, er ontbreekt een belangrijk deel.  De dikke knobbel voor de aanhechting aan de ruggengraat is weg en het uiteinde -het dunnere gedeelte- is ook afgebroken. Bovendien is één van de ribben overlangs gescheurd.
Maakt allemaal niet uit, ik ben er blij mee! In een verloren hoekje van mijn kamer hangen ze aan de wand. Rustig afwachtend tot de schedel met de grote slagtanden hen gezelschap komt houden.

Akropolis van Athene

Even wat anders.

Akropolis van AtheneIk maakte in 2000 kennis met een van de beide auteurs van bovengenoemd boek, Eric Moormann. Toentertijd was hij werkzaam aan de UvA. De daaropvolgende vijf jaar zou hij een van projectleiders van het Nemrud project in Zuidoost-Turkije zijn. Ik was daaraan verbonden als de logistiek manager. 
Zijn enorme kennis van de Grieks/Romeinse wereld slurpte ik op.
Het contact verwaterde, via zijn grote hoeveelheid publicaties bleef ik Eric een beetje volgen.
Onlangs verscheen o.a. van zijn hand een nieuw boek. Wederom slurpte ik de informatie in mij op. De Akropolis van bronstijd tot aan heden. Haar bewogen geschiedenis in vele facetten beschreven op een zeer aansprekende manier. Uiterst leesbaar en verlucht met vele foto’s. 
“De Akropolis van Athene” staat op de longlist voor de Libris geschiedenis prijs, van mij mag ze door naar de shortlist. Ja, zelfs winnen. 
Super Eric (en Janric)!

Kanonskogel, ter land en ter zee

Zo af en toe vind ik het heerlijk om over een rommelmarkt te lopen. Snuffelen naar koopjes, afdingen en meestal iets kopen wat ik eigenlijk niet nodig heb. kanonskogel draaibas
Zo ook op deze donderdag in de zomervakantie op een markt in Zuidlaren. Ik bleef staan bij een standje waar je normaal gesproken aan voorbij gaat. Op de tafel lagen diverse gereedschappen -sommigen zwaar verroest- uit de tijd van mijn grootouders. Nu ben ik al een man op redelijk gevorderde leeftijd, dus dat is al een behoorlijke tijd geleden. Met zo’n vage en lome blik in de ogen van “Hier ligt toch niets”, flitste ik over de tafel heen. Ineens werden de pupillen groter en bleef mijn blik gericht op een klein, rond voorwerp. “Een kanonskogel”, hoorde ik de ervaren verkoper ongevraagd zeggen. Hij kon me de herkomst -“Opgekocht in een partij”- niet vertellen. Helaas. 
De kanonskogel meet 5,6 centimeter in doorsnede en is van gietijzer. Het gewicht bedraagt ca. 600 gram.
Het zou kunnen zijn dat de kogel afgeschoten werd door een zgn. draaibas. Een klein kaliber geschut dat op de reling van een schip gemonteerd was. Deze stond op een ijzeren pen -de mik-, zodat het kanon alle kanten op kon worden gedraaid. Ze diende om waarschuwingsschoten af te vuren of in geval van entering schade aan de tegenstanders toe te brengen. Voor een draaibaskogel is het gewicht aan de zware kant. Daarom zou een ander kanon type eigenlijk voor de hand liggen. Helaas ben ik niet genoeg deskundig op dit gebied. Wie wel?
Ten slotte een derde mogelijkheid. Het kwam voor dat een groter kanon geladen werd met een aantal van deze kogels. Ze heeft dan een verwoestende uitwerking op de tegenstanders.
Vanaf nu bestaat mij verzameling uit duizenden steentjes en één ijzeren artefact van de rommelmarkt, waarvan de herkomst niet meer te achterhalen is.

Sigrid, vrouw met hart voor Neanderthalers.

Collectie Sigrid Wolf, gereed om uitgezocht te worden.

Een aantal jaren geleden overleed Sigrid Wolf. Tijdens haar leven was ze een verwoed verzamelaar van stenen. Uiterlijk en beeltenissen die ze hierin zag vormde de basis van haar collectie.
Daarnaast verzamelde Sigrid diverse artefacten uit de tijd van Neanderthalers. Helaas heeft zij hiervan geen administratie bijgehouden, zodat wij nu in het duister tasten over de herkomst van de meeste artefacten. Een manco dat vaker voorkomt bij amateurarcheologen, waardoor de vondsten inboeten aan archeologische waarde.
Haar nabestaanden riepen de hulp in van Ernest, die op zijn beurt de Verteller van het Oude inschakelde. 

Vroeg in de ochtend begonnen we de vele duizenden stenen te bekijken op bewerkingssporen. Afgezien van diverse Mesolitische en Neolitische afslagen kwamen we vooralsnog niets bijzonders tegen. Tot dat we bij de laatste kisten aankwamen……
Voor mij lag een prachtige vuistbijl!!
Een exemplaar die we uit Noord-Nederland en Noord-Duitsland -het zoekterrein van Sigrid- niet kennen. Gelukkig was op de de achterkant Abilly genoteerd, een gebied tussen Tours en Lemans in Frankrijk ter grootte van 32000 km2 . Een verdere precisering is niet mogelijk.
Het vermoeden bestaat dat Sigrid het artefact heeft aangekocht.
De Verteller van het Oude heeft het genoegen gehad haar twee keer te mogen ontmoeten. Op hem maakte ze een gedreven en onuitwisbare indruk. Tijdens haar leven probeerde ze artefacten te vinden die gezien werden als kunstuitingen van Neanderthalers. Ze vond het onbegrijpelijk dat ik niet zag wat zij in de stenen zag.
Beste Sigrid, ik heb bewondering voor jouw doorzettingsvermogen en je onophoudelijke inspanning de wereld van onze gezamenlijke voorouders te ontrafelen. 
Rust zacht!

Mei 2023

Een verbazingwekkende collectie

Bijlen uit de Collectie van Huub SpronckHet mooiste object in het bezoekerscentrum van Rijckholt (zie een paar eerdere berichten) is een grote, prachtig geslepen bijl. Geen beschadiging te zien! Mogelijkerwijs een grafgift!
Ik stond er vol bewondering naar te kijken en raakte in gesprek met de man naast mij.  Huub Spronck -uit Cadier en Keer- vertelde mij dat dergelijke bijlen geen zeldzaamheid in Limburg waren. Hij had er ook diverse gevonden, in totaal meer dan 600 (!!). Helen en gebrokene wel te verstaan. Mijn adem stokte, hoe was dat mogelijk. Deze voormalige hunebedbouwer heeft in zijn leven 8 bijlen gevonden, is er apetrots op! Het aantal van Huub gaat zijn bevattingsvermogen ver te boven. Huub zag het ongeloof in mijn ogen,Vitrinekast zonder commentaar-collectie Huub Spronck nodigde me ogenblikkelijk uit om zelf zijn verzameling te komen bekijken.
Met hoge verwachtingen toog ik de volgende dag naar zijn woonplaats. Ik werd niet teleurgesteld, sterker nog, het was onbeschrijflijk. De mooiste collectie van een amateurarcheoloog die ik ooit heb gezien! Ongelooflijk, ik heb zitten kwijlen als een klein kind. 
Bijlen, pijlpunten, fossielen etc., te veel om op te noemen. In verzamelingen van amateurarcheologen ontbreekt vaak een goede verslaglegging en inventaris. Niet bij Huub, hij heeft het keurig op orde. Bovendien is hij een zeer goede tekenaar waardoor de rapportage van de vondsten rijk geïllustreerd is.
Ik had graag langer willen blijven, maar moest de terugweg naar Drenthe nodig aanvaarden. 
 

Terug in de tijd; ondergronds!

Prehistorische vuursteenmijnen van RijckholtIn 1964 werd een ondergrondse gang aangelegd dwars door een gebied met prehistorische vuursteenschachten in het Limburgse Rijckholt. Hierdoor openbaarde zich het werk van onze voorouders in haar volle omvang. De nauwe gangetjes, de pilaren, de achtergebleven werktuigen etc. werden voor het eerst sinds lang vervlogen tijden blootgelegd. In de loop der jaren hebben tal van bezoekers zich kunnen verbazen en vergapen aan de vuursteenindustrie uit het Neolithicum (en daarvoor). 
Staatsbosbeheer heeft het beheer ervan overgedragen aan de Stichting Van Schaik. De vrijwilligers van deze laatste groep constateerden dat aan de mijnen het een en ander moest gebeuren. Immers, sinds ’64 was er niks veranderd. Twee nieuwe zijtakken werden uitgehakt in een gedeelte waar de stabiliteit van het kalksteen te wensen overliet. Prachtig is de schacht die van onderaf helemaal naar boven te volgen is.
De bezoeker staat nu nog meer in contact met de prehistorie. In 1964 plaatste men tralies voor de prehistorische doorgangen, anno 2023 belet een dun draadje er de toegang tot.
De Verteller van het Oude is lange tijd beneden geweest, toen hij weer bovengronds kwam was het respect voor de vuursteendelvers enorm toegenomen. Wat een lef en moed!
Bent u in de buurt? Ga langs!

Opening bezoekerscentrum Rijckholt

de prachtige entree bezoekerscentrum RijckholtHet zou ook een keertje tijd worden. De vuursteenmijnen bij Rijckholt zijn een prehistorische attractie van de eerste orde. Het heeft mij altijd bevreemd dat ze niet meer gepromoot werden. 
Stichting Van Schaik heeft deze lacune opgepakt. Met een tomeloze inzet hebben vele vrijwilligers er voor gezorgd dat het dorp een volwaardig bezoekerscentrum rijker is geworden. Ze is ondergebracht in het voormalig klooster van de de Paters Dominicanen. Een zeer passende locatie, de paters hebben rond de dertiger jaren van de vorige eeuw diverse opgravingen verricht in het Savelsbos. 
Zoals gezegd; de locatie is schitterend, de informatie en het “uiterlijk” van het bezoekerscentrum behoeft nog enige aandacht. Men heeft hard gewerkt om het voor dit zomerseizoen af te krijgen, het finetunen moet echter nog gebeuren. Hopelijk krijgen professor Waterbolk en Van Giffen dan ook meer waardering voor hun werk!

Kunst van de Homo Sapiens

prehistorische kunstIk ben altijd super geïnteresseerd geweest in de kunstuitingen van onze voorouders. Vooral de dierfiguurtjes spraken tot mijn verbeelding. Of wat te denken van de grotschilderingen in Frankrijk en Spanje.  Of een fluit, gemaakt van een vogelbeen en bespeeld door een Neanderthaler.
Helaas zal ik al deze kunstuitingen niet (?) in Nederland vinden.
Museum Technische Werken in Groningen heeft diverse beeldjes van de Homo Sapiens nagegoten en met grote precisie ingekleurd. Binnenkort gaan hun deuren definitief dicht. Helaas, want als geen ander konden zij afgietsels maken. Op dit moment verkopen ze hun voorraad. Mocht je ook een “doos met kunst” willen hebben, of misschien enkele beeldjes, neem dan contact met ze op.

Matthijs Rölling tentoonstelling

overzichts foto tentoonstelling Matthijs Rölling in EzingeIk wist het niet. Een toevalstreffer zou je het kunnen noemen. Dwalend door het Groninger landschap kwam ik in het mooie Ezinge terecht. Elk jaar even op bezoek. De restanten van de terp bewonderen, een mooie wandeling om het dorp heen maken en me verwonderen over hoeveel terpaarde er in de vorige eeuw is afgegraven. Automatisch kom je op de tocht langs het museum van Ezinge. De permanente tentoonstelling over de opgraving is absolute de moeite van het bekijken waard. Ik wilde al doorlopen, -immers de tentoonstelling verandert niet zoveel-, tot dat ik het uithangbord met daarop de expositie over het werk van Rölling zag. 
Matthijs heeft als Groninger schilder nooit een expositie gehad in het Groninger museum. Dit terwijl hij toch geldt als een van de belangrijkste Noordelijker kunstenaars van deze eeuw. Helaas schildert Rölling al een jaar of twaalf niet meer. Zijn fijne motoriek heeft hem in de steek gelaten. 
Het eerbetoon in Ezinge is op zijn plaats. Het Drents Museum, Museum Helmantel en Museum de Buitenplaats hebben schilderijen uit hun collectie tijdelijk afgestaan. Diverse particulieren hebben hetzelfde gedaan.
De tentoonstelling “Binnen kijken bij Mathijs Rölling” is nog tot 4 juni te bekijken. Wees er snel bij, want het is zeer de moeite waard.
 
April 2023

OerFashion tentoonstelling

Expositie OERfashion in DieverOp een mooie zaterdagmiddag toog ik voor de zoveelste keer deze maand naar Diever. Het valt mij op dat de laatste tijd mijn nieuws veel te maken heeft met activiteiten die in dit mooie Drentse dorp plaatsvinden. 
Eerlijk is eerlijk, het museum -en vooral haar vrijwilligers- verdient het ook. Neem nu de nieuwste tentoonstelling: OERFashion. Een gedurfd onderwerp. Ten eerste weten we weinig over de kleding van de prehistorische mens en ten tweede is niet iedereen geïnteresseerd in een dergelijk onderwerp. 
Toch zal de expositie u verbazen. Vijf zeer aantrekkelijke vitrines geven u een goed beeld van de gedragen kleding in diverse periodes. Er is veel aandacht voor de gebruikte materialen, u kunt deze voelen/ruiken!
De door Wethouder Doeven geopende expositie is niet het enige wat in het museum de moeite van het bekijken waard is. De permanente opstelling over de geschiedenis van Westerveld is geweldig, m.n. het gedeelte over de mammoeten.

Een mal voor de vlakbijl

Het allereerste artikel van dit jaar gaat over een door Johan Oldenhuizing gevonden vlakbijl met eenEen mal voor een vlakbijl hoog zilvergehalte. 
De bedoeling is om diverse replica’s te vervaardigen met een afwijkend zilvergehalte. Misschien is er verschil in hardheid/kleur. Daartoe moet eerst een mal gemaakt worden. Daar zijn we op dit moment mee bezig. Wanneer er daadwerkelijk gegoten wordt?
Dat wordt in de zomer. Ons oventje is dan makkelijker op temperatuur te krijgen.

Aardewerken bal

aardewerken balAfgelopen week verbaasden mijn buren J. en J. mij twee maal. De uit Rotterdam afkomstige mensen liepen op een redelijk warme lenteavond met hun hondje Roos langs de rand van het bos waar wij in wonen. Op korte afstand zagen zij een goudjakhals -waarvan we weten dat deze in Drenthe voorkomt- wegschieten. Hun vreugde over deze korte ontmoeting werkte aanstekelijk.
Twee dagen later kreeg ik een foto opgestuurd. Tijdens wederom een wandeling, ditmaal langs een natuurgebied, werd een soort bal -enigszins beschadigd- opgeraapt. Het ongewone materiaal wekte de nieuwsgierigheid van het echtpaar. Besloten werd mij te raadplegen. Helaas voor hen had ik nog nooit een bal van gebakken klei gezien. In doorsnede is ze 8,5 centimeter, de klei is zeer licht gemagerd. Binnenin is de bal licht van kleur, alsof het bakproces zeer heet is geweest. Ook de buitenkant -donkerder van kleur- wijst daar op.
Een klein onderzoekje op het internet leverde een hit op. Museum Rotterdam (!) heeft een soortgelijke vondst in haar collectie, daterende uit de 14e eeuw. In hun omschrijving geven ze als mogelijkheden: kogel, bal, projectiel, speelgoed, ontspanningsmiddel. Met andere woorden; ook zij weten niet precies wat het is. Voorlopig houd ik het op een bal. Soort klootschieten? Iemand een andere suggestie?
 

Vuurkets

Mijn eerste vuurkets vergeet ik nooit weer. Een paar maanden nadat ik me op mijn hobby gestort had,volledig opgebruikte vuurkets vond ik de eerste. Maar herkennen deed ik het bewerkte stukje vuursteen niet, ik dacht dat het een schrabber was. Ik was er super trots op, het zou mijn allereerste gebruiksvoorwerp van onze voorouders zijn! Een fout die veel beginnende amateurarcheologen maken. 
Ben je er eenmaal op gewezen dan herken je ze altijd weer.
Een vuurkets, want dat was het, werd gebruikt aan een musket of pistolet om kruit te volledig opgebruikte vuurketsdoen ontbranden: de “haan” met de vuurkets erin geklemd slaat tegen een plaatje aan, de ontstane vonk doet het kruit ontbranden en de loden kogel schiet richting doel.
Vuurketsen waren van ongeveer 1550 tot 1850 in gebruik.
In een verzameling van iemand anders kwam ik twee vuurketsen tegen. Beiden waren ze volledig opgebruikt. De voormalige eigenaar had ze pas weggegooid toen beide zijden onbetrouwbaar waren geworden, m.a.w. mogelijk geen vonk meer afgaven. 
 
Maart 2023

Mammoetpoot

“Zeker weer één van je sterke verhalen!”, hoorde ik een vriend van me zeggen.Verteller van het Oude en een complete mammoetpoot
“Nee, het is echt waar! Ik heb een complete mammoetpoot in mijn auto vervoerd!” Klinkt op z’n minst niet geheel geloofwaardig, ik geef het toe. 
Voor het museum in Diever heb ik de “poot” opgehaald bij MTW in Groningen. Het is een replica, maar een verdomt goede. Niet van echt te onderscheiden. 
Ondertussen bezit het museum -volgens mij- de grootste collectie mammoetbeenderen en replica’s in het Noorden van ons land.
Zeker een bezoekje waard, je kijkt je ogen uit. 

 

Lezing houtgebruik in de prehistorie

De derde en laatste lezing van het jaar -georganiseerd door de werkgroep “amateurarcheologie” van de Drents prehistorische vereniging- ging over een onderwerp waar de gemiddelde steentjeszoeker weinig weet van heeft. Inclusief mijzelf.
Erik Drenth en Ernest Mols namen de aanwezigen mee in een boeiende zoektocht. Erik gaf een overzicht van vondsten in Drenthe en Ernest liet ons een wereld zien waarin stikstof nog niet voor een belemmering in de huizenbouw zorgde. Hij heeft het grootste deel van zijn werkende carrière voor de gemeente Den Haag gewerkt. In Wilhelminaoord kocht deze gemeente een stuk grond, leerlingen uit de stad konden een week lang in de natuur verblijven. Broodnodig voor betondorpers! 
Op het terrein werden prehistorische huizen gebouwd. De lezing gaf een boeiend overzicht van de moeilijkheden en de successen van de hedendaagse bouwers. 
Eind dit jaar bestaat “Wilhelminaoord” 50 jaar. Tijdens het feestje kunnen wij de boerderijen met eigen ogen aanschouwen. Ik houd u op de hoogte.
 

Oude boom

Menigeen zal de Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 2022 hebben gelezen. Wij, een groep amateurOude boomstam, een eik uit het mesolithicum. archeologen, kregen de mogelijkheid om een opgraving in het uitbreidingsplan “Kloosterveen” van de gemeente Assen door te voeren. Voor de spectaculaire resultaten verwijs ik naar bovengenoemde almanak.
Onlangs kreeg het eerder genoemde onderzoek een vervolg. Wij dachten de rand van een pingo gevonden te hebben. En zoals u vermoedelijk weet, zijn deze randen bij uitstek geschikt geweest voor bewoning. Vooral in het Mesolithicum vond de toenmalige voorouder de tijdelijke verblijfplaats ideaal.
Helaas voor ons, we hadden ongelijk. Nadat een kraan de bouwvoor verwijderd had, kwam een laag veen tevoorschijn.  Deze hebben we met de schop verwijderd, eronder -op de Mesolithische bodem- hebben we geen sporen van menselijke activiteit aangetroffen.
In het veen lagen diverse bomen, perfect bewaard gebleven. Het maakt mij altijd nederig dergelijke zeer tastbare sporen uit het verleden te zien.
Een enkele eik en vele berken zagen na ruim 8000 jaar weer daglicht.
 

Hij hangt!

Nieuwe aanwinst. Mammoetschedel opgehangen, OERmuseum Diever.Als u hieronder het artikel over de “migrerende” mammoet heeft gelezen, dan weet u dat het nog al wat passen en meten -en zweetdruppels- heeft gekost om de replica van de mammoetstier binnen in het museum te krijgen. De afgelopen weken is besteed om er een mooie ophanging voor te maken. Het resultaat mag er zijn, ik wil het u niet onthouden.

Leuk zee-egeltje  

Ik heb er niet zo veel verstand van, maar ik neem aan als ze op de Drentse akkers gevonden worden, dezeZee-egeltje van de Drentse akkers uit de Krijt periode stammen. Tijdens de ijstijden komen ze vanuit Zuid-Zweden onze kant op. Je treft ze met enige regelmaat aan in stukken vuursteen. Een enkele keer-zoals dit exemplaar- zelfs ontdaan van het omhullende steen. Details zijn vaak fantastisch bewaard gebleven.
Ben je thuis in fossielen, geef de details dan even door. Ik ben er dankbaar voor.

Tempeltje of niet?

Drieëntwintig maart hield opgravingsbedrijf Raap i.s.m. de gemeente Borger een open dag op het opgravingsterrein “Daalkampen”. Ikzelf heb een speciale band met het gebied. In 2003 mocht ik alle proefsleuven over het terrein tekenen. Wij -Arc opgravingen- kwamen ongelooflijk veel sporen tegen. Het hele terrein ligt op de es, precies daar waar je Neolitische bewoning zou verwachten. Het advies was toentertijd dan ook het gebied vlakdekkend op te graven. 
tempeltje van borgerEen groot deel van het gebied is inmiddels onderzocht en weer bebouwd. Iedere keer als een stukje bouwrijp gemaakt wordt, vindt er van te voren archeologisch onderzoek plaats.
Deze keer kwamen er ook weer brons- en ijzertijd huizen tevoorschijn. Je zou het bijna gewoon gaan vinden, zoveel huizenplattegronden zijn er al gevonden!
In een gebiedje met Middeleeuwse ontginningsgreppels, werd een wel heel speciale constructie gevonden! Het doet denken aan een tempeltje. Een vrij brede greppel, welke aan de westzijde een opening vertoont. Er binnen staan vier vrij dikke palen. Helaas toen ik er was, waren de sporen nog niet gecoupeerd, even afwachten dus. 

Vondsten van Reinder

In 2002 ontmoette ik Reinder Visser voor het eerst. Het was tijdens een opgraving aan hetgedetermineerde vondsten van Reinder Visser Zuidlaardermeer. Sindsdien kwamen we elkaar regelmatig tegen, altijd met “archeologie” als gemeenschappelijke factor. Samen determineerden we in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis de ingeleverde verzamelingen van amateur archeologen. 
Twee jaar geleden overleed Reinder, zijn vondsten kwamen in Nuis terecht. Op de eerste avond van het 16e determineer seizoen werden ze door ons opnieuw bekeken en ingeboekt. 
Chapeau Reinder, je had het prima voor elkaar!! Saluut!

Migrerende mammoet

Het gebeurt je niet elke dag, dat je gevraagd wordt om een mammoetschedel te helpen dragen.
Mij overkwam het, althans een replica.
Jaren geleden heeft Museum Technische Werken een afgietsel gemaakt van -bij Denekamp gevonden- een complete mammoetschedel. Toen het Drents Museum nog volop in het teken van de prehistorie van Drenthe stond, maakte deze onderdeel uit van de vaste collectie. Vervolgens werd de schedel uitgeleend aan een museum in het Deense Kopenhagen. 
mammoetschedel Oermuseum DieverEn nu, op een mooie woensdag in maart, komt de schedel in een grote vrachtwagen voorgereden bij het Oermuseum in Diever. Vijf mensen waren nodig om het gevaarte onderdak te krijgen, waarbij de speling tussen de deur en schedel niet meer dan een paar centimeter bedroeg. 
Enfin, de schedel is binnen en is het museum een geweldige attractie rijker.  
De volgende dag verscheen tv-Drenthe, klik hier voor hun artikel.
Februari 2023

Te vroeg vertrokken!

Al jarenlang help ik mee zoeken naar artefacten op de grootste Neanderthaler site van Nederland,Verteller van het Oude vertrekt van MP site in Peest namelijk bij het Drentse dorpje Peest. Honderden artefacten, waaronder meer dan dertig vuistbijlen(!) zijn er in de loop der jaren opgeraapt. 
De laatste tijd heb ikzelf echter niet vaak het geluk meer een MP-stuk op tre rapen, misschien heb ik al mijn geluk wel opgebruikt. Maar hoe het ook zei, deze zondag kon ik maar een halve dag. De vondstomstandigheden waren redelijk gunstig, het was fris, de zon scheen en onze stemming was opperbest. Rond een uur of één heb ik de groep verlaten, zonder dat ook maar iemand van ons een voorvader artefact had opgeraapt.
’s Avonds ontving een dagrapport met daarin de volgende zinssnede:
Daarna in de middag hebben we concentratie B afgezocht waar Giel al vrij vlot een mp afslag opraapte, later gevolgd door nog een afslag gevonden door onze nieuwkomer Roel.
Voorwaar te snel vertrokken.
 

Onbekend, maar goed!

Wietske Prummel lezing van de LaanEen lezing van Wietske Prummel en Dyon Stoop bracht de de amateur archeoloog Hendrikus Hemmo van der Laan in de schijnwerpers. Van der Laan is inmiddels overleden. Hij laat een collectie archeologische voorwerpen na, die voor het grootste deel rond de jaren ’50 van de vorige eeuw zijn verzameld. Vlak na de Tweede Wereldoorlog weigerde Van der Laan in Dienst te gaan, zijn gewetensbezwaren werden gegrond verklaard. Drie jaar en zes maanden (!!) vervangende arbeid werd zijn deel. Hij werd voornamelijk ingezet in de veenontginning. Zo ontdekte hij bij Geesbrug een Laat-Paleo site  en in het Zwinderse Veld een Meso-site. Beide sites heeft hij mogen opgraven, dat kon in die jaren nog! De kwaliteit  van zijn werk is hoog, zeer hoog zelfs. Moeiteloos konden zijn gegevens in de computer gekoppeld worden, het leverde een spectaculair inzicht in de vindplaats op.
Na zijn werkstraf werd Van der Laan nog nauwelijks door de archeologie in beslag genomen. De onderwijzer hield zich vnl. met de natuur bezig. Over hem verschijnt in december een verhaal in de Drentse Volksalmanak.

Voorjaarschoonmaak?!

Het lijkt af en toe wel voorjaar. Het zonnetje schijnt en de vogeltjes fluiten er lustig op los. De knoppen Opgeruimde vuursteenwerkplaats Verteller van het Oude aan de bomen en struiken groeien razendsnel en de krokussen spatten de grond uit. Aan niets is het te merken dat het nog maar eind februari is.
En ik? 
Ik pak de bladblazer. In het bos nog wel! Ik hoor het u zeggen: “Dat is ook Vuursteenwerkplaats van de Verteller van het Oude met vuistbijlwater naar de zee dragen!”. 
Misschien heeft u ook wel gelijk, maar ik had haast. Lentekriebels in februari. Mijn vuursteenwerkplaats moest schoon, ik heb zin om te kloppen!! 
Nog even snel opruimen, het blauwe zeil van de bank en hup …. aan de slag!
Leve het voorjaar in februari!

 

 

Bijzondere Determinatie!

Het is rond twee uur in de middag, ik kom net mijn huis weer binnen. De koffie is nog niet doorgelopen,kraantje van een kraantjespot de boterhammen liggen gestapeld op de eerste beet te wachten. Dan gaat mijn telefoon. “Met Saskia, bent u de Verteller van het Oude?”
Ze stond op een akker in de buurt van Genemuiden en had iets moois gevonden, ze wist niet wat het was. Leuk dat ze aan mij dacht om te bellen, helaas was het geen steen maar metaal. Niet helemaal mijn specialiteit, maar gelukkig herkende ik de vondst op de toegestuurde foto. Een kraantje van een “kraantjespot”. Nu hoop ik maar dat ik het bij het rechte eind heb, immers dit was de eerste keer dat ik door een onbekende direct vanaf de vondstlocatie werd gebeld. Veel succes met je metaaldetector Saskia, wel even je topvondsten melden!
Wie is de volgende die belt?

Driedaagse vuursteencursus!

Misschien  heeft u wel eens een keertje vuursteen bewerkt, misschien wilt u er kennis mee maken. Dan isvuursteencursus ArcheoFlint 2023 deze cursus iets voor u.!
De basisprincipes van het vuursteenbewerken wordt u uitgelegd, daarnavuursteencursus ArcheoFlint 2023 gaan we aan de slag. De voorjaarscursus wordt gegeven in het vuursteenatelier van Ernest Mols in Diever en vindt plaats op 25/26 maart en 15 april 2023.

De zomercursus vindt ook in deze rustieke omgeving plaats en zal gehouden worden op 3/4 juni en 1 juli 2023.
Voor gedetailleerde info en kosten opent u het inschrijfformulier basiscursus vuursteen bewerken 2023.
 

Bronzen mammoet

Bronzen mammoetKunstschilder, vuursteenbewerker, bronsgieter, maar bovenal vriend van de Verteller van het Oude, Ernest Mols heeft weer eens een waar meesterwerkje weten te creëren. Ditmaal een natuurgetrouwe namaak van een mammoet. Op schaal, dat dan jammer genoeg weer wel. 
De oude stier mist een stukje van zijn linker slagtand. Misschien een gevolg van de vele gevechten die hij met zijn collega stieren heeft moeten leveren. Het leverde hem in ieder geval de bewondering op van de vrouwelijke mammoeten. 
Maar misschien is het ook wel slijtage geweest. In zijn lange leven heeft het imposante beest grote stukken besneeuwde en bevroren toendravlakte omwoeld, op zoek naar een karig stukje plantaardig voedsel. 
Nu kijkt hij enigszins mistroostig naar buiten, verlangend naar de kou en de sneeuw. Ik voel met hem mee, maar geniet van het tafereel. 
Januari 2023

Pompeï in Assen

Het Drents museum slaagt er regelmatig in om mooie tentoonstellingen naar Assen te halen. “Sterven in Pompeï tentoonstelling Assen 2023 bakkersechtpaar schoonheid” , een prachtige titel over schitterende vondsten uit Pompeï en Herculaneum. 
In de loop der jaren heb ik veel tentoonstellingen bezocht over de door een vulkaan bedolven Romeinse plaatsen. De tentoonstelling in Assen is voor het grote publiek zeer interessant. Stuk voor stuk worden topvondsten getoond. Heel indrukwekkend! Voor mij was de bewaard gebleven houten safe het hoogtepunt. 

Ach Wiebe!!

Ik schrok vreselijk deze maand van een bericht op “sociale” media.
Wiebe van der Vliet is eind 2022 plotseling overleden! Hij mocht slechts 57 jaar worden. De Verteller van het Oude en Wiebe hadden regelmatig contact, altijd met betrekking tot Lochtenrek. Hoogtepunt vormde voor Wiebe de plaatsing van een informatiebord over het gebied. Wiebe schreef voor mijn website een artikel over Lochtenrek met de titel Historische grond, je zou er maar wonen 
Een bevlogen, aimabele man. Veel te vroeg heengegaan! Ik wens de familie van Wiebe heel veel sterkte.
Als eerbetoon hieronder nog een keer het artikel dat ik twee jaar geleden schreef over een tentoonstelling gewijd aan Wiebe en zijn vondsten.

 

Museum “Oold Ark” en “Lochtenrek”

“Eindelijk vakantie!!”
Zo zal het een ieder wel gegaan zijn in dit merkwaardige jaar, waarin we ons gelukkig mogen prijzen gezond te zijn.
Normaal gesproken beklim ik de hoge toppen van het Taurusgebergte in Turkije, op weg naar de Nemrud Dagi. Het grafmonument van koning Antiochos I van Kommagene.
Museum Oold Ark in MakkingaDan is thuisblijven wel even iets anders. Tot dat het besef doordringt, hier ten lande nog vele zaken op archeologisch gebied niet gezien te hebben. De afgelopen week toog ik naar diverse musea in het noorden van ons land. Ze zijn niet al te groot, maar hebben gemeen dat ze gerund worden door super enthousiaste vrijwilligers.
Zo trok ik ook naar Makkinga. Wiebe van der Vliet exposeert daar in museum “Oold Ark”, met een klein deel van zijn vondsten uit Lochtenrek. Het gebiedje met de ietwat vreemd klinkende naam is een archeologisch monument. Rek/rak verwijst naar eententoonstelling in Makkinga , vondsten Wiebe van der Vliet, Lochtenrek recht stuk water. De nabij gelegen N381-brug over de Tjonger kreeg in 2017 heel toepasselijk ook de naam Lochtenrek. Wiebe woont aan de uiterste rand van het terrein en vindt met enige regelmaat artefacten uit de Federmesser en Hamburg cultuur.
Het museum “Oold Ark”, bestaat uit een molen met een interessante geschiedenis en een gebouw met een grote verzameling gebruiksvoorwerpen uit lang vervlogen tijden. Een schitterende plek om je verzameling tentoon te stellen. Ik werd er door een mooi affiche naar toe gelokt. Bovendien heb ik in het “Nieuws van de Verteller” regelmatig over Wiebes vondsten bericht. Voor mij zou het de eerste keer zijn de artefacten “in levende lijve” te mogen aanschouwen.foto's van Frans de Vries (Beeldbank) met vondsten van Lochtenrek

De tentoonstelling zou eigenlijk tegelijkertijd geopend worden met de onthulling van een informatie panel bij de brug over de Tjonger. Ten behoeve hiervan had Frans de Vries schitterende opnames van Wiebes artefacten gemaakt. Helaas, vanwege de Corona pandemie is de plaatsing van het bord uitgesteld. De foto’s van Frans waren gelukkig aan de tentoonstelling toegevoegd, de uitvergrote details zijn waanzinnig goed te zien.
I(amateur) archeologen op bezoek bij de tentoonstelling Lochtenrek in Makkingak heb uren in het museum rondgelopen, overweldigd door alles wat er te zien is. Maar ook omdat collega (amateur) archeologen als vliegen op de stroop afkwamen. Soms leek het wel een gezellige reünie!
En als kers op de taart nodigde Wiebe mij uit zijn hele collectie te komen bekijken. Onnodig om te zeggen dat ik een topmiddag heb gehad en een ieder een reis naar Makkinga kan aanbevelen.
 

Een vlakbijl van “zilver”

Ik ben in mijn leven al heel wat bronzen bijltjes tegengekomen. Maar deze is wel heel intrigerend. Gevonden door Johan Oldenhuizing met de metaaldetector, alweer een paar jaar geleden. 
Het is al vrij uniek dat je een vlakbijl vindt, laat staan eentje met een gemiddeld zilvergehalte van 3,7 %! We hebben het bijltje laten onderzoeken bij het RCE in Amersfoort. Daar kwamen nog meer interessante gegevens uit. Brons bestaat uit koper en tin, deze laatste component is vrijwel afwezig, slechts een paar procent toevoeging. Ook arseen ontbreekt bijna volledig. 
Het bijltje is gevonden in Drenthe, uniek in haar soort. Geen enkel ander archeologisch object uit dezelfde tijd heeft een even hoog zilver gehalte. Dat maakt haar zo speciaal.  
Gewichtsbepaling van de vlakbijlZe is niet groot, 9,45 cm lang en op het breedste stuk 3,7 cm, met een maximale dikte van 1,6 cm.  Ze weegt 154,9 gram. Voorwaar geen dikkertje!
Vermoedelijk komen de grondstoffen uit Midden-Europa, mogelijk zelfs uit Alpin Miltenberg en werd ze rond 1800 voor Chr. gegoten. Om deze hypothese te kunnen staven zal eruit de bijl een klein stukje genomen worden om stabiele lood isotopen te isoleren. Aan de hand hiervan kunnen we beter bepalen waar de oorsprong van de bijl ligt. 
 
 
Zomer 2022

Nederlands Kampioenschap Vuistbijlen

Voor de elfde maal organiseerde het Oermuseum in Diever dit kampioenschap. Het weer was perfect, hetsfeerimpressie nederlands kampioenschap vuistbijlen 2022 deelnemersveld sterk. Twee uur kregen we de tijd om een zo authentiek mogelijke vuistbijl te maken.
Tot mijn verrassing stroomde het publiek toe. De avond tevoren had Josien Feitsma – verslaggever bij RTV-Drenthe– aandacht aan het kampioenschap geschonken. Het leverde ons zeer enthousiaste en deskundige toeschouwers op.
Gedoodverfde favoriet Ernest Mols werd zeer verrassend verslagen door Ton van Grunsven. Hij mag zich een jaar lang de zeer terechte titel van Nederlands Kampioen toe-eigenen.
En de Verteller van het Oude? Zijn zeer geslaagde vuistbijlen werden door de jury genegeerd. Snik!!

Oertijdmarkt Emmen

Op de grootste markt in het Noorden op het gebied van Geologie, Archeologie, mineralen en fossielen, mocht ArcheoFlint het jonge (en oudere) publiek vermaken met demonstraties en het zelf fabriceren van pijlpunten en “bijlen”. Het weer werd die dag een beetje de spelbreker. Na het opzetten van de werkplaats begon het te regenen en het is die dag niet weer droog geweest. Des ondanks kwamen er op de markt nog meer dan 3000 bezoekers. Gelukkig had de organisatie voor een zeer goede tent gezorgd, waaronder de massaal toegestroomde jeugd (met hun ouders) kennis konden maken met het fabriceren van een stenen artefact.  Aan het eind van de markt hadden meer dan 300 jeugdigen hun kunsten vertoond. Wij van ArcheoFlint vonden de markt een groot succes. Volgend jaar maar weer!

Ereveld Grebbeberg

Ereveld GrebbebergEen lang gekoesterde wens van me ging eindelijk in vervulling. Het was er nooit van gekomen, maar ik wilde altijd al het militair ereveld op de Grebbeberg bezoeken.
Direct na de capitulatie werd onder leiding van de Duitse bezetter begonnen met de aanleg van het grafveld voor de omgekomen soldaten -388 volgens de registers- tijdens de slag om de Grebbeberg. Aanvankelijk werden ook Duitse soldaten -ongeveer150-  hier begraven. Na de de bevrijding werden zij bijgezet op de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn.
Bij de ingang staat het Nationale Legermonument. Dit gedenkteken, dat naar een ontwerp van ir. J.J.P. Oud door J.A. Raedecker en zijn zoon is gemaakt, bestaat uit een wit natuurstenen kruis met aan weerszijden een gebeeldhouwde liggende leeuw van kalksteen (Vaurion). Het monument is geplaatst op een rechthoekig voetstuk. De tekst op de voorzijde van het voetstuk luidt: ‘DEN VADERLANTNationaal legermonument Grebbeberg GHETROUWE’. Op de achterzijde van het voetstuk staat: ‘BLIJF ICK TOT IN DEN DOOT’. 

Sinds 1946 worden op de Grebbeberg ook militairen (her)begraven die tijdens de meidagen van 1940 elders in Nederland zijn omgekomen. De begraafplaats telt nu meer dan 800 graven.
Het geheel is prachtig onderhouden, zij die gevallen zijn verdienen het!

Geen bezoek waard

Van de  buitenkant lijkt het heel wat. Het gebouw van het bezoekerscentrum Grebbelinie in Renswoude. Het ziet er mooi uit en is gebouwd op het terrein van het voormalig fort Buursteeg. Voor iemand die van de Tweede Wereldoorlog iets af weet, is de tentoonstelling een zware tegenvaller. Het geheel bestaat uit twee expositieruimtes. In het onderste gedeelte moest ik wachten tot dat de vrijwilliger boven klaar was met zijn uitleg. De man liet drie plaatjes zien over de ontstaansgeschiedenis. Daarna mocht ik verder. De teksten aan de wanden waren zeer onduidelijk te lezen, de vitrines laag en onoverzichtelijk. De originele brieven niet te lezen en de verlichting slecht. De nagebouwde stelling te modern en de kazemat (met slechte camouflagekleuren) voorzien van een pvc-buis als kanon. Beneden gekomen zag ik dat het restaurant groter was dan het hele museum. Een tegenvaller dus, maar wel een mooie omgeving. 

Nebraschijf

Dankzij mijn archeologische vriend Fokke mocht ik bij de opening van de tentoonstelling over de Nebraschijf aanwezig zijn. Omdat het museum waar het permanent tentoongesteld is verbouwd wordt mocht het archeologisch unieke object op reis.
De met goud ingelegde bronzen hemelschijf is in 1999 gevonden in Nebra in de Duitse deelstaat Saxen-Anhalt. De schijf dateert van circa 1750 v.Chr. en is rond 1600 v.Chr. als offer in de grond begraven. De Nebraschijf toont de eerste realistische weergave van de nachtelijke lucht. De hemel is natuurgetrouw met sterren als stralende punten afgebeeld en niet als goden of mythische dieren. De schijf diende waarschijnlijk als een soort van kalender en laat zien dat men Nebraschijf, expositie in het Drents museum.in de bronstijd over kennis van de sterrenhemel beschikte. 
De tentoonstelling in het Drents museum is schitterend vormgegeven. Het kleurgebruik en de projectie op de wanden is een lust voor het oog. Er wordt een prachtig beeld gegeven van hoe de mens in de bronstijd tegen de sterrenhemel aankeek en daaruit haar conclusies trok.

Een Pyramide in Nederland 

Piramide van Austerlitz vanaf de zuidzijde

We kennen allemaal de piramides in Egypte en Soedan. Daarbuiten zijn ze nooit gebouwd, behalve dan in ons land. De Franse generaal Auguste de Marmont richt in 1804 een legerkamp op bij  het huidige Austerlitz, waar hij verschillende bataljons samenvoegt tot een leger van 18.000 man, bedoelt om een invasie van de Engelsen af te slaan. Deze hadden in 1799 al een poging gedaan -in de kop van Noord-Holland) en toen was de aanval slechts met de grootste moeite afgeslagen. In de herfst van 1804 laat hij zijn soldaten  een piramide (frans: Pyramide) bouwen. De soldaten zijn op dat moment klaar met hun oefeningen en de generaal meent dat het bouwen van een piramide een nuttige en goede bezigheid is. De Marmont had met Napoleon in Egypte gevochten en kende daardoor de piramides. Hij had de bedoeling om een beeld van de keizer er bovenop te plaatsen, zover is het niet gekomen. Hij moest weer op veldtocht. Met Napoleon versloeg hij de Russen en de Oostenrijkers bij het plaatsje Austerlitz in Zuid-Duitsland. Koning Lodewijk Napoleon -de eerste koning van Nederland!- veranderde de in de volksmond bekend staande Pyramide van Marmont in de Pyramide d’Austerlitz, als eerbetoon aan deze overwinning. Het dorpje in de Piramide van Austerlitz vanaf de westkantbuurt kreeg dezelfde naam.
Toen ik de piramide bezocht, was het druk. Een speeltuin in de buurt en een herberg (deels uit 1800) zorgt voor een leuk familie uitje. Minpuntje: het informatiecentrum was dicht wegens gebrek aan vrijwilligers. Maar des ondanks is het zeker de moeite waard de steile klim naar de top van de piramide te maken. Wat een fantastische belevenis en uitzicht. 

De bommen van Berend

Op 28 augustus viert de stad Groningen haar 350 ontzettingsjaar. In het zgn. rampjaar 1672 droop de Bisschop van Munster na een tevergeefse belegering van de stad af. Dit jaar zijn er vanwege het “jubileumjaar” extra veel activiteiten. En er is een grote vraag naar de projectielen die “Bommen Berend” op de stad heeft afgeschoten. In het Noordelijk Archeologisch Depot hebben de medewerkers diverse kanonskogels -uit verschillende tijden- verzameld om hieraan te voldoen.
Deze keer worden ze op vreedzame wijze bezorgd.

Rembrandt in Assen

In het Rijksmuseum in Amsterdam heb ik mij menig maal staan te vergapen aan de Hollandse meesters. In het bijzonder aan de schilderijen van Rembrandt. Maar altijd moest ik de schilderijen delen met tientallen anderen. 
Niet in Assen! Voor een paar minuten stond ik alleen voor het meesterwerk “De vaandeldrager”. Het vorig jaar door de staat voor € 175,- miljoen aangekochte schilderij, is op tournee. In elke provincie verblijft het een maand, waarna het een definitieve plaats krijgt in het Rijksmuseum.
Ik had het schilderij al vele malen op een foto gezien, maar dat is “prutswerk” vergeleken met het oog in oog staan met Rembrandts portret van de vaandeldrager. Ik werd er stil van en dan ook nog zonder iemand om me heen!! Een onvergetelijk moment, helaas van korte duur.
Gaat dat zien! 

Thuis tussen de zoden

zodenhuis Fridgum, reparatie noodzakelijkRijdend door het prachtige landschap van Noord-Friesland valt onmiddellijk het weidse vergezicht, de smalle en kronkelige wege, de mooie luchten en altijd de beschermende dijk. Alleen daarom raad ik al een bezoek aan dit door mij “vergeten” gebied aan. 
Al dwalend kwam ik in het kleine plaatsje Firdgum. Hier hebben vrijwilligers in samenwerking met de Rijksuniversiteit van Groningen een zodenhuis nagebouwd. Tussen de 4e en 8e eeuw waren dat de standaardhuizen voor de boerenbevolking in dit deel van Friesland. Dijken bestonden er nog niet, men woonde op terpen in dit kweldergebied.
Op de website over het zodenhuis staat o.a. geschreven:
Voor de bouw van hun huizen, gebruikten ze zoden van de kleiige graslanden. Archeologische opgravingen laten zien dat het zodenmateriaal ook werd benut voor dijken, waterputten en gebouwen. Het ontwerp dateert uit 700 n. Chr. Uit onderzoek blijkt dat deze gebouwen veel overeenkomsten vertonen met de houten Drentse versie uit dezelfde periode. Er is gekozen voor een stalgebouw met dakdragende muren van zoden. Naast de stalboxen met een mestgoot is er een gangpad. De reconstructie in Firdgum is een wetenschappelijk experiment. Het museum benut het zodengebouw als extra, leerzame attractie. Voor scholen, verenigingen en particulieren de uitgelezen mogelijkheid om te zien hoe de voorvaderen in dit gebied woonden.”
Helaas voor mij, het huis was gesloten. Slechts in het weekend is het geopend. Maar ook van de buitenkant is het huis een bezoek waard.

Hogebeintum

Hogebeintum in het landschap. .Op deze hoogste terp van Friesland staat een alleraardigst kerkje. In 2015 is zij langdurig gerestaureerd. Toentertijd was er volop gelegenheid voor aanvullend archeologisch onderzoek. In de vorige eeuw en daarvoor tijdens de afgraving ten behoeve van de vruchtbare terpaarde zijn ook veel archeologische ontdekkingen gedaan. De terpenvereniging heeft een prachtig boek uitgegeven “Nieuw en oud onderzoek in Hogebeintum” waarin alle beschikbare gegevens – van lang geleden tot heden – zijn verwerkt.
Mijn reden om daar een bezoekje te brengen was het nieuwe bezoekerscentrum. Helaas had ik net de meeste natte dag van de verder zeer droge zomer uitgezocht. De regen plensde onafgebroken uit de hemel, zodat een rondgang om de terp door mij achterwege werd gelaten. Interieur museum Hogebeintum.
Het bezoekerscentrum is zeer de moeite waard. Niet in de laatste plaats vanwege het “terpgebak” en de koffie. In de tentoonstellingsruimte krijgt u een schitterend overzicht door middel van grondboringen van de opbouw van de terp. Diverse archeologische vondsten zijn er te bewonderen. Puntje van kritiek. Het bezoekerscentrum is niet zo groot. De archeologische opstelling lijkt permanent, zodat ik me afvraag of ik bij een volgend bezoek iets nieuws te zien krijg.
Het centrum wordt bemenst door bevlogen vrijwilligers, zij verzorgen ook een rondleiding over de terp. Een echte aanrader, zoekt u wel iets droger weer uit!

April 2022

Krijgertje is een blijvertje

Ertebølle-cultuur-bijltje-tranchetslag-zijde Verteller van het Oude

Onlangs verblijdden mijn buren -Henk en Gea- mij met een bijltje. Veertig jaar geleden hadden ze een bezoek gebracht aan de Tollund man in museum Silkeborg. Zijn perfect gemummificeerde lichaam valt daar te bewonderen. De man stierf door ophanging/verstikking tussen 405 en 385 jaar voor Christus. 
In het museum verkochten ze ook artefacten. In Denemarken mogen archeologische voorwerpen die niet gerelateerd kunnen worden aan een vindplaats, verkocht worden. Henk en Gea zagen het zgn. Ertebølle bijltje liggen, als aandenken aan hun reis kochten ze het. Het bijltje dateert uit de periode 5300-4000 jaar voor Christus. Dus in het Laat-Mesolithicum! In Nederland is de Swifterbantcultuur nauw aan haar verwant.
Het bijltje vertoont sporen van gebruik, een paar stukjes zijn daarbij afgeknapt van het geheel. Maar wat kan het schelen, ze blijft -ondanks het matige vuursteen- mooi en verdient een plekje in mijn vaste collectie. 

Verteller van het Oude als vos

Verteller van het Oude als vos

Deze maand mocht ik als vuursteenbewerker voor “vos” spelen tijdens de vossenjacht van de Jan Thiesschool in Rolde. Op een grasveld, aan de rand van een uitloper van een beekdalletje, mocht ik mijn kunsten vertonen. Op de eenzame momenten (zie foto) kon ik in het zonnetje de mooiste 🙂 prehistorische artefacten namaken. Meer dan drie uur heb ik zo gezeten, af en toe ruw gestoord door de vraag: “Bent u een vos?” Bijna 250 leerlingen van de school passeerden mijn werkplaats. Vuursteentje mee en maar weer door. Zij een topdag, ik een topdag! 

Vuursteen bewerken in Groningen

sportzaal met kristallen en ArcheoFlintMaandag 18 april (Tweede Paasdag) geeft ArcheoFlint demonstraties vuursteen bewerken. Op deze dag organiseert Geologische Vereniging “Het Kristal” een mineralen en fossielenbeurs in sporthal “De Brug” (Donderslaan 161, Groningen). ArcheoFlint is gevraagd ook de kinderen te vermaken. Zij maken bij ons speer en pijlpunten uit de prehistorie. Dus als u tijdens de Paasdagen eens iets anders wilt, kom dan gerust langs. 

Februari 2022

Rijckholt, een rijke collectie! (deel 6)

Hakken, Rijckholt collectie WaterbolkEerder in mijn (ouder)nieuws heeft u al kunnen lezen dat ik samen met de VAEE (experimentele archeologie) bezig ben een vuursteen collectie in kaart te brengen en te beschrijven. De artefacten stammen uit diverse opgravingen bij de vuursteenmijnen van Rijckholt. Destijds doorgevoerd door de bekende archeologen Waterbolk en Van Giffen zijn doorgevoerd. De vondsten waren ondergebracht bij de RUG, alwaar ze te veel ruimte in beslag namen. Toen de VAEE gevraagd werd de artefacten onder haar hoede te nemen, konden wij geen “nee” zeggen. Vanaf het begin was duidelijk dat we er een goede bestemming voor moesten vinden. Tot het zover was, zijn we bezig geweest de collectie te beschrijven. Helaas gooide Corona roet in het eten, slechts een kwart van de artefacten is door ons gedetermineerd. De perfecte bestemming is gevonden, ze gaan terug naar Rijckholt! Daar wordt eenVerteller van het Oude determineert artefacten uit Rijckholt, collectie Van Giffen (foto: Joep  Orbons) bezoekerscentrum ingericht met een archeologisch deel. Inmiddels hebben we ze overgedragen aan de Stichting D.C. van Schaik. 
Samen met vriend Ernest toog de Verteller van het Oude naar Limburg om een dagje mee te helpen met de beschrijving van de artefacten. Het zal zeker niet de laatste keer zijn. Doel is de collectie toegankelijk te maken voor toekomstige onderzoekers. Bovendien willen we een catalogus maken voor de permanente tentoonstelling. 
Meer lezen over de collectie en de mijnen doet u op de zeer informatieve website: verbouwing.vuursteenmijn.nl 

Neanderthaler museum 

Neanderthaler museum, reconstructie neanderthaler manRegelmatig zie ik berichtjes van dit museum op facebook verschijnen. Iedere keer ben ik geraakt door hun creatieve wijze van aandacht vragen voor hun passie. 
Al jaren loop ik met de gedachte er eens heen te gaan. Eindelijk kwam het er van, samen met vriend Ernest toog ik naar Mettmann -een plaats in de buurt van Düsseldorf-. 
Eenmaal binnen werd ik verrast door de ruime opzet. In het vierverdieping tellende gebouw wordt allereerst aandacht geschonken aan de ontdekking van menselijke resten, genoemd naar de grot in in het dal van de Neander. U raadt het al; deNeanderthaler museum, modern kijkt naar oud Neanderthalers. Vervolgens krijgt u een visueel beeld van de ontwikkeling van de mensheid. Niet door middel van een film of iets dergelijks. Nee, men heeft levensechte reconstructies van onze voorouders opgesteld. Waarlijk schitterend! Oog in oog staand met eerdere bewoners van deze aardkloot geeft een speciaal gevoel. Verderop in de tentoonstelling gaat men in op het leven van de Neanderthaler. Wederom ondersteunt door levensechte reconstructies. Voor extra informatie kunt u met uw -bij de ingang verkregen- koptelefoon inpluggen. 
Ik ben diep onder de indruk van het museum. Een echte aanrader.
 
 

trefwoord: nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws. nieuws, nieuws, nieuws

Juli 2020

“Oom” Jaap leert zijn neefje schaken!

Martin van den Bosch in actie. Leermeester van de Verteller van het Oude.Ik weet niet meer of het een cursus op televisie was, of dat de aanwijzingen uit een boekje kwamen. In ieder geval heb ik zo schaken geleerd. En nog heel verdienstelijk ook, al zal ik dat zelf moeten beamen.
Zo heb ik me deze middag ongeveer gevoeld; de leerling en de meester.
Ik had Martin van den Bosch uitgenodigd om me enige knepen van het “piepen” bij te brengen. Zoals ik eerder vermeld heb, wil ik me op dat gebied verder bekwamen om nog meer artefacten van onze voorouders aan de aarde te ontfutselen.
Zijn Garrett piepte als een jonge, hongerige koolmees. Gesp, ringen, munten kwamen te voorschijn. En de Verteller van het Oude?
Oude meuk, zonder verhaal en geschikt voor de kliko! De volgende keer toch maar een minder ervaren detectorman uitnodigen en een beetje koeler weer afwachten!

Een vlakbijl met een randje

Vlakbijl, door Johan Oldenhuizing gevonden.

In de serie “Verhalen van (amateur)archeologen” is Johan Oldenhuizing aan de beurt. Niet lang geleden vond de beginnende steentjeszoeker en ervaren detector man een bronzen (?) bijl. De vondst van zijn leven. Hij heeft een prachtig verhaal over de ontdekking geschreven, met volop informatie over bronzen bijlen.
Hier de link naar het verhaal van Johan.

Boog maken

Soms heb je -tenminste ik- van die momenten dat je voorwerpen uit de kale, zielige taxusboom. Hieruit maak ik een prehistorische boog.prehistorie wilt reproduceren. In het verleden heb ik me al op steenbewerken gestort. Met wisselt succes overigens. Heb pijlen nagemaakt en vuur laten ontstaan door middel van wrijving. Op mijn prehistorische bucketlist staat ook het maken van een boog. Voor dit doel heb ik ongeveer twintig jaar geleden een taxusboom geplant. Inmiddels hebben de takken en de stam de perfecte afmetingen en kan ze “geoogst” worden.
Bij diverse deskundigen heb ik informatie opgevraagd. Men verschilt een beetje van mening over het te volgen proces, maar over één ding is geen verschil van mening. Het hout -voor of na de bewerking- dient jarenlang gedroogd te worden. In de buitenlucht wel te verstaan, anders gaat het drogingsproces veel te snel.

 

boogfragment Hardinxveld-Giessendam. De oudste boog van Nederland.Bogen zijn door de mensheid al heel lang geleden in gebruik genomen. De oudste in Nederland gevonden boog dateert van 4900 v.Chr. en is gevonden in een donk tijdens een opgraving in Hardinxveld-Giessendam. Daarvoor hebben we alleen indirecte aanwijzingen gevonden, zoals twee pijlschacht polijsters uit de Hamburgcultuur.
De oudste boog is gemaakt van iephout, taxushout komen we voor het eerst tegen (althans tot nu toe) in het late neolithicum. Zonder uitzondering worden de bogen dan van dit hout gemaakt. Dat moet met de eigenschappen van taxus te maken hebben. Het kernhout is namelijk heel goed bestand tegen druk. Dit gedeelte moet aan de kant van de schutter zitten. Het spinthout is erg rekbaar, een bruikbare eigenschap als de boog aangespannen wordt.Taxustakken, geschikt voor een boog.
Door het splijten van de tak wordt al bijna de goede verhouding bereikt, alleen nog even bijschaven.
Ja, de theorie zit er bij mij goed in. Maar nu de praktijk nog, daar ben ik minder zeker van. Gelukkig beschik ik over vele geschikte takken, er mag dus iets fout gaan. Over een paar jaar, na de droging van het hout, valt pas de uiteindelijk beoordeling. Dan zal blijken of ze ook doet waarvoor ze gemaakt is.
Wil je ook een boog maken? Stuur een mail naar annetenbrink@vertellervanhetoude.nl
 

Een inspirerende avond!

Johan, Jan en Wilfred op bezoek bij de Verteller van het OudeIn de loop der jaren ben ik aan veel vondsten gewend geraakt. Natuurlijk word ik nog opgetogen van een bronstijd spits, een klingschrabber etc.. Maar op deze avond ging ik compleet uit mijn dak. Bij mij thuis kwamen beginnende steentjeszoekers, maar ervaren detectormannen, Johan en Wilfred op bezoek. Ze hadden diverse topstukken uit hun collectie meegenomen, waaronder een fantastische gouden ring.
Al hun belangrijke vondsten staan overigens bij PAN geregistreerd. Dat geeft al aan hoe serieus deze mannen met hun hobby bezig zijn.
Mijn zoekmaatje Jan en ik sloegen steil achterover bij het zien van een bijna 10 centimeter lange vlakbijl (of vroege randbijl). Een niet alledaagse vondst, welke de komende tijd nauwkeurig onderzocht wordt.Vlakbijl, door Johan Oldenburger gevonden.
Je raakt zeer geïnspireerd door dergelijke avonden. Ik raad het alle amateur archeologen aan om eens wat vaker bij elkaar op bezoek te gaan. Uitwisseling van kennis is de bron voor verder plezier. Nog veel te vaak denken we: “Als ze maar niet over mijn veldje lopen!” De “Verteller van het Oude” ziet dat anders. Ontrafel de geheimen van onze voorouders! Dat behoort het motto te zijn.

Museum “Oold Ark” en “Lochtenrek”

“Eindelijk vakantie!!”
Zo zal het een ieder wel gegaan zijn in dit merkwaardige jaar, waarin we ons gelukkig mogen prijzen gezond te zijn.
Normaal gesproken beklim ik de hoge toppen van het Taurusgebergte in Turkije, op weg naar de Nemrud Dagi. Het grafmonument van koning Antiochos I van Kommagene.
Museum Oold Ark in MakkingaDan is thuisblijven wel even iets anders. Tot dat het besef doordringt, hier ten lande nog vele zaken op archeologisch gebied niet gezien te hebben. De afgelopen week toog ik naar diverse musea in het noorden van ons land. Ze zijn niet al te groot, maar hebben gemeen dat ze gerund worden door super enthousiaste vrijwilligers.
Zo trok ik ook naar Makkinga. Wiebe van der Vliet exposeert daar in museum “Oold Ark”, met een klein deel van zijn vondsten uit Lochtenrek. Het gebiedje met de ietwat vreemd klinkende naam is een archeologisch monument. Rek/rak verwijst naar eententoonstelling in Makkinga , vondsten Wiebe van der Vliet, Lochtenrek recht stuk water. De nabij gelegen N381-brug over de Tjonger kreeg in 2017 heel toepasselijk ook de naam Lochtenrek. Wiebe woont aan de uiterste rand van het terrein en vindt met enige regelmaat artefacten uit de Federmesser en Hamburg cultuur.
Het museum “Oold Ark”, bestaat uit een molen met een interessante geschiedenis en een gebouw met een grote verzameling gebruiksvoorwerpen uit lang vervlogen tijden. Een schitterende plek om je verzameling tentoon te stellen. Ik werd er door een mooi affiche naar toe gelokt. Bovendien heb ik in het “Nieuws van de Verteller” regelmatig over Wiebes vondsten bericht. Voor mij zou het de eerste keer zijn de artefacten “in levende lijve” te mogen aanschouwen.foto's van Frans de Vries (Beeldbank) met vondsten van Lochtenrek
De tentoonstelling zou eigenlijk tegelijkertijd geopend worden met de onthulling van een informatie panel bij de brug over de Tjonger. Ten behoeve hiervan had Frans de Vries schitterende opnames van Wiebes artefacten gemaakt. Helaas, vanwege de Corona pandemie is de plaatsing van het bord uitgesteld. De foto’s van Frans waren gelukkig aan de tentoonstelling toegevoegd, de uitvergrote details zijn waanzinnig goed te zien.
I(amateur) archeologen op bezoek bij de tentoonstelling Lochtenrek in Makkingak heb uren in het museum rondgelopen, overweldigd door alles wat er te zien is. Maar ook omdat collega (amateur) archeologen als vliegen op de stroop afkwamen. Soms leek het wel een gezellige reünie!
En als kers op de taart nodigde Wiebe mij uit zijn hele collectie te komen bekijken. Onnodig om te zeggen dat ik een topmiddag heb gehad en een ieder een reis naar Makkinga kan aanbevelen.

Waar kan ik deze bestellen?

Onlangs zag ik deze foto voorbij komen op het internet. Waarschijnlijk2300 jaar oude schoen Alaska werd mijn blik aangetrokken door de kleurtjes. Het rood knalde er vanaf. Het schoeisel is afgezet met tin, stukjes pyrietkristallen, bladgoud en glaskralen. De kunstig bewerkte zool, deed de rest. Alsof we haar sporen kunnen volgen in het hiernamaals.
Het laarsje/de schoen behoorde toe aan een 2300 jaar geleden overleden Skytische vrouw. Haar graf was in de permafrost van het Siberische Atai gebergte uitstekend bewaard gebleven. Haar gemummificeerde lichaam kreeg diverse grafgiften mee. Waaronder diverse juwelen, kledingstukken, wapens en voedsel. Alles perfect geconserveerd.
Kijkend naar de foto viel me de conditie van de zool op. Geen slijtage te zien.
Zou ze aan het eind van haar leven niet meer hebben kunnen lopen? Misschien was ze een hooggeplaatste vrouw die zich alleen te paard verplaatste. Niet zo’n vreemde veronderstelling, want naast haar graf lagen twee geofferde paarden.
Een derde verklaring zou kunnen zijn dat de Skyten zoveel zorg besteedden aan de begrafenis van de overledene dat speciaal voor haar nieuwe laarzen werden gemaakt.

Langs de oevers van de OUDE RIET

Museum Wierdenland in EzingeDe “Oude Riet” stroomt door heel Westerkwartier om uiteindelijk in het Reitdiep uit te monden. Vroeger was dit smalle, gekanaliseerde riviertje belangrijk voor het afvoeren van terpaarde. In museum Wierdenland in Ezinge gaat men in op de betekenis van het watertje. Niet alleen in archeologische zin, maar het gaat vooral om de schoonheid van; en de  bedrijvigheid in het gebied. Aangelokt door een mooi affiche, ben ik er maar eens gaan kijken. De tentoonstelling op zich viel me tegen. Veel te weinig informatie, geen Flos Pol, Oude Riet en Lisdoddebeelden van de brede sloot. Sterker nog, de natuur is alleen in het werk van de exposerende kunstenaars te zien. Het werk van Flos Pol, kunstenares uit Kloosterburen sprak mij heel erg aan. Plantaardige, decoratieve kunst. Waarin de sla van de prehistorie (Lisdodde) een prominente plaats inneemt.
Waarom ik iedereen toch kan aanraden om in het museum een kijkje te nemen, is de permanente tentoonstelling over de opgraving van de terp van reconstructie boerderij ijzertijd Ezinge, met bouwofferEzinge. Leuk opgezet, mooie vondsten (ook uit de omgeving). Een prima ondersteunende film en spullen die Van Giffen gebruikte tijdens de opgraving. Ook lag er het dagrapporten boek van de opgraving.
Tja, ik kon het weer niet laten. In de kleine, maar uitstekende “bibliotheek” lagen aantrekkelijke boeken. Op een regenachtige dag -en die zijn er op het ogenblik nogal veel- zal ik ze met plezier lezen.

Vuurstenen sikkel, klein maar fijn!

Pierre Carriere, vuurstenen sikkel type A, Helgolander PlattenflintIn de serie “Verhalen van (amateur)archeologen” is vandaag Pierre Carriere aan de beurt.
Onlangs vond hij een schitterende vuurstenen sikkel. Helemaal compleet, een beetje klein, maar ooh zo fijn. Een vondst om trots op te zijn.
Lees hier het verhaal van de ontdekking en enige wetenswaardigheden over de sikkel.
Hier de link naar het verhaal van Pierre.
Juni

Geïnterviewd!

Een tijdje geleden ben ik voor het spreekorgaan van de Drents Prehistorische Vereniging geïnterviewd door Miranda de Wit….
Nu ben ik niet zo van de vraaggesprekken, ik vind het moeilijk om over mezelf te spreken. Maar toch, ditmaal had ik er wel een goed gevoel bij. Terecht want m.i. is het een goed leesbaar en gezellig stukje geworden.
Spieker 2020-2 Interview Anne ten Brink

Een bijzondere grafheuvel

In de serie “Verhalen van (amateur)archeologen” is vandaag Miranda de Miranda de Wit: midden-bronstijd grafheuvel, inhumatie kindWit aan de beurt. De doorgewinterde archeologe heeft al vele archeologische objecten terug aan het daglicht gebracht. In haar hart heeft een grafheuvel op de Noordbarger es een speciaal plekje ingenomen.
Lees hier over het “hoe en waarom”!

Jabadabadoe!

Het gevoel kennen we allemaal, de sensatie van een bijzondere vondst! Kijk, en luister vooral ook naar de video die Martin maakte. En herbeleef je eigen opwinding! De Verteller van het Oude krijgt er geen genoeg van. Zo herkenbaar.
Op zijn eigen website heeft Martin een grote hoeveelheid foto’s van dit schitterend artefact geplaatst.
Klik hier om er naar toe te gaan, maar lees eerst de info hieronder.

Een ouwetje!

Fels Ovalbeile Martin van den Bosch“Alsof de saotan d’r m’t speult!”, zouden ze in Drenthe kunnen zeggen. In het vorige artikel (hieronder geplaatst: “Help, ik weet niets!”) maak ik gebruik van de kennis van twee steentijd adepten; Martin en Erik.
Nog dezelfde avond, na het plaatsen van het stukje, stuurde een trotse Martin een foto van zijn allereerste gevonden bijl. Ik ken zo’n euforische gevoel maar al te goed, al zou ik dat graag wat vaker willen ondervinden.
Bij het zien van de foto ervoer ik bijna weer deze sensatie. Het is een ouwetje; althans de bijl!. Een zogenaamde spitznackige flint ovalbeile. In het Drents museum worden/werden er, zo valt in de DVA van 1992 op pp. 120 te lezen, 100 bewaard. Daarvan zijn 69 van kwartsitisch zandsteen en 9 exemplaren van kwartsiet. Opvallend is dat geen enkel exemplaar uit het zuidwestelijk deel van de provincie afkomstig is. beschadigde snede Fels Ovalbeile Martin van den Bosch
De door Martin gevonden kwartsitisch zandstenen bijl is net over de provinciegrens met Groningen opgeraapt. In de literatuur heb ik helaas geen inventarisatie van de spitznackige flint ovalbeile in deze Noordelijkste provincie gevonden.
De snede van Martins bijl is geslepen, ze vertoont duidelijk zichtbare sporen van pecking. Twee zeer kenmerkende uiterlijkheden voor dit type.
Uit een inventarisatie van Neolitische bijlen door P. Schut in 1991 komt naar voren dat de grootste concentratie van deze bijlen in Midden-Limburg en het Ruhr-Erftegebied ligt, naar het noorden toe wordt het aantal snel minder. Een tweede concentratie ligt in het zuiden van Zweden en het oosten van Denemarken.
afmetingen Fels Ovalbeile Martin van den BoschHieruit volgt dat de Groningse vondst van Martin mij zeer speciaal toe lijkt. Veel archeologen dateren de spitznackige flint ovalbeile vanaf ongeveer 3450 v. Chr. -dus nog van voor de Trechterbekercultuur en daarmede aan het begin van het Neolithicum- tot aan ongeveer 2900 v. Chr. -het begin van de Enkelgrafcultuur-.
Martins bijl is niet moeders mooiste. De afwerking is nogal “ruw”, en de steen vertoont vele oneffenheden en krassen. Helaas heeft de snede een aantal (recentere) beschadigingen. Maar als trotse ouder zal Martin een andere mening toegedaan zijn. “En de saotan; laot die lekker verder speul’n!”

Help, ik weet niets!

Soms word ik er bijna neerslachtig van. Misschien heeft u er ook last van, een gebrek aan kennis. Iedere keer als ik wat leuks ontdek, word ik geconfronteerd met de beperkte inhoud van mijn hersenpan. Van de meeste dingen weet ik wel iets, maar het fijne -de details- kan ik niet reproduceren. Misschien is dit wel het product van mijn onderwijzers opleiding. Grote algemene kennis -al zeg ik het zelf-, maar nergens veel verstand van. Ik heb een veel bewondering voor mensen die ergens specialist in zijn.
Neem nu het volgende voorbeeld. Laatst was ik een keer met de metaaldetector op stap. Leuke cent uit 1831 en een muntje uit 1782 gevonden. Oké, deze vielen wel te determineren.
D-gesp De volgende piep werd al lastiger. Een gesp van een riem, geel/zwart  kleurtje en zeer goed bewaard. Periode? Ik zou het niet weten.
Tijdens het graven kwam er ook een stuk aardewerk mee naar boven. Wit, gedraaid aardewerk, lijkend op een bekertje. Periode, herkomst gebied, ouderdom – Ik zou het niet weten.
Gelukkig zijn er dus mensen met kennis van zaken. Martin van den Bosch -detectorman en steentjeszoeker- antwoordde op mijn vraag: “Gespje is 19e eeuws, paardentuig of vee hoofdstel. Ook wel D-gesp genoemd. Misschien gezien de vorm van de naald, zou hij ook stukje ouder kunnen zijn. 18e eeuws.”
Erik Drenth, archeoloog, meldde over het aardewerk (m.b.v. een collega): 14e eeuws aardewerk“Volgens mij gaat het om een randfragment van steengoed kan die afkomstig is uit Siegburg te Duitsland en dateert uit de 14e eeuw, wellicht in het midden van de 14e eeuw.”

 

U ziet, we komen er wel uit. Maar het was zo leuk geweest dit zelf te weten. Was ik maar een kleuter met de herseninhoud van tegenwoordig. Wat zou ik nog kunnen groeien!
Ik heb direct een paar boeken aangeschaft over Middeleeuws aardewerk, ter compensatie. Maar misschien moet ik bij alleen steentjes zoeken blijven. Daar weet ik namelijk wel wat van. Hoewel?
Mei

Een gouden “heilige” fibula

In de serie “Verhalen van (amateur)archeologen” is vandaag Do van Dijck aan de beurt.
Hij doet schitterende vondsten uit met name de Bronstijd. Net als de “Verteller van het Oude” kwam Do op het idee om af en toe even met de metaaldetector te lopen over zijn vindplaatsen. Het leverde totaal onverwachts een zeldzame, 9e eeuwse gouden fibula met een afbeelding van een heilige op.
Hier de link naar het verhaal van Do.
9e eeuwse heiligen fibula na de conservering, vondst van Do van Dijck

Familie reünie

Onlangs ontving ik een mailtje van Wiebe van der Vliet. Hij vermeldde het volgende: Van de vorige bewoonster van mijn boerderij kreeg ik ooit een fraaie Hamburg-klingschrabber. Tot heden vond ik, tot mijn frustratie, er zelf nooit een. Wel diverse Hamburg- artefacten, maar nimmer zo’n fraaie klingschrabber. Tot afgelopen zaterdag: daar lag zijn grote broer. De cirkel is rond.”
De Verteller van het Oude snapt je gevoel Wiebe! Zelf heb ik diverse klingschrabbers in de hand gehad tijdens determinatiedagen. Helaas mocht ik nooit een exemplaar van het veld oprapen.
Schrabbers uit de Hamburgcultuur (12.400 – 11.600 v. Chr.) kenmerken zich Hamburg cultuur schrabbers van Wiebe van der Vlietdoor hun steile kop. Hierdoor waren ze uitermate geschikt om dikkere huiden van o.a. beer, wolf en everzwijn te bewerken. Bovendien kon ze dienen als schaaf voor hout en o.a. gewei.
Het exemplaar van Wiebe is schuin naar achteren bijgewerkt, hetgeen doet vermoeden dat ze geschacht is geweest. Mocht Wiebe ooit gaan verhuizen dan heeft hij twee stukken om door te geven. Een echte familietraditie dus!!
Lees hier het verhaal dat Wiebe eerder over zijn historische woonomgeving heeft geschreven.

Kling uit Smilde

Hieronder de door dhr. Reek gevonden kling, ze lag pal naast een als vervalst gekwalificeerde vindplaats van Vermaning (zie: “Oplaaide discussie?”).
Zie hieronder de prachtige foto die Frans de Vries van Toonbeeld maakte van het artefact.

Stilletjes met pensioen

Wijnand-van-der-Sanden-gaat-met-pensioen-(foto: met dank aan-RTV-Drenthe-Petra-Wijnsema)Het zal wel door de corona tijd komen.
Ik heb gemist dat de voormalige provinciaal archeoloog en tot voor kort conservator van het Drents Museum, Wijnand van der Sanden, met pensioen is gegaan.
Ik werd er opmerkzaam op gemaakt door een tv-reportage. Het schaamrood steeg mij naar de wangen. Ik had helemaal niets van mij laten horen, terwijl ik toch zo geniet/genoot  van Wijnands publicaties over; en zijn inzet voor de archeologie. Met enige regelmaat hadden we contact, waarbij zijn kennis van zaken mij altijd weer trof.
Gelukkig, zo blijkt uit het interview, is Wijnand niet van plan te stoppen met onderzoek naar het leven van onze voorouders.
De “Verteller van het Oude” neemt zijn hoed af, maakt een diepe buiging en zegt: “…Bedankt!!…”.

Oplaaiende discussie?

Ik weet niet zo goed wat ik van dit nieuws moet denken. Er schoten mij zelfs diverse complot theorieën door het hoofd. Nu laat ik me daar meestal niet door leiden, ik probeer zaken rationeel te benaderen.
Het zal wel met het onderwerp te maken hebben. In het “Dagblad van het Noorden” verscheen een artikel  over een midden-paleolithische vondst (kling) van amateurarcheoloog Reek in de directe nabijheid van een zeer omstreden vindplaats van Vermaning.
De vondst kwam aan het licht toen Marcel Niekus gevraagd werd om een MP te bekijken die in het bezit was van de archeologische dienst in provincie Overijssel. Aan hen had Reek zijn hele collectie in 2015 geschonken. De gedreven zoeker had zijn vondst goed gedocumenteerd. De exacte vindplaats stond ook vermeld!
Is het toeval? Een echt Neanderthaler artefact naast de vervalsingen? Het zou kunnen! Maar toevallig is het zeker!!
Ik ben ervan overtuigd dat we, (amateur)archeologen i.s.m. Stichting Stone, in het najaar de akker een aantal keren zullen bezoeken. Ik ben zeer benieuwd wat dat zal opleveren. Tot die tijd zullen de speculaties wel over tafel vliegen!
Klik hier voor het hele artikel.

Hedendaagse dodencultus bij oude grafmonumenten

In de serie Verhalen van (amateur)archeologen is vandaag Fred van Hunebed D15 Loon, een houten kruis, een roos en een witte kiezelden Beemt aan de beurt. Zijn onderwerp vindt de “Verteller van het Oude” heel speciaal. Hij had er tot nu toe weinig aandacht aan geschonken.
Fred kwam tijdens zijn bezoeken aan prehistorische monumenten verschillende hedendaagse herdenkingsplaatsen tegen. Variërend van simpele houten kruizen in de nabijheid van een hunebed tot het uitstrooien van asresten op een grafheuvel.
Klik hier voor zijn verhaal.
Heb je zelf foto’s van soortgelijke uitingen, stuur ze me dan toe!

Een bankje met steentjes

bankje van Dick BrinkhuizenGeïnspireerd geraakt door Fred -lees hieronder “Een bloemrijk hunebed” of hierboven- toog ik naar Peest. Ik was al een tijdje niet bij het “bankje van Dick” geweest. Het houten bankje, daar neergezet ter nagedachtenis aan onze medezoeker en overleden vriend Dick Brinkhuizen, was mooi grijs verkleurd. Maar wat mij het meeste trof was dat ik niet de enige was die in de eerste dagen van mei de plek bezocht. Op de bovenrand van de rustieke zitplaats lag een aantal steentjes. Een passend geschenk voor de man die nog altijd het record aan  gevonden vuistbijlen op zijn naam heeft staan. De Verteller van het Oude voegde natuurlijk een steentje toe enlaatst gevonden vuistbijl in Peest is vervolgens een tijdje gaan mijmeren. In gedachten zag hij Dick in zijn blauwe jas voorovergebogen en behoedzaam speurend samen met zijn hond Tjaffie over het veld lopen.
Wie schetst zijn verbazing dat een klein groepje zoekers van de stichting Stone er de volgende dag een deel van een zeer fraai bewerkte hartvormige vuistbijl zou oprapen!
Misschien heeft Dick een handje geholpen?!

Een lofzang op de archeoloog…. of toch niet?

In het maandnummer -nr. 28, maart 1986- van ROET, literair tijdschrift voor Drents talige teksten kwam ik een gedicht van Gerard Nijenhuis tegen. Ik wil mijn lezers deze niet onthouden. De laatste strofes laat ik aan u over, maar ik kan me voorstellen dat de vakbroeders hier ietwat sceptisch tegenover staan.

Archeoloog
De koelbox van de taol: d’ archeoloog
döt zaacht de deuren open. Verkleuring
in het zaand, bespeurd met ’t blote oog,
wordt vastgezet met ’n etiket. Bekeuring

kreg de tied, vergetelheid wordt straft,
de rust van dood zien staopelstien verstoord.
D’archeoloog leeft umgekeerd: open geet ’t graf,
de dode komp an ’t locht, wordt dan vanneis vermoord.

Archeoloog: steltloper van de taol. De wetenschap
gebruukt aal mooier woord as ’t geet um ’t ongewisse.
Het jassie van de neie tied dat zit hum veuls te krap.

Hij zeukt de bronstied op: in berevel de wichter
achternao die op college zit, die frisse.
Maar och, wat sneu … zie gaot toch liever met ’n dichter.

Een bloemrijk hunebed

krans hunebed d2 april 2020Eind april plaatste Fred van den Beemt deze foto op Facebook. Het betreft het nooit archeologisch onderzochte hunebed D2 in Westervelde (bij Norg).
Midden in beeld is een bloemenkrans te zien. Fred vroeg zich af of iemand wist waarom deze daar stond.
De Verteller van het Oude was gelijk geïntrigeerd. Jaren geleden mocht ik samen met Gosse en Lucas een archeologische begeleiding doen. Er werd namelijk een sloot rondom het terrein waarop het hunebed zich bevindt, gegraven. Diverse sporen uit verschillende archeologische perioden kwamen tevoorschijn. De plek was altijd in trek geweest bij onze voorouders.
Tegenwoordig ook nog! Op het bezoekersbankje zitten twee dames, keurig 2 meter afstand houdend, met tussen hen in een kleedje met etenswaren. Het was zo’n stille plek met een fantastisch uitzicht. Van de krans wisten ze niets. Ook een boer uit de omgeving kon me niks nieuws vertellen. Maar mijn fantasie is geprikkeld. Heeft het iets te maken met “de bevrijding”, of is het een gedenkplaats voor een dierbare?
Wie kan uitsluitsel geven?

April

Frustratie in/over Dwingeloo

Er is altijd wel wat aan de hand tijdens opgravingen in Dwingeloo. De Verteller van het Oude is er klaar mee. Voor hem voorlopig geen opgravingen meer in die plaats.
Waarom deze ophef? Ik zal u het uitleggen, heeft allemaal te maken met nakomen van afspraken en het gevoel gewaardeerd te worden.
Zo’n vijf jaar geleden groef ik -overigens altijd met mijn archeologische vrienden- geheel belangeloos mee met archeologisch bureau Transect. Gemeente en bureau beloofden een etentje voor de moeite.
Uiteindelijk: verhongeren en een jaar wachten op de reiskosten.
Zo’n twee jaar geleden vroeg de gemeente om een archeologische begeleiding te doen vlak bij het reeds opgegraven Hof van Dwingeloo. Wie schetst onze verbazing -wederom Verteller en zijn archeologische vrienden- dat het werk al uitgevoerd was. Ten ene male verboden in een hoog archeologisch gebied. Toen wij daar ook nog een vml. productieplaats van ijzer ondekten, waren de rapen helemaal gaar. Waarnemend gemeente archeoloog Albert Vissinga, vond het niet nodig er verder onderzoek naar te doen. Alle vergunningen waren verleend zonder acht te slaan op de, nota bene door de gemeente zelf vastgestelde, archeologische kaart.
Uiteindelijk: een hoop frustratie en diverse archeologische sporen zijn vernietigd of niet onderzocht.
Veertien dagen geleden: midden in de corona weken worden we benaderd om mee te helpen met een opgraving achter de Aldi. Een ondernemer ging daar bouwen, weinig geld in deze crisesdagen etc. Of wij wilden helpen om de kosten zo laag mogelijk te houden. Natuurlijk! We moeten elkaar er doorheen slepen nietwaar!
Helaas had de gemeente niets geleerd, wederom was een vergunning verleend zonder acht te slaan op het beschermde archeologische terrein.
Het aan ons gerichte verzoek kwam van de baas van Transect b.v. Zondagavond vlak voor de opgraving kwam het bericht dat men toch geen gebruik van vrijwilligers ging maken. Overigens bereikte ons dit nieuws pas nadat we vroegen om het aanvangstijdstip.
Uiteindelijk: een hoop frustratie!
Conclusie: -van mijzelf- Amateurs worden door sommigen niet serieus genomen, bepaalde archeologen kunnen niet communiceren. Tuurlijk wij zijn liefhebbers die veel voor hun hobby over hebben, maar hoeven niet alles over ons heen laten gaan.
Behandel iedereen zoals je ook zelf behandelt wilt worden.
De gemeente mag wel eens beter met de regels omgaan.

Archeoloog in spe!

Gekke vraag misschien...Thijmen is sinds de corona ellende op stap met een metaaldetector en heeft al allerlei leuke dingen gevonden op de Noord Es hier in Rolde. Tijdens het zoeken neemt hij ook een tas vol stenen mee naar huis 🙂hij heeft ze uitgezocht en een deel ligt hier nu in de plantenbak 😅. Hij heeft jouw website bekeken en wil graag meer leren en waar hij op kan letten tijdens het zoeken, heb jij misschien goede tips wat hij zou kunnen lezen:)?

Thijmen aan het zoeken met de metaaldetectorDe volgende dag al stond Thijmen met zijn vondstenbakje aan mijn tafel. De jongen van acht (!) vertelde ronduit over zijn avonturen, over zijn steentjes, de metaaldetector die hij voor zijn verjaardag gekregen had, de bijl van zijn opa enz. enz. Er kwam geen einde aan. Eén en al enthousiasme!!
Het werkte aanstekelijk, ik begon me steeds meer te verbazen over zijn kennis en spreekvaardigheid. Helaas, hem blij maken met een echt prehistorisch artefact kon ik (nog) niet. De meegebrachte steentjes kunnen het best in de plantenbak blijven liggen. Voor een vitrinekast is het (nog) te vroeg. Thijmen en zijn bijl
Voor Thijmen breekt een moeilijke tijd aan -trouwens ook voor de Verteller van het Oude-, de akkerlanden zijn allemaal ingezaaid. Hij zal een half jaartje geduld moeten hebben, dan gaan we een keer samen zoeken.
En dan komt dat vitrinekastje er ook!

Reünie in de bossen

Miranda de Wit, interview de spiekerEven was ik terug in 2003. Toen ontmoette ik Miranda de Wit voor het eerst. Aan de oevers van het Zuidlaardermeer groeven zij en ik onder de bezielende leiding van Piet Kooi naar sporen van onze voorouders. Nadien hebben onze wegen elkaar nog vele malen gekruist.
Inmiddels is Miranda senior archeoloog bij ingenieursbureau MUG. Onlangs is ze toegetreden tot de redactie van “De Spieker”, het archeologisch periodiek van de Drents Prehistorische Vereniging. Haar eerste opdracht bestond uit het interviewen van een amateurarcheoloog -in dit geval de Verteller van het Oude”-. Nu ben ik doorgaans niet zo enthousiast om in een krantje te vertellen, maar Miranda kon ik niet weigeren! Het werd een super gezellig weerzien, herinneringen werden opgehaald en de tijd vloog om!
De zon scheen heerlijk door de bomen van het bos, de thee smaakte goed en het gezelschap was voortreffelijk. Wat wil een mens nog meer in deze donkere corona tijden. Ja juist, een leuk stukje in “De Spieker’! Oordeel zelf, het blad komt in juni uit. De Verteller van het Oude is in ieder geval enthousiast.

Conservator vertelt!

Een tijdje geleden heb ik aandacht geschonken aan een prachtig Neanderthaler artefact, dat Willy van Wingerden op het Noordzeestrand vond. Een tijdlang beheerste deze vondst het archeologisch nieuws. Ook in het buitenland werd er aan deze afslag voorzien van bergenteer aandacht aan besteed.
Het RMO in Leiden plaats met enige regelmaat filmpjes op het internet over belangrijke vondsten in Nederland.
Luc Amkreutz, conservator, geeft een “college” van acht minuten over Willy’s voorwerp. Uitermate leuk!
Klik hier voor het college van Luc.

Hoe zwaarder hoe beter!

napjes steen, eerste vondst Fokke Kiestra - 28 kiloIn de serie Verhalen van (amateur)archeologen is vandaag Fokke Kiestra aan de beurt. Af en toe moet het flink buffelen zijn voor hem. Het meesjouwen van meer dan 50 kg aan stenen is heel gewoon. Fokke verzamelt maalstenen, slijpstenen en napjesstenen. Zoals hij het zelf uitdrukt: Je komt ze gewoon tegen, of niet!” De meesten van ons, waaronder ikzelf, bezitten slechts een enkel exemplaar. De woonkamer, garage en de tuin van Fokke liggen vol!
Klik hier voor de link naar zijn verhaal vol met vondstanekdotes.

Van een lamme arm en een goed oog

gebroken kling van danien vuursten - midden paleolithicumIets nieuws proberen! Zwaaien met je metaaldetector op één van je vindplaatsen, met als doel een bronzen bijl te vinden (als die er al zou liggen!). Het viel me de eerste keer niet mee. Ten eerste; waar moet je beginnen? De akker was groot en de vondsten lagen behoorlijk verspreid. Ik besloot in het lage gedeelte mijn geluk te gaan beproeven. Na een half uur, het tweede punt, begonnen mijn armen het gewicht van de detector behoorlijk te voelen. Wat moeten die mannen en vrouwen die deze hobby uitvoeren, beschikken over sterke armspieren. gebroken kling danien vuursten - midden paleolithicum
Net toen ik op het punt stond op te geven, viel mijn oog op een stukje Danien vuursteen. Het bleek het proximaal gedeelte van een gebroken kling te zijn. Danien vuursteen verweert heel anders dan vuursteen uit latere fases. De windlak is veel minder duidelijk aanwezig en het artefact blijft veel scherper. Met behulp van een loep kon ik de windlak goed zien en daardoor heb ik weer een midden paleolithische artefact aan mijn collectie toevoegd.
En de metaal vondsten? Een zilveren knoopje en een musket kogeltje. Ook niet slecht voor een amateur, maar die bronzen bijl blijft nog steeds op me wachten.

Verteller wordt detector man

Kan dat zo zo maar? Een steentjes verzamelaar die met een metaaldetector gaat zwaaien? Een medezoeker naar artefacten schold me al uit voor “schatjager”, blijkbaar een gevoelig onderwerp.
Directe aanleiding tot de aanschaf vormde de corona crisis, de MP van Nederland stond op het punt maatregelen af te kondigen. Ik zag mezelf al thuis zitten, niks meer te doen. Alle klusjes gedaan, mensen vermeden en de eenzaamheid toegelaten.
Een diep gekoesterde wens was altijd nog het vinden van een bronzen bijl. Ik heb een paar sites die volledig uit de bronstijd stammen, potentiële kanshebbers voor de droom.
Het doel is duidelijk tijdens deze moeilijke tijden, nu alleen nog even vinden(!!??).
Voor de kenners; mijn nieuwste speeltje is een Macro Multi-Kruzer.

Maart

Midden Paleolieth

midden paleolieth verteller van het oude (1)Bij midden Paleolithen denken we onmiddellijk aan vuistbijlen. Natuurlijk, het zijn de meest aansprekende voorwerpen van onze voorouders. Maar ik kan ook helemaal uit mijn dak gaan van kleinere producten uit lang vervlogen tijden.
Een week geleden liep ik over de velden, het was het eind van een langdurige periode met volop regen. De akker lag er fantastisch bij, aan mp dacht ik niet. Het betrof hier een vindplaats met vnl. neolithisch materiaal. Na een uurtje volop gezonde lucht getankt te hebben,midden paleolieth verteller van het oude (2) liep ik naar het hek waardoor ik ook binnengekomen was. Ik wilde er net overheen klimmen, toen mijn blik bleef rusten op een goudgele, in de zon schitterende steen.
Ze is slecht drie centimeter lang, heeft dezelfde breedte en is 0,4 cm dik. De windlak en de minuscule putjes waren door het weerkaatsende zonlicht duidelijk te zien. Als ultiem bewijs; de kleine slagbobbel, de slagbeschadiging, het negatief op de achterzijde.
U vraagt zich misschien af op welke wijze ik uit mijn dak ging. Helaas, te gênant om te beschrijven!

Open dag in Borger

ijzertijd boerderij Borger 2020In de verte zag ik de bulten zand al liggen, een bekend gezicht. Toch was het al jaren geleden dat ik aan de Daalkampen in Borger was geweest. In 2004 om precies te zijn, toen om de getrokken proefsleuven in dienst van het ARC te tekenen. Zestien jaar later wordt het terrein bebouwd en moet het eerst vlak dekkend worden opgegraven. Ditmaal door het archeologisch onderzoeksbureau RAAP.
In de “opgravingskeet” was een kleine expositie ingericht met vondsten en kaarten, terwijl diverse medewerkers rondleidingen verzorgden. Voor het publiek was een mooie opgravingsfolder gemaakt.
Ik was er kort na de opening van de “open dag”, opvallend was de grote hoeveelheid mensen die al op het opgravingsterrein liep. Het werd een weerzien met vele oude bekenden, waaronder de leider van het project Janneke Hielkema. Zij vertelde dat er al minstens 11 huizenplattegronden op het ruim 2 hectare grote terrein waren gevonden, diverse spiekers en andere structuren uit de ijzer,- en bronstijd.
Hoogtepunt voor mij was de plattegrond van een boerderij uit (vml.) de ijzertijd. Vijfentwintig meter lang en superscherp afstekend in het gele zand.
Persoonlijk vind ik het jammer dat bovenop de es gebouwd wordt, in Drenthe is deze omgeving archeologisch gezien een waar mekka. Borger bewijst het maar weer eens. De aanblik van de es met daarop de vele huizen zal straks heel anders zijn, totaal vervreemd van het beeld wat we hebben van het “Olde land”. Jammer.

Illegale opgraving

Trechterbekeraardewerk WaN IIk was jong, ik was wild, ik wist nog niet zo veel van archeologie. Allemaal verontschuldigingen die waar zijn, maar eigenlijk niet als excuus mogen dienen. De Verteller van het Oude neemt u mee naar 1990, het jaar waarin mijn archeologische activiteiten begon, maar dus ook mijn allergrootste blunder.
Klik hier voor het verhaal.

Reünie in Tolbert

Drelsdorf groep en VenemaEens in de zoveel tijd gaat een groepje Drentse amateurarcheologen richting het noorden van Duisland, naar Drelsdorf. Wij zijn daar behulpzaam bij het zoeken naar Neanderthaler artefacten op het tot nog toe noordelijkst gelegen kampement van deze voorouders. De resultaten zijn ronduit spectaculair en krijgen ruim aandacht in de Nederlandse en Duitse pers.
Behalve dat het onderzoek zeer interessant is, valt ook de kameraadschap onder de zoekers op. Zodra het woord Drelsdorf valt, worden activiteiten op een laag pitje gezet, werkgevers geïnformeerd over de aanstaande zoektocht, en eventuele schoonmoeders afgezegd. Kortom alles moet wijken. Voor ons wordt de wetenschap gecombineerd met (zoals één zoeker het uitdrukte) met een schoolreisje.
Eigenlijk was het gisteravond niet anders. Bijeengekomen in Tolbert, in het museum van Geert Venema aan de Hendrik de Haanweg nr. 19, werd het weer een feestje. Vol met grappen en grollen, herinneringen en in museum Venematoekomstplannen.
Onze gastheer Geert, heeft op bovenstaand adres een museum ingericht met eigen vondsten. Op het ogenblik bouwt hij (samen met zijn familie) aan een conferentiezaal. De Drelsdorfgangers zijn er zeer enthousiast over, niet in de laatste plaats omdat Geert ook de oudste Neanderthaler vondsten van Groningen tentoon stelt. Officieel is het museum nog niet geopend, maar bezoekers zijn wel al welkom, ff Geert bellen!
U kunt er altijd terecht, behalve als hij naar Drelsdorf is natuurlijk!

Absolute extase

Nieuws: kleumende Vertellervan het Oude en zijn kernIk geeft toe, het artefact ziet er beter uit dan de kleumende Verteller van het Oude. Alhoewel, op het tijdstip van de foto had ik voor een moment geen last van de snijdende wind, de zon brak door.
Even daarvoor had mijn zoekmaatje Jan ( de man van het prachtige verhaal hieronder) een werkelijk schitterende 9 cm lange klingafslag gevonden van kwartsiet houdende zandsteen. Terwijl ik mijn GPS tevoorschijn haalde speurden mijn ogen de directe omgeving af. En ja hoor, daar lag ze! De achter de wolken tevoorschijn komende zon verwarmde een negatief en het artefact weerkaatste de straal recht in mijn pupillen. Even stokte mijn adem. Een negatief was van afstand duidelijk te zien, als volleerd roofdier dook ik op mijn prooi af. De vondst van Jan volledig uit mijn korte termijn geheugen bannend. Ik ontrukte haar aan de aarde die haar meer dan 30.000 jaar omsloten had. Dankbaar liet ze me haar volle glorie zien.Nieuws: detail kern (MP)
“Een Middenpaleolitische kern”, schoot er onmiddellijk door mijn hoofd. En inderdaad de klingafslagen (en de pogingen daartoe) zijn voorzien van een dikke laag windlak, er zitten kleine putjes in het oppervlak. Allemaal goede kenmerken. Helaas is de achterzijde beschadigd en verrommeld. Daar zit geen bewijs op.
Benieuwd wat de experts ervan zeggen, de opwinding van het vinden blijft hoe dan ook een eeuwige herinnering.

Verhalen van (amateur)archeologen: Jan van Rijn

In het nieuws: Neanderthaler opgraving PeestEen druk baasje die Jan! Voor zijn werk pendelend tussen Nederland en het buitenland en daarnaast nog tijd hebbend voor zijn hobby.
Op de foto tijdens de Neanderthaler opgraving in Peest, samen met de Verteller van het Oude en uiterst links Geert Venema. Ik had gedacht dat de mooiste vondst van Jan met deze gedenkwaardige gebeurtenis te maken zou hebben, niets is minder waar. Jan blijft bij zijn eerste vondst, een krombeksteker.
Lees in “archeologische vondsten” (boven in de taakbalk) zijn verhaal, of klik hier voor deze “love story”.

Februari
Kerntjes

Kerntjes WiE II, vondsten uit 1994Ze zijn slechts een paar centimeter lang deze kernen uit het Mesolithicum. Maar wat zijn ze mooi. Toch onvoorstelbaar dat onze voorouders hier nog gebruiksvoorwerpen van maakten.
Volgens Beuker (pp.164): ”De klingen (en dus ook de kernen, kernpreparaties, etc.) zijn echter beduidend kleiner dan in de voorgaande periode. De lengte varieert tussen 2 en 4 cm. en gaat de 5 cm. doorgaans niet te boven. Het aantal kernvormen in het Mesolithicum verschilt sterk. Zowel piramidale, als klingkernen met twee tegenover elkaar liggende slagvlakken en kernen met een recht vlak met negatieven komen voor. Daarnaast vinden we discoïdale kernen en onregelmatige kernen.”
Van de klingen werden microlieten gemaakt. Het woord zegt het al, uiterst kleine voorwerpjes. M.i. voornamelijk geschikt voor pijlbewapening en weerhaken. Een mening die Erik Drenth (zie hieronder in het artikel “Een wandelende encyclopedie”) meent te betwijfelen op grond van gedane gebruikssporen onderzoek.
Alle kernen (14 in totaal) komen van één vindplaats. Ze verzameld in 1994, nadien heeft de boer gras gezaaid en heb ik dus nooit meer daar kunnen zoeken. Helaas, want het betreft een vrij kleine plek, die waarschijnlijk niet vaak bezocht is door onze voorouders. Ik vond er slechts vijf spitsen (2 d-spitsen, een sauveterre, een a-spits en een b-spits), hetgeen verwonderlijk is gezien het grote aantal kernen. Verder kwamen nog een vuurmaker, twee schrabbers, een steker en twee klopsteentjes tevoorschijn. Naast een groot aantal klingen (< 2cm) en afslagen uiteraard.
Na 25 jaar wordt het wel eens tijd om er bouwland van te maken!

Onverwachte vindplaats

In het nieuws: Mesolithische Vindplaats ZeE VISoms moet je het als amateurarcheoloog niet hebben van de vondsten. Je hebt van die dagen dat je akkers bezoekt waarvan je weet dat er niet zoveel te vinden is. Een gedachte die zich in de loop van de jaren heeft gevormd. Ze ligt vaak in een gebiedje dat er op het oog laag en egaal uitziet. Geen enkel kopje te zien waar de prehistorische mens zonder natte voeten te krijgen kon bivakkeren.
Aan de rand van de bewuste akker ligt een kleine vindplaats uit het Neolithicum, hierover had ik regelmatig gelopen. Het natte land in de omgeving zag er niet bewoonbaar uit. Daarom had ik maar gelaten om het te onderzoeken. In de loop van de jaren begon het toch te knagen, immers niet-onderzoeken is ook niet-weten. Daarom vandaag de “stoute” schoenen aangetrokken, weliswaar met weinig hoop in het archeologische brein.
Maar wat kan het anders lopen. Immers pas op in het veld kun je de ware bodem omstandigheden waarnemen. In de loop der jaren zijn onze akkers, door het intensief ploegen, behoorlijk geëgaliseerd.
De Verteller van het Oude liep samen met zoekmaatje Jan van Buuren op de enorme akker. De natuur was schitterend, een koppel reeën was niet onder de indruk van ons en liet zich de hele middag zien. Aan de rand van de akker waren diverse vossenholen (en verlaten konijnenholen), te zien. Over het land liepen sporen van de eerder genoemde reeën en van marterachtigen. Ze kwamen van of gingen naar een bosje. Onze grote voetstappen volgden over het natte land de afdrukken. En daar lag ze, om de hoek, achter het bosje!
Een kleine verhoging in het landschap, aangeploegd en dichtgereden door de boer. Miserabele vondstomstandigheden dus. Gezien het aantal mesolithische vondsten dat we opraapten moet het na een ploegbeurt geweldig zoeken worden. Nu al kwamen er enkele mooie kernen, afslagen en klingen te liggen in de vondstzakjes.
Wat kan een mens zich dus vergissen!

Twijfel uit het Mesolithicum

Een wandelende encyclopedie, een andere benaming weet ik niet voor Erik Drenth. Wat een feitenkennis heeft deze man en wat een breed interessegebied!
Ik mocht een lezing over de indeling van microlieten bijwonen, een onderwerp waar ik toch wel wat van afweet. Maar ik werd volkomen omver geblazen door de senior archeologist and senior specialist material culture Prehistory van BAAC.In het nieuws: Erik Drenth, lezing mesolithicum
Erik had de indeling van microlieten eens onder de loep genomen en had zich afgevraagd of de huidige indeling correct was. Wanneer noem je een A-spits nu zo? Officieel als het een lange geretoucheerde zijde heeft, maar wat nu als ze bijna een geretoucheerde zijde heeft. Hoe noem je haar dan?
Hij had een aantal mesolithische sites uit Limburg met elkaar vergeleken. Tevens waren de artefacten aan een gebruikssporenonderzoek onderworpen. En juist daar kwam iets verrassends uit. Altijd werd gedacht dat microlieten gebruikt werden voor de jacht, als spits of als weerhaak. Deze theorie werd door het gebruikssporen onderzoek onderuit gehaald. De sporen duidden op een allround gebruik. Snijden van vlees en bijvoorbeeld ook hout.
Erik toonde aan dat in het laat-mesolithicum een veel breder spectrum aan microlieten voorkwam dan tot nog toe werd aangenomen, tevens geldt dat voor het begin van het mesolithicum (rond 9000 voor Chr.).
Hij gaf gelijk toe dat zijn onderzoek slechts in een beperkt deel van Nederland (het zuiden) en België had plaatsgevonden. Eigenlijk moet de opzet veel breder, het noorden van ons land zou erbij betrokken moeten worden.
Zijn bedoeling was ons duidelijk te maken dat er over het Mesolithicum eigenlijk nog veel te onderzoeken valt. Als voorbeeld noemde hij dat er bar weinig informatie beschikbaar is in de periode rond 6000 v. Chr.. De Verteller van het Oude hoopt dat Erik binnenkort in het noorden met een onderzoek kan starten.

Eén transversaalspits per dag

TransversaalsplitsDe laatste tijd heb ik het nogal druk met mijn werk. Alleen in de weekenden kom ik zo nu en dan toe aan het zelf lopen over een van mijn vindplaatsen. Maar nu het wat langer licht blijft, kan ik na gedane arbeid nog even zoeken.  Blijkbaar waren de goden met me, na niet al te lange tijd vond ik een transversaalspits. Lengte/breedte index van 53.
Door dit succes aangemoedigd, toog ik de volgende dag wederom te velde. Het duurde nog geen kwartier of ik vond de hierboven afgebeelde transversaalspits met een index van 63. Ze heeft linksboven een kenmerkende beschadiging die bij gebruik is ontstaan. Zou de afgeschoten spits een rib hebben geraakt of schoot de jager gewoon mis en werd ze beschadigd tijdens de landing?
De lengte breedte verhouding is een maatstaf (geen 100% zekere) voor het determineren van de spits. Transversaalspitsen hebben een lange range van voorkomen. Van Mesolithicum tot aan de Enkelgrafcultuur. Marcel Niekus heeft naar de l/b verhouding onderzoek gedaan en kon zodoende een tabel maken. Mijn indexen vallen binnen de Trechterbekercultuur.
Morgen maar weer even een frisse neus halen!

Rijckholt, een rijke collectie!

Hakken, Rijckholt collectie WaterbolkEerder in dit (ouder)nieuws heeft u al kunnen lezen dat ik samen met de VAEE (experimentele archeologie) bezig ben een vuursteen collectie uit Rijckholt (Zuid-Limburg) in kaart te brengen en te beschrijven. De artefacten stammen uit diverse opgravingen die onder leiding van de bekende archeologen Waterbolk en Van Giffen zijn doorgevoerd.
Zondag 16 februari was het weer zover, de herstart van de determinatie van de artefacten. Een monsterklus!
Maar wat een genoegen! Honderden bijlen en hakken (nodig om het vuursteen uit de mijnen te kappen) gingen door onze handen. Natuurlijk zaten er ook zakken bij waarvan het materiaal minder interessant was. Hiertussen zat altijd wel weer een gebruiksvoorwerp.
Het meeste van het materiaal is nooit in detail beschreven. De aandacht ging vooral uit naar de vuursteenmijn, hakken en bijlen.
De bedoeling is dat eind van het jaar de collectie in haar geheel beschreven is, waarna zij teruggaat naar Limburg om een plek te krijgen in het nieuw te bouwen museum in Rijckholt. Terug naar huis dus!
Het is een langdurige klus die met een beperkt aantal mensen moeilijk vol te houden is. Vandaar de oproep van de Verteller van het Oude, helpt u mee? Enige kennis van artefacten is vereist. Geef mij even een telefoontje (zie contact), zaterdag 29 maart is de volgende determinatiedag.

Op stap met de Drents Prehistorische Vereniging

Op stap met Drents Prehistorische Vereniging
Zou Valentijn, een dag na zijn/haar liefdesverklaring, nog een verlaat geschenk op het veld hebben achtergelaten? Vol goede moed betrad de groep Drents Prehistorische Vereniging leden de akker.
Een uur daarvoor waren we bijeengekomen in een Zeegser hotel. Jan van Buuren, Gosse Kerkhof en de Verteller van het Oude organiseren met enige regelmaat een zoektocht voor leden van deze vereniging. Doel is hen kennis te laten maken met het werk van de amateurarcheoloog. Er komt meer bij kijken dan alleen steentjes rapen; een goede documentatie van de vindplaats, een vondstenregistratie systeem en een zorgvuldige verwerking (inclusief melding aan de autoriteiten).
De Verteller van het Oude had een deel van zijn vondstcollectie meegenomen, zodat al inzicht verkregen werd in de te verwachten artefacten. Het zoeken vond namelijk plaats op twee van zijn vindplaatsen. Eén uit het Neolithicum, met transversaalspits en Trechterbeker aardewerk, de andere uit vml. het Jong-Paleolithicum.
De zware regenval van de afgelopen weken had ervoor gezorgd dat de zichtbaarheid op de akkers niet optimaal was. De grond was dichtgeslibd. Desondanks lieten de 16 mannen en vrouwen zich niet ontmoedigen. Ruim twee uur zoeken leverde een groot aantal artefacten op. Tweehonderd in totaal. Meest in het oog springend zijn de vier afslagen afkomstig van een bijl, deze had de Verteller van het Oude nog nooit op deze site gevonden. Blij verrast was hij ook met het oprapen van 9 jong-paleolithische afslagen, waarbij ook een concentratie kon worden vastgesteld.
Het voordeel van het zoeken met een grote groep is dat in korte tijd grote stukken land onderzocht kan worden. Zo werd duidelijk waar de grenzen van de vindplaatsen lagen. De groep bestond vnl. uit mensen die niet of nauwelijks zoekervaring hadden, allen hebben met volharding gezocht en artefacten uit de prehistorie gevonden.
Na afloop, onder het genot van een kom soep, werden de vondsten gedetermineerd. Diverse schrabbers, aardewerk, boortjes, schaven en aardewerk konden worden onderscheiden.
Een geslaagde dag, misschien volgend jaar weer.

Verhalen van (amateur)archeologen: Marcel Niekus

Dat Marcel Niekus een bekende steentijddeskundige is, weten alle liefhebbers van de archeologie. Regelmatig komt hij in het nieuws, bijvoorbeeld als er een prachtig boek over Neanderthalers verschijnt, of dat een amateurarcheoloog een schitterende vondst doet waar hij zijn licht over laat schijnen.
Maar wat waren zijn drijfveren om met te starten met de opleiding tot archeoloog, wat waren zijn topvondsten en wat hoopt hij nog te vinden? Lees in “archeologische vondsten” (boven in de taakbalk) zijn verhaal, of klik hier voor dit uiterst boeiend relaas, geheel geschreven in de kenmerkende stijl van Marcel.

30ste Steentijddag

Zaterdag 1 februari vertrok ik al vroeg (samen met enige archeologische maatjes) met de trein naar Leiden. In het universiteitsgebouw Lipsius werd voor de 30e keer de onder amateur en professionele archeologen zeer bekende steentijddag gehouden. Wat ooit in Groningen begon als een klein event is uitgegroeid tot een begrip.
Zelden ben ik ook zo enthousiast terug gereisd. Alle sprekers -gebeurt zelden- hebben me kunnen boeien met hun verhaal. Natuurlijk speelde ook het onderwerp mee. De Neanderthaler was ruim “vertegenwoordigd!”
Mijn collectie archeologische boeken werd ook nog eens behoorlijk aangevuld.  Ach, wat kan een mens nog meer wensen.
Van de lezingen zijn abstracts gemaakt. Lees hier de korte samenvatting, u wordt enthousiast en we zien elkaar op de 31e bijeenkomst!

Subsidie nieuws DPV

In oktober 2018 heb ik samen met Jan van Rijn en Ronald Popken een archeologische begeleiding gedaan tijdens de aanleg van een drainagesysteem op een evenementen terrein in Dwingeloo. Wij kwamen daar een structuur van stenen tegen met daarop en omheen vele ijzerslakken en houtskoolresten. Ook werden twee vml. afvalkuilen door ons waargenomen met daarin vele ijzerslakken. Het lijkt te gaan om een plaats waar grootschalige (?) ijzerproductie heeft plaatsgevonden. Om meer duidelijkheid te krijgen omtrent de datering en samenstelling van de ijzerslakken werd een aanvraag bij het wetenschappelijk fonds van de Drents Prehistorische Vereniging gedaan. Een bedrag van €1615,- werd ons toegekend.
Binnenkort hoop ik u de resultaten te kunnen meedelen. Wie weet vindt er nog een vervolgonderzoek plaats.

trefwoord: nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws.nieuws, nieuws, nieuws.nieuws, nieuws, nieuws. nieuws.nieuws, nieuws, nieuws.nieuws, nieuws, nieuws.

 

 

Neanderthaler weer, of toch niet?!

Daar staan ze dan hoor!
Een groepje in moderne kleding gestoken Neanderthalers, poserend voor de foto. Terwijl in heel Nederland code geel van kracht was, moesten wij -diehards onder leiding van Marcel Niekus- zo nodig op zoek naar artefacten van de meest illustere onder onze voorouders. Op het moment van de foto – genomen door Gijsbert Boekschoten- is het tien uur  en zijn we nog vol goede moed. De akkers lagen er schoongespoeld bij.
Helaas, helaas!
Tot ’s middags drie uur werd er geen artefact gevonden, de moed zonk steeds verder in de natter wordende laarzen. Een kwartier later konden onder luid gejuich twee artefacten (afslagen) ingemeten worden en voelden de lijven weer enigszins warm.
Spoedig daarop vertrokken we met een goed gevoel huiswaarts, de Neanderthalers in de regen achterlatend.

Nieuw verhaal: Willy van Wingerden

In de serie “Verhalen van amateurarcheologen” is het vandaag wederom de beurt aan Willy van Wingerden. Wat mij betreft raapte ze “de vondst van het jaar” op. Een Neanderthaler artefact voorzien van berkenteer!
Het verhaal van de ontdekking en wat daarna volgde.
Klik hier voor haar story of ga naar de bovenste navigatie balk “ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN”.

Heeft u zelf een bijzonder verhaal, meldt het de Verteller van het Oude. Misschien kunnen we samen anderen van uw verhaal laten genieten.

Hunebed ontdekt?

Er ging een schok door me heen. Het zou toch niet waar zijn, een nog niet ontdekt hunebed in Drenthe? In ieder geval was het nieuws spectaculair genoeg voor TV-Drenthe om er een cameraploeg op af te sturen.
In Bronneger woont amateurarcheoloog Lammert Hingstman. In een eigen museumpje laat hij de bezoekers kennismaken met zijn vondsten, en dat zijn er veel. De man is op serieuze wijze bezig met zijn hobby, hoewel hij volgens een aantal archeologen te veel in de grond heeft gespit.
De reportage bevreemdde mij echter. Op basis van een foto en een wichelroede lokaliseerde Lammert naar eigen zeggen, een hunebed. Haar locatie heeft hij afgezet met linten.
Gelet op de vondsten die Lammert in het verleden gedaan heeft, zou ik zeggen dat het tijd wordt voor wetenschappelijk onderzoek. Archeologen van de provincie en het Hunebedcentrum in Borgen geven echter aan dat hun niets bekend is van een mogelijk hunebed op de door Lammert aangeven locatie.
De Verteller van het Oude wordt echter wel zo “wild” van de gedachte aan een onontdekt hunebed dat hij voorstelt er een groundtracer overheen te halen. Het keienvloertje van het meer dan een eeuw geleden vernielde -ten behoeve van dijkverzwaring- hunebed moet makkelijk op te sporen zijn.
Ik ben benieuwd en houdt u op de hoogte.
Klik hier voor de reportage van TV-Drenthe.

Mammoetval in Mexico

Zo ving de mens 15 duizend (!!) jaar geleden een mammoet. Deze val inmammoetval mexico Mexico werd per toeval gevonden bij opgravingen voor een nieuwe vuilnisbelt. In de val zijn ongeveer 800 botten van 14 verschillende mammoeten gevonden.
Wat mij vooral verbaasd heeft is de datering, in Europa was de mammoet rond deze tijd al veel verder noordelijk getrokken. Blijkbaar was het toen in Mexico nog koud genoeg voor de dieren.
klik hier voor een filmpje.


Nieuw verhaal: Wiebe van der Vliet

Vondsten LochtenrekJe zal er maar wonen!
Wiebe van der Vliet geniet elke dag in zijn woonboerderij. Ze staat op historische grond. Geen erf in Noord-Nederland kan bogen op zo’n lange bewoningsgeschiedenis. Tijdens werkzaamheden vond Wiebe artefacten van onze voorouders. Klik hier voor zijn verhaal of ga naar de bovenste navigatie balk “ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN”.
Heeft u zelf een bijzonder verhaal, meldt het de Verteller van het Oude. Misschien kunnen we samen anderen van uw verhaal laten genieten.

Niet elke steen is raak

Er zijn leukere momenten. Een bult met duizenden stenen door te werken steenhoop mp akkerop zoek naar Neanderthaler artefacten, is geen pretje. Ten eerste gaat een ieders rug na verloop van tijd protesteren.  Vervolgens verandert de kleding van kleur, speciaal bij nat weer. Af en toe kom je onverwachte dingen tegen, zoals de houtsnip die oordelend naar de geur die eraf kwam, al meer dan een week dood onder de stenen lag.
Nu is dit alles nog niet zo erg als er een aantal belangwekkende vondsten tegenover staat.
Helaas was dat afgelopen zondag niet het geval.
Mijn kompanen en ik waren op de grootste MP-site van Drenthe aan het zoeken. Gelukkig maakte een “trektocht” over de concentratieplek -180 middenpaleolithen waren er in het verleden al opgeraapt- veel goed. Drie klingen en twee kernen werden aan het verleden ontrukt.

Unieke Neanderthaler vondst

neanderthaler schrabber in berkenteerNauwelijks bekomen van de presentatie van het Neanderthaler boek, ligt de volgende verrassing al weer te wachten. Ditmaal een geweldige vondst van Willy van Wingerden. Ze vond op de Zandmotor (opgespoten stuk land bij Den Haag) een schrabber. Deze was gevat in een stuk berkenteer. In Europa zijn twee stukken met teer gevonden. Willy vond de eerste in Nederland. Op zich is dat al uniek genoeg, maar het wordt nog mooier. Een C14 datering leverde een ouderdom van 50.000 jaar op.
Een uniek Neanderthaler artefact dus. Klik hier voor meer info.
Je zal het maar vinden!!

Vondstendag 2019 in Diever

Mijn zoekmaatje Jan van Buren en ik waren uitgenodigd door het Oermuseum in Diever om als deskundigen plaats te nemen achter de tafel tijdens de jaarlijkse vondstendag.
De Verteller van het Oude gaat er altijd met plezier naar toe. De sfeer is altijd gemoedelijk en er komen regelmatig mooie vondsten op tafel. Ditmaal was er net een collectie stenen ingeleverd t.b.v. het museum. Het materiaal van een amateurarcheoloog bevatte diverse spitsen uit de bronstijd en het neolithicum, fragmenten van geslepen bijlen etc. Het materiaal moet gedocumenteerd zijn, aangezien elk artefact genummerd was. “Zoals het hoort!”, zou ik bijna willen zeggen. Helaas was het bijbehorende boekje niet aanwezig, zodat we over de exacte vindplaats nog in het duister tasten. Toch konden we aan de hand van de artefacten vaststellen dat ze uit het stroomgebied van de Vledder AA moesten komen. Nu maar hopen dat het vondstenboekje boven water komt, zodat we aan de collectie een archeologische context kunnen toeschrijven.
De inbreng viel die middag verder een beetje tegen. Jammer, maar Jan en ik hebben ons niet verveeld.

De Neanderthalers in Noord-Nederland

Vrijdag 4 oktober was het dan eindelijk zo ver. Het lang verwachte neanderthaler boekNeanderthaler boek van Marcel Niekus werd eindelijk gepresenteerd. De Verteller van het Oude heeft er zijn bijdrage aan geleverd. Net als al die andere amateurarcheologen die in weer en wind naar de sporen van onze voorouders hebben gezocht. En hier schuilt ook de kracht van het boek in. Naast dat het zeer goed leesbaar is voor een breed publiek, is Marcel erin geslaagd alle voorhanden informatie over Neanderthalers in Noor-Nederland te bundelen.
De presentatie vond plaats in de prachtige Statenzaal van het Drents museum. Een toepasselijke locatie. Een van de sprekers was de directeur van het museum. Hij hield een wervend praatje over de tentoonstellingen van het museum en haar aandacht voor de lokale (Drentse) geschiedenis. De Verteller van het Oude hoopt dat eens al de Neanderthaler vondsten er tentoongesteld worden. Want Drenthe mag nog wel wat trotser zijn op haar oudste geschiedenis.
Het eerste exemplaar van het boek werd aan Henk Paas uitgereikt. Henk is een onvermoeibare speurder naar onze vroegste voorouders.
Marcel heeft samen met medeauteur Evert van Ginkel een prachtig boek afgeleverd, dat in geen enkele boekenkast van archeologie liefhebbers mag ontbreken.
De schitterende lay-out en foto’s komen op het conto van Frans de Vries.

De nukken van een vuistbijl

Tja, het zit niet altijd mee. Ik heb weer een jaar kunnen oefenen op het fabriceren van vuistbijlen. Inmiddels heb ik de techniek aardig onder controle, al zeg ik het zelf. Niet in de laatste plaats dank zij de aanwijzingen van mijn archeologische maatje en vriend Ernest Mols. Vol verwachting vertrok ik dan ook naar het Nederlands Kampioenschap vuistbijlen “slaan”  in Diever.
In het prachtige Drentse dorp wordt dit evenement elk jaar gehouden. De Verteller van het Oude behaalde er al eens een zeer eervolle tweede plaats. Helaas zat deze klassering er dit jaar niet in. Met de laatste slag op het stuk vuursteen, 5 minuten voor het verstrijken van de tijd, sloeg de Verteller zijn prachtig gelukte vuistbijl doormidden. Tja…..

Verteller van het Oude en zijn Nieuwsbrief

Vanaf heden is het mogelijk om regelmatig over de door mij geschreven artikelen op de hoogte gehouden te worden.
Aanmelden hiervoor gaat heel eenvoudig, in de menubalk aan de linkerzijde, onder het kopje “nieuwsbrief” vult u alleen uw naam en email adres in en u ontvangt regelmatig bericht over mijn meest interessante berichten. Afmelden gaat ook makkelijk, onderaan de nieuwsbrief staat “afmelden”, u wordt dan niet meer door mij op de hoogte gehouden.

Zo maar 100 graven!

Romeinse graven KuyuluWat ligt de geschiedenis hier toch voor het oprapen. Af en toe moet je er een paar uur voor reizen, maar dan krijg je ook wat te zien. Vooral in de omgeving van Adiyaman, de hoofdstad van de gelijknamige Turkse provincie, liggen nog tientallen niet of nauwelijks opgegraven sites. Zo ook in bij Kuyulu. Bovenop een heuveltop, brandend in de zon, ligt een vermoedelijk Kuyulu, in een Romeins grafRomeinse steengroeve met aan de zuidelijke zijde een honderdtal graven. Alleen de graven zijn haastig opgegraven. Ze bevatten alleen een trap naar beneden, waarna de deur van het graf komt en de dodenbedden zichtbaar worden. Allen uit dezelfde periode. Ik denk zo 1e eeuw voor Chr. tot 1/2e eeuw Romeinse steengroeve Kuyuluna Chr. Er zijn geen  sarcofagen, of inscripties gevonden. In een paar zijn nog kleurpigmenten te vinden. Voor een goed onderzoek moet men snel zijn, helaas voor de site zijn er nog zovele andere historische plekken die op zoek zijn naar een archeoloog. Waar moet men ook beginnen?
Of de steengroeve ten tijde van de necropolis in gebruik was, of juist erna, is niet bekend. Kortom, nog veel werk te doen.

Even voorstellen, mijn naam is haas

Tijdens mijn tochten kom ik diverse dieren tegen. Soms gevaarlijk, maar lang niet altijd. Ik geef toe spectaculaire plaatjes van slangen heb ik niet. Als ik ze tegenkom heb ik meestal geen tijd om een foto te nemen. Met een grote boog ga ik om ze heen of verdwijnen snel uit het zicht, buiten bereik van maat 47! Hetzelfde geldt voor de talloze schorpioenen, voor hen heb ik nog het meeste respect. Een voorval in 2002 versterkt dit alleen nog maar. Een van de medewerkers van het restauratieproject op de Nemrud werd ’s avonds in het hotel gestoken. Binnen enkele seconden zwol de hand vreselijk op. Direct werd de dokter gealarmeerd en in volle vaart stoven we naar het 60 km verder gelegen Kartha. Gelukkig kwam de dokter ons Schorpioenenvreter of te wel de Camel Spidertegemoet en diende direct twee injecties toe, waardoor de verkramping stopte. De volgende dag herhaalde zich het aantal injecties. Daarna duurde het nog twee dagen voordat de  patiënt hersteld was. De jongeman had geluk gehad, bij het hotel was water, de schorpioen dronk daarvan regelmatig waardoor zijn gif enigszins verdund was.
Met schorpioenenvreters (officiële benaming Camel Spiders) ben ik altijd blij. Het liefst heb ik zo’n onooglijk en razendsnel beestje op de kamer!
hagedis in TurkijeHagedissen kun je met hun geritsel onder de dorre struiken de stuipen op het lijf jagen. Maar ze zijn bijzonder mooi en een tikkeltje arrogant. Voor slangen en roofvogels moeten ze alert zijn. Ik zag een dezer dagen voor het eerst een gier. Ik ben helaas niet genoeg ingevoerd om de soort te kunnen determineren. Gelukkig heb ik deze op de foto kunnen zetten.Gier boven Gerger Kalesi
Vogels als de scharrelaar, hop en bijeneter vormen iedere keer als ik ze zie, het hoogtepunt van de dag.
Rond het hotel zwerven twee eekhoorns. Deze soort de Spermophilus Taurensis is een buitengewoon agressief soortje. Maar o zo schattig. Hun territorium drift kun je van verre horen.
Kortom een waanzinnige spectaculair en deels (voor mij) onbekend dierenhabitat.

Onbereikbare Griekse inscriptie

Overzicht Damlica siteSoms is het moeilijk om je doel te bereiken, vandaag mocht ik dat weer eens ervaren. In het plaatsje Damlica, gelegen naast de Euphraat aan de weg Adiyaman – Sanli Urva is nog niet zo lang geleden een begraafplaats ontdekt uit de tijd van koning Antiochos en zijn zoon Mithradates II. Ik was bijzonder geïnteresseerd in een inscriptie die daar te vinden zou zijn in een graf. Uitgehouwen in de rotsen en bestaand uit twee verdiepingen. Elke etage bestaat uit meerdere kamers, waarbij de onderste laag gebruikt is om te wonen(!). De inscriptie, het enige wat onderzocht is van de gehele site, vermeldt dat de voltooiing geschiedde onder leiding van een zekere Ariaramnes -de architect van koning Mithradates II-, verder kunnen we e.e.a. lezen over Antiochos. Hij wordt niet meer met zijn volledige titulatuur aangeduid, vooral het woordje “God” ontbreekt. Ten tijde van de realisatie van de graven moet Antiochos dus overleden zijn. Een roerige periode in de geschiedenis van het koninkrijk Kommagene. Zijn zoon probeert met alle macht onafhankelijk te blijven van Rome, hetgeen hem niet zal lukken. Over deze tijd weten we niet veel, daarom is ze zo interessant. Ik hoopte er nog meer aanwijzingen te vinden. Helaas werkt de natuur niet altijd mee. Recent zijn enorme rotblokken naar beneden gegleden en versperren de bezoeker de toegang over het toch al smalle paadje. Ik strandde 10 meter voor de ingang!!Kommageens graf Damlica
Ondanks de teleurstelling heb ik een prachtige tocht gemaakt, door de Euphraat gelopen, steile hellingen beklommen en diverse bewoningsplaatsen uitgehouwen in de rotsen uit latere perioden mogen aanschouwen. Maar bovenal de natuur en de gastvrijheid van de mensen mogen genieten.
Ik moet er zeker weer naar toe en hopen dat de natuur dan meewerkt.

Even een hechtinkje wegwerken

EVerteller van het Oude ontdaan van zijn hechtingenen tijdje geleden ben ik vijf meter naar beneden gevallen. In een Romeins graf nog wel, hoe ironisch! U kunt daarover hieronder een en ander lezen. Vandaag mochten de hechtingen verwijderd worden. Ik geef toe, het is niet erg archeologisch. Maar toch. Normaal gesproken ga je even naar de dokter, maar hier bracht ik een bezoekje aan een bevriende apotheker. Vol overgave kweet mijn vriend zich van zijn taak en in een mum waren de hechtingen verwijderd. Toen pas realiseerde ik me hoeveel geluk ik gehad had, de diepe wond was mooi genezen. Maar voor hetzelfde geld had ik iets gebroken. Ja, archeologie kan gevaarlijk zijn.

Een jongensdroom komt uit op de Euphraat

Als kind droomde ik er al van om eens de Euphraat te mogen bevaren. Ik heb er dus lang op moeten wachten, maar vandaag was het eindelijk zover.
Op de weg tussen Kartha en Siverik heeft de Turkse overheid een prachtige brug neergelegd. Nog niet zo lang geleden kon dit stuk over de Euphraat alleen via een veerbootverbinding overwonnen worden. Door de brug is deze laatste overbodig geworden en ligt ze sindsdien aan de ketting, hopende op betere tijden. Helaas laat het toerisme in deze uiterst rustige regio het afweten. Al drie jaar wacht men tevergeefs op terugkerende groepen. Wie weet kan dan de veerboot weer eens gebruikt worden. Via een goede kennis -Bayram- kregen we -reisgenoot Kees en de Verteller van het Oude- de tip om bij een lokale visser langs te gaan. Tussen twee vangsten door zou hij wel tijd hebben om ons rond te varen. Uiteindelijk -na een aantal vergeefse pogingen- kwam de droom vandaag uit. Het polyester bootje van 5 meter lengte heeft ons veilig over de indrukwekkende rivier gebracht. Ze is vele malen breder en dieper dan in vroegere  tijden. Het water van de rivier wordt opgestuwd door Atatürk dam. Helaas werden ook diverse historische sites uit Kommageense tijd (zie website) onder water gezet. Een van de belangrijkste, een cultplaats, tegenwoordig Gerger Kalesi geheten ligt veilig 100 meter boven de Euphraat. En daar zijn we naar toe gevaren. Onderweg adembenemende rotspartijen, een waterslang die een visje aan het verslinden was, grote roofvogels, Romeinse graven, tientallen duiven, duizenden vissen in allerlei soorten en maten. Maar bovenal de indrukwekkende moederrivier! Nu alleen de Tigris nog, maar dat zal nog wel even duren!
Op dit moment heb ik wat problemen met het uploaden van de filmpjes.

Een hete vuistbijl

Al jaren zoek ik in het Zuidoosten van Turkije naar vuistbijlen. Tot nu toe met heel veel succes.
In de diepe dalen van de uitlopers van het Taurusgebergte moet vroeger heel wat groot wild hebben gelopen. En te oordelen aan de tientallen vuistbijlen die ik soms vind op een akker, zal er ook veel op hen gejaagd zijn. Verteller van het Oude vindt vuistbijl langs de kant van de weg
Opgetogen en vol verwachting trok ik vandaag met mijn zoekmaatje Kees erop uit. Kamera’s en notitieblok in de aanslag, want meenemen is natuurlijk uit den boze. Na een reis van anderhalf uur, waarbij de temperatuur boven de 45 graden steeg, wachtte ons een bittere teleurstelling. De gewassen stonden nog volop te groeien. Bezichtiging van de hotspot(ten) bleek niet mogelijk. Dan maar van de nood een deugd maken en in de berm zoeken. 22 cm lange vuistbijl uit Adiyaman
En jawel hoor. Een prachtexemplaar, weliswaar aangetast door de tands des tijds en de vele akkerbranden, lag op mij te wachten. Tweeëntwintig centimeter lang, bifaciaal bewerkt en duidelijk bedoeld voor het grotere werk. Oprapen was bijna niet mogelijk, de buitentemperatuur zat ook in de steen!

Wordt u de 10.000ste bezoeker?

10.000 ste bezoeker Verteller van het OudeBinnenkort mag ik deze mijlpaal bereiken. Voor de tienduizendste bezoeker van mijn website liggen er 4 vrijkaartjes te wachten voor het Oermuseum in Diever.
Het wordt lastig om je te traceren, maar ik ga mijn best doen!

Archeologie, niet zonder gevaar!

“Doe je voorzichtig, geen risico’s nemen hoor!”. Elk jaar hetzelfde welgemeende advies. En standaard gevolgd door: “Natuurlijk, maak je geen zorgen!”
Even later begint mijn reis naar Zuidoost Turkije. Naar mijn favoriete archeologische plekken, daar waar geschiedenis nog tastbaar is. Zelfs na twintig jaar zijn er in de provincie Adiyaman nog vele niet ontdekte hoogtepunten uit de geschiedenis te vinden.
Op de bewuste dag trad ik op als gids voor een aantal vrienden. We bezochten de oude necropolis van Perre. Er liggen daar honderden graven, uitgehouwen in de rotsen, uit de Romeinse tijd. Helaas komt de temperatuur er zelden onder de 40 graden Celsius. Zo ook niet vandaag. Liters drinkwater gaat doorheen, even snel weer het lichaam verlatend door de poriën.perre romeins graf
Ik wilde mijn vrienden op het laatst van de tour nog even het m.i. mooiste graf laten zien. Een “enkelgraf”, 15 meter diep gelegen in de rots, alleen bereikbaar via een nauwe trap. Op zich niets bijzonders en goed te doen. Helaas zorgt de luchtvochtigheid en de ingespoelde aarde ervoor dat de trappen spiegelglad worden. En voor dat ik me dat realiseerde, lag ik 5 meter dieper. Gelukkig kon ik de val in de nauwe toegang stoppen, anders was ik direct de tombe ingerold.
Eind van het liedje: blauwe plekken en een diepe wond aan de elleboog. Diverse hechtingen in het ziekenhuis waren het gevolg. Op mijn verplichte rustdag zit ik nu met een stijve arm te typen, mezelf voornemend geen risico’s meer te nemen tijdens deze vakantie.
“Natuurlijk!”

Deksteen hunebed D14 ingestort

Zodra er iets aan de hand is met één van de hunebedden schokt dat heel hethunebed-d14-ingestort land. De landelijke nieuwszenders besteedden er onmiddellijk aandacht aan. Zo ook dit maal. Hunebed D14 (bij Eexterhalte) is deels ingestort, althans een van de dekstenen is naar beneden gekomen.
Een medewerker van Staatsbosbeheer noemde als mogelijke oorzaak dat iemand erover had gelopen. Gelukkig heeft de man meer verstand van bomen. Een steen van duizenden kilo’s trekt zich niets aan van iemand, ongeacht het gewicht van deze. Nee, de oorzaak moet worden toegeschreven aan iets anders. Hunebed D14 is vier keer gerestaureerd, de laatste keer in 1996. De achterste deksteen, de steen die nu naar beneden is gekomen, werd in het verleden versterkt met cement en ijzeren pinnen. En naar mijn niet bescheiden mening ligt hier de kern van het probleem. De pin heeft het kantelen van de steen niet kunnen voorkomen. De kracht aan de tegenoverliggende zijde was te groot. Daar ligt maar een klein gedeelte van de deksteen op de onderliggende zijsteen. Het grootste gedeelte van de steen heeft geen ondersteuning, waardoor  de steen naar beneden wil kanten en daardoor enorme druk op de pin veroorzaakt. Met als gevolg dat ze losknapte en de steen aan haar vrije val naar beneden begon.
De oorsprong van het probleem ligt bij onze voorouders. De over het algemeen kundige bouwers hebben een klein foutje gemaakt. Ze hadden voor meer ondersteuning moeten zorgen.
Wij hadden de hunebedden met rust moeten laten en ze niet als geraamte in het Drentse landschap ten toon moeten stellen. Dat mensen er nu opklimmen is logisch, ze liggen er uitdagend bij. Een bordje, zoals bij hij hunebed van Borger helpt m.i. niet. Mensen zouden respect voor onze dode voorouders moeten hebben. Ik sta toch ook niet op het graf van je vader/moeder!

Vuursteen bewerken bij “Het Kristal”

sportzaal met kristallen en ArcheoFlintZeer geslaagde bijeenkomst georganiseerd door de Geologische Vereniging “Het Kristal” in Groningen. Ondanks het hete voorjaarsweer kwamen er bijna net zoveel bezoekers als vorig jaar. Waarschijnlijk komt dat door de bekendheid die de vereniging inmiddels heeft opgebouwd. Een groot aantal stands met materialen van hoogwaardige kwaliteit. Veel fossielen en bijzondere stenen.  Daar ga je met plezier kijken! Bovendien waren er veel (gratis) activiteiten voor kinderen. Als ouder kon je rustig rondkijken terwijl de kinderen zich naar hartenlust de technieken van onze voorouders eigen maakten. Wij van ArcheoFlint (Ernest Mols en “de Verteller van het Oude”) stonden ook nu weer flink in de belangstelling bij de jeugdigen. Tot volgend jaar dan maar weer!

Geert Venema in het nieuws

Al eerder heb ik geschreven over mijn archeologisch maatje Geert Venema.Geert Venema in zijn museum In de boerderij van hem en zijn vader wordt hard gewerkt aan de realisatie van hun droom. Het openen van een eigen archeologisch museum.
De plaatselijke pers heeft inmiddels ook het unieke ervan ontdekt. Lees hier een uitgebreid artikel in “dit is Westerkwartier”.

Enthousiaste scholieren

Over het algemeen zijn leerlingen vier jonge archeologen aan het zoekenvan een basisschool geïnteresseerd in geschiedenis en verhalen. Twee dingen die m.i. onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De Verteller van het Oude treft het dit jaar bijzonder, zijn klasje is voor beide zaken zeer te porren. Zo zeer zelfs dat ze na schooltijd de velden mee op wilden om artefacten te zoeken. En zo tuften wij gezellig keuvelend naar een van mijn vindplaatsen. De kits stonden nog geen minuut op het veld of ze kwamen al met diverse stenen op mij aflopend. Ik kreeg het druk, zelf zoeken was er nauwelijks bij. Al gauw hadden de drie jongens en het ene meisje door waar ze op moesten letten. In een uur tijd vonden ze meer dan 60 artefacten, waaronder enkele kernen en lange klingen. Het enthousiasme werkte aanstekend, ik kreeg al weer zin in de dag van morgen, om in de klas een nieuw verhaal te vertellen.

Vuursteen collectie uit Rijckholt (2)

Vondstenboekje Rijckholt 1929Eerder in dit nieuws heeft u al kunnen lezen dat ik samen met de VAEE (experimentele archeologie) bezig ben een vuursteen collectie uit Rijckholt (Zuid-Limburg) in kaart te brengen en te beschrijven. De artefacten stammen uit diverse opgraving die onder leiding van de bekende archeologen Waterbolk en Van Giffen zijn doorgevoerd. Om meer informatie omtrent de vondsten te verkrijgen togen Ernest Mols en ik naar het Groningen Institute of Archaeololy (GIA). In onze verwachtingen werden we niet teleurgesteld. Directeur Daan Raemaekers stelde welwillend zijn kantoor ter beschikking en had ter voorbereiding op onze komst alle beschikbare documentatie uit de opgravingsjaren klaargelegd. Daarbij zaten de originele vondstenboekjes en alle opgravingskaarten. Een ware schat voor ons. Vele honderden foto’s en beschrijvingen later, gingen wij opgetogen huiswaarts. Onze database is weer een stuk vollediger!

Doorboord steentje

doorboorde steen 4Mijn ogen werden groot. Voor me op tafel lag een ongeveer 3 cm groot steentje, ze bleek doorboord te zijn in de prehistorie en afkomstig van een amateur archeoloog die haar opgeraapt had in centraal Drenthe. De vondsten waren ingeleverd bij het Noordelijk Archeologisch Depot en lagen al een tijdje op determinatie te wachten. De steen was van twee kanten doorboord, conisch zo u wilt. Waarschijnlijk met behulp van een stenen boortje. Duidelijk waren de slijtage sporen aan een zijde te zien. In ieder geval had er een touw(?) doorheen gezeten.doorboorde steen 3
Ikzelf heb nog nooit een dergelijk exemplaar gevonden, ze is eenvoudig, niet bijzonder mooi, maar door haar zeldzaamheid fantastisch.
Doorboorde steentjes worden bij opgravingen van kampementen wel eens gevonden. Datering van late steentijd tot het eind van de nieuwe steentijd. Dus in de periode tussen 12000 en ongeveer 2000 voor Chr. Over hun functie is niet veel bekend. Het schijnt dat ijsman Ötzi er een aan zijn tas had, bedoelt als sluiting. M.i. zijn knopen van hout en been daar meer voor gebruikt. Veel makkelijker te maken en een stuk lichter. Het steentje moet het waarschijnlijk hebben van haar gewicht, om iets te verzwaren. Mogelijk een net of een draad van een weefgetouw. Zelfs het gebruik als spinsteentje valt niet uit te sluiten, hoewel deze vaak van klei werden gebakken.
Ikzelf zou er een touwtje doorheen doen en om mijn nek dragen. Waarom? Gewoon omdat ik het leuk vind.

Metaaldetector in de klas

De deur van mijn klaslokaal op de basisschool gaat open. Martin van denMartin van den Bosch voor de klas Bosch komt binnen. Het is meteen stil. Ik had de klas voorbereid op zijn komst -in het kader van een project over Vikingen- en er werd met spanning naar uitgekeken. Martin is namelijk de vinder van een heuse Viking schat(2014). En dat spreekt een ieder aan!! Onder “ouder nieuws” vindt u over de schat meer informatie, wel even door scrollen.
De leerlingen hingen aan zijn lippen, enthousiast werden vele vragen gesteld.
Met hetzelfde enthousiasme beantwoordde Martin ze. Bewondering oogstte Martin toen hij vertelde dat hij zijn vondsten had kunnen verkopen, maar dat niet had gedaan omdat ze in een museum thuis horen. De aandachtig toehorende meester hoopt dat veel meer amateur archeologen dit voorbeeld zullen volgen. Je handelt niet in artefacten van onze voorouders!
Martin zou ongeveer een uurtje blijven, het werden er ruim twee! Na zijn verhaal zijn we naar buiten gegaan en hebben we met twee metaaldetectors gezocht naar spulletjes in het zand rondom speeltoestellen. In totaal leverde dat 9 moderne muntjes en een fietssleutel op. Morgen gaan we ze schoonmaken.Metaaldetector geluid onderzoeken
Zelden heb ik mijn groep voor zo’n lange tijd enthousiast gezien. Ik weet zeker dat een aantal met de schop de tuin in getrokken zijn, op zoek naar begraven schatten. Enfin, morgen zal ik het zien.
En Martin, reusachtig bedankt. Geschiedenis in optima forma! Het was top, een topdag met top vondsten.
Meer informatie over Martin en zijn vondsten vindt u op: www.duppies.jouwweb.nl

Determinatie amateur collecties

Op de tweede donderdag in maart was het eindelijk zover. De determinatie van collecties van amateur archeologen in Nuis ging weer van start. Samen met enige archeologische maatjes determineert de Verteller van het Oude de bij het depot ingeleverde steenverzamelingen. Het Noordelijk Archeologisch Depot -NAD-  bezit inmiddels een goed beschreven (amateur) archief, enkele honderdduizenden steentjes hebben wij de afgelopen twaalf (?) jaar hieraan mogen toevoegen. Een enorme klus welke alleen mogelijk was door de tomeloze energie van vrijwilligers en medewerkers. Door de determinatie hebben onderzoekers de mogelijkheid gericht te zoeken, zonder dat hele collecties doorgezocht moet worden. Bovendien breidt het onze kennis over het leven in de prehistorie enorm uit. Determineren in Nuis
Bij deze dus de oproep om verzamelingen -indien u eraan toe bent!- in te leveren.
Niet elke collectie is even interessant om te determineren. Donderdagavond was daar een sprekend voorbeeld van. Tussen de vele stenen, zand en stro (!) bevond zich maar een enkel artefact. Maar ook deze verzameling werd behandeld alsof het topvondsten betrof. En zo hoort het. Niesend van de stof reed ik voldaan terug naar huis, in de wetenschap dat volgende week een nieuwe collectie wacht.

Vuursteencollectie uit Rijckholt

kisten vol rijckholt vuursteenOngeveer acht jaar geleden bereikte ons de vraag van het Groningen Institute of Archaeololy (GIA) of we iets konden met een collectie vuursteen uit de mijnen van Rijckholt (Limburg).
In de prehistorie werd gedurende een paar duizend jaar een grote hoeveelheid vuursteen gewonnen uit ondergrondse aardlagen. De toenmalige mensen groeven voor dat doel vele loodrechte schachten door het krijt om vervolgens de rijke vuursteenaders horizontaal te volgen. Van het verkregen vuursteen (hele grote brokken, waar men in “Drenthe” jaloers op zou zijn) werden grote klingen, dolken en bijlen vervaardigd, om ze vervolgens te verhandelen. Op die manier zijn ook in mijn provincie artefacten terecht gekomen.
De VAEE (Vereniging Experimentele Archeologie) was blij verrast en stemde graag in met het verzoek van het GIA. De collectie vuursteen is afkomstig van de opgravingen van Van Giffen en Waterbolk. Ze stamt grotendeels uit de jaren 1923 t/m 1964. Gedurende vele jaren konden de leden van de VAEE de vuursteentechnieken van onze voorouders bestuderen en imiteren. Onlangs bereikte ons het verzoek de collectie kernen uit Rijckholtbeschikbaar te stellen aan het nieuw te bouwen museum in Rijckholt. De VAEE wil hier graag aan meewerken! Maar voor dat tot een eventuele overdracht overgaan wordt, willen we goed in kaart brengen om welk materiaal het gaat. Daartoe zal de komende tijd de collectie geïnventariseerd worden. Gezien de hoeveelheid materiaal zal de enorme klus vele vrije dagen opslokken. De Verteller van het Oude verheugt zich erop. Wordt vervolgd.

Steentijd dag Leiden

Terug in de bankjes van de universiteit!lezing steentijddag
Voor de 29e keer werd de Steentijd dag georganiseerd. Uit heel het land komen archeologen (beroeps en amateurs) op deze dag af. Het is geweldig om je “maatjes” weer eens te spreken en de laatste nieuwtjes uit te wisselen.
In de banken van de Universiteit van Leiden werden we vergast op 8 prachtige lezingen. Voor de Verteller van het Oude was de bijdrage van Yannick Raczynski-Henk het meest aansprekend. Zijn (en anderen) opgraving in Nor Geghi (Armenië) van Neanderthaler (en ouder!) artefacten was buitengewoon inspirerend.
Op 1 februari 2020 vindt de 30ste steentijd dag plaats. Ik kan niet wachten!

Vermaning – oneindig in het nieuws

Afgelopen zondag -6 januari- reed ik niets vermoedend naar huis. Mijn stemming was al net zo gedaald als de temperatuur buiten. Een zoektocht op een van “mijn” akkertjes had behalve enkele verkleumde ledematen, niets opgeleverd. Mijn vingers vonden de knop van de radio en even later klonk de stem van de presentatrice van OVT (VPRO) door de auto. Zij kondigde een reconstructie van de “zaak Vermaning” aan met niet eerder gehoorde opnames.
poster vermaning tentoonstelling DMEenenveertig minuten lang heb ik geboeid zitten luisteren naar o.a. Wijnand van der Sanden en Anja Schuring (beiden auteurs van het boek “De zaak Vermaning”.), Dick Stapert, prof.Waterbolk, Van der Waals en diverse APAN-leden.
Ook nu laaide de strijd tussen voor;- en tegenstanders van Vermaning af en toe weer op, maar bij mij overheerste de tevredenheid. OVT is er m.i. in geslaagd een objectief beeld van de hele affaire rondom Drenthe’s meest bekende amateurarcheoloog te maken. Indien u de aflevering wilt horen, klik dan op onderstaande link.
In ieder geval waren alle betrokkenen het er over eens: “Tjerk Vermaning heeft een enorme boost gegeven aan het Neanderthaler onderzoek in Nederland”.
Met als hoogtepunt de vondst van een kampement “bij Assen”, en hier komt de Verteller van het Oude weer in beeld. Loopt hij toch nog een beetje in de voetsporen van zijn beroemde voorganger.
Link naar OVT: De zaak Vermaning

Drelsdorf in een Duitse publicatie

In de Archäologische Nachrichten Schleswig-Holstein publiceerden Sönke Hartz en Martin Segschneide hun bevindingen over de Neanderthaler vindplaats in Drelsdorf onder de titel:”Eiszeitliche Jäger in Drelsdorf, Auf den Spuren der frühesten Besiedlung in Schleswig-Holstein.” Lees hieronder hun verslag.
Drelsdorf publicatie Sonke en Martin

Drelsdorf, noordelijkste Neanderthaler kampement van Europa

Jan van Rijn en zijn prachtige MP-kernIn het noorden van Duitsland, 40 kilometer van de Deense grens, ligt het rustieke dorpje Drelsdorf. Sinds een aantal jaren ondersteunen Nederlandse (amateur)archeologen hun Duitse collega’s bij het zoeken naar artefacten van Neanderthalers.
In deze website kunt u diverse artikelen lezen, o.a. over een prachtige kern. Deze keer -midden november- vond onze ploeg, onder de bezielende leiding van Jaap Beuker en Sönke Harz, twaalf artefacten. Wederom was de vondst van een kern  -opgeraapt door Jan van Rijn- het hoogtepunt. Rondom zijn prachtige klingen afgeslagen. Het doet ons vermoeden dat we hier met de laatste Neanderthalers hebben te maken.
Het Dagblad van het Noorden had een verslaggever -Job van Schaik- meegestuurd. In de pdf-bestanden valt zijn verhaal te lezen. De laatste woorden in het artikel zijn van de “Verteller van het Oude”, hij kan niet wachten tot de volgende zoektocht.
Lees hier het verhaal: Drelsdorf2 Drelsdorf1

Tegenvallende Mp-zoektocht

Tijdens de onthulling van Dicks bankje, zie het stukje hieronder, viel op dat onze Neanderthaler vindplaats er doorregent genoeg uitzag om hierop een zoektocht naar artefacten te organiseren.
Helaas viel de opbrengst deze keer tegen. Jan van Buuren was de enige die een mp-afslag mocht oprapen.
Het mooiste moment kwam na afloop van de zoektocht. Het kleine team heeft een tijdje zitten uit te rusten op het bankje van Dick.

uitrusten op het bankje van Dick

Bankje ter nagedachtenis van Dick Brinkhuizen is onthuld.

Bij tijd en wijle kwam de regen met bakken uit de lucht. Het leek alsof de hemel haar bijdrage wilde leveren aan de bedroefde groep van dertig personen die zich moeizaam over het glibberige modderpad voortbewoog.
bankje Dick Brinkhuizen onthuldWe liepen langs de midden-paleolithische vindplaats “bij Assen” en waren op weg naar de plek waar ter nagedachtenis aan Dick Brinkhuizen een houten bankje zou worden onthuld.
Ruim twee jaar geleden overleed Dick. Gewaardeerd archeoloog, maar bovenal ons archeologisch maatje. Dick heeft in Noord-Nederland 5 vuistbijlen gevonden, een aantal dat tot op de dag van vandaag door niemand is geëvenaard. Hij was een van de stuwende krachten achter het onderzoek naar de Neanderthaler site “bij Assen”, vandaar dat aan de rand van de vindplaats, met dank aan Staatsbosbeheer, nu een in memoriam plaats is gecreëerd.
Het bankje werd door Jasmina, zijn weduwe, onthuld.plaquette Dick Brinkhuizen
De inscriptie op het bankje maakt het duidelijk; Dick was onze vriend! De wandelaar die even de vermoeide benen rust geeft en plaats neemt op het bankje, kijkt uit over de vindplaats en het naastgelegen beekdal. Een uitzicht dat zo geliefd was bij Dick, de “Verteller van het Oude” had graag nog een keer naast hem gezeten.

Gerger Kalesi- filmpje op grote hoogte.

Videospeler

 
 
 
00:00
 
01:40
 
 

Vanmorgen kreeg ik van Mehmet Çoban, vriend van de “Verteller van het Oude” en woonachtig vlak bij de Nemrud Dagi in hetZuidoosten van Turkije, een filmpje toegestuurd. Ze gaat over een nog niet opgegraven site uit Kommagene, genaamd Gerger Kalesi. Ik heb daar zeer goede herinneringen aan en vind het een van de meest avontuurlijke plekken die ik ken. De top halen is al een hele uitdaging! Oordeel zelf, helaas is de kwaliteit niet top. Gewoon niet op groot formaat afspelen, geniet van de Euphraat op de achtergrond.
Klik hier als je meer info  over Gerger Kalesi wilt.

ArcheoFlint – meesters in het bewerken van vuursteen

Toegevoegd aan “vrienden van de Verteller”. De doelstelling van deze vuursteenwerkers:

  • vuursteenwerkplaats van ArcheoFlint, iets nieuwsprehistorische vuursteenbewerkingstechnieken aan een breed publiek onder de aandacht te brengen door middel van demonstraties en workshops.
  • het overbrengen van deze technieken aan een jeugdiger generatie zodat de prehistorie voortleeft in het heden.
  • door middel van boeiende verhalen en presentaties belangstelling te kweken voor het leven van en over onze prehistorische voorouders.

Neem eens een kijkje op de hun website: www.archeoflint.nl 

Verteller van het Oude herstelt

Het heeft een tijdje geduurd, maar na een lange revalidatie (wegens operatie aan de rug) “is de zin” in archeologie en het bijhouden van mijn website weer terug.
Ik verheug mij weer de artefacten op te kunnen rapen van de velden, de verhalen en contacten met andere amateurarcheologen, en over het houden van lezingen. Dank voor alle bloemen, kaartjes, telefoontjes en alle andere blijken van medeleven.

Nieuwe verhalen van amateur-archeologen toegevoegd

Twee prachtige artikelen over vondsten op de tweede maasvlakte toegevoegd. Mirjam K. schrijft over een benen Mesolithische spits en Hester Loeff over een levallois afslag. Beiden vinden het gevondene de “vondst van hun leven”.

Nieuwe verhalen van amateur-archeologen toegevoegd

Twee prachtige artikelen over vondsten op de tweede maasvlakte toegevoegd. Mirjam K. schrijft over een benen Mesolithische spits en Hester Loeff over een levallois afslag. Beiden vinden het gevondene de “vondst van hun leven”. 

Verandering op de website

De pagina archeologische vondsten op mijn website is ingrijpend veranderd. Het scrol menu werd te lang waardoor de te lezen artikelen niet goed zichtbaar meer waren. Nu is ze onderverdeeld in verhalen van de “Verteller van het Oude” en van zijn collega amateur-archeologen. Op desbetreffende pagina’s treft u foto’s van de besproken artefacten aan, klik erop en de bijzondere verhalen worden zichtbaar. 

Gertie Bergsma, nieuwe provinciaal archeoloog Drenthe

Wijnand van der Sanden, sinds eind jaren ’90 provinciaal archeoloog van Drenthe, is conservator in het Drents museum geworden. De “Verteller van het Oude” is verheugd over zijn benoeming. Met de komst van Wijnand keert de kennis van de prehistorie, na het vertrek van Jaap Beuker, in het museum weer toe.Wijnand wordt opgevolgd door Gertie Bergsma.
Ik ken haar al vanaf 2003, sindsdien hebben we vele opgravingen samen mogen uitvoeren. Ze is een bevlogen archeologe met hart voor de amateurs. Ik wens Gertie veel succes en plezier toe in haar nieuwe functie en hoop dat de samenwerking zich voortzet.

Opgraving in Norg

Een flitsbezoek aan Norg, dorp aan de rand van de Drentsche hooglanden. Bij toeristen zeer bekend, in de zomermaanden weten deze haar massaal te vinden. Vandaag was de “Verteller van het Oude” er op bezoek. Aan de rand van het dorp -de Peesterweg- zal gebouwd worden.  Op riante kavels verschijnen ongetwijfeld prachtige villa’s. Archeologisch onderzoeksbureau RAAP doet onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis. Aangezien Norg rijk is Jaap Bergsma, schaver tot op de millimeteraan prehistorische vondsten, reed ik verwachtingsvol naar de opgraving. Het werd een weerzien met bekenden. Jarenlang had ik sommige opgravers niet meer gezien, toentertijd werkten ze voor het ARC, waarmee ik ook vele opgravingen heb doorgevoerd. Helaas hield dit archeologisch bureau haar hoofd niet boven water en moesten de medewerkers op zoek naar ander werk. Fantastisch om een aantal terug te zien, langzaam neemt het werk in de archeologie weer toe, Gosse aan het couperenwaardoor het aantal werklozen in deze beroepsgroep snel afneemt. Jaap Bergman, een begrip onder de graafspecialisten, bestuurde als vanouds de graafmachine. Maar wat de Verteller het meeste deugd deed was wel het feit dat zijn archeologisch maatje Gosse ook deelnam aan de opgraving.
De resultaten: op een groot deel van het terrein werden geen paalgpaalgat in keileematen of andere sporen aangetroffen. Deze concentreerden zich op een relatief klein gebied -in het noordwesten- van het opgravingsgebied. De paalgaten waren diep in het keileem gegraven, mogelijkerwijs van twee boerderijen. Het totaal ontbreken van vondsten maakt de datering moeilijker. Vermoedelijk stammen de sporen uit de Middeleeuwen. Pas als alles opgegraven is kan de puzzel in elkaar gezet worden. Alleen deze week (eind september) wordt er nog gewerkt.  Dus snel kijken als u nog iets van de opgraving wilt meemaken.

Kro-Ncrv “Jan rijdt door” vuistbijlenkampioenschap

jan rijd doorTijdens het Nederlands Kampioenschap vuistbijlen maken, kwam het programma “Jan rijdt door” langs. Ze maakte een leuke impressie van het gebeuren, vakkundige uitleg van Ernest Mols, “Verteller van het Oude” pontificaal in beeld. Nog verbaasd dat ik me niet op de vingers sloeg met al die camera aandacht. Klik hier voor de reportage.

Nieuwe artikelen over Kommagene

Luchtfoto van Nemrud met daarop het grafmonument voor Antiochos I.Het is een tijdje stil geweest over de Nemrud en haar prachtige grafmonument ter ere van Antiochos I, koning van Kommagene in de eerste eeuw voor Christus. Ik heb de draad weer opgepakt om mijn website hierover te vervolmaken. Met name het hoofdstuk over de koningen van het illustere koninkrijk behoefde enige aanvulling. U kunt nu meer lezen over Mithradates II, Mithradates III, Antiochos III en Antiochos IV.

Determinatie avonden weer van start

Nuis, pauze - even geen steentjes determinerenSinds 2006 is een opmerkelijk project gestart in Het Noordelijk Archeologisch Depot. In de door haar beheerde verzamelingen kwamen veel oudere collecties van amateur archeologen voor die niet of nauwelijks waren beschreven. Van velen ontbrak zelfs een nauwkeurige vindplaatsaanduiding. Helaas, helaas! Iedere steentjeszoeker heeft de plicht -althans volgens mij- zijn of haar collectie zo te beheren dat over bovenstaande geen onzekerheid is. In een tijd dat er geen gebruik van GPS gemaakt kon worden, was het zeker geen eenvoudige taak. Dat begrijp ik wel.
Enfin, in Nuis komen een aantal hedendaagse amateur-archeologen uit het Noorden van ons land op de donderdagavond bijeen om de collecties aan de vergetelheid te ontrukken. Vele honderdduizenden steentjes zijn al door onze handen gegaan.  Prachtige en minder mooie collecties zijn inmiddels beschreven. Er zijn van die avonden bij dat je niet wilt stoppen, zulke mooie artefacten van onze voorouders heb je mogen vasthouden. Afgelopen donderdag -na een drie maanden durende zomerstop- kwamen we weer bij elkaar. De avonden zijn super gezellig, met veel humor. Onze kennis van artefacten wordt steeds uitgebreider.De door te werken collectie van volgende week.
Wat doet een (amateur)archeoloog na beëindiging van zijn actieve zoek carrière? Natuurlijk kun je van je gevonden artefacten blijven genieten, maar je zou ze ook in Nuis kunnen laten opslaan. De collectie blijft onder jouw naam voortbestaan en is beschikbaar voor de wetenschap. Dus bij deze een oproep, heb je zelf een collectie of ken je een steentjeszoeker, breng dan eens ter sprake of het tijd wordt de verzameling in Nuis onder te brengen. De “Verteller van het Oude” is het zeker van plan.
Volgens de beheerders van het depot is er nog drie jaar werk voor onze groep. Misschien vind je het leuk om mee te helpen. Mail me dan even of kom langs in Nuis.

OSmigratie en Verteller zijn vrienden

OSmigratie, aanbevolen door de "Verteller van het Oude" voor al uw ICT wensen.Kees Epema, de man achter OSmigratie ken ik al jarenlang. Absolute een topper op ICT gebied. Met recht een vriend van de Verteller. Voor zijn klanten maakt hij hun wensen op ICT gebied waar, ongeacht het budget. Zijn laatste Masterpiece  was het bouwen van een digitale omgeving voor kinderen en volwassenen in het Oermuseum in Diever.  Interactief, oersterk en bijzonder eenvoudig te bedienen. Dus, denkt u aan digitaliseren dan raad ik u aan contact met hem op te nemen. Advies inwinnen kan altijd.
http://osmigratie.nl/index.html

Nieuw website item: Archeologische vondsten

In de loop van de jaren heb ik vele artikelen in “Nieuws van de Verteller” geschreven over archeologische vondsten. Het gaat daarbij niet altijd om het artefact, maar veel meer over het verhaal achter de vondst. Helaas verdwijnt na verloop van tijd het item in “Ouder nieuws”. Ze is vrijwel niet meer te vinden. Zonde, want het verhaal is de moeite waard om gelezen te worden. Daarom heb ik besloten een nieuw item toe te voegen aan mijn hoofdmenu: Archeologische vondsten. Hier kunt u in het scrol menu een keuze maken. Regelmatig zal een nieuw verhaal toegevoegd worden.

Vuistbijlen vinden, fotograferen en liggen laten!

De hitte was bijna ondraaglijk, we spreken over het jaar 1999, zonder mededogen scheen de koperen ploert onophoudelijk op het dak van de minibus. Alle ramen stonden open, maar de hete bries zorgde nauwelijks voor verkoeling. Ik kon  nauwelijks geloven dat ikzelf deze safari -zo noemde de Turkse chauffeur de onderneming- bedacht had. De hele dag was ik al op zoek naar artefacten geweest. En wat had ik een bijzondere dingen gezien! Het begon in alle vroegte, de temperatuur bedroeg nog maar 25 graden, met een bezoek aan een tweetal prachtige Romeinse graftombes. Een paar kilometer verderop lag een verticaal doorgesneden bewoningsheuvel (hüyük), afgegraven bewoningsheuvelondenkbaar in Nederland maar een eldorado voor steentjeszoekers. Een tijdje later was een Romeinse mijlpaal(!) aan de beurt, ze lag direct naast de stoffige  kiezelweg waarop wij onze tour vervolgden. Op de aanpalende akker lagen duizenden neolithische afslagen, ik voelde mij in het Walhalla. Maar dan die hitte! De temperatuur vlak boven het aardoppervlakte liep op tot over de 50 °C, teveel voor een normaal gesproken redelijk koele Nederlander. In de verte ontwaarde zich een riviertje, een verfrissende duik lonkte. De weg er naar toe was duidelijk niet gemaakt voor auto’s, de gaten waren soms een meter diep. Na een gigantische omweg arriveerde ik tenslotte bij de rivier. Tot mijn verbazing was de naast gelegen akker net afgebrand (verbranden van het kaf). Even verderop lag zelfs een hüyük. Weer zo’n historische plek, zoals er velen zijn in dit prachtige land. Na uitgestapt te zijn droogde mijn -van het zweet nat geworden- blouche  binnen enkele tellen op. Ik lette meer op de anderhalf meter lange slang die voorzichtig tussen doornen laverend, een veilig heenkomen zocht.  Twee bijeneters zweefden door de lucht, hun Turkse vuistbijl in situprachtige felle kleuren zou een ieder hebben bekoord. Vol bewondering keek ik hen na, vervolgens richtte mijn blik zich op de grond voor mijn voeten. En daar lag ze, ik kon mijn ogen niet geloven. Voor het eerst van mijn leven aanschouwde ik in de natuur een vuistbijl! Geen twijfel over mogelijk, tweezijdig bewerkt, snijdende kanten en een (enigszins afgeronde) punt. Wat was ze groot! Achter vitrines had ik natuurlijk wel diverse exemplaren mogen aanschouwen, maar die waren allen rond de 10 centimeter. Dit exemplaar was ongeveer 25 cm lang en woog tenminste een kilo. Ik voelde mij een soort Indiana Jones, 4500 kilometer van huis en een spectaculaire ontdekking doende. Toen de rust weer een beetje in mijn gemoed terug was gekeerd, ontdekte ik een verborgen vuistbijlnog meerdere exemplaren. In totaal 12 (!) om precies te zijn. Allen liggen ze op een plateau, 25 meter daaronder  stroomt de dieper in het landschap uitgesleten rivier. Alsof de vroegere gebruikers van de vuistbijlen speciaal op deze plek hun gereedschap maakten om hun pas gedood voedsel te ontleden. Niets meenemen van het gereedschap, gewoon binnen een paar minuten ter plekke maken. Bruikbaar vuursteen ligt er genoeg. In een klein museum vond ik de Turkse datering, tussen 150 KA (zoals dat tegenwoordig heet) en 500 KA.  Een ruime datering welke aangeeft dat het onderzoek er naar nog in de kinderschoenen staat.
Vele malen ben ik terug geweest, op deze en andere plekken heb ik meer dan 100 vuistbijlen mogen aanschouwen. Mooie afslagen, gefabriceerd met de zgn. Levallois-techniek kwam ik niet tegen. Dat maakt een datering van 300.000 jaar (300 KA) en ouder het meest waarschijnlijk.
U vraagt zich af of ik inmiddels een uitgebreide collectie bezit? Het antwoord is “Nee!”. Ten eerste is het streng verboden artefacten mee te nemen en ten tweede, ze horen in Turkije thuis! Dus fotograferen, inmeten, tekenen etc.! En laten liggen!
De zon kan me niks meer schelen, ik weet dat er na elke tocht een prachtige beloning wacht. Volgend jaar maar weer.

Antiochos IV, laatste koning van Kommagene

Mijn website staat vol met verhalen. Ik leef er voor, ik vertel ze graag!munt van antiochos IV
Een deel van de site is gewijd aan Kommagene, een staat ongeveer zo groot als Nederland, gelegen aan de Euphraat. Ze zou ons niet bekend zijn als daar niet het prachtige grafmonument voor Antiochos I op de Nemrud was.  De Verteller van het Oude had het geluk om haar mee te mogen helpen restaureren. Voor altijd verknocht aan de berg en het mooie Turkse land.
Het deel op de website over de Nemrud en Kommagene nadert haar voltooiing. Ik heb een artikel toegevoegd over Antiochos IV. De laatste koning van het koninkrijk Kommagene. Steeds laverend tussen de Romeinen en de Parthen. Antiochos IV was een vazal koning. Gedoogd door achtereenvolgens Tiberius, Caligula, Claudius, Nero en Vespasianus. Een illuster rijtje Romeinse Keizers. Uiteindelijk verliest Kommagene in het jaar 72 haar zelfstandigheid. U vindt het artikel door in de linkernavigatiebalk op het kopje “Koningen van Kommagene” te klikken of door te drukken op de link op deze pagina.

IJstijdenmuseum en Verteller zijn Vrienden

logo ijstijden museum buitenpostDe Verteller van het Oude en het IJstijdenmuseum in Buitenpost zijn vrienden geworden. In het museum maakt u kennis met de Prehistorische en Geologische geschiedenis van de Friese Wouden. Ze laat u kennis maken met de verschillende IJstijden en toont u de zwerfstenen die door de reusachtige gletsjers zijn achtergelaten. Tevens gaat u op jacht met de Neanderthalers. U ziet hoe ze op de uitgestrekte toendra’s op mammoeten, wolharige neushoorns, reuzenherten en wilde paarden jaagden.

Reportage RTV- Drenthe sikkel onderzoek

reportage rtv-drenthe over sikkel onderzoekRTV-Drenthe maakt over het algemeen hele goede reportages over de prehistorie. De keren dat ik ze nu meegemaakt heb, waren ze heel zorgvuldig in hun berichtgeving. Zo ook deze keer. Van mij had de reportage iets langer gemogen maar ik ben al blij dat ze er aandacht aan schonken.
We zijn overigens nog lang niet klaar, de uitzending suggereert dat een beetje. Het snijden van andere gewassen staat binnenkort op het programma. Klik op het logo en geniet van wat ik mede heb mogen doen.

Rogge snijden met vuurstenen sikkels

Een van de sikkels gemaakt door Andreas BenkeDe vrijdag voorafgaand aan het snij-incident (zie bericht hieronder) was ik betrokken bij een  snij-experiment met sikkels.
Ongeveer 40 sikkels zijn  in Drenthe gevonden, bijna uitsluitend van vuursteen gemaakt dat afkomstig is van het eiland Helgoland.  Ze dateren vanaf de bronstijd tot in de ijzertijd. Stuk voor stuk zijn de sikkels in de prehistorie door een zeer bedreven vuursteenbewerker gemaakt. De bewerking is tamelijk complex, dit heeft te maken met de vorm van het artefact. Zo complex zelfs dat de huidige generatie vuursteen bewerkers -waartoe ik mezelf ook een beetje reken- nauwelijks in staat is om ze na te maken. Slechts een Duitse deskundige, Andreas Benke, kan dit. Hij maakt ze perfect, bijna nog mooier dan in de prehistorie!
Over de functie van de sikkels wordt nog steeds gedebatteerd. Lange tijd werd aangenomen dat ze gebruikt waren voor het snijden van graan. Annelou van Gijn heeft ook onderzoek gedaan naar de herkomst van de zware patina op de sikkels. De onderzoekster komt tot de conclusie dat deze gebruikt moeten zijn voor het snijden van plaggen.
De akker waarvan de gerst gesneden is met een vuurstenen sikkelGeen van bovenstaande theorieën is echter voldoende gestaafd in de praktijk. Daarom trokken wij – 9 (amateur)archeologen- voorzien van nieuwe, ongebruikte stenen sikkels naar een terrein van Natuurmonumenten in Ansen. Hierop werd gerst verbouwd zonder dat er gebruik werd gemaakt van bestrijdingsmiddelen. Tussen de gersthalmen bloeiden diverse planten, een situatie die waarschijnlijk vergelijkbaar is met de prehistorische.  Een persoon doet er ongeveer 50 minuten over om een perceeltje van 5 bij 5 meter te ontdoen van het gewas. De sikkels snijden perfect, het kost relatief weinig moeite de gerst te oogsten. Staande te werken werd als ongemakkelijk ervaren, zittend op de knieën was het beter vol te houden.
Iemand anders van ons gezelschap bewerkte de grond met een nieuwe sikkel. Alle gebruikte sikkels worden onderzocht op sporen.  Deze worden dan weer vergeleken met de gebruikssporen op de prehistorische sikkels. Uiteindelijk hopen we een uitspraak te kunnen Sikkel - Rtv-Drenthe en Geertdoen over het doel en nut van de sikkels voor onze voorouders.
Rtv-Drenthe had lucht gekregen van ons experiment en kwam opnames maken. Prehistorische Geert mocht zijn kunde bewijzen voor de camera, hetgeen hij met veel plezier deed. De uitzending is vml. dinsdag te zien.
De volgende keer is een ander gewas aan de beurt,  ik houd u op de hoogte.

Vuursteen bewerken in IJstijden museum

vuursteenwerkplaats buitenpost 2017Gezellig zat ik te praten met het toegestroomde publiek. De zon scheen, de catering was net langs geweest en aan belangstelling hadden Ernest en ik niet te klagen. Door kinderen werd er hard gewerkt aan het fabriceren van diverse soorten pijlpunten. Volwassenen stelden verschillende vragen over de prehistorie en de gebruikte steenbewerkingstechnieken. Praten en demonstreren gaat niet samen. Een ferme klap van mijn geweihamer deed een brok vuursteen in tientallen stukken verpulveren. Helaas vond een van de vlijmscherpe stukken het nodig om ruim drie centimeter van mijn duim open te halen. De snee was kaasrecht en diep tot op het bot.  Mijn verbazing en het uitspattende bloed  hielden gelijke tred. Het publiek deinsde achteruit. Behalve de kinderen dan, zij vonden het wel interessant en bleven gefascineerd toekijken hoe de “Verteller van het Oude” zijn praatjes verloor.
En de dag was zo leuk begonnen. Op zaterdag 26 augustus organiseerde de Stichting IJstijdenmuseum in Buitenpost een IJstijdenmuseum-dag. Deze dag is een combinatie van prehistorische en geologische activiteiten. Iedereen die meer wil weten over vuurstenen demonstratie materiaalarcheologie, prehistorie, geologie en zwerfstenen was voor deze dag van harte uitgenodigd. Vele verenigingen, musea, geologische en archeologische instellingen presenteerden hun activiteiten. Gelukkig ontbraken de vele commerciële stalletjes die je vaak ziet rondom dit soort dagen. De mensen die op het evenement afkwamen waren allemaal liefhebbers. Een ware verademing!
De dokter in het ziekenhuis dacht dat ik bewerkt was met een vlijmscherp mes, hij kon niet geloven dat het “een stukje steen” was. Een mooier compliment kunnen onze voorouders niet krijgen. Hechtingen en een tetanus injectie vielen mij ten deel. ’s Avonds een patatje en nu typen met een twee vinger systeem.

Van een ring en een kluissleutel

Een mooie vondst is kicken! Iedere speurder naar oudheden kent het gevoel. Later, liggend in de vitrine, verliest het artefact toch iets van de ondervonden euforie. Natuurlijk, het blijft prachtig om er naar te kijken, maar het vinden blijft het leukst.
Sommige vondsten hebben een emotionele waarde, iets wat je altijd bijblijft en steeds een goed gevoel geeft.
Martin van de Bosch en gouden ringBegin van deze maand (augustus) meldde Martin, metaaldetector man en steentjesverzamelaar in hart en nieren, zich bij een boer om toestemming te vragen voor een zoektocht over diens veld. Dat bleek geen enkel probleem te zijn, de boer herinnerde zich hoe zijn moeder haar trouwring was kwijtgeraakt. Zij was, zo hoorde Martin later, 57 jaar geleden op het land werkzaam geweest. Naast een sloot wilde ze een afrasteringspaaltje recht zetten. Toen ze er tegenaan drukte, knaptje het paaltje en viel de vrouw in de sloot. Bij die gelegenheid verloor ze haar ring.
Martin toog naar de plek waar vermoedelijk het kleinood verloren was.  Al gauw kreeg hij een mooi signaal, het bleek de ring te zijn. Onbeschadigd, alsof ze gisteren verloren was. Martin kon de ring aan de blijde eigenaresse teruggeven.
Zoals hij het uitdrukt:“Zo heeft een vondst toch weer een leuk verhaal en een goed einde . Dit maakt deze hobby zo leuk en spannend , op naar het volgend avontuur”.  Lees meer op Martins website.
In 1993 had ik een gelijksoortige -hoewel minder emotionele- belevenis. Ik woonde in Diever, vlak naast het gemeentehuis. Ik gebruikte bij archeologische opgravingen een White Coinmaster metaaldetector. Op een gegeven moment komt er een medewerker van het gemeentehuis in paniek binnen lopen. De sleutel van de kluis was kwijtgeraakt. Dagenlang zoeken had niets opgeleverd. De enige verklaring die de man kon geven was dat de sleutel (overigens had de kluis ook een cijfercombinatie) tijdens de schoonmaak in een een prullenbak (ze zat in een doosje) was verdwenen. Al het materiaal uit het gemeentehuis zou binnen een uur opgehaald worden door een gespecialiseerd vernietigingsbedrijf. Of ik even de zakken wilde controleren met de detector? Van binnen grinnikend -leedvermaak zoals u wilt- liep ik met hem mee. Toen de deur van de kelder open ging, kreeg ik gelijk een hard hoofd in het oplossen van dit probleem. Er lagen honderden zakken. Allen met honderden paperclubs en nietjes! Maar uiteindelijk, 5 minuten voordat het vernietigingsbedrijf kwam, vond ik de sleutel. Grote opluchting in Diever en een bos bloemen voor mij.

Een historisch museum

Even buiten Tolbert, omgeven door een aantal voormalige stroomdalletjes en gelegen op een zandkopje, ligt de boerderij van de Geert Venema in zijn museumfamilie Venema. Zoon des huizes, Geert -archeologische vriend en zoekmaat van de “Verteller van het Oude”- geeft er een extra dimensie aan zijn hobby. Hij bouwt aan een eigen museum, inclusief bezoekers/vergader ruimte.
Het moet een echt streekmuseum worden met vondsten uit het Westerkwartier. Op archeologisch gebied was deze streek in Groningen tamelijk onbekend. Geert heeft met zijn zoekmaat Bernard Versloot hier een eind aan gemaakt. Vele bewoningsplekken en artefacten zijn door hen ontdekt.
Geerts eigen verhaal is uniek.  Zijn overgrootvader kocht in 1897 een stuk grond, bouwde er een boerderij op en begon er zijn bedrijf. De omgeving werd ontgonnen, waarbij twee bijlen werden gevonden. Via omzwervingen kwamen ze in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis terecht. Hier kreeg Geert de vondsten van zijn overgrootvader, na meer dan 100 jaar, in handen.

Het depot van het museum van Geert Venema Tijdens de bouw van zijn museum volgde nog een verrassing.  Er kwam trechterbekeraardewerk en artefacten tevoorschijn. De site werd zorgvuldig toegedekt, wachtend op toekomstige generaties archeologen.
De bouw vordert gestaag, Geert werkt zorgvuldig en vol “grinta”, het zal echter nog een poosje duren voordat het af. Maar het is het wachten waard!
Ik volg de verrichtingen van Geert met grote belangstelling.

Dalfsen – een amateur te veel

Laat ik duidelijk zijn, ik ben een groot voorstander van de inzet van schatgraven in dalfsenamateurarcheologen -hobbyarcheologen zo u wilt- bij opgravingen. Een paar weken geleden verschenen de eerste berichten onder de titel “Schatgraven in Dalfsen”. Mijn wenkbrauwen fronsten zich toen al spontaan. Een maand lang kunnen niet-archeologen meehelpen het gebied te onderzoeken. Maximaal ongeveer 20 per dag.
“Hoe wil je deze allemaal begeleiden, zodat er geen archeologisch bewijs verloren gaat?”, bedacht ik mij.
De (landelijke) media sprong er bovenop. Dalfsen kwam groot in het nieuws. Filmploegen van diverse omroepen rukten uit. Op de beelden zag ik hoe een groepje vrijwilligers uitleg kreeg over schaven en het herkennen van sporen. En hup, daar gingen de enthousiastelingen. Op de voet gevolgd door de cameraploegen. De blauwe blauwe T-shirts met opdruk (Schat van Dalfsen!) staken vel af tegen het opstuivende gele zand.  Op een klein gebied verdrongen de liefhebbers zich, allen hopend iets moois te vinden.
Een van de omroepen presteerde het zelfs om het themamuziekje van “Indiana Jones” onder hun reportage te zetten.
De serieuze wetenschap -en dat is de Archeologie toch- wordt neergezet als een stelletje schatgravers.
Bah, alles voor de publiciteit. De gemeente en de zich daarvoor lenende archeologen, hebben hun zin gekregen. De “Verteller van het Oude” gruwelijkt ervan. Wat me bij zal blijven, laten we positief eindigen, is het enthousiasme van de vrijwilligers!

“Onze vroegste voorouders” – Leendert Louwe Kooijmans

 Onze vroegste voorouders - Louwe KooijmansMet grote regelmaat verschijnt er een boek over de prehistorie. Vaak geven ze een fantastisch overzicht van de Vaderlandse geschiedenis  -of een gedeelte er van-. Meestal is het geschreven voor een breed publiek waardoor de “Verteller van het Oude” en zijn archeologische vrienden afhaken. Immers door onze interesse hebben we de meeste kennis al in huis. Het boek van Louwe Kooijmans vormt een uitzondering. De voormalig hoogleraar prehistorie aan de universiteit van Leiden is er in geslaagd me te boeien. Hij schrijft uiterst boeiend, alsof ik een college van hem bijwoon. Ik geef toe dat het voor de leek – op het gebied van ontwikkelingsgeschiedenis van de mensheid- uiteindelijk, door de enorme aantallen voorbeelden en de diepgang van het onderwerp, best wel moeilijk is om te volgen.
Louwe Kooijmans geeft in zijn boek de ontwikkeling van de mensheid weer vanaf “de vroegste mens” tot aan ongeveer 3000 voor Christus -het einde van de nieuwe steentijd-.  De ondertitel luidt “De geschiedenis van Nederland in de steentijd”. Louwe Kooijmans laat zien dat het gebied waarin we nu wonen “slechts een klein en anoniem stukje van de grote Europese ruimte was”.  Hij schets de ontwikkeling in het groter geheel en keert daarna terug naar ons gebied. Mijn favoriete hoofdstuk gaat over de Neanderthalers. In het boek wordt afgerekend met clichés uit het verleden en zet je aan tot denken. Met het beeld van de robuuste, leeghoofdige voorouder wordt definitief afgerekend.
Ik heb mijn bedenkingen bij de datering die de schrijver geeft aan het Neanderthaler kampement bij Assen  -tussen 130.000 en 100.000 jaar geleden-. Benieuwd wat Jaap Beuker en Marcel Niekus hiervan vinden.

Facebook en Verteller van het Oude zijn vrienden

 “Verteller van het Oude” eindelijk op Facebook. Ik wilde er eigenlijkface book logo niet aan, mijn tijd is beperkt en nieuws is er genoeg. Ziehier het dilemma.  Maar ach, mijn lezers willen het en ik ben niet de beroerdste. Alleen een beetje huiverig voor dit relatief onbekende medium (althans voor mij). Ik lees wel eens discussies op soortgelijke pagina’s waarbij taalgebruik en respect niet passen bij de eerbied voor onze voorouders. Voorlopig een besloten groep daarom. Even zeggen, via de Facebook pagina, dat je lid wilt worden van de groep en ik voeg je toe.
Klik op het logo van FB om naar mijn pagina toe te gaan.

Alesi – 16 maanden en 13 miljoen jaar oud

Schedel van Alesi, mensaap en 13 miljoen jaar oud, na reinigingschedel van een 13 miljoen jaar oud mensaapje, AlesiWaar komen we vandaan? Geen mens op deze aardkloot houdt zich er niet mee bezig. Sommigen kijken hierbij naar hun directe voorouders, weer anderen zoals de “Verteller van het Oude” gaan iets verder terug in de tijd en speuren naar overblijfselen van Neanderthalers. Een maand geleden toonden vondsten aan dat de Homo Sapiens al 300.000 jaar geleden leefden. En dan die paleontologen die op zoek zijn naar de oorsprong van de mens! Zij kijken miljoenen jaren terug.
Wat zal de Keniaanse fossielenjager John Ekusi in augustus 2014 een gat in de lucht gesprongen hebben. Hij en zijn team vonden in de omgeving van Napudet, een streek in het noorden van Kenia, de fossiele resten van een schedeltje van een aapachtige. Niet groter dan een citroen, maar perfect bewaard gebleven!
Ze lag in een oerbos dat eertijds bedekt werd door de as van een vulkaan, en kon gedetermineerd worden op 13 miljoen jaar oud. Dat maakt het schedeltje super interessant. Uit die tijd kennen we wel vondsten van losse tanden, maar niet van een schedel of andere lichaamsdelen. Zo’n 7 miljoen jaren geleden evolueerden uit een gezamenlijke voorouder de mensachtigen en de mensapen. Het schedeltje is dus een gezamenlijke voorouder.
Direct na de ontdekking werd ze onder een CT scan gelegd in Nairobi, de Nederlander Fred Spoor -verbonden aan het Max Plankinstituut- werd uitgenodigd om de resultaten hiervan te komen beoordelen. De tanden in de schedel waren helaas afgebroken maar konden 3d gereconstrueerd worden, de mini-oorkanalen bleken nog helemaal intact.
Vastgesteld kon worden dat het ging om een 16 maanden oud aapje. Het geslacht was op grond van de schedel alleen, niet te bepalen.  Zoals gebruikelijk is in de wetenschap, werd de schedel een naam gegeven. Alesi!
In de taal van de in het gebied voorkomende stam -de Turkano- betekent Ales, voorouder. Een passende naam.
Tot nu toe konden wetenschappers de oorsprong van de mensheid, met zeer veel moeite, terug kunnen reconstrueren tot 10 miljoen jaar. Met de vondst van Alesi zijn ze in een klap 3 miljoen jaar verder terug. Maar ze roept ook veel vragen op.
Drie jaar na de ontdekking komen de wetenschappers nu naar buiten met de resultaten. Gelijk is het groot nieuws, alle landelijke dagbladen maken er melding van, radio en tv blijven niet achter. Tja, de mensheid heeft tegenwoordig tijd genoeg om over haar voorouders na te denken.

Langs de rand van een akker – maalsteen

Maalsteen, vml. uit de trechterbekercultuurDaar lag ze dan, recht voor mijn neus. Ze was mij niet eerder opgevallen, ik zoek meestal naar kleinere steentjes. Gelukkig behield mijn zoekmaat Jan het overzicht en maakte me op de aanwezigheid van de maalsteen (Kweern = archeologische term) attent.
De langste zijde is tegen de 50 centimeter. De schaal van de granieten steen vertoont een duidelijke uitloper aan de rechter onderzijde. Mogelijkerwijs vergemakkelijkte dit het verwijderen van het gemalen graan.
Veel kennis van zaken omtrent maalstenen bezit, ik erken het eerlijk,  de “Verteller van het Oude” niet. Ik heb me behoorlijk moeten inlezen. Veel goed onderzoek is er naar maalstenen niet verricht. Otto Harsema, toentertijd conservator van het provinciaal Museum Drenthe, heeft in het boek “Molens in Drenthe” (daterend uit de beginjaren ’80) een goed leesbaar en overzichtelijk artikel geschreven. Verder staan in de Drentsche Volksalmanakken diverse artikelen (waaronder o.a. van Wijnand van der Sanden). Maar daar moeten we het met doen.
Uit Drenthe kennen we honderden maalstenen, maar slechts zelden is de archeologische context bekend. Slechts enkelen zijn compleet opgegraven tijdens een archeologische opgraving. De meesten zijn gevonden in steenhopen, verwijderd van het land door de huidige bewerker. Logisch, maar daarmee verdwijnt de context en kunnen we alleen op de uiterlijke kenmerken afgaan.
De randen van onze maalsteen (de ligger) zijn enigszins opstaand, hetgeen doet vermoeden dat de maler (de loper) een stuk kleiner is. In Nederland zijn de oudste maalstenen gevonden in Limburg (de eerste akkerbouwers  waren Bandkeramiekers), zij vertonen afgesleten randen. De verklaring daarvoor is dat de lopers in de lengte groter waren dan de breedte van de liggers. In Drenthe komt dit type niet voor.
De onze is bekend uit opgravingen o.a.  bij Anloo, Zuidwolde en Bronniger. Uitsluitend opgravingen die in verband gebracht worden met de Trechterbekercultuur (de Hunebedbouwers).
In de bronstijd komen zadelvormige kweernen (maalstenen) “in de mode” terwijl in de vroege ijzertijd de handmolens van basaltlava in opkomst zijn.
“Onze ligger” past dus in het beeld van de trechterbekercultuur, maar misschien ook wil binnen de andere bekerculturen. Wie zal het zeggen?
Nu op zoek naar de loper!

Tegenvallende Oermarkt, weinig nieuws

Zondag 6 augustus organiseerde het Hunebedmuseum in Borger hun oertijdmarkt in borgerwederkerende Oertijdmarkt. Jarenlang was de “Verteller van het Oude” niet meer geweest. Het werd tijd om weer een kijkje te nemen.
In de aankondiging stond:” Tientallen kramen op het gebied van archeologie, mineralen en fossielen vullen het terrein van het Hunebedcentrum. Organisaties geven informatie over archeologie en geologie, handelaren verkopen mineralen en fossielen en sieradenmakers laten de mooiste sieraden van edelstenen zien. Daarnaast zijn er ook diverse activiteiten.”
Aangekomen in Borger, schrok ik toch enigszins.  De beloofde 80 kramen waren aanwezig, ze stonden in dubbele rijen met weinig tussenruimte opgesteld. Daartussen liepen honderden mensen voort te schuifelen. Het terrein was duidelijk te klein voor de grote aanloop belangstellenden. Maar wat mij het meest stoorde was de afwezigheid van de archeologie! Slechts een aantal verenigingen presenteerden zich, een paar experimenterende archeologische groepen,  gelukkig een stand met archeologische boeken en een met barnsteen. Maar dat was het! Veel kraampjes met fossielen, leuk, maar tamelijk overdadig. En dan die sieraden! Meer dan de helft van de kraampjes vol met ringen en hangers. Snel doorlopen.
De beloofde activiteiten behelsden pottenbakken voor kinderen en een grabbelton. Meer heb ik niet kunnen ontdekken.
Voor een Hunebed museum, dat ik trouwens een warm hart toedraag, wordt het tijd om zich te bezinnen over deze markt. Terug naar de basis, de archeologie!

Nederlands Kampioenschap vuistbijlen maken

Verteller van het Oude aan het vuursteen bewerken samen met andere deelnemers tijds het NK vuistbijlen maken.In het rustieke Drentse dorp Diever werd voor de vierde keer het Ned. Kamp. vuistbijlen slaan gehouden.
Haar bewoners zijn uitermate actief op historisch gebied. Dat mag onder andere blijken uit een bloeiende historische vereniging en een fantastisch museum. Het Oermuseum, gelegen aan de brink en ondergebracht in het prachtige -en historische- Schultehuus! Zonder subsidie en betaalde krachten slagen zij er elk jaar weer in om een boeiende tentoonstelling in te richten en diverse activiteiten te organiseren. Haar inkomsten genereert het museum uit de entree gelden en activiteiten. Gelukkig komen er elk jaar vele toeristen naar Diever, zodat het hoofd boven water gehouden kan worden.
De “Verteller van het Oude” staat zeer sympathiek tegenover het Dieverse gebeuren, vandaar dat het in zijn nieuws is opgenomen.
Dit jaar had het museum over belangstelling niet te klagen, TV Drenthe, Dagblad van het Noorden, KRO, zij allen kwamen om het evenement te verslaan.
De “Verteller van het Oude” deed voor de tweede keer mee. Het echec van vorig jaar wilde hij niet weer meemaken, een gedeelde laatste plaats was toen het hoogst haalbare.
Een jaartje flink oefenen en vele duizenden afslagen verder, leverde een tweede plaats op. De “Verteller van het Oude” kan het niet ontkennen. Hij voelde trots in zich opkomen toen hij de uitslag van jury voorzitter Jaap Beuker vernam. Aan de vuistbijl van de terechte winnaar Henk Paas, kon hij bij lange na niet tippen. Dat wordt nog jaren oefenen!
NK vuistbijl maken: ‘Je bent niet zomaar een neanderthaler!’ (+video)

De aanhouder wint!

Zwaard van OmmerschansEen paar weken geleden vernam ik het nieuws uit een landelijk dagblad. Voor €550.000,- had het Rijksmuseum van Oudheden een zwaard aangekocht. Voor die prijs moet het wel handelen om een bijzonder object, en dat is ze!
Het achtenzestig centimeter lange zwaard dateert uit 1500-1350 voor Christus en is eind negentiende eeuw in het veen bij Ommerschans in Overijssel ontdekt op het landgoed van de Duitse grootgrondbezitter Eduard Lüps.  Volgens de overlevering lag ze op een verhoging van berkenstammetjes. Erbij werden  verder onder meer een bronzen scheermes, een priem, enkele metaalfragmenten, een slijpsteen en een stenen beiteltje gevonden.
Het zwaard maakt onderdeel uit van een kleine groep van zes ‘reuzenzwaarden’ uit de bronstijd. Deze zwaarden werden niet gebruikt om te vechten. Daarvoor waren ze te groot en te zwaar en bovendien zijn ze ongeslepen. Ze hadden een belangrijke ceremoniële functie en dienden mogelijk zelfs als religieus voorwerp.
De zes reuzenzwaarden zijn niet allemaal in Nederland gevonden. In ons land werd in 1947 tijdens baggerwerkzaamheden in de Zwaard van Jutphaasvoormalige gemeente Jutphaas een kleiner exemplaar ontdekt. De baggeraars gaven deze weg aan twee jongens die het vervolgens aan de muur van hun slaapkamer hingen. In 2004 kocht het RMO dit zwaard aan. De vier andere zwaarden zijn verspreid over Engeland en Frankrijk gevonden. Volgens deskundigen horen ze bij elkaar en zijn ze al in de prehistorie verspreid geraakt (!). Sterker nog, men vermoedt dat ze uit dezelfde bronsgieterij komen, de verschillen zijn miniem, de kwaliteit zeer hoog.
Pas in 1927 werd de vondst uit Ommerschans breder bekend en ging toenmalig directeur Holwerda van het RMO een kijkje nemen, vergezeld door de burgemeester van Ommen. Hoewel Holwerda sterk twijfelde aan het bestaan van een Bronstijd, was hij wel zo onder de indruk van de vondst dat hij hem wilde onderzoeken. Hij kreeg de gelegenheid een foto en een afgietsel te maken, maar toen hij het zwaard met de bijgiften voor zijn museum wilde kopen, stelde Lüps zulke hoge financiële eisen dat de koop niet doorging. In de jaren dertig trok de familie naar Duitsland en verdween het zwaard uit zicht. In de jaren zeventig heeft toenmalig conservator Louwe Kooijmans vergeefs een nieuwe poging gedaan om het zwaard te verwerven.
Onlangs werd ze op een veiling bij Christies, Londen, aangeboden. Binnen zeer korte tijd wist het RMO een flink bedrag aan sponsorgeld te bemachtigen waarmee ze de aankoop kon bekostigen.
(Met dank aan de NRC)

Napjessteen of schaaltjessteen?

Napjessteen tussen de "kinderkopjes"Zesendertig jaar loopt hij elkeNapjessteen, vers "opgedolven" dag over over de “kinderkopjes” naast zijn prachtige boerderij. Hij is een liefhebber van archeologie, evenals zijn vrouw en drie zoons. Het pad van hun huis naar de straat had deze goede vriend van de “Verteller van het Oude”  nota bene zelf aangelegd. De benodigde stenen waren afkomstig van de buurman, die op zijn buurt deze op zijn land had verzameld.
Zesendertig jaar loopt de “Verteller van het Oude” met enige regelmaat over hetzelfde pad, zijn blik richtend op de ingang van de boerderij. Door een rugblessure gekweld, liep hij onlangs een beetje hinkend en met de blik omlaag, wederom over de oprit. En toen zag hij “haar”. Een napjessteen!
“Napjesstenen kunnen beschouwd worden als een vorm van maal- of wrijfwerktuigen die voor het fijnwrijven van zaden en kruiden of het maken van bijvoorbeeld oker zijn gebruikt. De napjes hebben de vorm van kleine schoteltjes of schaaltjes en zijn vergelijkbaar met de functie van moderne mortieren en vijzels.”
(F. Modderkolk, J. Nicolay; Opgravingen bij Midlaren, pp. 471)
Bij ondiepe holtes is er sprake van een schaaltjessteen (zo’n 1 tot 2 cm), daarna spreekt men van napjessteen. De pas ontdekte steen zou eigenlijk in de eerste categorie passen. Ik vind dit onderscheid echter niet logisch. Immers we weten niet hoe lang (dus dieper!) een steen is gebruikt. De diepte kan ook afhangen van het gebruiksdoel. De steen is gebruikt in combinatie met een kleinere steen die als stamper diende. Een houten stamper valt ook niet uit te sluiten.
Over de datering valt niets met zekerheid te zeggen. In hetzelfde pad vond ik nog een stuk van een vroegmiddeleeuwse handmolen. Of ze iets met elkaar te maken hebben, wie zal het zeggen. In ieder geval is duidelijk als  napjesstenen ( u merkt, mijn voorkeur gaat uit naar deze benaming) uit hun context gehaald zijn, over de datering niets valt op te merken. Van Neolithicum tot Middeleeuwen!
En ik, voortaan gebogen lopend over de “kinderkopjes” en het land van de buurman!! Ik houd u op de hoogte in mijn nieuws overzicht.

Steen-hoop

uitrustende Verteller van het OudeSinds een aantal jaren vul ik de  “niet-zoektijd” anders in. Niet langer loop ik mokkend rond in afwachting van het oogstseizoen, nee, in tegendeel. Ik heb tijd om mijn hobby te volmaken. De vondstadministratie en vindplaatsen moet verder beschreven en gefotografeerd worden. Tijd om via literatuurstudie mijn kennis uit te breiden, gelegenheid tot het doen van onderzoekjes en voorbereiden van nieuwe lezingen. Kortom genoeg te doen.
Zoals u in eerdere berichten van dit jaar heeft kunnen lezen, heb ik -en mijn zoekmaatje Jan- diverse midden-paleolhieten ontdekt. Langs de rand van de akker heeft de eigenaar van het belopen perceel gedurende diverse jaren de meegerooide stenen gedeponeerd. Overwoekerd door grassen, bramen en brandnetels liggen ze te wachten om bekeken te worden. Deze week was het zover. De Verteller van het Oude trok de handschoenen aan, pakte een vork en ging de enorm langgerekte stenenrug te lijf. Duizenden stenen hebben inmiddels mijn handen gezien. Met dezelfde snelheid waarmee zeVerteller van het Oude en een steenhoop opgepakt waren, werden ze ook weer weggeworpen. En iedere keer  was er die hoop. Hoop op een MP. Iedere keer vervloog de hoop met dezelfde snelheid als ze binnenkwam.  Slechts een enkele keer -twee stuks gecraquleerd vuursteen en drie afslagen uit andere perioden- deed het hart een tik sneller slaan.
Zoeken naar MP valt te vergelijken met een speld in een hooiberg, het vergt geduld, veel geduld. Gelukkig heb ik nog 20 kubieke meter te gaan. 20 tussen hoop en steen of tussen steen en hoop! Wat u wilt!

Ontzilten en beschermen

diverse geprepareerde botten uit de Noordzee liggen te drogen.Een jaar lang lagen ze op zijn zolder, vergeten. Verpakt in een grote , zwarte en bovenal stevige vuilniszak.
Duizenden jaren  hadden de botten op de bodem van de Noordzee doorgebracht, door alles en iedereen met rust gelaten. Tot dat een sleepnet van een Urker visser langskwam. Als bijvangst werden ze door hem opgeslagen. Op een gegeven moment kwam een vriend van mij langs en verhuisden de botten naar het hoogste punt in diens huis. Tijdens een bezoek van de “Verteller van het Oude” kwamen ze ter sprake en werden ze ontrukt aan de vergetelheid. Duidelijk was de inwerking van het zeezout te zien. Sommige botten waren wit uitgeslagen, anderen rotten van binnen uit. Nodig tijd om actie te ondernemen!
Maandenlang heb ik ze buiten op de veranda in grote teilen met water laten ontzilten, bovendien moest zoveel mogelijk zuurstof uit de botten verwijderd worden.
Eindelijk was het dan zover. In een koele, donkere ruimte mochten de botten langzaam opdrogen. Sommige brokkelden tijdens dit proces al direct af, het zout in combinatie met zuurstof had haar vernietigend werk gedaan. Aangetast door zeezout en zuurstof. Niets kan deze botten nog redden. Te lang hebben ze op het droge gelegen zonder professionele behandeling. Nu is het proces onomkeerbaar en binnenkort zullen de prehistorische botten uiteen vallen.
Anderen waren gelukkig onaangetast. Een badje in verdunde houtlijm 3D zal ze weer jarenlang tegen verder bederf beschermen.
Het mammoetbot, de beenderen van een wisent en oeros sieren de huiskamer van mijn vriend. Ontrukt aan de vergetelheid, maar zeker niet voor eeuwig!

Prehistorische mijnen bij Rijckholt

Goed nieuws! De enige, tot voor kort nog voor het publiek toegankelijke vuursteenmijn uit de prehistorie in Nederland, gaat weer open!!Een kijkje in de 84 schachten tellende vuursteenmijn in het Savelsbos bij Rijckholt.
Na een jaar praten, nadenken en puzzelen samen met de eigenaar Staatsbosbeheer, gemeente en vele andere partijen, is  de exploitatie van de prehistorische vuursteenmijn overgedragen aan de Stichting ir D.C. van Schaik.
O
penstelling voor het publiek is -naast concervering en informatieverstrekking- het belangrijkste doel. Voorlopig wordt de werkwijze van Staatsbosbeheer overgenomen. Dat wil zeggen, twee keer per maand een rondleiding door de 84 schachten tellende mijn voor het geïnteresseerde publiek.
Op de langere termijn wordt gedacht aan verruiming van de exploitatie en de bouw van een bezoekerscentrum aan de rand van het Savelsbos.
Wanneer de liefhebbers van archeologie de mijn voor het eerst weer kunnen betreden is nog niet bekend. De Verteller van het Oude” wacht in spanning af. Zijn voetsporen liggen er nog niet, maar dat gaat veranderen!

Oerbos, ook in Drenthe!

Oerbos komt te voorschijn tijdens een opgraving op het landgoed Den Treek-Henschoten bij Leusden.Het zal u niet zijn ontgaan. Het begon al op zondagmorgen in het radioprogramma “Vroege Vogels” -waar ik overigens graag naar luister voordat de velden met haar geluiden lonken-, direct daarna nam het journaal het item over, een paar uur later gevolgd door de landelijke dagbladen.  Op het landgoed Den Treek-Henschoten bij Leusden is een oerbos gevonden. Geschatte ouderdom: 13.000 jaar. De meer dan 160 bomen zijn prachtig geconserveerd en lenen zich uitstekend voor verder onderzoek.
Maar wist u dat ook in Drenthe een oerbos restant is gevonden. In 2008 werd deze ontdekt bij Roderwolde toen een boer strubben van zijn land wilde laten verwijderen. RTV Drenthe maakte er een item over van amper twee minuten. (klik hier voor de reportage). Toegeven het bos is ongeveer 3000 jaar minder oud, maar ze was wel de eerste die in Nederland werd ontdekt. Op veel media-aandacht kon ze echter niet rekenen. Wat dat betreft hebben de archeologen in Leusden het slimmer aangepakt.
Hoe mooi een heel oud bos kan zijn, bewijst het filmpje over het Bialowieza oerbos in Polen. Laat dit nu net het laatste oerbos in Europa zijn! Helaas is de Poolse overheid begonnen met het kappen hiervan!!
Soms begrijpt de “Verteller van het Oude”  de wereld niet meer. Enerzijds zijn we opgetogen, ja zelfs euforisch, over het ontdekken van een zo’n oud stukje cultuurlandschap, anderzijds vernietigen we het……..

Bijltje uit de Enkelgraf cultuur

Klein bijltje uit de Enkelgraf cultuur (2900 - 2500 v.Chr.)“Ach je moet het doen met wat je hebt”, zal de maker van dit kleine bijltje mogelijkerwijs hebben gedacht.   De lengte bedraagt slechts 5,7 centimeter, terwijl de breedte op de top 4,3 cm meet. Ze is geschacht  geweest, er zit namelijk een “bright spot” op het achtereind. Deze ontstaat door frictie tussen de steen en het hout van de schachting. Op de foto is het niet te zien, maar de bijlsnede staat  enigszins asymmetrisch  ten opzichte van het bijllichaam. Mogelijkerwijs is er sprake van een dissel(tje). Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de bijl eertijds gebroken is en daarna bijgewerkt. De snede komt hierdoor asymmetrisch te liggen.
Het dunne bijltje (dikte maximaal 1,4 cm) vertoont nog meer bijzonderheden. Duidelijk te zien is de verontreiniging in de steen, ze is niet gemaakt van het beste materiaal. Op de keerzijde zit een deel van een zee-egel ingesloten. Alweer een minpuntje.
Naast het bijltje vond ik een prachtige lange kling en enkele pijlpunten. Zodat rekening gehouden moet worden met een grafgift. De onbeschadigde snede spreekt daarvoor.
Enkelgrafbijltjes zijn vaak niet zo mooi gepolijst.  Slechts de delen die er toe doen, en dan nog voornamelijk de top en haar directe omgeving, zijn geslepen.
Trechterbeker bijltjes zijn over het algemeen veel mooier en over een groter oppervlakte gepolijst. Meestal zelfs over de gehele bijl. In de Drenthe zijn veel bijlen uit deze beide culturen opgemeten. Men mat de dikte van de top en de breedte van de top, deelde deze door elkaar en vermenigvuldigde de uitkomst met 100. De uitkomst was significant verschillend. De zgn. topindex bij trechterbekerbijltjes lag tussen 28 en 42, voor enkelgraf tussen 42 en 70.  Mijn bijltje gaf een uitkomst van 33, dus trechterbeker.
Eigenlijk heb ik  een bijltje van onbekende komaf. Maar voor mij is ze fraai, zeer fraai!

Nieuw archeologisch tijdschrift i.s.m. AWN

Voorpagina van het nieuwe veelbelovende tijdschrift "Archeologie van Nederland"Het gebeurt niet vaak dat ik enthousiast raak van tijdschriften op archeologisch gebied. Ik vind ze vaak oppervlakkig en erg gericht op het buitenland. Zeer populair dus met nadruk op commercie. Zelden wordt een onderwerp uitgediept, met de komst van “Archeologie in Nederland” lijkt hier een eind aan te komen. Het eerste nummer (februari 2017) is in haar geheel te downloaden.
In haar eigen woorden: U ontvangt jaarlijks 320 pagina’s, verdeeld over vijf nummers, die vol staan met inhoudelijke artikelen, de mooiste vondsten, actuele discussies, nieuwsberichten, literatuursignalementen en tentoonstellingen. Het tijdschrift richt zich op alle actief geïnteresseerden – zowel professioneel als vrijwillig – die belangstelling hebben voor de rijkdom van ons bodemarchief.
Oordeelt u zelf en klik hier om te lezen of bovenstaand cursief gedrukte wordt waargemaakt.

Langs de Vledder AA!

Diverse mesolithische spitsen van de vindplaats langs de Vledder AA. Het vondstmateriaal van de site bestrijkt een hele lange periode. Van Mesolithicum tot ijzertijd.Ongeveer 25 jaar geleden reed ik op een ruilverkavelingsweggetje langs de Vledder AA. Van verre lonkte een in het zonnig landschap opduikende heuvel. Het loof van de aardappels was doodgespoten, ik besloot een kijkje te nemen. Bij de eerste stap was het al raak. De afslagen lagen voor het oprapen, geen tien maar honderden!
Van de eigenaar van het perceel kreeg ik toestemming om voorzichtig tussen zijn broodwinning te zoeken. Die middag verzamelde ik meer dan 500 artefacten op het veld. Van mesolithicum tot bronstijd. De volgende twee jaren kwamen daar nog een een kleine 3000 stuks bij.  De plek raakte een beetje bij mij in vergetelheid, ik ging namelijk verhuizen en het stroomgebied van de Vledder A moest het doen zonder een van haar amateurarcheologen.
Een paar jaar geleden kwam ik er nog eens langs, het kopje ligt nu midden in een natuurgebied. Volkomen beschermd, er wordt niet meer geploegd, das en vos zijn terug, mensen komen er niet meer.
Ik sprak erover met Ronald Popken, archeologische vriend en woonachtig in Diever. Na mijn vertrek had hij de plek ontdekt, binnen een jaar had Ronald anderhalf duizend artefacten verzameld. Direct daarna was het natuurgebied geworden. We besloten de gevonden spullen naast elkaar te leggen, te determineren en er een artikel over te schrijven (althans Ronald). Het onderzoek leverde  een verrassend feit op. Buiten ons tweeën, hadden nog drie amateurarcheologen de plek bezocht. Hun collecties waren keurig in depots opgeslagen, zodoende konden we  deze bij het onderzoek betrekken. Zodra het artikel klaar is, dan zal ik het op mijn website publiceren. Een van de prachtige foto’s, een overzicht van diverse mesolithische spitsen, kunt hier alvast bekijken.

Help, een leeuw! Wie heeft nieuws?

Soms sta je als Verteller van het OMessing gestilleerd leeuwtje, de vraag is wat het voorsteld. Wie heeft hier nieuws over?ude met je mond vol tanden. Een lezer van deze website, Rudy,  riep mijn hulp in. Hij had een messing voorwerp gevonden en wist niet wat het moest voorstellen. Verder dan een Achterzijde van het bronzen leeuwtje.gestileerde leeuw kwamen we niet, de achterzijde levert ook niet veel meer duidelijkheid op. Meer dan een half jaar probeer ik al een antwoord te vinden. Wordt een beetje een obsessie, wie gaat ons helpen?  

Bronstijdspits

Af en toe dwarrelde er nog een laatste sneeuwvlok naar beneden. Al Bronstijdspits, alsof ze net is neergedwarreld met de laatste sneeuwvlokken!had ze een heleboel vriendinnen meegenomen, niets kon me die dag weerhouden om op de akkers te gaan zoeken. De noodgedwongen rust vanwege de winter had me geen goed gedaan. Onrustig werd ik ervan. Ik moest naar buiten!
En daar lag ze dan, genietend van de eerste zonnestralen die haar fraai bewerkte huid beschenen. Ze leek neergelegd, bovenop een paar glimlachende zandkorrels. Misschien was ze wel met een vlokje aan komen dwarrelen!
U merkt het, ik begin euforische wartaal uit te slaan. Ik kan het niet helpen maar iedere keer als ik een fraai bewerkte bronstijdspits vind, overvallen me dergelijke gevoelens. Even zakelijk! Een weerhaakje en de schachtdoorn ontbreken. Ze is gehandicapt, oeps daar gaan we weer, maar o zo aantrekkelijk. Datering:  Vroege en Midden-Bronstijd (2100-1100 v.Chr.).
Ik heb de spits opgeborgen in een lade, af en toe trek ik deze even open. Maar het spitsje  lijkt minder mooi, het vinden is de kick. Niet het bezitten!

Archeologie, maar dan anders!

De Drents Prehistorische Vereniging organiseert al jaren voor de bijEen door Ivar Schute opgegraven bril uit het vernietigingskamp Sobibor. haar aangesloten amateur-archeologen bijeenkomsten. Meestal gaan de lezingen over een onderwerp uit de prehistorie. De avonden zijn druk bezocht, Drenthe bezit een actieve groep van zoekers. Tot mijn verbazing trok de lezing van Ivar Schute, senior-archeoloog bij RAAP, slechts weinig mensen. Ivar, afgestudeerd in Leiden, graaft al jaren naar sporen uit de Tweede Wereldoorlog. De Verteller van het Oude hoorde voor het eerst van hem toen hij een reportage op tv zag over het vinden van  restanten van de gaskamers van Sobibor.  Toentertijd was ik al diep gegrepen over de bevlogen en respectvolle manier van vertellen van Ivar. Tijdens de DPV-lezing nam hij ons mee langs diverse Nederlandse WOII memorabele plaatsen. Via de Grebbeberg, kamp Vught en Westerbork kwamen we uiteindelijk toch weer diep in Polen terecht.
Recentere archeologie roept vragen op. Wat heeft het voor meerwaarde, er is al zoveel beschreven. Nergens weten we zoveel van als juist onze recente geschiedenis, moeten we er dan nog naar graven? Archeologie bewijst, immers ze is een wetenschap van sporen. En zeker als er sprake van controverse is, kan de archeologie meerwaarde opleveren. In “het geval” Sobibor waren de sporen van het kamp (en dat is vrijwel overal het geval) verdwenen. Slechts 50 mensen hebben het kamp overleefd -Jules Schelvis is voor ons Nederlanders de bekendste- alleen dank zij hen weten we iets over dit anderhalf jaar in gebruik zijnde vernietigingskamp. De exacte locatie van de  gaskamers (etc.) was niet  bekend. Archeologie heeft hiervoor het bewijs geleverd.
Aan het eind van de avond zat ik met een knoop in de maag en was vol bewondering over de verrichte werkzaamheden van Ivar. Ik vind het opgraven van urnenvelden al indrukwekkend, laat staan ….
Wat hebben de thuisblijvers iets gemist!

Vriendschap tussen een dolk en een schrabber

dolkfragment uit de bronstijdEr zijn van die akkers die voor eeuwig in je geheugen gegrift blijven. Soms liggen ze prachtig in het landschap, dan weer heb je er een mooie vondst op gedaan. Maar soms -heel soms- voldoen ze aan beide criteria. Deze akker, nadere aanduiding gaat u niet krijgen, overtreft zelfs de stoutste verwachting. Ze geeft artefacten van onze voorouders prijs over een periode van meer dan 60.000 jaar. Alle ons bekende  archeologische perioden zijn vertegenwoordigd.
Op een koude, ietwat druilerige zondag in januari liep ik er samen met zoekmaatje Jan. De dag was zo-wie-zo al goed, we hadden een paar leuke vondsten gedaan. Plotseling een oerkreet en ik kijk in het breed glimlachende gelaat van Jan. Op het van koude, wit uitgeslagen gezicht ontwaar ik een enorme blos van opwinding. In zijn hand ligt een prachtig in het licht flikkerend fragment van een dolk. Onmiddellijk deel ik in zijn vreugde, de voorbijrijdende boer zal hoofdschuddend het tafereel vanuit zijn cabine hebben aanschouwd.
Genoeg gefeest, terug naar de dolk. Het betreft hier hoogstwaarschijnlijk, volgens de dolken indeling van Bloemers, een type IV fragment. Een zgn Fischschwanzdolch. De grootste breedte is aan de bovenkant op de foto te zien, het heft van de dolk. Helaas is ze eertijds gebroken zodat we nu nog slechts 4,5 cm bezitten van wat eens een prachtexemplaar moet zijn geweest. Op de foto -direct genomen  na de vondst- is de fijne bewerking goed te zien. Het zou kunnen dat het fragment na de breuk nog is bij geretoucheerd. Er lijken extra afslagen op te zijn gefabriceerd om er een schrabber van te maken. En juist deze combinatie is uniek, in Drenthe is een dergelijke combinatie nog nooit gevonden. Recycling in de prehistorie!
Dit type dolk wordt gedateerd tussen 1600 en 1500 v.Chr. In de midden-bronstijd.
Wordt vervolgd??

Jaap Beuker neemt afscheid van Drents Museum
Jaap Beuker in actie

Na bijna 40 jaar werkzaam geweest zijn voor het Drents Museum, heeft hoofdconservator Jaap Beuker afscheid genomen van zijn droombaan. De pensionering lonkt.  Aan het eind van de drukbezochte receptie gaf Jaap een overzicht van de door hem voorgenomen archeologische activiteiten in de nabije toekomst. Een “waslijst” welke typerend is voor Jaap. Pannen genoeg, de Verteller van het Oude is blij om deel te mogen nemen aan de verwezenlijking van een aantal.
Jaap bracht amateurs en professionals bij elkaar. Er ontstond een nauwe samenwerking! Jaap organiseerde deskundigheidsbevorderende bijeenkomsten en liet amateurs meewerken tijdens opgravingen. Onder de bezielende leiding van Jaap (en ook Marcel Niekus) werd een speurtocht ondernomen naar Neanderthaler kampementen. En met succes, getuige de vele publicaties in diverse bladen.
Met het vertrek van Jaap, vertrekt er ook veel kennis uit het museum. Het zal moeilijk zijn een waardig opvolger te vinden.

Nieuwe lezing van de Verteller van het Oude!

Turkse vuistbijl in situSamen met mijn archeologisch maatje Ernest zwerf ik al vele jaren door Zuidoost Turkije. Een waar archeologisch Mekka! Op onze tochten door onherbergzame en zeer warme streken kwamen we met enige regelmaat vuistbijlen tegen. De gangbare datering voor deze is tussen 150.000 jaar en 500.000 jaar oud. De multitool van onze voorouders komt op sommige plaatsen met vele tientallen tegelijk voor.
Meer over de lezing vindt u onder het kopje “Wat kan de Verteller u bieden?” in de hoofd navigatiebalk.

Indië, een speurtocht naar mijn vader!

Hendrik ten Brink hospitaal kaartje vlak voor zijn vertrek naar IndieHet begint allemaal met bovenstaand berichtje. Een ansichtkaartje uit IJmuiden van mijn vader, Hendrik ten Brink, geboren in 1927 en al meer dan 35 jaar niet meer onder ons. Vlak voor het vertrek van het troepentransportschip postte hij het gekoesterde kaartje.
Tijdens zijn leven sprak vader niet over de drie jaar die hij in “den vreemde” heeft doorgebracht. Als mijn broer en ik er naar vroegen, zweeg hij, draaide zich om en ging wat anders doen.
De meimaand roept nostalgische herinneringen op, wij -mijn broer en ik- gaan speuren naar sporen van ons vader.
Op mijn website zal op termijn een nieuw hoofdstuk -Indië- worden toegevoegd, waarop u een reconstructie van drie jaar dienst in Nederlands Indië (hopelijk) kunt lezen.

nieuws, nieuws, nieuws, nieuws,nieuws, nieuws, nieuws,nieuws,  nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws, nieuws,
nieuws, nieuws, nieuws,nieuws, nieuws, nieuws, nieuws,nieuws, nieuws,nieuws,nieuws,nieuws,nieuws,nieuws,nieuws,nieuws,

 Een messcherpe buurvrouw (ouder nieuws)

Fantastische laat-paleolithische kling, gevonden door Annie Jonker -in de 60er jaren van de vorige eeuw- nabij Gasselte.Verhalen zijn overal, ik heb het al eerder geschreven. Je hoeft er niets voor te doen, ze komen vanzelf. Alleen goed luisteren en daarna doorvertellen. En dat is nu juist wat ik beoog met het ouder nieuws pagina mijn website.
Eens per week determineer ik archeologische verzamelingen in het noordelijk depot in Nuis. Al jaren werk ik daar samen met een aantal  bevlogen amateurarcheologen. Een daarvan is HILLEBRAND VAN DEN BOSCH. Op een avond komt hij aangelopen met een prachtige lange kling. Ze meet 11 cm bij 4 cm. Is zwaar gepatineerd en gemaakt van Noordelijk senoom vuursteen.  Aan de slagbobbelzijde zitten resten van zilverpapier. Dergelijke lange en vooral ook brede klingen zijn zeldzaam in Drenthe. Een droom van elke “steentjeszoeker”!!
Op een middag  richtte Hillebrand zijn vondstenkastje opnieuw in. Achter hem hoorde hij gestommel, buurvrouw Annie Jonker kwam via de achterdeur -zoals bij ons in het Noorden nog kan- binnen.  “Deze past er nog mooi bij!”, zegt ze tegen Hillebrand.
50 Jaar geleden gevonden in de omgeving van Gasselte en daarna nauwelijks meer uit het zilverpapier geweest. Annie had de kling (ze wist toetertijd niet wat het was) laten zien aan twee bekende Friese (amateur)archeologen. Deze waren direct getogen naar de vindplaats, Annie verdrietig achterlatend. De vindster mocht van beide heren niet mee, geen pottenkijkers. Annie was woedend geweest, haar voornemen om de kling af te staan trok ze gelijk in. De beide mannen keerden terug zonder -volgens eigen zeggen- artefacten gevonden te hebben. Hun belangstelling voor de kling verdween en het artefact sleet zijn dagen in zilverpapier. Tot nu toe.
Wat is nu de archeologische waarde van de kling? Helaas is de precieze vindplaats niet meer bekend. Linken aan andere vondsten is dus niet mogelijk, een losse vondst kan duiden op een toevalligheid. Echter ze is oud. Dergelijke grote klingen kwamen voor tijdens de Federmesser traditie en de Ahrensburg traditie (tussen ca. 11.000 en 9.000 jaar voor Chr.). Deze zogeheten Riesenklingen hadden vaak een lengte van meer dan 10 cm. De negatieven op Annie’s kling doen niet zo regelmatig aan dan bij de Ahrensburg cultuur gebruikelijk is. Vermoedelijk moeten we de kling tussen 11.600 en 10.700 dateren, dus binnen de Federmessercultuur.  Het zou fantastisch zijn om de vindplaats alsnog te achterhalen. Zij zou meer duidelijkheid kunnen verschaffen over de datering. Zou het Ahrensburg zijn, dan is dat sensationeel. We kennen maar een paar van deze plekken.

Neanderthaler kampement met ongekende potentie

Verteller van het Oude - Anne ten Brink-  en zijn Midden Paleolithische kernOp deze website en met name in mijn nieuwsoverzicht heb ik vaker bericht over Neanderthaler vondsten op een vindplaats in de buurt van Assen. Sinds 2007 zijn (amateur)archeologen  al op deze plaats aan het zoeken. Een gedeelte van het terrein is opgegraven, precies daar waar zich een grote concentratie vondsten bevond. Het leverde honderden vondsten op, waaronder diverse artefacten die zich nog in situ bevonden. De plek kenmerkte zich door de grote hoeveelheid vuistbijlen (meer dan 30!!). Wij, waaronder de Verteller van het Oude, bleven in de buurt zoeken. Op enkele honderden meters vanaf het eerste kampement werd een tweede ontdekt. Kenmerkend is het ontbreken van vuistbijlen en de aanwezigheid van vele kernen en afslagen. Mogelijkerwijs hebben beiden met elkaar te maken, een productieplaats van voorwerpen en op de andere plek het verwerken van jachtvangst.
Midden april liepen wij voor het laatst (i.v.m. het bewerken van de akker) over de tweede vindplaats. Op deze dag werden 18 zekere middenpaleolithen opgeraapt. Naast vele kernen en afslagen werd een mogelijke schaaf opgeraapt. Nog nooit hebben we zovele artefacten uit deze periode op een dag gevonden. De potentie van deze plaats is zeer groot! De Verteller van het Oude kan niet wachten tot het najaar.
Op beide vindplaatsen zijn tot op dit moment meer dan 500 artefacten verzameld. Het brede publiek krijgt ook steeds meer belangstelling voor onze activiteiten, getuige de explosie van publiciteit. Hieronder een aantal linkjes er naar toe.

RTV-Drenthe: Geheime Neanderthalervindplaats bij Assen levert bijzondere bodemschatten op
Drenthe Journaal: Archeologen vinden tweede kampement Neanderthalers
Dagblad van het Noorden: Neanderthalers hadden werkplaats in Drenthe
NRC Next

Neanderthalers krijgen eigen website

Header van de Stichting STONE.

Prachtig. Een spreekbuis voor de Neanderthalers!
De Stichting Steentijd Onderzoek Nederland stelt zich ten doel: de kennis over prehistorische samenlevingen in Nederland te vergroten. De nadruk ligt hierbij op culturen van jagers-verzamelaars uit de Oude en Midden Steentijd (Paleolithicum en Mesolithicum).
Klik op de banier om naar de website te gaan.

Drelsdorf en Meneer Ronald

Regelmatig krijg ik opmerkingen over een stukje dat ik geschreven heb. Daar ben ik blij mee, het levert mij soms andere inzichten op of bevestigt juist mijn mening.
In het eerder geschreven stukje (even naar beneden scrollen) over het noordelijkste Neanderthaler kampement dat tot nu toe gevonden is, in Drelsdorf, 40 kilometer ten zuiden van de Deense grens, beschreef ik een paar topvondsten gedaan door Nederlandse amateur archeologen. Daarbij had ik, volgens enkele criticaster, de namen van de vinders moeten vermelden. Vanwege privacy redenen had ik dat niet gedaan. Maar goed, ere wie ere toekomt! De mooiste vondst werd gedaan door RONALD POPKEN, amateur archeoloog uit DIEVER, een schitterende kern, bewerkt door een Neanderthaler!
Deelnemers Drelsdorf zoektocht april 2016Een paar weken geleden was hetzelfde gezelschap weer in Drelsdorf aanwezig, ditmaal om hun (onervaren) 7 Duitse collega’s te helpen in hun zoektocht naar sporen van onze gemeenschappelijke voorouders.  Dat onze (ontwikkelings)hulp in de belangstelling stond, bleek wel uit het feit dat diverse Duitse professionele archeologen alsmede een Deense aanwezig waren.  Te samen waren we in staat om mooie artefacten op te rapen en het vondstbeeld van de akker te bevestigen. Steeds meer wordt een vondstconcentratie zichtbaar. Een nabij gelegen akker kon ook bezocht worden, de daar gevonden artefacten vallen precies binnen de te verwachten concentratieplek.
Terug naar Ronald.  De helft van de gedane vondsten, kwam op zijn conto! Door hem werd het aantal kernen, tot nu toe gevonden op de site, verdubbeld. Drie kwamen er voor zijn rekening, het leverde hem bij de Duitsers de bijnaam “Kernthaler Ronald” op.Trotse meneer Ronald met kern uit het MP
Hollandse (amateur)archeologen eren hun collega’s, vanwege hun levenslange archeologische werkzaamheden of uitzonderlijke prestaties, met de toevoeging “Meneer”.
De Verteller van het Oude blijft jaloers op zijn vondsten en maakt een diepe buiging voor Meneer Ronald!

Een mammoetbot met problemen

Een tijdje geleden kreeg ik van een vriend een ca. 60 cm lang stuk van een mammoetdijbeen. Zoals velen raakte ik  diep onder de indruk van zijn robuuste uiterlijk.
In al mijn enthousiasme nam ik het direct mee naar mijn schooltje om aan geïnteresseerde leerlingen te laten zien. De ” Oooh’s” en “Aaah’s” waren niet van de lucht! Ik besloot daarom het bot nog een dagje te laten liggen om zoveel mogelijk leerlingen in staat te stellen zich eraan te vergapen. De volgende ochtend bemerkte ik echter witte vlekken op het bot.
Navraag bij de man van wie ik het had gekregen  leerde dat een Urker visser het dijbeen in zijn net had aangetroffen. Een tijdje had het bot opgeslagen gelegen in een loods, waarna mijn vriend het had verkregen. Bij hem thuis lag het bot buiten. Mogelijkerwijs is dit de redding van het dijbeen geweest. In het bot zit veel zout en dat tast bij opdroging de structuur aan.Mammoetbot ligt te ontzilten in teil.
Voor de komende (tenminste)  zes weken ligt het bot in een teiltje met water om langzamerhand het zout eruit te weken. Vervolgens zal ik het in een badje met velpon-aceton (1:10) leggen, waarna het beschermd moet zijn. Botten hebben niet het “eeuwige”  leven, maar enige tientallen jaren moeten ze toch wel weer “meegaan”! Tenminste als het al niet te veel is aangetast.
Een andere mogelijkheid is om het bot in een bad met verdunde witte houtlijm 3D te leggen.
Mocht het te behandelen object vrij groot zijn (zoals bij mij het geval is), dan kun je het geheel met een kwast bestrijken.  Helaas kun je niet goed bij het binnenste van het bot, zodat het onderdompelen in een bad(je) toch de voorkeur geniet.
In alle gevallen geldt: “Laat het bot geleidelijk opdrogen en absolute niet in de zon leggen”. Krimpscheuren zullen het gevolg zijn.
Mocht je ervaring hebben met het conserveren van botten en je hebt goede tips, laat het me dan weten! Ik en mijn bot zullen je dankbaar zijn.

Albert Egges van Giffen

Van Giffen in DieverIk had het genoegen om bij de opening van de tentoonstelling over het werk van Van Giffen te mogen zijn in het Schultehuus in Diever.  Als eregasten waren Kaj Glasbergen, Tineke van Giffen en Prof. Waterbolk aanwezig. Zij verrichtten de openingshandeling; een kleine opgraving waarna de opgegraven trechterbeker het museum  werd binnengebracht.Van Giffen en Glasbergen graven trechterbeker op
De gehele beneden verdieping van het museum is gewijd aan het bekendste groavertien van Nederland. Een verdieping hoger zijn indrukwekkende films over zijn werk te zien. Mensen die Van Giffen gekend hebben komen ook aan het woord.
Naast vele mooie panelen over zijn leven, heeft het museum ook diverse persoonlijke items van Van Giffen geëxposeerd.
Er is aan de kinderen gedacht, immers zij zijn de gravers van de toekomst! Een gedeelte van een hunebed is op zeer kunstige wijze nagemaakt. Hierin kunnen de latere archeologen graven naar verborgen schatten. Op beeldschermen krijgen zij uitleg over het gevondene en tijdens de opgraving worden ze begeleid door
een ” archeologische” stem.
Kees Epema van OS-migration heeft op voortreffelijke wijze  audio-visuele middelen toegepast, waardoor u een aangename bezoek wacht!

Onderwaterschat

Vroeger, héél lang geleden (!), droomde ik er wel eens van. Onderwater archeoloog! Het leek me een spannend beroep, helemaal toen ik het boek “Scheepsarcheologie” van G. D. van der Heide in 1974 verslonden had. Met het verstrijken van de jaren verdween het idee naar de achtergrond. In 2005 had ik het genoegen met Wouter Waldus op te graven in Sneek. Behalve passie voor het opgraven van terpen specialiseerde hij zich ook in de onderwaterarcheologie. Nog niet zo lang geleden haalde hij de Kogge van Kampen boven water. Een spectaculaire vondst.
oorlogschip "Huis ter Warmelo"Toen ik vanmorgen de radio aanzette weerklonk een zo mogelijk nog belangrijker vondst. Op een diepte van meer dan 60 meter is een Hollands oorlogsschip uit 1708 aangetroffen. Het betreft  vermoedelijk het fregat “Huis Ter Warmelo”. Volgens bronnen zou het op de rotsen zijn gelopen en met haar 130 koppige bemanning in de golven zijn verdwenen. Archeologen houden een slag om de arm wat betreft de naam van het schip. Tot op heden heeft er geen definitieve identificatie plaatsgevonden.
Het “Huis ter Warmelo” meet vijfendertig meter en was voorzien van een behoorlijk aantal kanonnen. Ze voer in de onrustige streken om de handelsbelangen van De Republiek te verdedigen.
Statig staat ze nu op de bodem, zo goed als intact.  Alle (?) kanonnen staan aan dek en zelfs een van de masten zou nog overeind staan. De beelden van het wrak zijn fantastisch. Bekijk ze absoluut!
Jammer dat ik niet kan duiken, ik had haar zo graag gezien!
Had ik maar onderwater archeoloog moeten worden!!

 Prijs Drents Historische Vereniging 2015

Voorgedragen worden voor de prijs van de DHV vind ik een grote eer. De vrijwilligers aan het Neanderthaler project (met de beroemde vindplaats nabij Assen), waaronder de “Verteller van het Oude”, overkwam het. De volhoudendheid, het enthousiasme en de behaalde resultaten vormden de basis van de voordracht.  Voor het eerst was een kampement van de Neanderthalers in Drenthe vastgesteld. Inmiddels, met dank aan de onze club, kunnen meerdere (lange of korte) verblijfplaatsen worden bewezen.tussenstation Meppel
Uit de eerste voordracht (17 aanmeldingen) werden tenslotte drie personen of instellingen genomineerd. Voor mij was het toch wel een beetje teleurstellend om daar niet bij te zitten.
In het programma “Drenthe Toen” van RTV Drenthe werd zondag 13 maart de winnaar bekend gemaakt. De prijs voor het beste initiatief op het gebied van Drentse geschiedenis ging naar Thijs Rinsema voor zijn boek ” Tussenstation Meppel: Fritz Blasbalg op de vlucht voor Hitler”. Thijs heeft door zijn eerdere werken, zijn sporen ruimschoots verdiend. Alle in mij nog aanwezig Neanderthaler genen feliciteren Thijs Rinsema van harte!!

Zevende determinatie middag in Diever

De oudste berichten in dit (zeer onvolledig) nieuwsoverzicht staan onderaan. Het begint in 1999 met de allereerste determinatie middag van archeologische voorwerpen in Diever. Teruglezend valt op dat het aantal ingebrachte voorwerpen steeds iets kleiner wordt. Wel komen er steeds meer mensen uit de omliggende regio’s.
willem karel frederik friso, herdenkingsmunt Stadhouder Willem IVDe middagen zijn  heel gemoedelijk en de belangstellende blijven altijd een hele tijd.
Voor mij was een herdenkingsmunt (gebruikt als hanger) van  de Friese Stadhouder Willem Karel Hendrik Friso (de latere stadhouder Willem IV) een hoogtepunt.
Volgend jaar maar weer!

Spinklosje uit het water

Afgelopen weekend liep ik met enige medezoekers over een zeer moeilijk toegankelijke akker.  De regen van de afgelopen periode had ervoor gezorgd dat het terrein vrijwel ontoegankelijk was.
U vraagt zich af waarom wij dan per se  hier ons geluk wilden beproeven? Welnu, eerder was op het perceel een midden-paleoliet gevonden. Aan ons om te bewijzen dat het niet een incidentele vondst was. Helaas, we hadden op dat gebied geen geluk.
Grote spinklos met een diameter van ruim 4 en halve centimeterTijdens het doorwaden van één van de vele modderpoelen viel mijn oog op een min of meer rond “steentje” met precies in het midden een gat. Na reiniging bleek het een spinklosje te zijn met een doorsnede van meer dan 4½ centimeter en een hoogte van 1½ cm. Ze is gemaakt van middelmatig hard gebakken aardewerk met een steengruis magering.
spinklosje onderzijdeSpinklosjes werden gebruikt bij het bewerken van ruwe stof, voornamelijk wol en in beperktere mate vermoedelijk ook vlas (voor het verkrijgen van linnen). De klosjes vormden de verzwaring van een hangende, houten spil. Door de draaiende beweging van spil en klos kon op een eenvoudige manier handmatig garen worden gesponnen (J. A. W. Nicolay, Opgravingen bij Midlaren pp. 347).
Onder de spinklosjes bestaat een grote variatie in grootte, dikte, gewicht, bakwijze en kwaliteit. Het door mij gevonden klosje laat zich maar moeilijk in een tijdvak indelen. Te meer omdat verder op de hele akker geen aardewerk meer is aangetroffen. Een datering tussen 300 en 800 na Chr. lijkt dan ook het beste wat ik u kan bieden.

Vuursteenbewerken met kinderen

De geologische vereniging Gea afd. Friesland organiseerde in het Natuurmuseum Fryslân te Leeuwarden een themabijeenkomst over meteorieten. Diverse organisaties, instellingen en personen presenteerden zich. De binnenplaats van het schitterende museum is overdekt en leent zich perfect voor het organiseren van evenementen.
De Verteller vanvuursteenwerkplaats het Oude en zijn maatje Ernest Mols bewerkten er vuursteen. Meer ter vermaak van de bezoekers dan dat we iets te maken hadden met het thema.
Ongeveer 2500 mensen kwamen erop af, daarmede het Natuurmuseum Fryslân een van de drukste weekenden uit haar bestaan bezorgend.
Wij hebben het geweten! Tijd om met elkaar te pratenVoorbeelden van werktuigen uit de Steentijd van Nederland. was er niet, laat staan om actiefoto’s nemen. Onze werkplaats was constant volledig gevuld met kinderen en hun ouders. Met niet aflatende enthousiasme werden in totaal meer dan 200 pijlpunten en honderden afslagen vervaardigd.
Een zeer geslaagd weekend!

Drelsdorf, een midden- paleolithische vindplaats in Noord-Duitsland

Gedurende meer dan 30 jaar verzamelde landbouwer en amateur archeoloog H.I. Boockhoff vele honderden artefacten uit diverse archeologische perioden, Hij catalogiseerde ze per akker, zonder daarbij de gevonden voorwerpen te rangschikken na tijdsperiode.  Na het overlijden van de heer Boockhoff bleven de (grote)kisten onaangeroerd. Marcel Niekus en Jaap Beuker, beiden experts op het gebied van midden-paleolithische artefacten, bezochten in 2009 de weduwe van Boockhoff en mochten de kisten doorzoeken.  Dit bleek echter een groter karwei te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. De landbouwer had wel erg veel verzameld gedurende zijn leven. De beide archeologen konden het aantal vondsten uit het Midden-Paleolithicum (samen met de reeds door anderen gedetermineerde) doen laten oplopen tot 400 stuks.
Na de dood van Boockhoff had niemand meer over de als “Schmallacker” bekendstaande vindplaats gelopen. Niemand wist ook of de bevindingen van de overleden amateur archeoloog correct waren.
deelnemrs drelsdorf 2015Met dit doel voor ogen vertrokken eind 2015 een club (amateur)archeologen onder leiding van Jaap Beuker naar Schleswig-Holstein. De “Verteller van het Oude” was een van hen. Het werden drie onvergetelijke dagen. Ten eerste werden 14 zekere midden-paleolithische artefacten verzameld en nog ongeveer 30 vrijwel zekere. Deze laatste categorie telt voor de wetenschap eigenlijk niet, immers 100% zekerheid kon niet aan de stenen worden toegekend. Voor mij was de vondst (helaas door een ander!) van een geweldige mp kern drelsdorfkern het hoogtepunt van de zoektocht.
De vondsten bewezen het gelijk van Boockhoff, op zijn akker had de paleolithische mens langere tijd verbleven.
Alle vondsten werden door ons ingemeten en worden op dit moment beschreven door archeologen van het Landesmuseum  in Schleswig-Holstein. Deze innige samenwerking krijgt binnenkort een vervolg.

Schloss Gottorf, een overweldigend museum

Als u mij een paar jaar geleden gevraagd zou hebben naar het meest indrukwekkende museum in Nederland betreffende de prehistorie van ons land, dan zou ik zonder aarzelen het Drents museum genoemd hebben. Helaas, sinds de prachtige verbouwing lijkt de prehistorie van Drenthe naar de achtergrond te zijn verdrongen. Toegegeven, voor het grote publiek is de kleinere, digitalere, opstelling misschien aantrekkelijk. Maar voor mij als liefhebber die graag zoveel mogelijk vergelijkingsmateriaal wil aanschouwen is het een teleurstelling. Drenthes topvondsten staan er maar verloren in een hoekje bij. Jammer.Schloss Gottorf
Een maand geleden was ik in de Duitse deelstaat Schleswig-Holstein in de plaats (hoe kan het ook anders) Schleswig. “Voor je prehistorische hart, moet je hier zijn!”, luidde de verkregen tip. Onvoorstelbare  rijkdom aan de meest prachtige neolitische peddelsprehistorische artefacten en voorwerpen! Schitterend tentoongesteld en voorzien van fabelachtige reconstructies.
In een aparte hal staat een compleet opgegraven Vikingschip met bijbehorende schatten. Daarnaast biedt het museum haar bezoekers steeds wisselende Vikingbootkunsttentoonstellingen. De drie uur dat ik er doorgebracht heb, waren bij lange na niet genoeg om alles te bekijken. Alleen het pand is de reis al waard!
De website van Schloss Gottorf is basic, kunnen ze tenminste nog iets leren van het Drents museum. Maar verder …. oordeelt uzelf!

Urnenveld in Dwingeloo

In 1970 – 1971 groeven de bekende archeologen P. B.  Kooi en O.H. Harsema in Dwingeloo een deel van een urnenveld uit de vroege ijzertijd op. Zij vonden naast tal van kringgreppels met bijbehorende crematieresten (al dan niet in urnen),  een zgn. langbed. Dit type langwerpige grafheuvel van grote afmetingen wordt relatief zelden in Drenthe gevonden.
In eerdere jaren (en eeuwen) waren op (relatief) grote afstand van de toenmalige opgraving, al urnen gevonden. De vinders ervan stonden deze en de bijpotjes (grafgiften) aan het Drents museum af. Kooi en

Tijdens het schaven van het oppervlakte komen de eerste crematieresten te voorschijn.

Harsema concludeerden op basis van deze vondsten dat het om een aanzienlijk grafveld moest gaan.
In de buurt van de opgraving uit 1972 stond de voormalige brandweerkazerne. Zij heeft onlangs plaats moeten maken voor een moderner gebouw Uiteindelijk komt er een prachtige, complete urn tevoorschijn.aan de rand van het dorp. De aldus ontstane kavel wordt gereed gemaakt voor de bouw van enkele woningen. De gemeente Westerveld liet hieraan voorafgaand een archeologisch onderzoek uitvoeren.
Rond de jaarwisseling had ik het genoegen om met het archeologisch bureau “Transect”  mee te werken. In temperaturen die in de lente niet zouden misstaan, konden we de vermoedens van bovenstaande archeologen bevestigen. Het urnenveld van Dwingeloo is veel groter geweest! Spontaan kwamen mensen uit de buurt hun vondsten laten determineren. Zij hadden bij het tuinieren urnen en crematieresten gevonden. De huidige opgraving leverde m.i. een bevestiging op van de conclusies van Harsema en Kooi, zoals door deze laatste is verwoord in de ndva_1973.
Overigens, een tweede langbed kon worden aangetoond!

Een onverwachte hamerbijl

Hamerbijl van AlexHet is bijna pauze. Op deur van mijn klaslokaal wordt geklopt. Twee jongens staan een beetje schuchter op de drempel. Verstoord kijk ik op uit mijn voorleesboek “Dummie de Mummie”. Ik zit er net lekker in, de mummie spreekt voor het eerst en ik kan mijn stemmetjes over de hoofden van mijn aandachtige toehoordertjes laten klinken.
” Is dit iets Meester?”, klinkt het zachtjes.
Mijn adem stokt, een steen met een gat erin. Dit moet ik direct bekijken! “jongens en meiden, het is pauze”, hoor ik mezelf zeggen. Oog voor het ontstane tumult heb ik niet. Het enige wat ik wil is de hamerbijl in mijn hand houden. Meer dan 25 jaar zoeken en nog steeds heb ik niet een dergelijk exemplaar gevonden. Alex, 9 jaren jong, staat voor mijn neus. Zijn vader heeft tijdens het aardappelrooien de bijna 5000 jaar oude bijl gevonden. Ze is 24,5 centimeter lang en heeft enkele beschadigingen. Onder de Hamerbijl van Alex, snedehamerbijlen is zijn exemplaar een grote, een verduveld mooie ook! Trots meldde Alex dat ze thuis nog meer bijlen hadden. Een afspraak was snel gemaakt, nog dezelfde dag  heb ik ze mogen aanschouwen. Ook deze waren prachtig, maar geen kon in de schaduw staan van de hamerbijl. Op aanwijzing van Alex zijn vader bezocht ik de vondstplek. Diep in een beekdal op een klein ruggetje. Ik vond er een concentratie scherven uit de Enkelgrafcultuur. Op de rest van het veld lagen geen artefacten. De bijl moet dus zeer waarschijnlijk wel uit deze concentratie komen.
Elke dag weer hoop ik dat er op de deur wordt geklopt.

Trechterbekergrafveld in Dalfsen

Prachtig graf van de hunebedbouwers, gevonden in Dalfsen. Duidelijk is de plankenbeschoeiing om het graf nog als donkere verkleuring te zien.De kranten hebben er bol van gestaan, verschillende tv-zenders berichtten erover. Geweldige vondst in Dalfsen, een grafveld uit de tijd van de Hunebedbouwers. De gemeente Dalfsen heeft een mooie website, met onder andere 3d opnames van trechterbekers, gemaakt. Klik hier voor hun website. Ook het populaire archeologisch historiek net besteed er ruim aandacht. Lees hieronder hun tekst.
Archeologen hebben in Dalfsen een compleet grafveld uit de Steentijd Dalfsenontdekt. Het gaat volgens de onderzoekers om het grootste grafveld van West-Europa en een unicum voor Nederland. In totaal zijn er 120 graven met bijzondere grafgiften en zelfs een aarden monument uit de tijd van de Hunebedbouwers zijn blootgelegd. De gemeente Dalfsen heeft dat woensdag bekendgemaakt.
Vlak naast het grafveld zijn restanten van een boerderij gevonden. Het is voor het eerst dat bij een grafveld restanten van een woning zijn gevonden.
Het onderzoek werpt volgens de archeologen nieuw zicht op de ‘oer-Nederlander’, de eerste mensen die zich hier permanent vestigden en niet langer als jager-verzamelaar rondtrokken. De gemeente Dalfsen maakt de vondsten via onder meer een open dag, een website en een app zichtbaar voor publiek.

Filmpje Noordelijk Archeologisch Depot

Het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) in Nuis is bij het grote In het nieuws, Noordelijk Archeologisch Depot.publiek niet zo bekend. De drie noordelijke provincies van ons land hebben er hun archeologisch materiaal – voor zover het niet in een museum valt te bewonde

ren – opgeslagen. Sunshine films heeft in opdracht een filmpje gemaakt over het depot. U kunt er als particulier ook terecht. U dient daar wel een afspraak voor te maken. Ook verzorgen de medewerkers van het depot  rondleidingen voor groepen.
In de film is de Verteller van het Oude, samen met zijn archeologische vrienden, de collecties van amateur-archeologen aan het determineren en beschrijven.
Klik op het plaatje en de film wordt gestart.

Eén paleoliet, twee paleolieten!

Tijdens de laatste ijstijd kwam de grote ijsmassa niet tot ons land. De toenmalige voorouder, beter bekend onder de naam Neanderthaler, bezocht met enige regelmaat ons land. Dit schijnt vooral in de periode tussen 60.000 en 50.000 jaar geleden het geval te zijn geweest. Daarvoor en daarna was het te koud. De Verteller van het Oude en zijn archeologische vrienden zijn al jaren op zoek naar artefacten uit deze periode. Tot voor kort was alleen uit Mander (Overijssel) een kampement van de Neanderthalers bekend.  Inmiddels is in de nabijheid van Assen een tweede -grotere- verblijfplaats ontdekt.
Paleolieten zoeken, laat staan vinden, blijft moeilijk. Veel materiaal wordt niet herkend.  Meestal wordt – en dan vaak ook nog toevallig – slechts een enkele artefact ontdekt.
Midden Paleoliet ( afslag) van Bernard. Duidelijk is de slagbobbel en de zware patina te zien. Opvallend zijn de mooie kleuren die in banen over het artefact lopen.Samen met maatje Bernard Versloot liep ik Midden Paleoliet (afslag) van de Verteller van het Oude. Rechts midden is de slagbobbel te zien. over een veelbelovende akker. Een kreet deed me naar links kijken. Met een grote glimlach om zijn gezicht, toonde Bernard een prachtige paleolithische afslag. De slagbobbel – daar waar de Neanderthaler de vuursteen raakte – blonk in het voorjaarszonnetje.  Ik deed een stap in zijn richting om de paleoliet te bewonderen, tegelijkertijd bukte ik – voor de duizendste keer – om een veelbelovende steen op te rapen. Op een meter afstand van Bernards afslag lag er nog een! Ongelooflijk!
Op het terrein vonden we die dag nog twee. Een ware geluksdag! Hoewel, de Neanderthaler had zijn hoofd geschud. Twee van die malloten die zijn afval opraapten.

Leven op de bodem van de Noordzee!Mammoetbotten uit de noordzee

Tijdens de laatste ijstijd stond de Noordzee droog. Het was een vriendelijke, heuvelende toendra, vol met wild, een paradijs voor jagers: een Serengeti met een jas aan. Regelmatig vinden Nederlandse vissers botten in hun netten van mammoeten, leeuwen, neushoorns, hyena’s en andere uitgestorven of uitgeweken dieren. In “het Spoor Terug” een reconstructie van die verdwenen wereld met wetenschappers, verzamelaars en vissers.
Een prachtige reportage van OVT, eerder te beluisteren in 2007. Klik hier voor de reportage.

Aansprekende lezing Celtic Fields!

De Drents prehistorische vereniging heeft ook een werkgroep raatakkersamateur archeologie.  Voor deze leden organiseert zij drie keer per jaar een bijeenkomst. Sprekers die worden uitgenodigd weten dat zij een deskundig en kritisch publiek tegenover zich hebben.
Medio maart volgde de derde en laatste uitvoering. Stijn Arnoldussen (RuG) kwam bij ons spreken over zijn onderzoek in Celic fields (Raatakkers).  Stijn is een begenadigd spreker, zo eentje die zijn publiek de prehistorie laat beleven! De in grote aantallen opgekomen leden kregen zijn nieuwste inzichten in het raatakker onderzoek voorgeschoteld.  Ik associeerde Celtic fields altijd met boerenakkers uit de ijzertijd. Van die mooie vierkante met stenen walletjes. Niets van dit alles. Stijns onderzoek wees uit dat raatakkers mogelijkerwijs zelfs duizend jaar in gebruik zijn geweest. Soms zelfs doorlopend in de Romeinse tijd. Veel is nog onbekend, maar Stijn  graaft door in zijn kleine opgravingsputten. Lees hier meer over Stijn en zijn werk!

Als het hunebed kon spreken!

Voor de zoveelste keer in haar eeuwenoude bestaan is ze door vandalen  beschadigd. Ik heb het over hunebed D8 in het vernieling hunebed d8Kniphorstbosch tussen Anloo en Schipborg.  Ze verlangt terug na de tijd waarin ze nog beschermd werd door haar dekheuvel en waar respect voor de doden in ieders genen zat.
Maar de hunebedden hebben veel van hun magie verloren.  Weg heuvel, soms zelfs, weg stenen! We (althans de vandalen) stoken er vuurtjes, bekladden ze, graven er illegaal in rond, klimmen erop, etc …
Waar is dit alles voor nodig. Ik weet het niet. Het maakt me boos! Blijf met je poten van onze hunebedden af.
” Rustig Vertellertje!” , hoor ik u zeggen: “Denk om je taalgebruik!”
U heeft gelijk, maar ik voel me machteloos. Drenthen, bescherm uw monumenten. Houd een oogje in het zeil!
Uw voorouders zullen er dankbaar voor zijn!

Buizenzandsteen, een steen waar je doorkruipt!

Afgelopen zaterdag (21 maart) liep ik met een aantal van mijn archeologische vrienden op een akker. Ongeveer  de laatste buizenzandsteenmogelijkheid om  dit voorjaar nog artefacten uit de prehistorie  te vinden. Vele akkers zijn al ingezaaid of bemest, het rustseizoen voor de amateurarcheoloog staat op het punt van beginnen!
Op een gegeven moment stonden mijn maten om elkaar heen. Meestal een teken dat er iets bijzonders is gevonden. Ik haastte mij er heen. “Kijk Anne, een mooie buizenzandsteen!” .  Van geologie weet ik niet zo bar veel. Mijn kennis is beperkt en moet uitgebreid worden. De buizenzandsteen vormt een mooie gelegenheid om hier mee te beginnen.
Veel zandstenen zijn gevormd in ondiepe ondiep water. Dit valt af te leiden door de aanwezigheid in bepaalde typen van schelpfragmenten, kruipsporen van wormachtige dieren en golfribbels.
De zandstenen ontstaan, als afzonderlijke meestal uit kwarts en veldspaat bestaande  zandkorrels, gaan verkitten met behulp van een bindmiddel. Deze afzonderlijke zandkorrels moeten een grootte hebben die ligt tussen de 0,625 mm en 2 mm, anders is de naam “zandsteen” niet van toepassing. Het bindmiddel kan bestaan uit kiezelzuur, kalk, ijzer en soms zelfs klei. Als de aaneengekitte zandkorrels onder zware druk komen te staan van dikke lagen jongere zandlagen, ontstaat ten slotte zandsteen. Gesteenten, die op een dergelijke wijze ontstaan noemen we “afzettingsgesteenten”.
Bij de zandstenen in de Noord-Nederlandse bodem is het bindmiddel meestal kiezelzuur. Versteend kiezelzuur is keihard en de betreffende zandstenen dus ook.Over het algemeen zijn onze zwerfstenen afkomstig van rotsen uit Midden-/ of Zuid-Zweden.  Het zijn Dalarna, de Oostzeebodem, de Kalmarsund en omgeving, Schonen in Zuid-Zweden  en het eiland Bornholm. Veel zwerfstenen van zandsteen kunnen we niet rekenen tot de z.g. “Gidsgesteenten” omdat ze uit verschillende gebieden afkomstig kunnen zijn. Rode en paarse zandstenen zijn waarschijnlijk vaak afkomstig uit Dalarna, maar gelijksoortige stenen komen ook voor in het Oostzeegebied.
buizenzandsteenVan enkele soorten is wel met bekend waar de rotsen zich bevinden en dergelijke zwerfstenen kunnen we dan ook beschouwen als gidsgesteenten. Het bekendste gidsgesteente is de “Buizenzandsteen”. Officiële naam: “Skolithoszandsteen”.
Dit gesteente met kruipsporen (buizen) van wormachtige dieren  wordt ook geregeld in Noord-Nederland gevonden. Er bestaan een groot aantal soorten en alleen al van dit gesteente kan men een complete studie maken. De stenen zijn afkomstig van de Kalmarsund tussen Zweden en het eiland Öland. De stranden hier liggen bezaaid met dit soort stenen. Buizenzandstenen komen ook voor in Estland.
De aanwezigheid van de kruipsporen in de stenen tonen aan, dat de stenen zijn gevormd in ondiep zeewater, omdat de voor de sporen verantwoordelijke dieren alleen in dit milieu voorkwamen. De meest voorkomende soorten zijn grijsbruin van kleur.

Ik heb mijn informatie gehaald van de geweldige website van het IJstijdenmuseum. Informatie te over voor de stenenliefhebber. Klik hier om er rechtstreeks naar toe te gaan.

Drechtje of Brechtje? Skelet uit de bronstijd!

RTV Noord-Holland besteedt over het algemeen veel aandacht aan archeologie. De Verteller van het Oude  waardeert  dit ten zeerste.  Elf maart j.l. vonden archeologen het graf van een jonge vrouw uit de Drechtje, vrouw uit de bronstijd. Opgegraven in Westwoud.bronstijd. Bij Westwoud (N-H dus.) wordt de Wesfrisiaweg aangelegd. In de prehistorie moet dit stukje land dicht bevolkt zijn geweest, getuige de vele waardevolle sporen die bijna dagelijks ontdekt worden. RTV-NH schreef er onderstaande tekst over en legde met de camera de ontdekking vast. Naast Cees de steentijdman, nu ook Drechtje de bronstijdvrouw.

Het skelet is bijna 3.000 jaar oud en nog volledig in tact. De vrouw lag slechts zo’n 30 centimeter diep begraven. Het lichaam van de vrouw werd gevonden in de structuur van een oude grafheuvel.
Hierin werden vermoedelijk meerdere personen begraven in de Bronstijd. Het skelet van de vrouw is tot op heden het enige lichaam dat is teruggevonden. De vrouw was vermoedelijk zo’n 20-25 jaar oud, 160 centimeter lang en had schoenmaat 36. Het skelet wordt in het geheel gelicht en meegenomen voor verder onderzoek. Archeologen doen onder meer DNA-onderzoek, waardoor meer duidelijk wordt over het leven van de vrouw in de Bronstijd.
Na dit onderzoek gaat het skelet naar Huis van Hilde. De vindplaats is niet toegankelijk voor publiek.

Klik hier voor het filmpje.

Ernest Mols Nederlands Kampioen Vuistbijlen kloppen!

Afgelopen zaterdag (14 maart 2015) werd voor de tweede keer het Nederlands Kampioenschap Vuistbijlen maken in Diever gehouden. Evenals vorig jaar ging de eerste prijs naar Ernest Mols. Zijn vuistbijlen staken er volgens de jury ver bovenuit.
Vuistbijlen Ernest Mols Nederlands Kampioenschap 2014 Het aantal deelnemers aan het evenement heeft zich in een jaar tijd bijna verdubbeld. Opvallend genoeg waren er diverse mensen onder de deelnemers die nog maar kort met “slaan” van vuursteen waren begonnen. Veelal geïnspireerd doordat zij vorig jaar het evenement bezochten. De jury roemde hun vaardigheid en enthousiasme.
Het bezoekersaantal viel dit jaar een beetje tegen. Het koude weer zal ongetwijfeld daar een rol in hebben gespeeld.
Ook de determinatiemiddag in het Schultehuus viel qua inbreng tegen. Daar waar de vijf voorgaande sessies (jaren) spectaculaire meegebrachte vondsten lieten zien, moesten we (Verteller en zijn archeologische vrienden) het dit jaar slechts met een aantal leuke vondsten doen. Ook nog van buiten de provincie, potjandorie!
Resumé: gezellige sfeer, buitengewoon goed georganiseerd, terechte Nederlands Kampioen, tegenvallende inbreng archeologische vondsten!
“Volgend jaar maar weer”, dacht de Verteller van het Oude. Hij is zeker weer van de partij!!

Zomaar ….. omdat ze mooi zijn!

Als u verder naar beneden scrolt komt u met enige regelmaat een spits (pijlpunt) tegen. Soms is het een halffabricaat welke niet goed genoeg bevonden is, dan weer een spits waarbij een stukje ontbreekt. Alsof de afgeschoten pijl doel getroffen heeft en daarbij een beschadiging opgelopen heeft. Een enkele keer heb ik ook onbeschadigde spitsen gevonden. Onder het slaken van diverse oerkreten werden ze zorgvuldig in de meegebrachte vondstzakjes gestopt en mee naar huis genomen. Ik laat u hier een selectie zien van mijn “mooiste” spitsen.  De twee gave spitsen, links op de foto, komen uit de klokbekertijd/vroege bronstijd. De middelste is een zgn. transversaalspits. Hoewel ze een zeer lange periode in de “mode” zijn geweest, vanaf het Mesolithicum, is dit exemplaar aan de hunebedbouwers (het Trechterbekervolk) toe te schrijven.  Daarnaast wederom een spits uit klokbekertijd/vroege bronstijd. Zij hebben allemaal de karakteristieke oppervlakte retouche, alsof de pijl beter gestroomlijnd moest worden. Het laatste exemplaar, uit de Enkelgrafcultuur, is vrij bijzonder. Misschien worden ze niet zo snel herkend. De EGK volgt de Trechterbekercultuur op. Een tijdperk van grote technologische verandering. Maar voor de spitsen hadden ze blijkbaar weinig moeite over. Ach je hoeft niet altijd mooi van uiterlijk te zijn , om mooi gevonden te worden. De Verteller kan er van meespreken.
Mooie spitsen van de Verteller van het Oude

Nederlands kampioenschap vuistbijlen maken

Zaterdag 14 maart wordt voor de tweede keer het Open Nederlands Neanderthalers aan het werkkampioenschap vuistbijlen kloppen in Diever gehouden.  Vorig jaar werd Ernest Mols door een deskundige jury onder leiding van Jaap Beuker uitgeroepen tot winnaar. Het evenement kunt u gratis bezoeken, ze vindt plaats op de brink voor het Schultehuus en begint om 13.30 uur. Neemt u vooral ook uw stenen en onbekende voorwerpen mee. De Verteller van het Oude en zijn archeologische maatjes Gosse, Bernard en Geert determineren deze graag voor u. U vindt ons in het mooie Schultehuus, waarin ook de Archeologische vereniging Zuidwest Drenthe is gevestigd.

Nostalgische lezing

Geert Enting, mijn opa!In Eext, het dorp waar mijn opa (Geert Enting) en mijn moeder (Aaltje) geboren zijn, mocht ik afgelopen dinsdag (03-03-2015) een lezing geven. De historische vereniging “De Kluis” had mij uitgenodigd om een verhaal te vertellen over de oude steentijd van Nederland. Ik ben nogal nostalgisch aangelegd. Ik kreeg dan ook een déjà vue bij het horen van namen welke in mijn vroege jeugd zo regelmatig in mijn oren hadden geklonken.
“Ach, woar blef de tied!”
Het voelde goed, die avond. Een beetje thuuskommen!
En opa? Hij had zijn hoofd geschud, mij aangekeken en gezegd:”Ach mien jong, wat moei toch met al die stenen?”

Rapport  Neanderthaler vindplaats verschenen

Donderdag 26 februari 2015 hield Marcel Niekus een lezing invuistbijl Noordelijk depot te Nuis ter gelegenheid van het verschijnen van het opgravingsverslag van de Neanderthalervindplaats uit de omgeving van Assen. Het kampement heeft vele mooie artefacten, waaronder ongeveer 30 vuistbijlen, opgeleverd. Diverse gebroken stukken, waaronder een rugmes, konden aan elkaar gezet worden. Maar het mooist van allemaal was het vinden van diverse artefacten in situ. Met andere woorden, op de plek waar de Neanderthaler ze heeft achter gelaten. Min of meer dan, want artefacten worden door natuurlijke bodemprocessen soms ook verschoven. De Verteller van het Oude is zeer betrokken bij het project, hij is erg verheugd dat besloten is om de locatie van de vindplaats  geheim te houden. Nog niet de gehele vindplaats is opgegraven en het zou eeuwig zonde zijn als derden de gegevens zouden verstoren. Tot die tijd moet de steentijd liefhebber genoegen nemen met artikelen uit de krant.
Klik op Neanderthaler voor een mooi artikel, verschenen in het Dagblad van het Noorden.
En klik hier voor voor een reportage van TV-Drenthe.

Baby wolharige neushoorn gevonden

wolharige neushoorn babyIn het blad Science wordt melding gemaakt van de vondst van een baby wolharige neushoorn. Even uniek als ongelooflijk, ze is de allereerste  baby van deze soort die gevonden is! Het beestje kwam tevoorschijn uit de permafrost in Siberië (waar anders!). Wetenschappers hebben het 10.000 jaar geleden gestorven dier, Sasha genoemd.  Men probeert DNA uit de overblijfselen van het 18 maanden oude neushoorntje te halen om  (o.a.) zodoende te kunnen bestemmen welk huidig beest het dichts bij Sasha staat.  De Verteller van het Oude is geen wetenschapper maar hij denkt hier zo wel het antwoord op te kunnen geven.
Sasha is goed bewaard gebleven, slechts die delen welke uit de permafrost staken, zijn aangevreten door dieren. Blijkbaar smaakte haar vlees na zo’n lange periode nog steeds goed. Een biefstukje uit de diepvries van de prehistorie!

Muntschat uit Sneek

In het Sneeker Nieuwsblad van 19 februari kwam ik een leuk artikeltje tegen over een vrij recentelijk gevonden muntschat. Laat u even meevoeren terug in de tijd.

De Amateurarcheologen Nino Casolin en Gilbert Hofstra van het Muntschat Sneek, een zgn. Grosso. Foto is gemaakt door Frieslandactueel.nlArcheologisch Steunpunt Sneek (ASP) hebben  afgelopen jaar  een bijzondere muntschat ontdekt. De munten zijn gevonden op een voormalig kloosterterrein tussen Sneek en Bolsward. Nadat er bij de gemeente melding was gedaan van vondsten op het omgeploegde terrein, heeft de gemeentearcheoloog het ASP gevraagd het terrein te onderzoeken. De pachter van het terrein heeft hier toestemming voor gegeven.
De zilveren muntschat bestaat uit 51 munten uit de periode 1244-1311. Bij een vondst van vijf of meer munten spreken we van een muntschat. Er worden vaker muntschatten uit deze periode gevonden in deze regio, maar nog niet eerder zo groot. Het gaat om 13 verschillende munttypen uit Engeland, Vlaanderen en Nederland. Het gaat om munten die in deze regio veel gebruikt werden. Behalve de zogenaamde Grosso-munt. Dit is een munt met een afbeelding van Christus, die vaak werd omgevormd tot sieraad. Deze munt is in perfecte staat. Het is daarom niet duidelijk of de munt een speciale functie als sieraad had of gebruikt werd als betaalmiddel.
Muntschat uit Sneek, foto Sneeker NieuwsbladHet is niet duidelijk hoe en waarom de munten in de grond terecht zijn gekomen. De archeologen hebben geen verpakkingsmateriaal gevonden. In deze tijd was het niet gewoon om giften mee te geven aan overledenen. Waarschijnlijk zijn de munten begraven om te bewaren. Omdat er toen nog geen banken waren, begroeven mensen hun geld en eigendommen in onzekere perioden van strijd en oorlog. Het voormalige kloosterterrein waar de munten zijn gevonden is bij ruilverkavelingen opgehoogd met grond uit de directe omgeving. De amateurarcheologen van ASP hebben het terrein onderzocht met een metaaldetector. Ze vonden daarbij ook scherven van aardewerk, bouwpuin van een kerk en menselijke skeletresten. Het is zeer waarschijnlijk dat de munten op een andere plaats begraven zijn dan ze nu zijn gevonden.
In de late middeleeuwen waren er verschillende munten als betaalmiddel. Heel lang was dat in Fryslân de Friese Zilveren Penning. Daarna kwam de Engelse Penning, gevolgd door de Vlaamse Groot. Deze munten komen uit een tijd dat de Engelse Penning langzaam werd vervangen door de Vlaamse Groot.
De gemeente Súdwest-Fryslân heeft veel archeologisch erfgoed. Dit zijn overblijfselen van de geschiedenis. We vinden deze geschiedenis belangrijk en willen het archeologisch erfgoed daarom tonen aan onze inwoners en bezoekers. Deze muntschat zal dit jaar op verschillende plaatsen in de gemeente te zien zijn. Dit voorjaar zal dat zijn in de bibliotheek in Sneek.

Van een jonge archeologe ….

De deur van het klaslokaal gaat open. Op de drempel staat een ietwat verlegen jongetje. Hij durft de klas niet in  te kijken. Het is ook wat als je naar de hoogste groep van de basisschool gaat om een boodschap te brengen. In je eigen klas kun je wel praatjes hebben, maar bij de oudsten van school? Nee, daar ben je toch maar een kleintje. Langzaam komt hij op me af, geeft me een brief, zegt: “Alstublieft …”, en verdwijnt weer net zo snel als hij gekomen is.
De brief is van Aniek, ze is zeven jaar en zit op een andere school.
“Beste meester Anne, ik zit in groep 4 en doe mijn spreekbeurt over Romeinen. Heeft u nog tips of spullen voor me?”
Ik heb het zinnetje twee keer gelezen. Zeven jaar en dan een spreekbeurt over de Romeinen?  Daar moest ik het fijne van weten. “Met Aniek!”, klonk het verrassend helder en duidelijk door de telefoon. Wederom opmerkelijk. Ik verwachtte een bedeesd kinderstemmetje. Ik stelde me voor en vanaf dat moment hoefde ik niets meer te zeggen. Aniek nam het gesprek over. Ze vertelde hoe andere kinderen hun spreekbeurt hielden over poesjes (inmiddels had ze er 4x naar moeten luisteren) en honden. “Zo saai, wel leuk hoor maar zoveel hetzelfde.”
Ik was nieuwsgierig wat ze allemaal wilde vertellen over de Romeinen. De volgende tien minuten kreeg ik een fantastisch verhaal te horen. De meeste leerlingen die de basisschool gaan verlaten weten er niet zoveel van als Aniek. Ze had mijn hulp eigenlijk helemaal niet nodig. Ze boeide me van het begin tot eind. Schitterend verteld. Binnenkort komt ze met moeder langs. Misschien, ik betwijfel het sterk, kan ik nog iets toevoegen aan het verhaal van deze geboren vertelster. Ik vrees echter dat haar juf de enige is die iets van de spreekbeurt begrijpt. Laat de rest lekker met katten spelen, Aniek vermaakt zich met Romeinen.

 Een sierlijke Karel de Kale en een Vrome Lodewijk.

Op een avond zit ik met een aantal archeologische maatjes vondsten van amateur archeologen te determineren in het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Echt spectaculair vondstmateriaal zit er die avond niet tussen. De tijd verstrijkt maar langzaam en het werk gaat op de automatische piloot.
De deur gaat open en Martin komt binnen. Regelmatig bezoekt hij ons en laat zijn meegebrachte vondsten determineren.  Hij is een detectorman die zich langzamerhand ook steeds meer voor steentjes gaat interesseren. Direct viel me zijn brede glimlach op, in zijn hand hield hij een sigarendoosje. Zijn houding deed een topvondst vermoeden.
En dat was ook zo!
Naast elkaar lagen twee juweeltjes van fibulae.  Een fibula is een sierspeld welke met name bedoeld is om kledingstukken op het lichaam vast te maken. Ik heb vrij veel bronzen, Romeinse fibulae mogen opgraven, maar nog nooit had ik dergelijke mooie mogen aanschouwen die Martin die avond meebracht. De beide fibulae zijn opgebouwd uit ringen waaraan in het midden een munt is  gemonteerd. Het geheel is gemaakt van zilver. Op de achterzijde is de plaats waar de naald gezeten heeft heel goed te herkennen.
fibula met portret van Lodewijk de Vrome en op de keerzijde een kruis met een tekst over Karel de Kale Martin had de beide fibulae in het Noorden van Nederland gevonden (nadere aanduiding krijgt u niet!). Ze lagen vlak bij elkaar in de buurt. Niemand verliest zomaar twee kostbare fibulae. Er moet dus wat meer aan de hand zijn geweest. Laten we even lekker speculeren. Op deze pagina mag het. Zou er misschien iemand begraven zijn? Heeft misschien iemand zijn kostbaarheden in de grond gestopt vanwege onzekere tijden en is deze persoon nooit umayyaden fibulameer in de gelegenheid geweest zijn eigendommen op te graven?
Roerige tijden, dat waren het zeker. De fibulae vallen goed te determineren. We hebben immers de munten! Op de een is het portret van Lodewijk de Vrome (keerzijde inschrift  Karel de Kale met een groot kruis), geslagen tussen 814 en 816 na Chr.. De andere is een zgn. Umayyaden munt met Arabische randschrift. Deskundigen dateren deze munt omstreeks 750 na Chr. Ondanks het verschil in datering, lijkt het erop dat de fibulae op hetzelfde tijdstip gemaakt zijn. Hun gelijkenis is frappant. Zilveren munten verliezen hun waarde niet. Ze werden zelfs honderden jaren nadat ze geslagen waren, nog verhandeld. De fibulae dateren dus van na 816. Roerige tijden. Vanuit  Scandinavië vielen Noormannen met enige regelmaat onze streken binnen. Handelscontacten zullen er ook geweest zijn. Misschien zijn de fibulae geruild of gekocht? In Polen is een groot Vikinggraf gevonden met daarin diverse ring fibulae met munten. Ook uit andere graven van de Noormannen kennen we ze. Maar nog niet uit Noord-Nederland. Martin heeft zijn vondst direct gemeld bij de provinciaal archeoloog. Zo hoort het ook! Deze was gelijk enthousiast. Gezien bovenstaande vindt de Verteller van het Oude dat heel begrijpelijk. Een kleine proefopgraving moet meer duidelijkheid verschaffen. Ik houd u op de hoogte, het Verhaal is nog niet helemaal verteld!

Opening Nemrud tentoonstelling

Mijn berichtgeving over het Allard Pierson museum en de Nemrud loopt ten einde.  In eerdere berichten heb ik u op de hoogte gesteld van diverse ontwikkelingen omtrent de schenking van de wereldberoemde leeuwenhoroscoop aan het museum en het tot stand komen van Prof. Herman Brijder’s  standaardwerk over de Nemrud. Woensdag 21 januari 2015 was de Verteller van het Oude bij de opening van een tentoonstelling. Hieronder het AP-museum aan het woord:
Aanleiding voor de tentoonstelling is de verschijning van de grote eindpublicatie over het onderzoek en de activiteiten op de berg Nemrud in Zuidoost Turkije, geschreven door prof. dr. Herman Brijder en collega’s.

Onder auspiciën van de Universiteit van Amsterdam werd in 2001, 2002 en 2003 onderzoek gedaan op de berg Nemrud. Op de top van deze berg ligt een grafheiligdom uit de eerste eeuw voor Christus dat zich kenmerkt door kolossale beelden van goden, reliëfplaten en twee zogenaamde leeuwenhoroscopen, de vroegst bekende in steen gehouwen horoscopen uit de oudheid.
Begin 2014 is een afgietsel van een groot reliëf van de Nemrud Dagi – dat een leeuwenhoroscoop voorstelt – door de Internationale Nemrud Stichting aan het museum geschonken. Dit reliëf is in felle kleuren beschilderd en vormt een belangrijk onderdeel van de tentoonstelling. De fototentoonstelling geeft een impressie van het spectaculaire onderzoek dat op de berg Nemrud is verricht.

De tentoonstelling loopt tot 14 juni 2015. Voor het eerst zijn ook alle ons bekende munten van Kommagene te zien.

Filmpje: uitleg werkzaamheden op de Nemrud!

Prof. Herman Brijder, Prof. E.M. Moormann en Ir. Maurice Crijns geven uitleg over de uitgevoerde werkzaamheden op de Nemrud. Niet alleen de successen komen aan bod, ook wordt kritisch teruggekeken op de samenwerking met de Turkse autoriteiten.
Klik hier om de film te starten

Filmpje: constellatie leeuwenhoroscoop uitgelegd

constellatie_leeuwenhoroscoopMaurice Crijns legt op begrijpelijke wijze uit waarom aan de leeuwenhoroscoop een datum van 14 juli 109 v. Chr. moet worden toegekend. Hij staat in het Allard Pierson museum voor de beschilderde kopie van van de leeuwenhoroscoop.
Klik hier om de film te starten.

Een  krom stekertje om je aan te warmen

Er zijn artefacten, die zodra je ze vindt, het hart sneller doen kloppen.  Natuurlijk, we kennen allemaal de prachtige, neolithische bijlen. Stel je voor dat je er één van mag oprapen! En zo zijn er vele voorbeelden op te schrijven.
Voor mij als liefhebber zijn het vaak de kleinere, minder bekende vondsten, die me in vervoering brengen. Zeker als ze heel goed te determineren vallen.

Vorige week maakte ik Krombeksteker, artefact uit de Hamburgcultuur. Tussen 12.400 en 11.600 v. Chr. weer zo’n euforie moment mee.  Op een losgetrokken (niet geploegde) akker, lag een natte krombeksteker te glinsteren in de ochtendzon. Ik herkende haar onmiddellijk. Ze stond nog op mijn verlanglijstje, want ondanks jaren van intensief zoeken ben ik nog weinig artefacten uit de “Hamburgcultuur” tegen gekomen. Krombekstekers vormen, naast de spitsen, als het ware gidsartefacten voor de periode tussen 12.400 en 11.600 v. Chr. Vroeger ook bekend onder de tijd van de rendierjagers. In de omgeving van Hamburg zijn in de jaren 30 van de vorige eeuw de eerste grote opgravingen naar deze cultuur gedaan. Veel bewerkt botmateriaal is toentertijd gevonden.  Opvallend waren de dunne naalden die te voorschijn kwamen. Archeologen kwamen er door middel van experimenten achter dat met behulp van scherpe stukken vuursteen twee evenwijdige inkervingen in bot werd gemaakt. Vervolgens wordt een kromme steker (schuine kop) gepakt en kon men het weke botmateriaal eronder wegpulken.  Daarna kon de naald op een stuk zandsteen geslepen worden, waarna ze haar -dunne- vorm verkreeg. Met een boortje werd ze vervolgens doorboord, en was de naald gereed om gebruikt te worden.
Krombekstekers werden vooral geassocieerd met de fabricage van naalden. Onderzoek aan krombekstekers uit een aantal Nederlandse vindplaatsen toonde aan dat ze voor meerdere doeleinden gebruikt zijn. Op slechts een klein gedeelte lieten de gebruikssporen een gebruik op bot zien.
Maar hoe het ook is. Op die druiligere, koude en slechts door zwakke zonnestralen opgewarmde ochtend, werd mijn hart door haar schoonheid verwarmd. Ik heb het de verdere dag niet koud meer gehad.

 Opening ontvangstruimte Noordelijk Archeologisch Depot

archeologisch-depot-tekeningVrijdag  12 september is de nieuwe ontvangstruimte van het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) in Nuis feestelijk in gebruik genomen door gedeputeerden Bote Wilpstra, Jannewietske de Vries en Henk van de Boer van de drie Noordelijke provincies.
In het Noordelijk Archeologisch Depot worden de archeologische vondsten uit de provincies Drenthe, Friesland en Groningen bewaard welke niet tentoongesteld zijn in een museum.
Onderzoekers, studenten en belangstellenden waren altijd al welkom. Met de nieuwe ontvangstruimte kan het NAD ook grotere groepen goed ontvangen en informatie geven over de rijke collectie.
In het NAD determineer ik, samen met 7 andere vrijwilligers, collecties van amateur-archeologen welke zich in het depot bevinden, maar nog niet beschreven zijn.

Tempeltje  Barger-Oosterveld weer in gebruik

opgravingsfoto tempeltje van Barger-OosterveldIn 1957 graven archeologen in Barger-Oosterveld de restanten  van een houten gebouwtje op. Het rust op twee zware liggers, waardoor acht moedwillig vernielde staanders staken. De hoekstaanders stonden ten tijde van de opgraving nog diep in het veen gestoken. Om het bouwwerk lag een krans van stenen  met een doorsnede van ongeveer 4 meter. Vlak daarbuiten werden vijf hoornvormige punten gevonden. De op koeienhoorns gelijkende uitsteeksels vormden waarschijnlijk het uiteinde van de liggers aan de bovenkant van het gebouwtje. Waarom de staanders moedwillig vernield zijn weten we niet, mogelijkerwijs heeft dat te maken met de functie van het gebouw. Het hout is bewerkt met bronzen bijlen. Sommige kapsporen zijn meer dan 7 cm breed, hetgeen uitzonderlijk  is voor een dergelijke bijl.  Jaarringenonderzoek van het gebruikte eikenhout wees uit dat het hout tussen 1478 en 1470 voor Chr. moet zijn gekapt.
Binnen in de constructie stonden 4 palen, deels nog omgeven door boomschors. Mogelijkerwijs werd hier de baar met een overledene op geplaatst. Pure speculatie, want over de functie van het zgn. Tempeltje van Barger-Oosterveld weten we niets.Verteller van het Oude -Anne ten Brink- tijdens het reconstrueren van het Tempeltje van Barger-Oosterveld in het Drents Museum. foto: Lutie de Jong
Ongeveer tien jaar geleden organiseerde het Drents Museum een tentoonstelling onder de titel “Schatten uit het veen”.  Een week lang heeft de Verteller van het Oude met tien anderen onder de bezielende leiding van Jaap Beuker, gewerkt aan een reconstructie van het tempeltje. Met nagemaakte prehistorische werktuigen werd een wetenschappelijk verantwoorde replica gemaakt.
Nadien heeft het tempeltje vele landen bezocht, bezoekers van diverse musea hebben zich kunnen vergapen aan dit unieke document uit onze historie.
Terug in Nederland restte haar slechts het depot van het Drents Museum. Een enigszins beschamende plek.
gaia en tempelTot voor kort! Op een natuurloTempeltje van Barger-Oosterveld (reconstructie)catie in Eext werd het dansspektakel “Terugkeer naar Gaia” opgevoerd. (filmpje!) Een reis door de geschiedenis, waarbij het tempeltje onderdeel uitmaakte van het prachtige decor.
Gelukkig gaat ze niet terug naar het depot. Haar eindbestemming wordt de natuurbegraafplaats in Eext. Een plek waar de goden en de overledene bij elkaar komen. Na 3500 jaar doet zij weer waarvoor ze (mogelijkerwijs) gemaakt is. Ditmaal als “Tempeltje van Eext”.

Gemeente Aa en Hunze maakt afspraken over inzet amateurarcheologen

“De gemeente Aa en Hunze wil amateurarcheologen betrekken bij het archeologisch onderzoek in de
gemeente. Daar waar de gemeente opdrachtgever is van een onderzoek door een archeologisch
bureau, wordt gestreefd naar inzet van amateurs (Gemeentelijk archeologiebeleid, vastgesteld 24
januari 2012).
Maar ook als een initiatiefnemer van bodemingrepen geen onderzoek (meer) hoeft uit te voeren
(vanwege onderzoeksvrijstelling) of na een negatief selectiebesluit en bij onverwachte vondsten kan
de inzet van een amateurarcheoloog nuttig zijn voor het vastleggen van vondsten en sporen die
anders ongezien verloren zullen gaan.
Daarmee kan de amateurarcheoloog zijn archeologisch inhoudelijke kennis en ervaring vergroten.”

Tot zover de gemeente aan het woord. De Verteller van het Oude is blij met de erkenning welke uit het stuk spreekt. Erkenning voor de amateurarcheoloog die vaak met grote inzet en volharding op zoek is naar sporen uit het verleden. Eigenlijk is is het stuk overbodig, immers er is duidelijk wetgeving omtrent het graven naar artefacten. Het is de bedoeling dat elke gemeente in Drenthe het convenant in de toekomst zal ondertekenen. Lees hier  het door de gemeente Aa en Hunze opgestelde stuk.

Standaardwerk over Nemrud verschenen

Standaardwerk over de Nemrud. Tevens een verantwoording over de werkzaamheden uitgevoerd in 2001 - 2003 door de UvA en The International Nemrud Foundation. Herman Brijder was de projectleider en is de auteur van het boek.De auteur, Herman Brijder,  was directeur van het Allard Pierson museum in Amsterdam en emeritus Hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. 
Gedurende vele jaren heeft hij aan het boek gewerkt. Hij beschrijft de werkzaamheden die gedurende 2001 – 2003 in het kader van “The International Dagi Project” -en onder zijn leiding- zijn uitgevoerd.  De wetenschappelijke publicatie beslaat 700 pagina’s en is voorzien van prachtige (en zeer vele) verhelderende illustraties.
Joost Vermeulen heeft de auteur geïnterviewd. Klik hier en u krijgt het interessante artikel te lezen.
NEMRUD DAGI, recent archaeological research and conservation activities in the tomb sanctuary on mount Nemrud, is uitgegeven door De Gruyter Inc., Bosten/Berlijn.
ISBN:  978-1-614551-713-9

Animatie beschildering leeuwenhoroscoop

Het Allard Pierson museum heeft een korte animatie gemaakt over de animatie leeuwenhoroscoop.beschildering van de Leeuwenhoroscoop.
Of koning Antiochos er blij mee geweest zou zijn?
Oordeelt u zelf.
Klik op de leeuw om de animatie te starten.

Beschildering leeuwenhoroscoop gestart


De afgelopen jaren heb ik met enige regelmaat bericht over de oudste horoscoop ter wereld, de z.g.n. Leeuwenhoroscoop. U als trouwe lezer van de stukjes weet dat wij (De International Nemrud Foundation) een kopie hiervan hebben geschonken aan het Allard Pierson museum. Hieronder staat hun persbericht. Speciale aandacht voor de tentoonstelling over de Nemrud die op 27 juni van start gaat en voor een kinderactiviteit!!

In het oude Griekenland waren alle beelden en reliëfs beschilderd. Maagdelijk wit werd bedekt door een kakofonie van kleuren. Het Allard Pierson Museum laat bezoekers deze meivakantie zien hoe dat er uit zag. Op 28, 29 en 30 april wordt de manshoge kopie van de beroemde leeuwenhoroscoop uit Nemrud Dagi ‘live’ beschilderd door Josée Lunsingh-Scheurleer, restaurator van het museum.
De echte leeuwenhoroscoop is gevonden in Nemrud Dagi in het huidige Turkije. Het reliëf is meer dan 2000 jaar oud en flink aangetast door de tand des tijds en niet te zien voor het publiek. De levensgrote kopie die sinds kort is te zien in het Allard Pierson Museum. Het reliëf toont de oudst bekende horoscoop ter wereld. Je ziet een leeuw omringd door 19 sterren en 3 planeten, dit geeft het astronomische sterrenbeeld Leo weer. Ir. Maurice Crijns heeft de afgebeelde constellatie exact gedateerd op 14 juli 109 voor Chr. om 19.30 uur. Het reliëf is recentelijke aan het museum geschonken de International Nemrud Foundation.
Het reliëf, dat nu nog kleurloos is, zal geheel volgens de in de oudheid gangbare technieken worden beschilderd. Na langdurig kleuronderzoek door Prof. Dr. Herman Brijder is er een palet ontwikkeld wat zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke kleuren van rond het begin van onze jaartelling komt. In de meivakantie kan men getuige zijn van de transformatie van deze leeuwenhoroscoop van kleurloos beeld tot uitbundig kleurspektakel.
Kinderen tot 12 jaar kunnen in de meivakantie hun fantasie prikkelen door een eigen invulling te geven aan de leeuwenhoroscoop. Een kleurwedstrijd nodigt iedereen uit een kijkje te komen nemen tijdens de beschildering om daarna zelf aan de slag te gaan. Op www.allardpiersonmuseum.nl kun je de kleurplaat downloaden en naar eigen inspiratie inkleuren. Alle kinderen die hun kleurplaat in komen leveren, krijgen een klein cadeautje en de mooiste exemplaren worden in het museum tentoongesteld. Op 27 juni wordt, tijdens de opening van de tentoonstelling over Nemrud Dagi, de winnaar van de kleurwedstrijd bekend gemaakt.

Klik hier voor een leuk filmpje over het beschilderen van de Leeuwenhoroscoop.

Pijlpunten fabriceren op school

"Verteller van het Oude" tijdens het maken van pijlpunten met leerlingen van een basisschool.Jaarlijks heeft de basisschool in Rolde een project waaraan alle leerlingen van grPijlpunten maken met leerlingen van de basisschool. Luxe hulp voor de "Verteller van het Oude", Ernest Mols, Nederlands kampioen vuistbijlen maken.oep 1 t/m 8 deelnemen. Dit jaar was het thema: “De mens”. Een breed thema waaraan elke leerkracht een eigen invulling kon geven. De opening van het project was spectaculair. Leerkrachten waren verkleed als historisch figuur en showden hun creatie op de catwalk. Van prehistorisch mannetje (natuurlijk de verteller van het Oude) tot aan Gandhi (ja,ja – hoezo geen aandacht aan vredesonderwijs!) en van Cleopatra tot Koningin Wilhelmina waren te bewonderen. Twee weken later werd het project afgesloten met diverse workshops waarop de leerlingen konden intekenen. De twee workshops over het maken van pijlpunten en het schachten hiervan, zaten binnen de kortste keren vol. Menigeen moest teleurgesteld worden. Als echte Neanderthalers trotseerden de gelukkigen de koude wind en brachten het geleerde in de praktijk. Vol enthousiasme maakten de leerlingen van voorgefabriceerde klingen de mooiste pijlpunten. Op een prehistorische manier werden ze in een tak van een hazelaar geschacht (historisch verantwoord!!).
Gelukkig had ik hulp van de kersverse Nederlands kampioen vuistbijlen maken, Ernest Mols en van Gosse Kerkhof. De gereedliggende pleisters waren voor de kinderen niet nodig, slechts een ervaren steenklopper bloedde uit meerdere wondjes. De foto’s geven een goede impressie van het enthousiasme waarmee gewerkt werd. Het geeft nog maar weer eens aan dat ondanks alle computers etc. kinderen graag bezig zijn met en in de natuur. Onderwijs is tegenwoordig erg gericht op het behalen van (cito)resultaten, jammer genoeg wordt enthousiasme niet gemeten! Enthousiasme is motivatie, het levert meer op dan een schoolboekje.
Leerlingen aan het bewerken van hout en steen. "vertelletr van het Oude" met bontmuts.  Leerlingen aan het bewerken van hout en steen. Leerlingen aan het bewerken van hout en steen.

Leeuwenhoroscoop in Allard Pierson Museum

Het is zover. Ons leeuwtje is opgenomen in de vaste collectie van het AP-museum in Amsterdam. Diegene onder u die de door mij geschreven artikelen hierover gelezen heeft, weet dat een enorme zucht van verlichting mijn lichaam verlaten heeft.
Het symbool van de Nemrud, dat werd geweigerd door een aantal met weinig historisch besef gezegende Turken, heeft eindelijk een bestemming bereikt waar hij gewaardeerd zal worden.
Vermoedelijk in mei wordt de leeuwenhoroscoop officieel onthuld. Deze zal dan aan het publiek getoond worden in zijn originele kleuren, zoals ook eens koning Antiochos hem heeft kunnen aanschouwen.
De foto hieronder toont de horoscoop op haar nieuwe plaats, helaas niet onder de sterrenhemel, maar fonkelend als regulus in het AP-museum.
De andere afbeelding toont u alvast de leeuwenhoroscoop zoals zij door u vanaf mei bewonderd kan worden. De International Nemrud Foundation is trots op de nieuwe behuizing en hoopt dat velen de horoscoop komen bewonderen.
  Leeuwenhoroscoop in Allard Pierson museumLeuwenhoroscoop, voorzien van de (vermoedelijke) oorspronkelijke kleuren.

Neanderthaler terug in Drenthe!

Affiche nederlands kamp. vuistbijlen maken.De laatste jaren neemt de belangstelling voor de vroegste menselijke bewoners van onze streken, de Neanderthalers, sterk toe. We ontdekken ook steeds meer sporen van onze voorouders, met als hoogtepunt het kampement in de omgeving van Assen.
Het archeologisch centrum Zuidwest Drenthe, in Diever, organiseert zaterdag 8 maart het Open Nederlands Kampioenschap vuistbijlen maken. Diverse ervaren steenkloppers proberen het gereedschap van de Neanderthaler zo goed mogelijk na te maken. Juryvoorzitter is niemand minder dan Jaap Beuker, schrijver van diverse boeken over het bewerken van steen en zelf ook een ervaren steenklopper.

Tegelijkertijd kunnen bezoekers hun eigen archeologische bezittingenDeterminatiedag in Diever, hier een aantal meegebrachte vondsten. laten determineren door diverse deskundigen. De Verteller van het Oude is zelf een van de panelleden.
De afgelopen vier edities brachten spectaculaire vondsten aan het licht.

Beide evenementen beginnen om 13.00 uur. De één op de Brink voor het Schultehuus, de andere in het prachtige gebouw.

DPV-leden zoeken naar artefacten

Op een druilerige zaterdagochtend in januari organiseerde de Verteller van het Oude, samen met zijn archeologische vrienden Gosse en Bernard, een introductie voor leden van de Drents Prehistorische Vereniging in het zoeken naar artefacten. Ergens op een akker in het mooie Drenthe werden vele mooie overblijfselen uit de steentijd opgeraapt. Elk artefact werd uitvoerig, in de af en toe stromende regen, bekeken. Het enthousiasme van het de deelnemers was gezien het weer zeer opmerkelijk. Men bleef maar doorzoeken. Het leverde prachtige schrabbers, super klingen, schitterende kernen en vele afslagen op.
Na afloop van de zoektocht werden de vondsten onder het genot van een kop koffie bekeken.
Drents Prehistorische Vereniging op zoek met Verteller van het Oude. Determinatie van de gevonden artefacten. DPV zoektocht.

Restauratie Juffertoren in Schildwolde

De juffertoren in Schilwolde is weer in volle glorie te zien.Eind december werd de restauratie van de Juffertoren – uit 1289 of daar omtrent – in Schildwolde afgesloten. Dat er gerestaureerd werd was ook hard nodig, stenen vielen spontaan naar beneden en zorgden voor een levensgevaarlijke situatie. De plaatselijke bevolking nam zelf het initiatief om de toren te herstellen. Hun inspanning werd beloond, de Juffertoren is weer in volle glorie te bewonderen. Na afloop van de plechtigheid konden de aanwezigen een kijkje in de toren nemen. Natuurlijk wilde de Verteller van het Oude ook naar binnen. Helaas voor hem begon na 30 meter klimmen, deels op smalle ladders, zijn hoogtevrees op te spelen. De overige 38 meter wachten te vergeefs op hem.
Op de eerste verdieping is de historische vereniging van plan een museum in te richten. Deze is via een stevige trap prima te bereiken. Laat u niet weerhouden en ga een keertje kijken. Er wacht u een uniek monument.

Leeuwenhoroscoop naar Allard Pierson museum

Hoe anders kan het lopen. Een tijd geleden heb ik een lezing gegeven in Kahta -Zuidoost Turkije- over de restauratiewerkzaamheden op de berg Nemrud. Diverse Parlementsleden uit de provincie Adiyaman en lokale bestuurders waren daarbij present. De aanwezigen waren onder de indruk van de bereikte resultaten. Unaniem werden de International Nemrud Foundation en de Universiteit van Amsterdam geroemd om hun inspanningen.
Het bestuur van het I.N.F., de Verteller van het Oude is haar secretaris, bood bij deze gelegenheid een kopie van werelds oudste horoscoop aan. Zij is gemaakt met behulp van de originele abklatsen, gefabriceerd aan het eind van de 19e eeuw door Duitse onderzoekers die de Nemrud en haar monument aan de vergetelheid ontrukten. De kopie is vele malen mooier dan het origineel dat zich in een restauratiehuis op de berg bevind. In 150 jaar is haar toestand dermate verslechterd dat een langer verblijf op de berg -blootgesteld aan extreme weersomstandigheden- niet wenselijk is. Vandaar dat het bestuur van het I.N.F. een kopie heeft laten maken zodat elke bezoeker de prachtige horoscoop kan blijven aanschouwen. In dank werd deze geste aanvaard.
Een paar maanden geleden ontvingen wij het onverwachte bericht dat de Turkse autoriteiten afzagen van de kopie, men wilde het “stuk blik” – zoals letterlijk verwoord- niet op de berg.
Het bestuur van de Nemrud Foundation is behoorlijk ontstemd geweest over deze brute en ondoordachte afwijzing. De leeuwenhoroscoop is geen stuk blik! Oordeelt u zelf, want in januari 2014 verhuist de leeuwenhoroscoop naar het Allard Pierson museum. Daar weet men de horoscoop wel op waarde te schatten. De foto toont de leeuwenhoroscoop “in opslag”, klaar om haar definitieve plaats in de vaste opstelling van het museum te krijgen. Ik houd u op de hoogte van deze omvangrijke operatie.

Leeuwenhoroscoop in opslag, gereed om permanent tentoongesteld te worden in het Allard Pierson museum in Amsterdam

Neanderthalerkamp Den Bosch

Het radio 1 journaal en de N.O.S. waren er als de kippen bij. In Den Bosch is een sensationele ontdekking gedaan. Een kampement van de Neanderthalers is er ontdekt tijdens de aanleg van een parkeergarage. Waarlijk geen alledaags nieuws!
Behalve afslagen, diverse stenen gebruiksvoorwerpen schijnt er dierlijk en menselijk bot bewaard te zijn gebleven. Wederom geen alledaags nieuws. Bij mijn weten zou het voor het eerst zijn dat er in Nederland botmateriaal van een Neanderthaler gevonden is.
Ik kreeg, na het zien van de beelden de indruk dat het hier niet om een heel groot kamp ging, mogelijkerwijs is de plaats door de groep Neanderthalers slechts een enkele keer bezocht.
Vuistbijlen, het kenmerkende artefact van de Neanderthaler, schijnen er niet gevonden te zijn.

In de begeleidende tekst op de website van de N.O.S. vermeldt de omroep verder:
“Twee jaar geleden werd in de buurt van Assen ook een Neanderthalerkamp gevonden. Doordat daar veel verschillende werktuigen bewaard zijn gebleven, waaronder zeldzame vuistbijlen, staat dat kamp bekend als een van de meest bijzondere overblijfselen van de Neanderthalers in Noord-West Europa.”

In het Overijsselse Mander lag tot voor kort het enige bekende kampement. Inmiddels neemt het aantal vondsten uit deze periode in rap tempo toe, zodat aangenomen mag worden dat onze kennis over deze periode in onze geschiedenis ook zal toenemen.

Hopelijk wordt binnenkort meer bekend gemaakt over de vondst in Den Bosch.
Klikt u hier voor de reportage van de N.O.S.

Van het potje zonder dekseltje

Ik heb nooit begrepen waarom mensen antiquiteiten kopen en verkopen. Natuurlijk snap ik ook wel dat sommige stukken een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen en daarom gewilde (ver)koop objecten zijn. Maar, dames en heren, archeologie is wetenschap. Wij willen artefacten in-situ, we willen conclusies trekken. Verhandelde archeologische voorwerpen hebben geen verhaal meer, ze zijn ontdaan van hun jasje, ze zijn gedegradeerd tot slechts (soms hele mooie) objecten.
Ronduit stuitend is de hoeveelheid archeologisch materiaal dat op het internet wordt aangeboden. Iemand, een ingewijde, vertelde me dat hij elk jaar in de winter naar Hongarije rijdt, om er emmers vol “Romeins materiaal” op te halen. In dat land waren volgens mijn anonieme bron genoeg niet-opgegraven Romeinse sites. De lokale bevolking werkt er clandestien en verkoopt het door hen verzamelde materiaal aan hem. Terug in Nederland zet mijn gesprekspartner de gevonden items op “Marktplaats” en verdient een veelvoud van het door hem geïnvesteerde bedrag. Dat hij de wetenschap een verstoorde site achterliet interesseerde hem weinig.
De conversatie sterkte mij nog meer. Nooit zou ik archeologisch materiaal kopen!!
En toch ben ik voor de bijl gegaan, principes of niet! Misschien schrijf ik dit verhaal wel om mezelf vrij te pleiten, maar het kan ook zo zijn dat ik niet anders kon. Oordeelt u zelf!

Rommelmarkt urnOp één van de hete zomerdagen liep ik over een rommelmarkt in Zuidlaren. Mijn verwachtingen waren niet zo hoog gespannen. De zon scheen fel, blijkbaar te fel want weinig mensen liepen over de markt te slenteren. Bij een van de kraampjes zag ik een dik, zwart stuk aardewerk met visgraatmotieven liggen. De verkoper dacht daarom dat het een visje (ahum) was. Ach, ze had in een doos gezeten samen met een bloempotje en een kruik. Hij had deze doos op een veiling gekocht. We raakten aan de praat en even later haalde hij het potje uit de auto. Mijn hart begon te bonzen, het bloempotje bleek een 23 cm hoog Romeins urntje te zijn. Zo gaaf als wat. Eén zijde had in de bodem gelegen, terwijl de andere gebleekt was door de zon. Ze staat maar wankel op haar pootje, althans zo lijkt het op het eerste gezicht. Maar zet haar met de “onderbuik” in de grond, dan staat ze stevig en bewaart ze de crematieresten van de overledene.
Of ze ooit voor dit doel gebruikt is, weet ik niet. Er zitten geen

Romeinse urn, van bovenaf.

verbrande botresten in en een inscriptie is ook niet te vinden. Helaas ontbreekt  het dekseltje. Daarvoor werd eertijds meestal een plak lood of brons gebruikt.
Achter zijn rug haalde de marktkoopman een Laat-Romeinse kruik tevoorschijn. Hierover in een ander artikel meer.
Beiden verruilden van eigenaar, ik kon eenvoudig de artefacten niet op de straatstenen laten liggen. Te triest voor woorden!

Nu komt de “Tussen Kunst en Kitsch”-vraag: “Voor hoeveel?”
Oké, maar niet verder vertellen! € 6,-, voor de kruik en urn.
En wat zijn ze waard?
Het kan me geen zier schelen, ze zijn gewoon mooi.
Helaas is hun verhaal verloren gegaan, ik -de “Verteller van het Oude”-, word er een beetje triest van.

Wederom Romeins

Laat Romeinse kruik gekocht op de rommelmarkt.In het vorige artikel lag de nadruk op een urn. En passant vermeldde ik de aankoop van een Romeins kruikje. Ze is voor mij minder bijzonder, vermoedelijk roept de functie van de kruik minder emoties op dan de urn.
Het is hoogst waarschijnlijk vrij Laat-Romeins. Natuurlijk is ze gedraaid op een draaischijf, haar wanden zijn erg dun. Helaas is ze niet onbeschadigd gebleven. In de buik van de kruik zit een gat van een vierkante centimeter. Deze stamt uit recente tijd, misschien wel van haar bezoeken aan diverse rommelmarkten. Toch roept de kruik vragen op.

Hals van een Romeinse kruik.Het bovenstuk, de hals, en het handvat zijn restauraties. Deze zijn zeer kundig uitgevoerd. Wie heeft zich zoveel moeite getroost? En waarom? Was het misschien de bedoeling om de kruik in een museum ten toon te stellen? Hoe komt zij dan op een rommelmarkt terecht?.
Mocht iemand antwoord op deze vragen weten, geef het aan me door. Het verhaal van de kruik wordt daardoor nog interessanter.

Dag van de Noordelijke Archeologie

Bernard Versloot en Anne ten Brink bestuderen enige vondsten tijdens de dag van de Noord-Nederlandse archeologie.In het gebouw van de Groninger Archieven werd voor de tweede maal een dag van de “Noord-Nederlandse Archeologie” georganiseerd. De dag was speciaal bestemd voor leden van diverse archeologische verenigingen in het noorden des lands en voor alle andere geïnteresseerden in archeologie en geschiedenis.
Op deze zeer geslaagde dag was van alles te doen. Er konden lezingen gevolgd worden, er waren presentaties van voorwerpen en er werden films vertoond. De “Verteller van het Oude” en zijn archeologisch maatje Gosse Kerkhof waren gevraagd om de door mensen meegebrachte stenen artefacten te determineren. Helaas voor ons was de stand van de buren meer in trek. Hier werden munten uit het noorden gedetermineerd. De hoeveelheid meegenomen artefacten viel dus tegen. Ook haar zeldzaamheid of bijzonderheid was in het algemeen niet om over naar huis te schrijven. Enkele uitzonderingen daargelaten.
Het enthousiasme waarmee mensen hun meegebrachte spullen toonden, was hartverwarmend.
De dag was perfect georganiseerd, alles verliep soepel en de sfeer was kameraadschappelijk. Immers alle aanwezigen hadden een gemeenschappelijke interesse; hun liefde en passie voor de archeologie!

Leuke vondsten (2013-2): halffabricaat spits

Pijlpunten heb ik met enige regelmaat gevonden. De oudsten dateren van ongeveer 10.000 jaar geleden. De jongsten zijn iets meer dan 4000 jaar oud. Allen hebben primair tot doel een zo diep en bloederig mogelijke wond te veroorzaken. Onze voorouders waren prima in staat om aan dit criterium te voldoen, uitstekend jachtmateriaal was voor hen een noodzaak.
Iedere door mij gevonden spits (pijlpunt) voldoet aan bovenstaande criteria.
Mooie halffabricaat van een bronstijd spits.In de loop der eeuwen zijn de spitsen “aan mode” onderhevig geweest. Techniek van fabricage en vorm van spits veranderen in de tijd. Gelukkig maar, daardoor kunnen we ze vrij goed determineren.
Op een akker, waar ik alleen verbrand vuursteen en bronstijdaardewerk gevonden had, lag bovenop een vore -alsof ze gevonden wilde worden- een halffabricaat van een spits. Ze schitterde in de zon, het enige wat ik behoefde te doen was haar op te rapen.
Het betreft een exemplaar dat voor ongeveer 5500 jaar werd afgekeurd. De steenklopper was begonnen aan het laatste stadium van het fabricageproces, hij wilde de spits zo dun mogelijk maken. Een laatste slag zou de lelijke en de slagkracht belemmerende bobbel doen verdwijnen. De ervaren steenbewerker had echter de kracht van slag verkeerd beoordeeld. Er sprong slechts een deel van de te verwijderen bult af. Helaas bleef er geen goed slagvlak voor een volgende poging over. Mogelijkerwijs haalde de steenbewerker zijn schouders op en wierp het mislukte halffabricaat weg. Gelukkig maar, ze bevindt zich nu in mijn verzameling.
De spits is te dateren rond het begin van de bronstijd.

Leuke vondsten (2013-3): glazen kraal

Romeinse kraal gevonden op een Drentse akker.Niet alle vondsten zijn op het veld te bekijken. Soms is het koud, soms regent het, soms stop je gedachteloos een stukje archeologisch materiaal in je vondstzak. Pas thuis bij het schoonmaken valt in een dergelijk geval de bijzonderheid van een vondst op. Zo verging het mij ook met de glazen kraal die ik midden in een mesolithische vondstplek opraapte. Het glas is donker, voorzien van 2 (en een halve) blauwe, ronde insluitingen. In het midden daarvan zien we een rode insluiting. De bedoeling was om de kraal daar te doorboren, helaas ging het mis, zodat de kraal doormidden knapte.
Voor mij is de kraal moeilijk te determineren, het is niet mijn specialiteit. Volgens diverse deskundigen zou de kraal uit de late Romeinse tijd/vroege Middeleeuwen stammen.
Voor mij is het bijzonder om een Romeinse kraal te ontdekken, meestal worden ze slechts tijdens opgravingen gevonden. En dan nog vaak zelden!
Een waarlijk bijzondere vondst.

Leuke vondsten (2013-4): klingbeitel

prachtige klingbeitel uit de EnkelgrafcultuurOp een mooie, koude en regenachtige zaterdagmorgen liep ik in de buurt van Zuidlaren -een nadere vindplaats aanduiding zult u niet krijgen- over een enigszins tussen de bosjes verscholen akker. Ze was mij al eerder opgevallen vanwege de glooiing van het terrein. In het midden van de akker bevindt zich een heuvel die op de top minsten drie meter hoger ligt dan de opgang van de akker. Het miezerde vanuit de hemel, met grote precisie werden de bedekte artefacten schoongespoeld.
Aan de zuidzijde van de heuvel had ik al een pijlpunt, toegeschreven aan de Enkelgrafcultuur, gevonden. Nagenoeg op dezelfde plek lieten de weergoden mij nu een prachtige klingbeitel uit de grond trekken. De datering is hetzelfde als van de pijlpunt, ongeveer tussen 2900 en 2500 jaar voor Chr.
Kenmerkend voor een beitel is dat de breedte nagenoeg gelijk is aan de dikte. De mijne is geschacht geweest, de frictieglans is nog duidelijk te zien.

ARC failliet

De crisis waarin ons land zich volgens de deskundigen bevindt, heeft de archeologie ook ernstig aangetast.
Steeds minder bouwprojecten komen van de grond. Een direct gevolg is dat de noodzaak voor archeologisch onderzoek op deze voorgenomen bouwlocaties ontbreekt. Commerciële archeologische bureaus hebben het zwaar. Het ARC (Archaeological Research & Consultancy) uit Groningen heeft het hoofd niet boven water kunnen houden. Een aantal weken geleden las ik in het “Dagblad van het Noorden” dat het bureau failliet was verklaard. Het gaat me bijzonder aan het hart omdat ik vele fantastische herinneringen bewaar aan diverse opgravingen met het ARC.
Deze week publiceerde het eerder genoemde dagblad een artikel over een mogelijke doorstart in afgeslankte vorm van het ARC. Een ander archeologisch bureau “de Steekproef”, volgens sommigen ook in  moeilijkheden, zou geïnteresseerd zijn in een nauwe samenwerking met het ARC.
Voor mijn archeologische vrienden is het te hopen dat de doorstart gerealiseerd wordt.

Opgraving Eelde

Gelukkig heb je in het onderwijs een flink aantal vakanties. Even voor de duidelijkheid, zowel leerlingen als onderwijzers hebben deze hard nodig! Maar daar gaat het hier niet over.
Het geeft mij in ieder geval de gelegenheid om nog eens mee te werken aan een archeologishe opgraving. Een bijzonder boeiende was de opgraving in Eelde.  Tv- Drenthe vond dat klaarblijkelijk ook. Zij maakte een boeiend verslag
Klik hier voor het filmpje!

Anne ten Brink leest voor!

Anne ten Brink leest de kleuters van de Jan Thiesschool voor!De start van de nationale voorleesweek werd op de Jan Thiesschool o.a. ingeluid door de “Verteller van het Oude”. Hij mocht vroeg in de ochtend lezen uit het boek “Hennie de Heks”. Het boek sloot naadloos aan bij de belevingswereld van zijn publiek. De leerlingen uit groep 1/2 vormden het meest enthousiaste publiek waar “de Verteller” ooit voor opgetreden heeft. Aanvankelijk bleven de kleuters op hun stoeltjes zitten. Na mate het verhaal spannender werd, werden de zitplaatsen verlaten.
Het slot, een vlucht op de bezem, was helemaal spectaculair. Na afloop was “de Verteller” bezweet, maar zelden heeft hij zo’n voldoening gehad van zijn werk. Juf Marga heeft de hele ochtend nodig gehad om haar kleine leerlingen weer enigszins in het gareel te krijgen.

Amateur archeologen graven op!

Amateur archeologen graven op in de gemeente Westerveld.Terwijl de winter intrad, groeven diverse amateurarcheologen in het Drents Friese Wold naar artefacten uit de prehistorie. Ongeveer 20 jaar geleden was er in het bewuste gebied een stuk heide geplagd. Op het terrein werden meer dan 5000 artefacten verzameld. Aanleiding voor een archeologische opgraving was er niet, immers het bewuste terrein werd niet bedreigd. Verstoring van de vondstplek, en daarmede de reden voor een opgraving, was niet aanwezig. De plaggen werden toentertijd in een brede strook neergelegd, natuurmonumenten liet de natuur haar gang gaan. Na zoveel verstreken jaren wilden “de Verteller van het Oude” en zijn kompanen weten hoeveel artefacten zich in de stort bevonden. Provinciaal archeoloog, Wijnand van der Sanden gaf zijn goedkeuring aan het plan van aanpak en zo konden wij begin januari aan de slag. Jaap Beuker, voormalig conservator van het Drents museum, versterkte met zijn kennis de groep. Twee koude dagen werd er hard gewerkt. De resultaten van het onderzoek gaven geen aanleiding tot het doorzoeken van de gehele stort. Het afplaggen, tot op het zand, was zeer zorgvuldig gebeurd. Weinig zand, waarin de artefacten lagen, was hierbij meegenomen.
Voor ons was het enigszins teleurstellend, anderzijds is er duidelijkheid gekomen.
In ieder geval hebben amateurarcheologen de mogelijkheid gekregen om een onderzoek uit te voeren. Een voorbeeld hoe de samenwerking tussen deze groep en de professionals gestalte kan en behoort te krijgen.

Archeologische open dag Dierenpark Emmen

Een prachtige mistige dag vormde het feeërieke decor voor de archeologische “open dag” in Emmen. Bezoekers kregen van archeologen van het ARC uitleg over de tot op heden gedane vondsten op de nieuwe locatie van het Noorderdierenpark. Het massaal toegestroomde publiek, meer dan duizend personen, kreeg letterlijk een lesje in praktijk archeologie. Een pas blootgelegde boerderij uit de late ijzertijd werd voor hun ogen ingetekend en gecoupeerd.
Verteller van het Oude aan het werk tijdens de archeologische opendag in Emmen.In de loop der jaren zijn in het gebied meerdere opgravingen geweest. Ook uit deze eerdere campagnes waren topstukken de bewonderen. Hoogtepunt voor mij waren de Standvoetbekers uit de Enkelgrafcultuur. Twee kleine bekertjes, uit het zgn. kindergraf vond de Verteller van het Oude zeer aandoenlijk. In mijn fantasie zag ik hoe diep bedroefde ouders hun overleden kind een lieflijk geschenk voor het hiernamaals meegaven.
Terwijl de ouders genoten van de verhalen werden hun kinderen, de junior-archeologen, bij mij gebracht. Op een speciaal aangelegd stukje van het opgravingsterrein, konden zij zich bekwamen in het werk van de echte archeoloog. Het gebodene sloeg zo aan dat er op de anders zo rustige Emmer Esch een file ontstond, die zich pas oploste toen de dag voorbij was.

Opgraving bij Emmer dierentuin

Het Noorderdierenpark in Emmen gaat verhuizen, ze verplaatst haar activiteiten meer de es op. Een paar jaar geleden heeft daar al een archeologisch vooronderzoek plaats gevonden. De resultaten hiervan Anne ten brink aan het werk tijdens de opgraving bij Emmengaven aanleiding om het hele terrein vlakdekkend op te graven. Sinds zes weken is het ARC (Archaeological Research & Consultancy) uit Groningen begonnen aan deze omvangrijke klus. De Verteller van het Oude heeft tijdens de herfstvakantie, als vrijwilliger, meegeholpen. Prachtig weer en mooie vondsten zorgden voor een onvergetelijke week. Het was alweer een tijdje geleden dat ik met het ARC had opgegraven. Het weerzien met (jonge) oude bekenden deed goed.
De resultaten van de opgraving worden publiekelijk gemaakt in een verslag, deze zal zo spoedig mogelijk na de opgraving verschijnen. Nu al kan gezegd worden dat er vele sporen uit diverse historische perioden zijn gevonden. Enkele vondsten zijn uitzonderlijk. Het is echter niet aan mij om daar verder over uit te weiden.
Het ARC, de gemeente Emmen en het Noorderdierenpark organiseren voor het publiek een open dag. Neemt u een kijkje, het is zeker de moeite waard!

Herinrichting beekdal “De Slokkert”

De Verteller van het Oude is gevraagd door Arcadis en Dienst Landelijk Gebied om mee te brainstormen. Op dit moment wordt het beekdal “de Slokkert”, in de buurt van Norg, zoveel mogelijk in oude staat hersteld. Men wil ook graag de historie van het prachtige gebied aan het grote publiek tonen. De ideeën van (amateur)archeologen kunnen daarbij van waarde zijn. Op dit moment is echter nog niet duidelijk in hoeverre het gebied in haar totaliteit ontsloten wordt voor bezoekers. De natuur moet immers haar gang kunnen gaan en niet verstoord worden door de aanwezigheid van mensen.
Te zijner tijd, na consulting van meerdere partners, zullen Arcadis en DLG met een voorstel komen.
Op dit moment verdienen zij mijn complimenten voor het initiatief.

Zo maar een potje?

standvoetbeker MidlarenBij een opgraving komt het meeste aardewerk in vele scherven uit de bodem. Pas “binnen”, zoals archeologen hun werkplek op het archeologisch bureau plachten te noemen, worden de geheimen ervan ontrafeld. De stukken worden zorgvuldig getekend, gefotografeerd en beschreven. Soms is het mogelijk de gevonden delen weer in elkaar te zetten, hetgeen ook gebeurd is met de afgebeelde standvoetbeker. Ze kwam tijdens een enorme opgraving (tussen september 2003 en oktober 2004) in Midlaren tevoorschijn. Standvoetbekers, zo genoemd vanwege het randje onderaan de beker, zijn kenmerkend voor de periode van de Enkelgrafcultuur (tussen 2900 en 2500 v. Chr.).detail standvoetbeker Midlaren Het bovenste gedeelte van de standvoetbeker is versierd, voornamelijk met touwindrukken. Drie keer is deze vorm van versiering onderbroken door een rij met spatelindrukken. Door de wijze en plaats van versiering kan de beker getypeerd worden als type 1a. Archeologen zijn er in geslaagd voor de periode van de Enkelgrafcultuur de bekers in te delen. Type 1a staat voor de periode tussen 2900 en 2600 v. Chr. De standvoetbeker is gevonden in een graf van 1,9 bij 0,9 meter, tezamen met een bijl van diabaas.
Uit een tweede graf kwamen twee bijlen en een lange kling. Vanwege de inventaris worden beide graven gezien als zgn. mannengraven.
Uit een derde graf, helaas tijdens de opgraving niet als zodanig herkend, kwamen enkele stukken versierd aardewerk die toegewezen kunnen worden aan een zgn. Dosse, een aardewerkvorm die alleen in vrouwengraven voorkomt. De overleden vrouw heeft ook nog een vuurstenen afslag meegekregen.
De Verteller van het Oude heeft gedurende de gehele opgraving meegeholpen. Slechts een aantal keren had hij bezigheden elders en kon daarom niet aanwezig zijn. En juist op die momenten werden de twee graven van de Enkelgrafcultuur ontdekt. Tot op de dag van vandaag betreur ik afwezig te zijn geweest. Gelukkig werd het leed onlangs een beetje verzacht. Tijdens een determinatieavond in het noordelijk depot in Nuis, kwam ik oog te staan met de gerestaureerde standvoetbeker uit Midlaren. Klaargezet om op reis te gaan- expositie in Duitsland – stond ze op me te wachten. Voor mij dus niet zomaar een potje!

Determinatieproject Nuis

We zijn weer begonnen!
Na een zomerstop is het determinatieproject in Nuis hervat. Sinds een aantal jaren werken (amateur)archeologen vrijwillig, gedurende één avond in de week, aan een ambitieus project. In Nuis bevindt zich het archeologisch depot van Noord-Nederland. Vondsten uit archeologische opgravingen, niet tentoongestelde artefacten uit musea en verzamelingen van amateurarcheologen zijn er opgeslagen. Over deze laatste collecties gaat het. Velen zijn niet optimaal beschreven, daardoor is niet duidelijk wat zich in al deze collecties bevind. Het doel van het project is om elke collectie op dezelfde wijze te beschrijven, waardoor een duidelijk beeld verkregen wordt van welke verzameling dan ook. De verkregen gegevens kunnen een waardevolle aanvulling zijn op datgene wat we nu al over onze voorouders weten.
In Nuis ligt, volgens projectleider Ernst Taayke, nog werk voor minstens 50 jaar. Hiermee wordt nogmaals de noodzaak van een goede vondst,- en vindplaats beschrijving aangetoond. In de huidige tijd, met alle moderne hulpmiddelen, gaat dat iets eenvoudiger dan in de tijd van mijn grootouders. Uit de beginjaren van de vorige eeuw waren er in het noorden al een aantal zeer bevlogen verzamelaars van artefacten. Na hun dood zijn deze collecties in het geheel aan een museum afgestaan. Hulde!
De Verteller van het Oude roept iedereen op om na te denken over wat er met een archeologische verzameling dient te gebeuren nadat de verzamelaar er niet meer voor kan zorgen. Een collectie dient niet uit elkaar gehaald te worden. Waardevolle informatie mag niet verspreid worden. Om deze reden wordt door vinders van prehistorisch materiaal, al tijdens hun leven, grote delen van hun collectie in Nuis onder gebracht. Laten we hopen dat deze trend zich voortzet.
De wekelijkse bijeenkomsten in Nuis zijn, behalve gezellig, vooral heel leerzaam en inspirerend. Wij kunnen echter wel wat versterking gebruiken. Dus, mochten er mensen zijn die over een redelijke kennis van de steentijd en een behoorlijk portie doorzettingsvermogen beschikken, meldt u bij de Verteller van het Oude.

Bezoek aan Geologisch Archeologisch Streekmuseum Slochteren

Kees Hartenhof, verzamelaar uit liefdeEen tijdje geleden bezocht “De Verteller van het Oude” samen met zijn broer Geert-Jan ten Brink, het Geologisch Archeologisch museum van Kees Hartenhof in Slochteren. Dhr. Hartenhof was gedurende zijn werkzaam leven landbouwer in dezelfde plaats. Ongeveer 30 jaar geleden ontdekte hij op zijn akkers diverse vindplaatsen uit de midden-steentijd (Mesolithicum). In de loop der jaren verzamelde hij duizenden artefacten uit deze periode. Onze voorouders zochten hogere zandkoppen in het laag gelegen landschap op, hier vestigden zij hun tijdelijk kampement. In de omgeving jaagden ze op wild en werden allerlei eetbare bessen, wortels e.d. verzameld. Na verloop van tijd was er niet voldoende voedsel meer te verkrijgen en trok de groep verder naar het volgende kampement. De groepsgrootte zal beperkt zijn geweest. Immers hoe groter de groep, hoe meer voedsel er verzameld diende te worden. In hun kampement maakten ze met behulp van o.a. vuursteen diverse gebruiksvoorwerpen en wapens. Alles stond in het teken van de jacht en veramelen. Hun vuurstenen afval bleef achter, vele duizenden jaren (bijna 10.000) later raapte Kees Hartenhof dit op. De kampementen op de grond van Hartenhof werden meerdere jaren achter elkaar gebruikt, vandaar dat er ook zoveel vuursteen door hem verzameld kon worden.
De interesse van Kees Hartenhof ging ook uit naar de zwerfstenen die hij op zijn land zag liggen. Hij bekwaamde zich in de determinatie van de door de ijstijd aangevoerde stenen. Ook hiervan verzamelde hij vele exemplaren.
In de omgeving van Slochteren werd Kees Hartenhof steeds bekender. Mensen brachten zijn vondsten bij hem en lieten het vaak bij hem achter. Een enorme collectie van o.a baksteen, tufsteen en grafzerken was er van het gevolg.
Na zijn pensionering besloot Hartenhof zijn collectie permanent toegankelijk te maken voor belangstellenden. Een groot deel van zijn boerderij werd daarvoor gebruikt.
Vlak voor zijn dood werd Kees Hartenhof voor zijn verdiensten voor de gemeenschap, in naam van de Koningin, geridderd. Zijn dochter en haar man zetten het werk van Hartenhof voort. Formeel verdient het onderkomen van de stenen de naam museum nog niet. De omgebouwde stal en deel voldoen niet aan de voor musea gestelde eisen. De huidige eigenaren willen door middel van een omvangrijke verbouwing hierin verandering brengen. Binnenkort kan de gemeente Slochteren hun plannen ter goedkeuring ontvangen.
Mocht je de collectie van de gepassioneerde verzamelaar willen zien dan kan dat. Op afspraak kunnen belangstellenden kennis nemen van de uitgebreide verzameling. Boerderij Padje 1, 9621 TG Slochteren, 0598-421877.
De “Verteller van het Oude” was onder de indruk. Ik heb ruim twee uur genoten van de artefacten van onze voorouders. Maar het allerbelangrijkste was dat ik er de passie van de verzamelaar gevoeld heb!

Determinatieavond in Zweeloo

Meestal vermeld ik niet zoveel over de bijeenkomsten die ik verzorg. Determinatie avond in ZweelooLaat de toehoorders maar schrijven over hun ervaringen!
Wanneer zich echter iets uitzonderlijks voordoet, dan vermeld ik het op deze website. De determinatieavond in Zweeloo is een dergelijk uitzondering.
Ik was samen met twee leden van de Drents Prehistorische vereniging, Gosse Kerkhof en Lukas Hoving, uitgenodigd om iets te komen vertellen over archeologie. Aan de hand van door ons meegebrachte voorbeelden zouden wij de prehistorie laten herleven.
Tegen achten kwamen de belangstellenden binnen. Vele tassen en dozen werden meegedragen. Nog nooit heb ik een avond meegemaakt waarbij zoveel prachtige artefacten getoond werden uit privé collecties. Meestal zijn mensen enigszins huiverig om hun artefacten te tonen. Ten onrechte wordt gedacht dat prehistorische voorwerpen afgedragen moeten worden aan een museum. Dat is absolute niet het geval. Hoewel ik van mening ben dat iedereen eigenlijk van onze culturele schatten zou moeten kunnen genieten, begrijp ik heel goed dat iemand zijn gevonden artefact zelf wil behouden. Om inzicht te verkrijgen in de vondsten uit een bepaald gebied, willen archeologen de gevonden voorwerpen graag fotograferen en beschrijven. Het artefact blijft in het bezit van de vinder. Gelukkig konden wij op de determinatieavond hierover goede afspraken maken met de bezitters. De foto toont de knusheid, gezelligheid en de gemoedelijkheid van de avond. Meestal duurt een doordeweekse avond maximaal tot 22.00 uur. Nu namen we pas anderhalf uur later voldaan afscheid. Iedere keer verbaast het me weer hoeveel voldoening het geeft een door onze voorouders gemaakt voorwerp, in de hand te mogen houden. De schoonheid van het product en de vaardigheid van de maker ontroert iedere keer weer!

NOS en Nemrud

Het nieuws over de mogelijke verplaatsing van de hoofden van de beelden op de Nemrud is tot de wereld doorgedrongen. Ook de NOS heeft er aandacht aan besteed. Beluister via onderstaande link de drie minuten durende uitzending.

http://nos.nl/audio/268345-bernard-bouwman-over-verhuizen-koningsbeelden-op-nemrut-dagi.html

Turkse minister wil hoofden van Godenbeelden in museum plaatsen

Bericht in de "Posta" over verplaatsing van de hoofden op de Nemrud.De Turkse minister van Cultuur, E. Günay, heeft het plan opgevat om de hoofden van de Godenbeelden op de Nemrud te verplaatsen naar een museum. In de “Posta” van 3 augustus 2011 onthult hij zijn plan.

Sinds tweeduizend jaar zijn de beelden op de berg blootgesteld aan extreme weersomstandigheden. Dat heeft sporen achtergelaten. Diverse hoofden vertonen scheurtjes als gevolg hiervan. Jaren geleden werd het plan ook al eens geopperd, maar verdween snel weer in de prullenbak. Nu lijkt er echter serieus over nagedacht te worden. Mijns inziens een volkomen verkeerde gedachte. Vervang de hoofden niet door kopieën, de hele charme van het grafmonument wordt aangetast. Er zijn andere middelen om de twee meter hoge hoofden te beschermen. Bovendien zou de zorg van de minister uit moeten gaan naar de zandstenen reliëfs, waaronder de wereldberoemde leeuwenhoroscoop. Op dit moment staan ze, onzichtbaar voor het publiek, opgeslagen in het tijdelijke restauratiehuis op de berg. Een aantal liggen zelfs nog te verpieteren op de terrassen. De uit de rotsen uitgehouwen koppen zijn beter bestand tegen het klimaat dan de tere zandstenen reliëfs! Dat hij deze laatste vervangt door een kopie valt gelet op het voorgaande, te begrijpen.
Hopelijk laat de Minister van Cultuur de hoofden van de Goden niet vervoeren naar een museum in Ankara of Istanbul. Ze horen thuis in Oost-Turkije. Hij moet het UNESCO werelderfgoed monument beschermen en niet in een museum willen onderbrengen.

Nieuwe lezing van Anne ten Brink

Aan de uitgebreide hoeveelheid lezingen heb ik er één toegevoegd die me na aan het hart ligt. De titel “De amateurarcheoloog in het landschap”, zegt eigenlijk al alles. Vanuit eigen ervaring belicht ik het werk van de amateurarcheoloog. Het beeld dat zij alleen “steentjesrapers” zijn, klopt al lang niet meer. Tegenwoordig zijn zij, mits het werk (de hobby) goed wordt uitgevoerd, het verlengstuk van de professionele opgravers geworden. Ik neem u mee, middels een PowerPoint presentatie, in het landschap. Ik leer u kijken naar plekken die mogelijkerwijs interessant zijn om vroeger te bewonen. Ik laat u smullen van prachtige vondsten. Aan de hand hiervan probeer ik een aantal vondstplekken voor u te interpreteren. Tijdens mijn lezing bestaat de mogelijkheid het getoonde materiaal zelf ter hand te nemen en te aanschouwen.
Aan de orde komt ook de vastlegging en verslaglegging van de vondstplek. Immers, gegevens mogen niet verloren gaan.
Meer informatie over mijn lezingen vindt u hier.

Druk bezochte lezing in Kahta

De Verteller is teruggekeerd uit Kahta. Regelmatige bezoekers van mijn website weten dat het gaat om de plaats in het oosten van Turkije waar het wereldberoemde monument van Koning Antiochos op de berg Nemrud is gelegen. Gedurende drie dagen werd er het zgn. Nemrutfestival gehouden. De Verteller, alsmede andere leden van de International Nemrud Foundation waren uitgenodigd om diverse lezingen te houden. Voor een overvolle zaal met aandachtig luisterende bezoekers en prominenten, hield de Verteller een voordracht over de werkzaamheden die in de periode 2001 t/m 2003 op de berg uitgevoerd waren. Anne ten Brink tijdens een lezing in Kahta (Z-O Turkije over de Nemrud.Voor het eerst werden 3d reconstructies en animaties getoond. Het publiek waardeerde de lezing. Na afloop ontving de Verteller vele positieve reacties. Uit handen van de burgemeester van Kahta, dhr. Turanli ontving ik een prachtig geschenk in de vorm van herdenkingsbord.
De contacten tussen de International Nemrud Foundation en de gemeenschap van Kahta zijn op een zeer warme wijze aangehaald. Er is zelfs sprake van een uitbreiding in de samenwerking. Binnenkort zal mijn lezing in een PowerPoint versie, voorzien van gesproken tekst, op de website van De Nemrud Foundation te zien en te beluisteren zijn.
De plaatsing van de leeuwenhoroscoop op de berg is uitgesteld. Jammer genoeg kon het vertrek van de kopie van het origineel uit 1882, niet op tijd gerealiseerd worden. In 2012 zal op de 14e juli de horoscoop te bewonderen zijn op de plek waar deze thuis hoort.
Helaas werd het festival overschaduwd door een vreselijke gebeurtenis. Verder naar het oosten kwamen bij een aanslag 13 soldaten om het leven. In heel Turkije werden alle feestelijke activiteiten afgelast. Door deze begrijpelijke maatregel werd het Nemrutfestval ernstig getroffen. Slechts de lezingen gingen door. Alle verdere culturele activiteiten werden afgelast.

Anne ten Brink geeft lezing in Turkije op 14 juli

De International Nemrud Foundation is uitgenodigd om deel te nemen aan het Nemrud festival in Kahta (provincie Adiyaman – in het oosten van het land). Naast diverse Turkse hoogwaardigheidsbekleders zijn van Nederlandse zijde o.a. de Ambassadeur en Hans van de Broek uitgenodigd.
Het jaarlijkse festival bestaat uit drie gedeelten; spelactiviteiten voor de jeugd in de stad Kahta, diverse lezingen en activiteiten op de Nemrud zelf.
Op inKopie van de Leeuwenhorscoop, datering  14 juli 109 v. Chr.itiatief van de International Nemrud foundation heeft in de periode 2001 – 2003 een restauratie op de berg van de 10 meter hoge godenbeelden, plaatsgevonden. Mijn lezing gaat over de toentertijd uitgevoerde werkzaamheden.
Een dag later zal, ook door het INF geïnitieerd, een kopie van de beroemde leeuwenhoroscoop op het monument geplaatst worden.

Neanderthalers 2

Wederom zijn interessante vondsten gedaan uit het verre verleden. De laatste jaren worden met enige regelmaat, artefacten gevonden uit de tijd dat er Neanderthalers in Drenthe rondliepen. Archeologen beleefden onlangs een geweldige dag! Nooit eerder werden er tijdens één veldverkenning zoveel vuistbijlen gevonden. Onder de link staat een pdf bestand van het krantenartikel dat hierover verschenen is. Let speciaal op de foto! Een kwaliteitsopname van een van de mooiste vuistbijlen die ooit in Drenthe, of zelfs in Nederland, gevonden is. Klik hier!
Diverse landelijke bladen hebben ook over de vondst bij Assen gepubliceerd. Deze verslaggevers hebben nog een hoop te leren. Regelmatig maken ze storende fouten in de tekst of publiceren foto’s van artefacten die absolute niets met vuistbijlen te maken hebben. Alle hulde daarom aan het Dagblad van het Noorden. Verslaggever Job van Schaik weet waarover hij schrijft!

Verteller van het Oude op de catwalk!

Nooit gedacht dat ik nog een keer op de catwalk zou staan!
De Rolder basisschool (Jan Thies) organiseerde deze happening in het kader van haar themaweek over kleding. Naast chique dames en heren, bruiden en een Thunderbird mannetje, sloop er een harige, ongeschoren prehistorisch man over de bühne. Boog en bijl complementeerden zijn uitrusting. De leerlingen, van kleuter tot groep 8, vonden zijn verschijning indrukwekkend.
En de Verteller?
Hij loopt toch liever in de prehistorie rond!
Anne ten Brink als prehistorische jager.Anne ten Brink als prehistorische jager (2).

Determinatiedag in Diever, een groot succes!

hamerbijlVoor de tweede keer organiseerde het Archeologisch Centrum West-Drenthe een determinatiedag. Bezoekers konden in het Schultehuus in Diever hun archeologische vondsten laten bekijken door een team van deskundigen. Archeologie studenten en leden van de Drents Prehistorische Vereniging gaven tekst en uitleg bij de meegebrachte spullen.
Het werd, net als de eerste keer, een genoeglijke middag. Opvallend waren de vele jeugdigen die hun zelf verzamelde stukken steen lieten onderzoeken.
Elke bezoeker kreeg op schrift de bevindingen van de deskundigen mee. Ook de Verteller van het Oude, Anne ten Brink, was door het centrum uitgenodigd om zijn licht te laten schijnen op de meegebrachte artefacten. Voor mij was de bijna gave en prachtig doorboorde hamerbijl, het topstuk van de middag.
Het Archeologisch Centrum denkt er over om de determinatiemiddag jaarlijks te laten terugkeren

Neanderthalers 1

Onder leidMidden Paleolhieten project, artikel in de Volkskrant.ing van Jaap Beuker en Marcel Niekus (twee experts op het gebied van het midden – paleolithicum) wordt er in Drenthe al jarenlang gezocht naar kampementen van paleolithische jagers. Tot voor kort waren er slechts enkele “losse” vondsten bekend. Het paleolithisch materiaal werd door de vele amateurarcheologen slecht herkend. De twee bovengenoemde archeologen hebben hierin verandering gebracht. Inmiddels heeft dat geresulteerd in het vinden van een kampement. Op een relatief kleine oppervlakte werden 9 (!) vuistbijlen en diverse afslagen gevonden. Het onderzoek is dermate interessant dat de Volkskrant een groot artikel heeft gewijd aan het onderzoek in Drenthe.

 

Mahmut Aydin overleden

Mahmut Aydin, vriend van de "Verteller van het Oude".Onlangs overleed mijn Turkse vriend Mahmut. Deze zomer zou hij 51 jaar geworden zijn, een leeftijd waarvan we normaal aannemen dat de herfst van ons kortdurig bestaan op deze wereld, pas aanvangt. Voor Mahmut werd het gelijk een donkere, eeuwige winter.
Fatma, zijn vrouw, hun twee nog levende zonen en vier dochters, ontroostbaar achterlatend.

In 1999 trok de Verteller voor het eerst naar het oosten van Turkije. Het jaar ervoor had hij een artikel gelezen over een Nederlander die er een grafmonument wilde restaureren. Na veel omzwervingen kwam ik uiteindelijk in Hotel Kervansaray, op slechts 9 kilometer afstand van de Nemrud, het uiteindelijke doel van de reis.
Het kleine hotel werd gerund door Mahmut en zijn familie. De sfeer en de vriendelijkheid deden mij besluiten om er een paar dagen te blijven. Uiteindelijk werd het meer dan anderhalve maand.
In de drie daarop volgende jaren, inmiddels gepromoveerd tot Logistiek Manager, bracht ik het Restauratieteam van de International Nemrud Foundation en de UvA bij hem onder. mahmut_anne

Nadien kwam ik bijna elk jaar terug op de plek waar ik zoveel mooie archeologische en menselijke herinneringen had liggen. Mahmut en ik werden broeders. “Brehme”, zoals ze in het Kurdisch zeggen. Een woord met een grote betekenis en dito gevoel.

Trots was mijn broeder op zijn kinderen. Zijn dochters studeerden en de opvolging als hotel eigenaar was ook verzekerd.
Tot het rampzalige jaar 2009. Zijn middelste zoon Vahap zag het leven niet meer zitten. Zonder Vahap om zich heen, vloeide de levensvreugd uit zijn aderen.
Uiteindelijk stopte zijn hart ermee.
Mahmut en Vahap zijn weer verenigd, ze liggen naast elkaar begraven op het kleine kerkhof van Karadut.

Broeder, dank voor je warme vriendschap! Ik zal je niet vergeten.
BREHME, senin sıcak dostluk için teşekkür! Ben unutmayacağım!

Klokbekerspits gevonden

Uniek is de vondst niet. We kennen heel veel verschillende pijlpunten klokbekerspits (ouder nieuws van de Verteller van het Oude)(=spitsen) uit diverse periodes. Klokbekerspitsen behoren tot de mooiste en fijnste die er geproduceerd zijn. Zo ook dit spitsje! Slechts licht beschadigd lag ze voor mijn voeten. Terwijl ik haar schoonheid in mij opnam, borrelde er allerlei gedachtes in mij op. Hoe kwam het spitsje daar terecht? Had een jongeman het misschien verloren? Had de pijlpunt misschien het leven uit het lichaam van ree doen wegvloeien? Was het bedoeld geweest als grafgift?
Ik zou het allemaal niet weten. Fantaseren is ook leuk!
In ieder geval is het spitsje zo dun als een hedendaags aardappelschilmesje! Het is over het gehele oppervlakte, aan beide zijden, geretoucheerd. Aan de schachtdoorn zit een kleine beschadiging, ook één van de weerhaken is niet geheel ongeschonden gebleven. Normaal zijn de weerhaken en de schachtdoorn ongeveer even lang.
In de bronstijd kwamen dezelfde soort pijlspitsen nog steeds voor. De breedte van de spitsen is dan aanmerkelijk kleiner.
Datering: tussen 2500 – 2100 v. Chr.

Nieuws Archeologische determinatiedag Diever 2009

determinatiedag_diever_6In 2009 werd voor het eerst een determinatiedag in Diever gehouden. Mensen konden hun archeologische vondsten laten beoordelen door deskundigen. Het werd een uiterst gezellige, leerzame en verrassende bijeenkomst.
De opkomst was groot, het meegenomen materiaal opmerkelijk.
De Verteller van het Oude mocht de determinatie openen met een korte toespraak.
determinatiedag_diever_4 determinatiedag_diever_3 determinatiedag_diever_1 determinatiedag_diever_2

trefwoord: ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws,  ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws,ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, ouder nieuws, 

Laat u inspireren door mijn verhalen uit het verleden!